Paul Vanden Boeynants
Paul Emile François Henri Vanden Boeynants (Vorst, 22 mei 1919 – Aalst, 8 januari 2001), in de media en door hemzelf bijgenaamd 'VDB', was een Belgisch volksvertegenwoordiger, minister en premier. Als ondernemer was hij actief in de vleesindustrie.
BiografieBewerken
Paul Vanden Boeynants werd geboren uit een echtpaar uit Mechelen dat naar Sint-Gillis bij Brussel was verhuisd waar vader Henri Vanden Boeynants als jonge slagersknecht samen met zijn vrouw Jeanne Lenssens, een kindermeisje, een zelfstandige slagerij had opgestart. Paul Vanden Boeynants groeide op in een rechts-conservatief katholiek milieu en werd door zijn vader, die ervan droomde dat zijn zoon advocaat zou worden, naar het elitaire, franstalige Brusselse Sint-Michielscollege van de Jezuïeten gestuurd.[1] Daar volgde hij vanaf zijn elfde de zgn. 'Grieks-Latijnse', of Klassieke Humaniora. Vanden Boeynants bleek weliswaar een pientere maar geen al te ijverige leerling te zijn en VDB beëindigde op veertienjarige leeftijd het middelbaar onderwijs zonder diploma. De energieke scholier bleek meer talent te hebben voor het voetbal en de 'potige' junior schopte het tot 'center half' (centrale middenvelder) bij de reservenploeg van de toenmalige topclub Royale Union St.-Gilloise. Maar mede ten gevolge van een knieblessure koos de jongeling er op 16-jarige leeftijd voor om in de voetsporen van zijn vader te treden en voluit "in de commerce" (vleeshandel) te gaan, eerst als leerjongen bij zijn vader, later in de zaak van zijn schoonvader.[2] Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vocht VDB tijdens zijn legerdienst met het 9de Linieregiment mee in de Achttiendaagse Veldtocht en werd hij krijgsgevangen genomen. Ingeschreven als Vlaming in het Belgisch leger, werd VDB al na enkele maanden, op 17 januari 1941, door de Duitsers vrijgelaten. Op 15 december 1942 huwde VDB met Lucienne Deurinck (1919-1994), de welopgeleide dochter van een uit West-Vlaanderen afkomstige vleeshandelaar uit de buurt. Met haar kreeg hij een zoon en twee dochters kreeg. Na de Tweede Wereldoorlog werd VDB actief als industrieel en was hij tevens bestuurder bij verschillende slagerij- en middenstandsorganisaties.
In 1949 werd hij voor de CVP-PSC verkozen in de Kamer, als volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Brussel. Dit mandaat bekleedde hij tot in 1985. Als volksvertegenwoordiger zetelde hij in diverse commissies: Economische Zaken, Middenstand, Financiën, Algemene Zaken, Openbaar Ambt, Volksgezondheid, Gezin, Openbare Werken en Defensie. Vanuit het parlement oefende hij tevens het dubbelmandaat in de Franse Cultuurraad (1971–80) en Gemeenschapsraad (1980–85) uit. Tijdens zijn politieke loopbaan ijverde hij steeds voor een nationale verstandhouding, die hij wenste te bereiken via een veralgemeende tweetaligheid, en was hij een voorstander van het belgicisme.[3]
VDB werd actief in de Brusselse politiek en van 1952 tot 1995 was hij gemeenteraadslid van de stad. Van 1953 tot 1958 was hij schepen van Handel en Stadseigendommen en van 1965 tot 1972 was hij schepen van Handel, Openbare Werken, Feesten, Stedenbouw en Aanplantingen. In de periode 1971–75 zetelde VDB daarenboven in de Brusselse Agglomeratieraad. Tegen het einde van zijn loopbaan probeerde VDB tot burgemeester van Brussel-Stad verkozen te worden, maar hier slaagde hij niet in. In Brussel was hij ook betrokken bij grootscheepse bouwprojecten.
Van 1958 tot 1961 was hij minister van Middenstand en van 1966 tot 1968 werd hij premier. Zijn eerste regering struikelde in 1968 over de kwestie Leuven Vlaams, toen de Vlaamse christendemocraten weigerden het ontwerpantwoord op de interpellatie van CVP-Kamerlid Jan Verroken goed te keuren. Van 1972 tot 1979 was hij minister van Landsverdediging. In deze laatste functie zorgt hij voor een actieve deelname van België in het kader van de NAVO, de EEG en de oost-westverhoudingen. Hij tracht ook de dienst van beroepsmilitairen te verlengen en de dienstplichtigen van West-Duitse kazernes naar België te halen, om de korpsen in West-Duitsland te professionaliseren. Deze legerhervorming wordt echter opgegeven wegens protest. Van 1978 tot 1979 was hij een tweede maal premier, waarna hij in 1979 korte tijd vicepremier was. In 1969 werd VDB benoemd tot minister van Staat.
Van 1961 tot 1966 was hij partijvoorzitter CVP-PSC. Toen CVP en PSC in 1972 uit elkaar gingen, bleef VDB binnen de PSC maar richtte hij een conservatieve vleugel op, het CEPIC. Hiervan was hij voorzitter van 1977 tot 1979. Daarna was hij van 1979 tot 1981 voorzitter van de moederpartij PSC. Uit het CEPIC ontstond intussen de organisatie Rassemblement Chrétien du Centre, waarvan hij van 1982 tot 1985 lid was.
In 1995 besloot VDB de politiek te verlaten. Hij werd vervolgens gedurende enkele jaren de directeur van Pan, een voormalig satirisch weekblad in Brussel, in een poging nog politieke invloed uit te oefenen, maar dit mislukte. Hij overleed begin 2001, aan de gevolgen van een hartoperatie. Hij werd begraven op de begraafplaats van Brussel te Evere.
ControversesBewerken
Met de jaren werd VDB een controversieel figuur. Zo riep de manier waarop Vanden Boeynants het Manhattanplan erdoor drukte bij de gemeenten en vervolgens de huizen in de Noordwijk liet onteigenen, vragen op. Hij hielp zijn vrienden Armand Blaton, Charly De Pauw, Jean-Marie Josi en Aldo Vastapane bij verschillende van hun ondernemingen.
VDB raakte in opspraak door meerdere fraudezaken. Op 17 juni 1982 werd zijn parlementaire onschendbaarheid opgeheven. In 1986 werd hij veroordeeld tot drie jaar voorwaardelijke celstraf en een geldboete wegens belastingontduiking.
De naam van VDB wordt, al sinds begin jaren 1980, vaak genoemd in de zaak rond de Bende van Nijvel. Mogelijke verbanden werden in 2008 opnieuw omschreven.[4] Een rechtstreeks verband is echter nooit bewezen.
OntvoeringBewerken
Op 14 januari 1989 werd Vanden Boeynants in Brussel ontvoerd. De ontvoerders waren Patrick Haemers en zijn handlangers Kapllan Murat, Philippe Lacroix en Marc Van Dam. Zij eisten de ontvoering op in naam van een Brigade Socialiste Révolutionnaire.[5] VDB werd een maand lang vastgehouden in een villa in Le Touquet. Pas na de betaling van 63 miljoen BEF losgeld werd hij vrijgelaten en gedropt in de omgeving van Doornik. De persconferentie die VDB hield na zijn vrijlating, was een opmerkelijk gebeuren.
In populaire cultuurBewerken
- Op pensenkermissen (typisch Belgische eetfestijnen waarbij bloedworst of pens geserveerd wordt) tijdens verkiezingstijden gaf VDB, via zijn vleesbedrijf, weleens gratis pensen weg. Daarom wordt hij smalend Polle Pens genoemd, of in het Brussels Polle Panch.
- Wanneer Wim De Craene het lied De kleine man covert (1973), voegt hij hieraan de volgende verzen toe: Minister Vanden Boeynants vraagt weer onderzeeërs aan (...) Dan kunnen we lekker op de Schelde gaan roeien (...) Maar wie betaalt het pak/ Van de viceadmiraal/ Dat is de kleine man, de kleine burgerman.
- In het Neroalbum De V-Machine (1979) figureert Vanden Boeynants als een van de mensen die komen aanschuiven om Adhemars verjongingsmachine te mogen gebruiken (strook 36).
- Hij speelde ook een belangrijke rol in de Vlaamse satirische strip Pest in 't Paleis (1983) door Guido van Meir en Jan Bosschaert.
- In 1989 nam Paul Delnoy de single Qui...? op, over de persconferentie na VDB's vrijlating. Hij vormde daartoe een groep genaamd Brussels Sound Revolution (BSR), een toespeling op de Brigade Socialiste Révolutionnaire maar ook op de Brigade Spéciale de Recherche. De single sampelt fragmenten uit de persconferentie en vestigt de aandacht op VDB's pijp, die door de ontvoerders brutaal uit zijn mond gerukt was. Daarom wordt geopperd dat het lied voluit Qui a volé ma pipe? heet en dus ook verwijst naar het soortgelijke nummer Ma pipe (1962) door Henri Salvador.
- Ook de groep genaamd Boucherie Le Touquet bracht een single uit met samples uit de persconferentie, onder de titel Ferme ta gueule (Hou je smoel). Een derde groep die een nummer uitbracht naar aanleiding van de ontvoering, was KL 303 met het nummer Welcome Back, Mr. VDB.
Beroemde uitsprakenBewerken
- In 1968 besluit de ontslagnemende regering-Vanden Boeynants I om de Mirage aan te kopen. Een journalist van het radioprogramma Actueel vraagt nu of zo'n beslissing wel nog onder lopende zaken valt, waarop VDB reageert: "Dat zijn geen lopende zaken, vriend, dat zijn vliegende zaken!"
- Op een congres van de CVP: "Je préfère être un idéaliste sans illusions, plutôt qu'un illusioniste sans idéal" ("Ik verkies het een idealist zonder illusies te zijn, boven een illusionist zonder idealen").
- "Ze hebben geen traan van me gezien" (op de persconferentie na zijn ontvoering, 15 februari 1989)
- Wanneer een prostituee genaamd Maud Sarr in 1990 op VTM stelt dat VDB aanwezig was bij Roze Balletten, reageert hij in de pers met de woorden "Trop is te veel en te veel is trop".
- "Zonder politiek was ik de Albert Frère van het vlees geworden" (interview in De Tijd, 4 oktober 1997)
DocumentaireBewerken
Robbe de Hert maakte in 1981 de documentaire Le filet américain, waarin VDB een rode draad vormt. Op het einde volgt een tekst die hij als recht van antwoord had mogen toevoegen aan de 'aansporing tot ophitsing'.
Externe linksBewerken
- Paul Vanden Boeynants in de ODIS
LiteratuurBewerken
- N. HIRSON, Paul Vanden Boeynants, Brussel, 1969.
- Paul DEBOGNIE, Les Amis de Paul Vanden Boeynants et leurs Affaires, Ed. Vie Ouvrière, Brussel, 1970.
- Jan Willems, VDB, un citoyen au-dessus de tout soupçon, Berchem-Bruxelles, E.P.O.-E.V.O., 1970.
- Raoul STUYCK, Vanden Boeynants, boeman of superman?, 1973.
- Helmut GAUS, ''Politiek Biografisch Woordenboek, 1989.
- Els CLEEMPUT & Alain GUILLAUME, La rançon d'une vie. Paul Vanden Boeynants 30 jours aux mains de Patrick Haemers, Brussel, 1990.
- D. ILEGEMS & J. WILLEMS, De avonturen van VDB, 1991.
- P. HAVAUX & P. MARLET, Sur la piste des crocodiles, 1994.
- Manu RUYS, Paul Vanden Boeynants, in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, 1998.
- Rolf FALTER, In memoriam Paul Vanden Boeynants, in: De Standaard, 9 januari 2001.
- Armand DE DECKER, voorzitter van de Senaat, In Memoriam Paul Vanden Boeynants, Belgische Senaat, Parlementaire Handelingen, Zitting 18 januari 2001.
- Alain COLIGNON, Paul Vanden Boeynants, homme politique et administrateur de sociétés, in: Bulletins de l'Académie Royale de Belgique, 2013, vol. 24, p. 187-207.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Voorganger: Léon Mundeleer |
Minister van Middenstand 1958-1961 |
Opvolger: Albert De Clerck |
Voorganger: Théo Lefèvre |
Partijvoorzitter van de CVP-PSC 1961-1966 |
Opvolger: Robert Houben |
Voorganger: Pierre Harmel |
Premier van België 1966-1968 |
Opvolger: Gaston Eyskens |
Voorganger: Paul-Willem Segers |
Minister van Landsverdediging 1972-1979 |
Opvolger: José Desmarets |
Voorganger: Leo Tindemans |
Premier van België 1978-1979 |
Opvolger: Wilfried Martens |
Vice-eersteminister 1977-1978 |
Opvolger: Renaat Van Elslande | |
Voorganger: Charles Hanin |
Partijvoorzitter van de PSC 1979-1981 |
Opvolger: Gérard Deprez |
Voorganger: Renaat Van Elslande |
Vice-eersteminister 1979-1980 |
Opvolger: José Desmarets |