Regering-Martens VI
De regering-Martens VI (28 november 1985 - 21 oktober 1987) was een Belgische regering. Het was een coalitie tussen de CVP/PSC (49 en 20 zetels) en de PRL/PVV (24 en 22 zetels).
Regering-Martens VI | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Zetelverdeling in de Kamer van de regering-Martens VI
| ||||
Coalitie | CVP/PSC PRL/PVV | |||
Zetels Kamer | 115 van 212 (13 oktober 1985) | |||
Premier | Wilfried Martens | |||
Aantreden | 28 november 1985 | |||
Einddatum | 21 oktober 1987 | |||
Voorganger | Martens V | |||
Opvolger | Martens VII | |||
|
De regering volgde op de regering-Martens V na de verkiezingen van 13 oktober 1985. Het was een voortzetting van dezelfde coalitie. Ze werd opgevolgd door de regering-Martens VII nadat ze viel als gevolg van de Happart-kwestie.
MaatregelenBewerken
De regering kreeg tijdens zijn ambt volmachten van het Parlement om besparingen door te voeren. Het besparingsplan werd het Sint-Annaplan, genoemd naar de Sint-Annapriorij van het kasteel Hertoginnedal waar het werd overeengekomen. Het doel was de Belgische begrotingstekort te herleiden tot 8% van het bbp eind 1987. De besparingsmaatregelen kwamen hard aan in de sociale sector en het onderwijs en leidden tot massale betogingen. Minister van Begroting Guy Verhofstadt (PVV), de motor achter de besparingen, kreeg hierbij de volle laag van de vakbonden.
Deze regering voerde ook het pensioensparen in, de zogenaamde 'derde pijler'.
SamenstellingBewerken
De regering telde 15 ministers (inclusief de premier) en 13 staatssecretarissen. De CVP had 5 ministers (inclusief de premier) en 5 staatssecretarissen, PRL 4 ministers en 2 staatssecretarissen, PVV 3 ministers en 3 staatssecretarissen en de PSC 3 ministers en 3 staatssecretarissen.
Naam | Partij | Functie en bevoegdheden | Termijn | ||
---|---|---|---|---|---|
Wilfried Martens | CVP | Premier | 28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Jean Gol | PRL | Vicepremier en minister Justitie en Institutionele Hervormingen |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Charles-Ferdinand Nothomb | PSC | Vicepremier (tot 18 oktober 1986) en minister Binnenlandse Zaken, Openbaar Ambt en Decentralisatie |
28 november 1985 - 18 oktober 1986 | ||
Joseph Michel | PSC | 18 oktober 1986 - 21 oktober 1987 | |||
Guy Verhofstadt | PVV | Vicepremier en minister Begroting, Wetenschapsbeleid en Plan |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Philippe Maystadt | PSC | Vicepremier (vanaf 18 oktober 1986) en minister Economische Zaken |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Leo Tindemans | CVP | Minister Buitenlandse Betrekkingen |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Mark Eyskens | CVP | Minister Financiën |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
François-Xavier de Donnea | PRL | Minister Landsverdediging en Brusselse Gewest |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Jacky Buchmann | PVV | Minister Middenstand |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Daniël Coens | CVP | Minister Onderwijs |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
André Damseaux | PRL | Minister Onderwijs |
28 november 1985 - 9 maart 1987 | ||
Antoine Duquesne | extraparlementair (PRL) | 9 maart 1987 - 21 oktober 1987 | |||
Louis Olivier | PRL | Minister Openbare Werken |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Jean-Luc Dehaene | CVP | Minister Sociale Zaken en Institutionele Hervormingen |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Michel Hansenne | PSC | Minister Tewerkstelling en Arbeid |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Herman De Croo | PVV | Minister Verkeerswezen en Buitenlandse Handel |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Etienne Knoops | PRL | Staatssecretaris Buitenlandse Handel |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Firmin Aerts | CVP | Staatssecretaris Energie |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Paul De Keersmaecker | CVP | Staatssecretaris Europese Zaken en Landbouw |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Jan Bascour | PVV | Staatssecretaris Brusselse Gewest |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Jean-Louis Thys | PSC | Staatssecretaris Brusselse Gewest |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Georges Mundeleer | PRL | Staatssecretaris Justitie en Middenstand |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Miet Smet | CVP | Staatssecretaris Leefmilieu, Maatschappelijke Emancipatie, Armoedebestrijding en Vluchtelingen |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Guy Lutgen | PSC | Staatssecretaris Modernisering en Informatisering van de Openbare Diensten |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
André Kempinaire | PVV | Staatssecretaris Ontwikkelingssamenwerking |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Louis Bril | PVV | Staatssecretaris Openbaar Ambt en Wetenschapsbeleid |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Pierre Mainil | PSC | Staatssecretaris Pensioenen |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Paula D'Hondt | CVP | Staatssecretaris Posterijen, Telegrafie en Telefonie |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 | ||
Wivina Demeester | CVP | Staatssecretaris Volksgezondheid en Gehandicaptenbeleid |
28 november 1985 - 21 oktober 1987 |
HerschikkingenBewerken
- Op 18 oktober 1986 nam Charles-Ferdinand Nothomb ontslag naar aanleiding van de kwestie-Happart. Philippe Maystadt verving hem als vicepremier, en Joseph Michel (PSC) verving hem als minister van Binnenlandse Zaken.
- Op 9 maart 1987 verving Antoine Duquesne (PRL) André Damseaux (PRL) als minister van Onderwijs. Damseaux nam ontslag wegens kritiek op zijn onderwijshervorming.
ValBewerken
Naar aanleiding van de kwestie-Happart diende premier Martens op 14 oktober 1986 een eerste keer het ontslag van de regering aan koning Boudewijn aan. De crisis werd echter voorlopig bedwongen door het slachtofferen van Charles-Ferdinand Nothomb (PSC). De kwestie was echter niet ten gronde opgelost en het vormde alsnog de aanleiding voor het ontslag van de regering een jaar later, op 21 oktober 1987.
Uit het getuigenis van Jef Houthuys bleek dat het wantrouwen van de vakbonden tegenover Guy Verhofstadt ("da joenk") eveneens als oorzaak van het verdwijnen van de regering Martens VI dient te worden gezien. Dit ongenoegen kwam tot uiting in de gesprekken van Poupehan.[1]
De ploeg werd herbenoemd met beperkte bevoegdheden onder de naam Martens VII met het oog op nieuwe verkiezingen en grondwettelijke hervormingen.
Bronnen, noten en/of referenties |