Regering-G. Eyskens III

De regering-G. Eyskens III (6 november 1958 - 25 april 1961) was een Belgische regering. De regering bestond uit de CVP/PSC (104 zetels) en de Liberale Partij (21 zetels).

Regering-G. Eyskens III
Regeringsleider Gaston Eyskens
Coalitie CVP/PSC
Liberale Partij
Zetels Kamer 125 van 212 (1 juni 1958)
Premier Gaston Eyskens
Aantreden 6 november 1958
Einddatum 25 april 1961
Voorganger G. Eyskens II
Opvolger Lefèvre
Portaal  Portaalicoon   België

Ze volgde de regering-G. Eyskens II op nadat de christendemocraten en de liberalen een akkoord hadden gesloten over het schoolbeleid en werd opgevolgd door de regering-Lefèvre.

Samenstelling bewerken

De regering bestond uit 18 ministers. De CVP-PSC had er 11 en de Liberale Partij had er 7. Na de Congocrisis volgde er een uitgebreide herschikking van de regering, die vanaf dan uit 20 ministers en 4 minister-onderstaatssecretarissen bestond: 13 ministers en 2 ministers-onderstaatssecretarissen voor de CVP-PSC en 7 ministers en 2 ministers-onderstaatssecretarissen voor de Liberale Partij.

Ambtsbekleder Functie en bevoegdheden Termijn Partij
Kernkabinet
  Gaston Eyskens
(1905-1988)
Premier 6 november 1958 - 25 april 1961 CVP-PSC
  Albert Lilar
(1900-1976)
Ondervoorzitter van de kabinetsraad
Algemeen Bestuur en Administratieve Hervormingen
6 november 1958 - 3 september 1960 Liberale Partij
  René Lefebvre
(1893-1976)
Ondervoorzitter van de kabinetsraad 3 september 1960 - 25 april 1961 Liberale Partij
Binnenlandse Zaken 6 november 1958 - 25 april 1961
Ministers
  Jean Van Houtte
(1907-1991)
Financiën 6 november 1958 - 25 april 1961 CVP-PSC
  Albert de Vleeschauwer
(1897-1971)
Landbouw 6 november 1958 - 18 november 1960 CVP-PSC
  Charles Héger
(1902-1984)
21 november 1960 - 25 april 1961 PSC-CVP
  Pierre Wigny
(1905-1986)
Buitenlandse Zaken 6 november 1958 - 25 april 1961 PSC-CVP
  Oscar Behogne
(1900-1970)
Arbeid 6 november 1958 - 3 september 1960 PSC-CVP
  Paul-Willem Segers
(1900-1983)
Verkeerswezen 6 november 1958 - 25 april 1961 CVP-PSC
belast met de Sociale Coördinatie 3 september 1960 - 25 april 1961
  Pierre Harmel
(1911-2009)
Culturele Aangelegenheden 6 november 1958 - 3 september 1960 PSC-CVP
Openbaar Ambt 3 september 1960 - 25 april 1961
  Omer Vanaudenhove
(1913-1994)
Openbare Werken en Wederopbouw 6 november 1958 - 25 april 1961 Liberale Partij
  Arthur Gilson
(1915-2004)
Landsverdediging 6 november 1958 - 25 april 1961 PSC-CVP
  Maurits Van Hemelrijck
(1901-1964)
Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi 6 november 1958 - 3 september 1959 CVP-PSC
  August De Schryver
(1898-1991)
3 september 1959 - 29 juni 1960 CVP-PSC
  Léon Servais
(1907-1975)
Sociale Voorzorg 6 november 1958 - 25 april 1961 PSC-CVP
  Paul Meyers
(1921-2011)
Volksgezondheid en Gezin 6 november 1958 - 25 april 1961 CVP-PSC
  Paul Vanden Boeynants
(1919-2001)
Middenstand 6 november 1958 - 25 april 1961 PSC-CVP
  Laurent Merchiers
(1904-1986)
Justitie 6 november 1958 - 3 september 1960 Liberale Partij
  Albert Lilar
(1900-1976)
3 september 1960 - 25 april 1961 Liberale Partij
  Charles Moureaux
(1902-1976)
Openbaar Onderwijs 6 november 1958 - 25 april 1961 Liberale Partij
  Jacques Van der Schueren
(1921-1997)
Economische Zaken 6 november 1958 - 25 april 1961 extraparlementair (Liberale Partij)
  Jacques Van Offelen
(1916-2006)
Buitenlandse Handel 6 november 1958 - 25 april 1961 Liberale Partij
  Raymond Scheyven
(1911-1987)
Zonder Portefeuille, belast met de Economische en Financiële Zaken van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi 17 november 1959 - 23 juni 1960 PSC-CVP
Zonder Portefeuille, belast met de Economische en Financiële Afrikaanse Zaken 23 juni 1960 - 3 september 1960
  Walter Ganshof van der Meersch
(1900-1993)
Zonder Portefeuille, belast met de Algemene Zaken in Afrika 16 mei 1960 - 20 juli 1960 extraparlementair
  August De Schryver
(1898-1991)
Afrikaanse Zaken 29 juni 1960 - 3 september 1960 CVP-PSC
  Harold d'Aspremont Lynden
(1914-1967)
3 september 1960 - 25 april 1961 CVP-PSC
  André Dequae
(1915-2006)
Economische Coördinatie 3 september 1960 - 25 april 1961 CVP-PSC
  Raoul Vreven
(1900-1979)
Coördinatie van de Institutionele Hervormingen 3 september 1960 - 25 april 1961 Liberale Partij
  Yves Urbain
(1914-1971)
Tewerkstelling en Arbeid 3 september 1960 - 25 april 1961 extraparlementair (PSC-CVP)
Ministers-onderstaatssecretarissen
  Albert De Gryse
(1911-1996)
Posterijen, Telegrafie en Telefonie 3 september 1960 - 25 april 1961 CVP-PSC
  Renaat Van Elslande
(1916-2000)
Culturele Zaken 3 september 1960 - 25 april 1961 CVP-PSC
  Roger De Looze
(1922-1961)
Energie 3 september 1960 - 25 april 1961 Liberale Partij
  Willy De Clercq
(1927-2011)
Begroting 3 september 1960 - 25 april 1961 Liberale Partij

Verloop bewerken

Splitsing van het NIR bewerken

De regering besliste, bij de wet van 18 mei 1960 houdende de organisatie van de Instituten der Belgische Radio en Televisie, dat het Nationaal Instituut voor de Radio-omroep (NIR) opgeheven werd en vervangen werd door de Nederlandstalige Belgische Radio- en Televisieomroep (BRT) en Franstalige Radio-Télévision belge (RTB) op.

Communautaire spanningen bewerken

De tienjaarlijkse volkstelling die in 1960 zou worden gehouden, was het onderwerp van de communautaire spanningen rond het taalkundige component van die volkstelling. De Vlaamse Beweging was vooral bezorgd dat de volkstelling een uitbreiding van de Franstalige "olievlek" rond Brussel teweeg zou brengen. Uiteindelijk werd de volkstelling uitgesteld tot 1961 en werd het taalkundige component afgeschaft.

Belgisch Congo bewerken

  Zie Congocrisis voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het Congodossier stond centraal in de bezorgdheid van de regering. De rellen in Leopoldville van januari 1959 brachten het proces van de onafhankelijkheid van Congo op gang. Aanvankelijk was de regering voorstander van een beperkte vorm van onafhankelijkheid, maar ze werd gedwongen zich terug te trekken door de afwijzing hiervan van de Congolese nationalisten en de toenemende spanningen in Congo. De weigering om Belgische troepen te sturen leidde tot de organisatie van de Rondetafelconferentie in Brussel, waaraan de verschillende Belgische en Congolese partijen deelnamen om de voorwaarden voor de totale onafhankelijkheid van Congo vast te stellen, die gepland was voor 30 juni 1960. De afscheiding van Katanga en Kasai werd door de regering niet officieel erkend, ondanks de druk van de Union Minière du Haut Katanga en koning Boudewijn. De muiterij van de Congolese soldaten die de dood van Belgen tot gevolg had, leidde echter tot het sturen van Belgische troepen naar Congo, die van de situatie gebruik maakten om Katanga en Kasaï te steunen. De regering werd op 3 september 1960 herschikt om een hardere pro-Katangese lijn te doen gelden.

Herschikkingen bewerken

  • Op 3 september 1959 nam Maurits Van Hemelrijck (CVP-PSC) ontslag als minister van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi omdat hij zich niet kon vinden in de Congopolitiek van de regering. Hij werd opgevolgd door August De Schryver (CVP-PSC).
  • Op 17 november 1959 werd Raymond Scheyven (PSC-CVP) aangesteld als minister zonder Portefeuille, belast met de Economische en Financiële Zaken van Belgisch Congo en van Ruanda-Urundi, om minister August De Schryver bij te staan in zijn taken als minister van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi.
  • Op 16 mei 1960 werd de partijloze Walter Ganshof van der Meersch benoemd tot minister zonder Portefeuille, belast met de Algemene Zaken in Afrika, om de overgang naar onafhankelijkheid in Belgisch-Congo in goede banen te leiden.
  • Op 23 juni 1960 werd de benaming van de bevoegdheid van Raymond Scheyven aangepast, voortaan was hij minister zonder Portefeuille, belast met de Economische en Financiële Afrikaanse Zaken.
  • Op 29 juni 1960 veranderde de benaming van de bevoegdheid van August De Schryver, voortaan was hij minister van Afrikaanse Zaken
  • Op 20 juli 1960 werd Walter Ganshof van der Meersch ontheven van zijn taken als minister zonder Portefeuille, belast met de Algemene Zaken in Afrika.
  • Naar aanleiding van de onafhankelijkheid van Belgisch-Congo werd de regering op 3 september 1960 grondig herschikt:
    • Albert Lilar (Liberale Partij) werd ontheven van zijn taken als ondervoorzitter van de kabinetsraad, belast met het Algemeen Bestuur en de Administratieve Hervorming. René Lefebvre (Liberale Partij), minister van Binnenlandse Zaken, werd belast met het ondervoorzitterschap van de kabinetsraad, Lilars andere bevoegdheden werden overgenomen door Pierre Harmel (PSC-CVP), die benoemd werd tot minister van Openbaar Ambt en de bevoegdheid Culturele Aangelegenheden moest afstaan.
    • Paul-Willem Segers (CVP-PSC), minister van Verkeerswezen, werd belast met de bevoegdheid Sociale Coördinatie.
    • Laurent Merchiers (Liberale Partij) werd als minister van Justitie vervangen door Albert Lilar.
    • August De Schryver (CVP-PSC) en Oscar Behogne (PSC-CVP) werden als minister van Afrikaanse Zaken en minister van Arbeid vervangen door respectievelijk Harold d'Aspremont Lynden (PSC-CVP) en Yves Urbain (PSC-CVP). Deze laatste kreeg ook Tewerkstelling onder zijn bevoegdheid.
    • Raymond Scheyven (PSC-CVP) werd ontheven van zijn taken als minister zonder Portefeuille, belast met de Economische en Financiële Afrikaanse Zaken.
    • André Dequae (CVP-PSC) werd aangesteld tot minister van Economische Coördinatie en Raoul Vreven (Liberale Partij) kreeg de functie van minister voor Coördinatie van de Institutionele Hervormingen.
    • vier ministers-onderstaatssecretarissen werden toegevoegd aan de regering: Renaat Van Elslande (CVP-PSC) werd minister-onderstaatssecretaris voor Culturele Zaken, Albert De Gryse (CVP-PSC) minister-onderstaatssecretaris voor Posterijen, Telegrafie en Telefonie, Willy De Clercq (Liberale Partij) minster-onderstaatssecretaris voor de Begroting en Roger De Looze (Liberale Partij) minister-onderstaatssecretaris voor Energie.
  • Op 18 november 1960 trad Albert de Vleeschauwer (CVP-PSC) af als minister van Landbouw vanwege zijn betrokkenheid in een onderzoek naar een faillissement van een bedrijf in Leopoldstad. Hij werd op 21 november 1960 opgevolgd door Charles Héger (PSC-CVP).