Wielerklassieker

eendaagse wielerwedstrijd
(Doorverwezen vanaf Voorjaarsklassieker)

Een wielerklassieker, of kortweg klassieker, is in de wielersport de titel die sporters, pers en toeschouwers geven aan een belangrijke eendaagse wedstrijd.

Tom Boonen achtervolgd door Fabian Cancellara in de wielerklassieker Parijs-Roubaix in 2008.

Klassieker bewerken

De UCI, de internationale wielerbond, kent de term niet. Waarom een wedstrijd klassieker genoemd wordt is niet duidelijk. Ouderdom speelt een rol, maar verklaart niet waarom een betrekkelijk jonge wedstrijd als de Amstel Gold Race al sinds de jaren zestig en de Strade Bianche gestart in 2007 zo beschouwd worden. Tussen klassiekers onderling is een zekere hiërarchie aan te geven: een overwinning in Parijs-Roubaix telt zwaarder dan één in Gent-Wevelgem. Door de tijd heen is de reputatie van wedstrijden veranderd. De Ronde van Vlaanderen was voor de Tweede Wereldoorlog vooral een Vlaamse trainingswedstrijd, die amper in de schaduw kon staan van Milaan-San Remo. Aangezien beide wedstrijden lange tijd op dezelfde dag werden verreden trok de eerste zelden een internationaal deelnemersveld. Pas na de oorlog begon de Ronde van Vlaanderen aan de opmars tot de status van de belangrijke wedstrijd die zij nu, anno 2023, heeft. De Waalse Pijl, hoewel jonger, is jarenlang hoger gewaardeerd dan de andere Ardense klassieker Luik-Bastenaken-Luik, maar wordt anno 2023 vaak gezien als semi-klassieker. Het Desgrange-Colombo klassement, de eerste poging een regelmatigheidsklassement over het hele seizoen in te voeren, nam aanvankelijk twee klassiekers op uit de drie grote wielerlanden: Parijs-Roubaix en Grote Herfstprijs uit Frankrijk, de Ronde van Vlaanderen en de Waalse Pijl uit België en Milaan-San Remo en de Ronde van Lombardije uit Italië. Later werd Luik-Bastenaken-Luik toegevoegd.

Qua anciënniteit zijn de voorgaande zeven wedstrijden de oudste bestaande (eendaagse) wielerwedstrijden. Door hun lange historie zal hun reputatie niet snel minder worden en het is mede daarom niet vreemd dat deze wedstrijden behalve in het Desgrange-Colombo klassement, later zijn opgenomen in de Super Prestige, de Wereldbeker (WB) (met uitzondering van de Waalse Pijl), de UCI ProTour en uiteindelijk de UCI World Tour.

Toch kunnen ook oude wedstrijden hun reputatie verliezen en uiteindelijk verdwijnen. Dat overkwam bijvoorbeeld Bordeaux-Parijs, ooit een bijzonder prestigieuze wedstrijd (en bovendien de langste), maar in 1988 voor het laatst gereden. De reputatie van Parijs-Brussel, nota bene de enige echte grensoverschrijdende klassieker, is aan verandering onderhevig. Hoewel soms hoog gewaardeerd heeft deze het nooit tot de monumentale status van de top zeven kunnen schoppen.

Voor de invoering van de Wereldbeker kende de UCI wedstrijden van Hors Categorie (HC) en 1e t/m 4e Categorie. Dit kwam niet geheel overeen met de beleving van het begrip klassieker onder sporters en publiek. Tot het rijtje HC behoorden Parijs-Roubaix, Ronde van Vlaanderen, Milaan-San Remo, Luik-Bastenaken-Luik, de Parijs-Tours en de Ronde van Lombardije. De Amstel Gold Race, Gent-Wevelgem, Omloop Het Volk, Parijs-Brussel en Waalse Pijl waren 1e categorie. Elk jaar kreeg - bij toerbeurt - een van die wedstrijden de HC status. De HC status gaf een zekere bescherming aan de wedstrijd. Daarnaast waren er veel 1e categorie wedstrijden die niet als klassieker beschouwd werden, althans minder publiciteit kregen. De Super Prestige, de commerciële voorloper van de Wereldbeker, hanteerde een puntenwaardering die dichter aanlag tegen wat als klassieker beschouwd wordt.

De invoering van de Wereldbeker heeft dat veranderd. Eerder genoemde HC wedstrijden werden WB koersen en het rijtje werd uitgebreid met de Amstel Goldrace en het Kampioenschap van Zürich. Tevens werden enkele wedstrijden toegevoegd, die voorheen amper status hadden, zoals de Clásica San Sebastián en de Ronde van Hamburg. Wedstrijden met een langere historie en grotere status werden hiermee gepasseerd. Er werden zelfs nieuwe 'klassiekers' opgezet in landen die geen traditionele wielerlanden waren, maar wel commercieel interessant: Groot-Brittannië (verscheidene namen, zie onder), Noord-Amerika (Ronde van Philadelphia en Grand Prix des Amériques) en Japan (Japan Cup). Deze werden na enkele jaren niet meer verreden.

De Wereldbeker is inmiddels weer opgevolgd door de UCI ProTour en later de UCI World Tour. Hierbij werden naast alle voormalige HC wedstrijden ook enkele klassiekers van de eerste categorie, zoals Gent-Wevelgem, toegevoegd. De World Tour omvat meer wedstrijden dan alleen de eendagsklassiekers, en telt diverse kleinere ronden en de drie grote ronden.

Voorjaarsklassieker bewerken

Een voorjaarsklassieker is de benaming voor de klassieke wielerkoersen in het voorjaar.

Het Europese wielervoorjaar wordt traditioneel geopend met de GP La Marseillaise in Zuid-Frankrijk, begin februari. In Italië wordt het seizoen met een soortgelijke wedstrijd geopend, de Grote Prijs van de Etruskische Kust. De eerste echte klassiekers vinden aan het einde van de maand plaats, tijdens het "Belgisch openingsweekend": de kasseiwedstrijden Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne staan dan op het programma. De laatste grote wedstrijd in het voorjaar is de Duitse wedstrijd Rund um den Henninger Turm, die begin mei wordt verreden. Als het voorjaar eindigt staat de Ronde van Italië vaak op het punt te beginnen.

Tot de voorjaarsklassiekers behoren vooral kasseiklassiekers - zoals de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix - en klassiekers met een heuvelachtig parcours, bijvoorbeeld de Amstel Gold Race of Luik-Bastenaken-Luik. Vier van de vijf "Monumenten" vinden in maart en april plaats, waarvan de eerste, Milaan-San Remo, bekendstaat als La Primavera (de lente).

Wedstrijden

De volgorde waarin deze wedstrijden verreden worden is meestal hetzelfde. Een aantal voorjaarsklassiekers, in de volgorde waarin ze verreden worden:

  GP La Marseillaise
  Trofeo Laigueglia
  Omloop Het Nieuwsblad
  Kuurne-Brussel-Kuurne
  Strade Bianche
  Milaan-Turijn
  Milaan-San Remo

  Dwars door Vlaanderen
  E3 Harelbeke
  Gent-Wevelgem
  Ronde van Vlaanderen
  Scheldeprijs
  Parijs-Roubaix
  Parijs-Camembert

  GP Denain
  Brabantse Pijl
  Klasika Primavera
  Amstel Gold Race
  Waalse Pijl
  Luik-Bastenaken-Luik
  Eschborn-Frankfurt

Najaarsklassieker bewerken

Een najaarsklassieker is de benaming voor de klassieke wielerkoersen in het najaar, meestal na de drie grote ronden. De deelnemerslijsten zijn vaak wat zwakker dan in het voorjaar, omdat veel renners hun seizoen al hebben afgesloten. De bekendste najaarsklassiekers zijn Parijs-Tours, de Ronde van Lombardije en de voormalige Züri Metzgete. Ook Parijs-Brussel, GP Fourmies, Ronde van Emilia en de Ronde van de Drie Valleien kennen een lange geschiedenis. Veel Italiaanse semi-klassiekers worden verreden in het najaar. Sommige najaarsklassiekkers, zoals de Canadese koersen worden ook wel gebruikt als opwarmer voor het WK dat vaak eind september plaatsvindt.

In België en Nederland zijn de belangrijkste najaarswedstrijden de Druivenkoers Overijse, de Omloop van de Vlaamse Scheldeboorden, de Memorial Rik Van Steenbergen, de GP Jef Scherens, de Tour de Rijke.

Wedstrijden

  Clásica San Sebastián
  Vattenfall Cyclassics
  Ronde van de Drie Valleien
  GP Ouest France-Plouay
  GP Quebec

  GP Montreal
   Parijs-Brussel
  GP Fourmies
  Ronde van Lazio
  Ronde van Emilia

  Parijs-Tours
  Ronde van Piemonte
  Ronde van Lombardije

Voormalige wedstrijden bewerken

Sommige klassiekers, waaronder wedstrijden die alleen in naam een 'klassieker' waren (zie boven), worden niet meer gehouden. Vaak zijn ze verdwenen omwille van financiële problemen of waren ze niet meer aangepast aan het moderne wielrennen[1]:

  Alpenklassieker
  Bordeaux-Parijs
  GP des Amériques
  Kampioenschap van Zürich

  Milaan-Mantova
  Milaan-Vignola
  Parijs-Brest-Parijs
  Porto-Lissabon

  Ronde van Lazio
  Ronde van Romagna
  Wincanton Classic

De Monumenten bewerken

De vijf monumenten zijn de wedstrijden die over het algemeen beschouwd worden als de oudste, langste en meest prestigieuze klassiekers in het wielrennen. Ze hebben elk een rijke geschiedenis en specifieke kenmerken. Het zijn de eendagswedstrijden waarin de meeste punten te verdienen zijn in de World Tour (800 punten voor de winnaar).

  •   Milaan-San Remo – de eerste grote klassieker op de kalender, haar Italiaanse naam is La Primavera (De Lente) aangezien ze eind maart gereden wordt. De eerste editie was in 1907. Milaan-San Remo staat bekend als sprintklassieker: hoewel het de langste wedstrijd van het seizoen is (ca. 300 km), is het parcours langs de Ligurische kust voornamelijk vlak, waardoor vaak sprinters om de zege strijden.
  •   Ronde van Vlaanderen – de eerste kasseiklassieker, begin april op de kalender. En is het monument dat samen met Parijs-Roubaix door vele het hoogst aangeschreven staat. De eerste editie was in 1913, wat van de Ronde de jongste van de vijf Monumenten maakt. De wedstrijd staat bekend om haar zenuwachtig koersverloop over smalle, bochtige wegen en korte maar steile hellingen in de Vlaamse Ardennen en enkele kasseistroken in de Zwalm. De wedstrijd ondergaat elk jaar enkele parcourswijzigingen. Sinds 2012 eindigt ze in Oudenaarde.
  •   Parijs-Roubaix – de Koningin van de Klassiekers of de Hel van het Noorden wordt traditioneel een week na de Ronde van Vlaanderen gereden en vormt het hoogtepunt van de kasseiklassiekers. De eerste editie was in 1896. De zwaartepunten zijn de talrijke lange kasseistroken, die vaak extreem stoffig of modderig zijn, waardoor de wedstrijd door velen beschouwd wordt als de meest heroïsche eendagswedstrijd van het jaar. De wedstrijd eindigt op de iconische Vélodrome André Pétrieux van Roubaix.
  •   Luik-Bastenaken-Luik – de laatste Ardennenklassieker, eind april op de kalender, is het traditionele sluitstuk van de voorjaarswedstrijden. De 'Doyenne' (Ouderdomsdeken), omdat ze de oudste klassieker is, werd voor het eerst in 1892 georganiseerd als amateurwedstrijd; de eerste professionele editie werd in 1894 gehouden. Kenmerkend is de opeenvolging van steile heuvels in de Ardennen, waardoor het een bijzonder slopende wedstrijd is die meestal betwist wordt door klimmers en specialisten van de Grote Rondes.
  •   Ronde van Lombardije – de Herfstklassieker of de Koers van de Vallende Bladeren, wordt eind september of begin oktober gereden. De eerste editie werd in 1905 georganiseerd onder de naam Milaan-Milaan en vanaf 1907 als de Ronde van Lombardije. Sinds 2012 is de wedstrijd enkele weken vooruitgeschoven op de kalender en wordt ze één week na het wereldkampioenschap gereden, waardoor ze ook geldt als een revanchewedstrijd voor de geklopte renners van het WK. De wedstrijd loopt over een gevarieerd en zwaar parcours rond het Comomeer met een vlakke aankomst in Como en wordt veelal gewonnen door klimmers met een sterke spurt.

De Ronde van Vlaanderen kent naast de editie voor mannen vanaf 2004 ook een vrouwenwedstrijd. Milaan-San Remo had tussen 1999 en 2005 ook een editie voor vrouwen, de Primavera Rosa.[2] Vanaf 2017 heeft ook Luik-Bastenaken-Luik een vrouwenvariant.[3] In 2021 reden de vrouwen voor de eerste maal Parijs-Roubaix.

Records bewerken

Drie renners wonnen in hun carrière alle vijf de monumenten, allen Belgische renners: Rik Van Looy, Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck. Merckx is de enige die alle wedstrijden meer dan één keer won; een derde overwinning in de Ronde van Lombardije (1973) werd hem ontnomen na een positieve dopingcontrole.[4] Zes renners (Kelly, Kuiper, Bobet, De Bruyne, Derycke en Gilbert) bleven in hun carrière hangen op vier monumenten. De Ier Sean Kelly won alle monumenten meermaals behalve de Ronde van Vlaanderen, waarin hij drie keer tweede eindigde (1984, 1986 en 1987). De Nederlander Hennie Kuiper won elk monument eenmaal behalve Luik-Bastenaken-Luik, waarin hij in 1980 als tweede finishte. Ook de Fransman Louison Bobet won elke wedstrijd behalve Luik-Bastenaken-Luik. Fred De Bruyne en Germain Derycke wonnen eveneens vier van de vijf monumenten, maar nooit de Ronde van Lombardije, waarin De Bruyne in 1955 wel tweede werd. Derycke heeft die wedstrijd maar eenmaal gereden. Ook Philippe Gilbert noteerde vanaf 2019 vier van de vijf monumenten op zijn erelijst. Alleen Milaan-San Remo ontbreekt op zijn erelijst.

Renner Land MSR RVV PR LBL RVL Totaal
Eddy Merckx   België 7 2 3 5 2 19
Roger De Vlaeminck   België 3 1 4 1 2 11
Costante Girardengo   Italië 6 0 0 0 3 9
Fausto Coppi   Italië 3 0 1 0 5 9
Sean Kelly   Ierland 2 0 2 2 3 9
Rik Van Looy   België 1 2 3 1 1 8
Gino Bartali   Italië 4 0 0 0 3 7
Tom Boonen   België 0 3 4 0 0 7
Fabian Cancellara   Zwitserland 1 3 3 0 0 7
Henri Pélissier   Frankrijk 1 0 2 0 3 6
Alfredo Binda   Italië 2 0 0 0 4 6
Fred De Bruyne   België 1 1 1 3 0 6
Francesco Moser   Italië 1 0 3 0 2 6
Moreno Argentin   Italië 0 1 0 4 1 6
Johan Museeuw   België 0 3 3 0 0 6
Mathieu van der Poel   Nederland 1 3 2 0 0 6
Tadej Pogačar   Slovenië 0 1 0 2 3 6
Gaetano Belloni   Italië 2 0 0 0 3 5
Rik Van Steenbergen   België 1 2 2 0 0 5
Bernard Hinault   Frankrijk 0 0 1 2 2 5
Michele Bartoli   Italië 0 1 0 2 2 5
Paolo Bettini   Italië 1 0 0 2 2 5
Philippe Gilbert   België 0 1 1 1 2 5

Vermeld zijn renners die minimaal 5 keer een Monument gewonnen hebben. (MSR = Milaan-San Remo, RVV = Ronde van Vlaanderen, PR = Parijs-Roubaix, LBL = Luik-Bastenaken-Luik, RVL = Ronde van Lombardije). De renners in cursief zijn nog actief.

Meeste overwinningen in één jaar bewerken

Slechts één renner, Eddy Merckx, slaagde erin drie Monumenten in één jaar te winnen, en hij deed dit maar liefst vier keer:

Ook in 1973 won Merckx drie Monumenten, maar zijn overwinning in de Ronde van Lombardije werd hem ontnomen na een positieve dopingtest.

Winnaars bewerken

Jaar Milaan-San Remo Ronde van Vlaanderen Parijs-Roubaix Luik-Bastenaken-Luik Ronde van Lombardije
1892 Geen wedstrijd Geen wedstrijd Geen wedstrijd   Léon Houa (1/3) Geen wedstrijd
1893   Léon Houa (2/3)
1894   Léon Houa (3/3)
1895 Geen wedstrijd
1896   Josef Fischer
1897   Maurice Garin (1/2)
1898   Maurice Garin (2/2)
1899   Albert Champion
1900   Emile Bouhours
1901   Lucien Lesna (1/2)
1902   Lucien Lesna (2/2)
1903   Hippolyte Aucouturier (1/2)
1904   Hippolyte Aucouturier (2/2)
1905   Louis Trousselier   Giovanni Gerbi
1906   Henri Cornet   Giuseppe Brambilla
1907   Lucien Petit-Breton   Georges Passerieu   Gustave Garrigou (1/2)
1908   Cyrille Van Hauwaert (1/2)   Cyrille Van Hauwaert (2/2)   André Trousselier   François Faber (1/2)
1909   Luigi Ganna   Octave Lapize (1/3)   Victor Fastre   Giovanni Cuniolo
1910   Eugène Christophe   Octave Lapize (2/3) Geen wedstrijd   Giovanni Michelotto
1911   Gustave Garrigou (2/2)   Octave Lapize (3/3)   Joseph Van Daele   Henri Pélissier (1/6)
1912   Henri Pélissier (2/6)   Charles Crupelandt (1/2)   Omer Verschoore   Carlo Oriani
1913   Odile Defraye   Pol Deman (1/2)   François Faber (2/2)   Maurits Moritz   Henri Pélissier (3/6)
1914   Ugo Agostoni   Marcel Buysse   Charles Crupelandt (2/2) Geen wedstrijd   Lauro Bordin
1915   Ezio Corlaita Geen wedstrijd Geen wedstrijd   Gaetano Belloni (1/5)
1916 Geen wedstrijd   Leopoldo Torricelli
1917   Gaetano Belloni (2/5)   Philippe Thys
1918   Costante Girardengo (1/9)   Gaetano Belloni (3/5)
1919   Angelo Gremo   Henri Vanlerberghe   Henri Pélissier (4/6)   Leon Devos (1/2)   Costante Girardengo (2/9)
1920   Gaetano Belloni (4/5)   Jules Vanhevel (1/2)   Pol Deman (2/2)   Léon Scieur   Henri Pélissier (5/6)
1921   Costante Girardengo (3/9)   René Vermandel (1/3)   Henri Pélissier (6/6)   Louis Mottiat (1/2)   Costante Girardengo (4/9)
1922   Giovanni Brunero (1/3)   Léon Devos (2/2)   Albert Dejonghe   Louis Mottiat (2/2)   Costante Girardengo (5/9)
1923   Costante Girardengo (6/9)   Heiri Suter (1/2)   Heiri Suter (2/2)   René Vermandel (2/3)   Giovanni Brunero (2/3)
1924   Pietro Linari   Gerard Debaets (1/2)   Jules Van Hevel (2/2)   René Vermandel (3/3)   Giovanni Brunero (3/3)
1925   Costante Girardengo (7/9)   Julien Delbecque (1/2)   Félix Sellier   Georges Ronsse (1/2)   Alfredo Binda (1/6)
1926   Costante Girardengo (8/9)   Denis Verschueren   Julien Delbecque (2/2)   Dieudonné Smets   Alfredo Binda (2/6)
1927   Pietro Chesi   Gerard Debaets (2/2)   Georges Ronsse (2/2)   Maurice Raes   Alfredo Binda (3/6)
1928   Costante Girardengo (9/9)   Jan Mertens   André Leducq   Ernest Mottard   Gaetano Belloni (5/5)
1929   Alfredo Binda (4/6)   Jef Dervaes   Charles Meunier   Alfons Schepers (1/4)   Piero Fossati
1930   Michele Mara (1/2)   Frans Bonduel   Julien Vervaecke   Hermann Buse   Michele Mara (2/2)
1931   Alfredo Binda (5/6)   Romain Gyssels (1/3)   Gaston Rebry (1/4)   Alfons Schepers (2/4)   Alfredo Binda (6/6)
1932   Alfredo Bovet   Romain Gyssels (2/3)   Romain Gyssels (3/3)   Marcel Houyoux   Antonio Negrini
1933   Learco Guerra (1/2)   Alfons Schepers (3/4)   Sylvère Maes   François Gardier   Domenico Piemontesi
1934   Jef Demuysere   Gaston Rebry (2/4)   Gaston Rebry (3/4)   Theo Herckenrath   Learco Guerra (2/2)
1935   Giuseppe Olmo (1/2)   Louis Duerloo   Gaston Rebry (4/4)   Alfons Schepers (4/4)   Enrico Mollo
1936   Angelo Varetto   Louis Hardiquest   Georges Speicher   Albert Beckaert   Gino Bartali (1/7)
1937   Cesare Del Cancia   Michel D'Hooghe   Jules Rossi   Eloi Meulenberg   Aldo Bini (1/2)
1938   Giuseppe Olmo (2/2)   Edgard De Caluwé   Lucien Storme   Alfons Deloor   Cino Cinelli (1/2)
1939   Gino Bartali (2/7)   Karel Kaers   Émile Masson   Albert Ritserveldt   Gino Bartali (3/7)
1940   Gino Bartali (4/7)   Achiel Buysse (1/3) Geen wedstrijd Geen wedstrijd   Gino Bartali (5/7)
1941   Pierino Favalli   Achiel Buysse (2/3)   Mario Ricci (1/2)
1942   Adolfo Leoni   Briek Schotte (1/2)   Aldo Bini (2/2)
1943   Cino Cinelli (2/2)   Achiel Buysse (3/3)   Marcel Kint   Richard Depoorter (1/2) Geen wedstrijd
1944 Geen wedstrijd   Rik Van Steenbergen (1/5)   Maurice Desimpelaere Geen wedstrijd
1945   Sylvain Grysolle   Paul Maye   Jean Engels   Mario Ricci (2/2)
1946   Fausto Coppi (1/9)   Rik Van Steenbergen (2/5)   Georges Claes (1/2)   Prosper Depredomme (1/2)   Fausto Coppi (2/9)
1947   Gino Bartali (6/7)   Emiel Faignaert   Georges Claes (2/2)   Richard Depoorter (2/2)   Fausto Coppi (3/9)
1948   Fausto Coppi (4/9)   Briek Schotte (2/2)   Rik Van Steenbergen (3/5)   Maurice Mollin   Fausto Coppi (5/9)
1949   Fausto Coppi (6/9)   Fiorenzo Magni (1/3)   Serse Coppi
  André Mahé[5]
  Camille Danguillaume   Fausto Coppi (7/9)
1950   Gino Bartali (7/7)   Fiorenzo Magni (2/3)   Fausto Coppi (8/9)   Prosper Depredomme (2/2)   Renzo Soldani
1951   Louison Bobet (1/4)   Fiorenzo Magni (3/3)   Antonio Bevilacqua   Ferdy Kübler (1/2)   Louison Bobet (2/4)
1952   Loretto Petrucci (1/2)   Roger Decock   Rik Van Steenbergen (4/5)   Ferdy Kübler (2/2)   Giuseppe Minardi
1953   Loretto Petrucci (2/2)   Wim van Est   Germain Derijcke (1/4)   Alois De Hertog   Bruno Landi
1954   Rik Van Steenbergen (5/5)   Raymond Impanis (1/2)   Raymond Impanis (2/2)   Marcel Ernzer   Fausto Coppi (9/9)
1955   Germain Derijcke (2/4)   Louison Bobet (3/4)   Jean Forestier (1/2)   Stan Ockers   Cleto Maule
1956   Fred De Bruyne (1/6)   Jean Forestier (2/2)   Louison Bobet (4/4)   Fred De Bruyne (2/6)   André Darrigade
1957   Miguel Poblet (1/2)   Fred De Bruyne (3/6)   Fred De Bruyne (4/6)   Germain Derijcke (3/4)
  Frans Schoubben [6]
  Diego Ronchini
1958   Rik van Looy (1/8)   Germain Derijcke (4/4)   Leon Vandaele   Fred De Bruyne (5/6)   Nino Defilippis
1959   Miguel Poblet (2/2)   Rik van Looy (2/8)   Noël Foré (1/2)   Fred De Bruyne (6/6)   Rik van Looy (3/8)
1960   René Privat   Arthur De Cabooter   Pino Cerami   Ab Geldermans   Emile Daems (1/3)
1961   Raymond Poulidor   Tom Simpson (1/3)   Rik van Looy (4/8)   Rik van Looy (5/8)   Vito Taccone
1962   Emile Daems (2/3)   Rik van Looy (6/8)   Rik van Looy (7/8)   Jef Planckaert   Jo de Roo (1/3)
1963   Joseph Groussard   Noël Foré (2/2)   Emile Daems (3/3)   Frans Melckenbeeck   Jo de Roo (2/3)
1964   Tom Simpson (2/3)   Rudi Altig (1/2)   Peter Post   Willy Bocklant   Gianni Motta
1965   Arie den Hartog   Jo de Roo (3/3)   Rik van Looy (8/8)   Carmine Preziosi   Tom Simpson (3/3)
1966   Eddy Merckx (1/19)   Edward Sels   Felice Gimondi (1/4)   Jacques Anquetil   Felice Gimondi (2/4)
1967   Eddy Merckx (2/19)   Dino Zandegu   Jan Janssen   Walter Godefroot (1/4)   Franco Bitossi (1/2)
1968   Rudi Altig (2/2)   Walter Godefroot (2/4)   Eddy Merckx (3/19)   Valere Van Sweevelt   Herman van Springel
1969   Eddy Merckx (4/19)   Eddy Merckx (5/19)   Walter Godefroot (3/4)   Eddy Merckx (6/19)   Jean-Pierre Monseré
1970   Michele Dancelli   Eric Leman (1/3)   Eddy Merckx (7/19)   Roger De Vlaeminck (1/11)   Franco Bitossi (2/2)
1971   Eddy Merckx (8/19)   Evert Dolman   Roger Rosiers   Eddy Merckx (9/19)   Eddy Merckx (10/19)
1972   Eddy Merckx (11/19)   Eric Leman (2/3)   Roger De Vlaeminck (2/11)   Eddy Merckx (12/19)   Eddy Merckx (13/19)
1973   Roger De Vlaeminck (3/11)   Eric Leman (3/3)   Eddy Merckx (14/19)   Eddy Merckx (15/19)   Felice Gimondi (3/4)
1974   Felice Gimondi (4/4)   Cees Bal   Roger De Vlaeminck (4/11)   Georges Pintens   Roger De Vlaeminck (5/11)
1975   Eddy Merckx (16/19)   Eddy Merckx (17/19)   Roger De Vlaeminck (6/11)   Eddy Merckx (18/19)   Francesco Moser (1/6)
1976   Eddy Merckx (19/19)   Walter Planckaert   Marc Demeyer   Joseph Bruyère (1/2)   Roger De Vlaeminck (7/11)
1977   Jan Raas (1/4)   Roger De Vlaeminck (8/11)   Roger De Vlaeminck (9/11)   Bernard Hinault (1/5)   Gianbattista Baronchelli (1/2)
1978   Roger De Vlaeminck (10/11)   Walter Godefroot (4/4)   Francesco Moser (2/6)   Joseph Bruyère (2/2)   Francesco Moser (3/6)
1979   Roger De Vlaeminck (11/11)   Jan Raas (2/4)   Francesco Moser (4/6)   Dietrich Thurau   Bernard Hinault (2/5)
1980   Pierino Gavazzi   Michel Pollentier   Francesco Moser (5/6)   Bernard Hinault (3/5)   Fons De Wolf (1/2)
1981   Fons De Wolf (2/2)   Hennie Kuiper (1/4)   Bernard Hinault (4/5)   Josef Fuchs   Hennie Kuiper (2/4)
1982   Marc Gomez   René Martens   Jan Raas (3/4)   Silvano Contini   Giuseppe Saronni (1/2)
1983   Giuseppe Saronni (2/2)   Jan Raas (4/4)   Hennie Kuiper (3/4)   Steven Rooks   Sean Kelly (1/9)
1984   Francesco Moser (6/6)   Johan Lammerts   Sean Kelly (2/9)   Sean Kelly (3/9)   Bernard Hinault (5/5)
1985   Hennie Kuiper (4/4)   Eric Vanderaerden (1/2)   Marc Madiot (1/2)   Moreno Argentin (1/6)   Sean Kelly (4/9)
1986   Sean Kelly (5/9)   Adrie van der Poel (1/2)   Sean Kelly (6/9)   Moreno Argentin (2/6)   Gianbattista Baronchelli (2/2)
1987   Erich Mächler   Claude Criquielion   Eric Vanderaerden (2/2)   Moreno Argentin (3/6)   Moreno Argentin (4/6)
1988   Laurent Fignon (1/2)   Eddy Planckaert (1/2)   Dirk Demol   Adrie van der Poel (2/2)   Charly Mottet
1989   Laurent Fignon (2/2)   Edwig van Hooydonck (1/2)   Jean-Marie Wampers   Sean Kelly (7/9)   Tony Rominger (1/2)
1990   Gianni Bugno (1/2)   Moreno Argentin (5/6)   Eddy Planckaert (2/2)   Eric Van Lancker   Gilles Delion
1991   Claudio Chiappucci   Edwig Van Hooydonck (2/2)   Marc Madiot (2/2)   Moreno Argentin (6/6)   Sean Kelly (8/9)
1992   Sean Kelly (9/9)   Jacky Durand   Gilbert Duclos-Lassalle (1/2)   Dirk De Wolf   Tony Rominger (2/2)
1993   Maurizio Fondriest   Johan Museeuw (1/6)   Gilbert Duclos-Lassalle (2/2)   Rolf Sørensen (1/2)   Pascal Richard (1/2)
1994   Giorgio Furlan   Gianni Bugno (2/2)   Andrei Tchmil (1/3)   Evgeni Berzin   Vladislav Bobrik
1995   Laurent Jalabert (1/2)   Johan Museeuw (2/6)   Franco Ballerini (1/2)   Mauro Gianetti   Gianni Faresin
1996   Gabriele Colombo   Michele Bartoli (1/5)   Johan Museeuw (3/6)   Pascal Richard (2/2)   Andrea Tafi (1/3)
1997   Erik Zabel (1/4)   Rolf Sørensen (2/2)   Frédéric Guesdon   Michele Bartoli (2/5)   Laurent Jalabert (2/2)
1998   Erik Zabel (2/4)   Johan Museeuw (4/6)   Franco Ballerini (2/2)   Michele Bartoli (3/5)   Oscar Camenzind (1/2)
1999   Andrei Tchmil (2/3)   Peter Van Petegem (1/3)   Andrea Tafi (2/3)   Frank Vandenbroucke   Mirko Celestino
2000   Erik Zabel (3/4)   Andrei Tchmil (3/3)   Johan Museeuw (5/6)   Paolo Bettini (1/5)   Raimondas Rumšas
2001   Erik Zabel (4/4)   Gianluca Bortolami   Servais Knaven   Oscar Camenzind (2/2)   Danilo Di Luca (1/2)
2002   Mario Cipollini   Andrea Tafi (3/3)   Johan Museeuw (6/6)   Paolo Bettini (2/5)   Michele Bartoli (4/5)
2003   Paolo Bettini (3/5)   Peter Van Petegem (2/3)   Peter Van Petegem (3/3)   Tyler Hamilton   Michele Bartoli (5/5)
2004   Óscar Freire (1/3)   Steffen Wesemann   Magnus Bäckstedt   Davide Rebellin   Damiano Cunego (1/3)
2005   Alessandro Petacchi   Tom Boonen (1/7)   Tom Boonen (2/7)   Alexander Vinokourov (1/2)   Paolo Bettini (4/5)
2006   Filippo Pozzato   Tom Boonen (3/7)   Fabian Cancellara (1/7)   Alejandro Valverde (1/4)   Paolo Bettini (5/5)
2007   Óscar Freire (2/3)   Alessandro Ballan   Stuart O'Grady   Danilo Di Luca (2/2)   Damiano Cunego (2/3)
2008   Fabian Cancellara (2/7)   Stijn Devolder (1/2)   Tom Boonen (4/7)   Alejandro Valverde (2/4)   Damiano Cunego (3/3)
2009   Mark Cavendish   Stijn Devolder (2/2)   Tom Boonen (5/7)   Andy Schleck   Philippe Gilbert (1/5)
2010   Óscar Freire (3/3)   Fabian Cancellara (3/7)   Fabian Cancellara (4/7)   Alexander Vinokourov (2/2)   Philippe Gilbert (2/5)
2011   Matthew Goss   Nick Nuyens   Johan Vansummeren   Philippe Gilbert (3/5)   Oliver Zaugg
2012   Simon Gerrans (1/2)   Tom Boonen (6/7)   Tom Boonen (7/7)   Maxim Iglinsky   Joaquim Rodríguez (1/2)
2013   Gerald Ciolek   Fabian Cancellara (5/7)   Fabian Cancellara (6/7)   Dan Martin (1/2)   Joaquim Rodríguez (2/2)
2014   Alexander Kristoff (1/2)   Fabian Cancellara (7/7)   Niki Terpstra (1/2)   Simon Gerrans (2/2)   Dan Martin (2/2)
2015   John Degenkolb (1/2)   Alexander Kristoff (2/2)   John Degenkolb (2/2)   Alejandro Valverde (3/4)   Vincenzo Nibali (1/3)
2016   Arnaud Démare   Peter Sagan (1/2)   Mathew Hayman   Wout Poels   Esteban Chaves
2017   Michał Kwiatkowski   Philippe Gilbert (4/5)   Greg Van Avermaet   Alejandro Valverde (4/4)   Vincenzo Nibali (2/3)
2018   Vincenzo Nibali (3/3)   Niki Terpstra (2/2)   Peter Sagan (2/2)   Bob Jungels   Thibaut Pinot
2019   Julian Alaphilippe   Alberto Bettiol   Philippe Gilbert (5/5)   Jakob Fuglsang (1/2)   Bauke Mollema
2020   Wout van Aert [7]   Mathieu van der Poel (1/6) [7] Geen wedstrijd [7]   Primož Roglič [7]   Jakob Fuglsang (2/2) [7]
2021   Jasper Stuyven   Kasper Asgreen   Sonny Colbrelli [8]   Tadej Pogačar (1/6)   Tadej Pogačar (2/6)
2022   Matej Mohorič   Mathieu van der Poel (2/6)   Dylan van Baarle   Remco Evenepoel (1/2)   Tadej Pogačar (3/6)
2023   Mathieu van der Poel (3/6)   Tadej Pogačar (4/6)   Mathieu van der Poel (4/6)   Remco Evenepoel (2/2)   Tadej Pogačar (5/6)
2024   Jasper Philipsen   Mathieu van der Poel (5/6)   Mathieu van der Poel (6/6)   Tadej Pogačar (6/6)

Overwinningen per land bewerken

Land MSR RVV PR LBL RVL Totaal
  België 23 69 57 61 12 222
  Italië 51 11 14 12 69 157
  Frankrijk 14 3 28 5 11 61
  Nederland 4 13 9 4 4 34
  Zwitserland 2 4 4 6 5 21
  Duitsland 7 2 2 2 0 13
  Ierland 2 0 2 3 4 11
  Spanje 5 0 0 4 2 11
  Slovenië 1 1 0 3 3 8
  Australië 2 0 2 1 0 5
  Denemarken 0 2 0 2 1 5
  Luxemburg 0 0 1 3 1 5
  Verenigd Koninkrijk 2 1 0 0 1 4
  Kazachstan 0 0 0 3 0 3
  Noorwegen 1 1 0 0 0 2
  Rusland 0 0 0 1 1 2
  Slowakije 0 1 1 0 0 2
  Polen 1 0 0 0 0 1
  Zweden 0 0 1 0 0 1
  Moldavië 0 0 1 0 0 1
  Verenigde Staten 0 0 0 1 0 1
  Litouwen 0 0 0 0 1 1
  Colombia 0 0 0 0 1 1

Vrouwen bewerken

Winnaars bewerken

Jaar Primavera Rosa Ronde van Vlaanderen Parijs-Roubaix Luik-Bastenaken-Luik Ronde van Lombardije
1999   Sara Felloni Geen wedstrijd Geen wedstrijd Geen wedstrijd Geen wedstrijd
2000   Diana Žiliūtė
2001   Susanne Ljungskog
2002   Mirjam Melchers (1/3)
2003   Zoelfia Zabirova (1/3)
2004   Zoelfia Zabirova (2/3)   Zoelfia Zabirova (3/3)
2005   Trixi Worrack   Mirjam Melchers-Van Poppel (2/3)
2006 Geen wedstrijd   Mirjam Melchers-Van Poppel (3/3)
2007   Nicole Cooke
2008   Judith Arndt (1/2)
2009   Ina-Yoko Teutenberg
2010   Grace Verbeke
2011   Annemiek van Vleuten (1/4)
2012   Judith Arndt (2/2)
2013   Marianne Vos
2014   Ellen van Dijk
2015   Elisa Longo Borghini (1/3)
2016   Elizabeth Armitstead (1/3)
2017   Coryn Rivera   Anna van der Breggen (1/3)
2018   Anna van der Breggen (2/3)   Anna van der Breggen (3/3)
2019   Marta Bastianelli   Annemiek van Vleuten (2/4)
2020   Chantal Blaak [7] afgelast [7]   Elizabeth Deignan (2/3) [7]
2021   Annemiek van Vleuten (3/4)   Elizabeth Deignan (3/3) [8]   Demi Vollering (1/2)
2022   Lotte Kopecky (1/3)   Elisa Longo Borghini (2/3)   Annemiek van Vleuten (4/4)
2023   Lotte Kopecky (2/3)   Alison Jackson   Demi Vollering (2/2)
2024   Elisa Longo Borghini (3/3)   Lotte Kopecky (3/3)

Overwinningen per land bewerken

Land MSR RVV PR LBL Totaal
  Nederland 1 8 0 6 15
  Italië 1 3 1 0 5
  België 0 3 1 0 4
  Duitsland 1 3 0 0 4
  Verenigd Koninkrijk 0 2 1 1 4
  Rusland 2 1 0 0 3
  Canada 0 0 1 0 1
  Litouwen 1 0 0 0 1
  Zweden 1 0 0 0 1
  Verenigde Staten 0 1 0 0 1