Portaal:Maritiem/Artikelen

Deze pagina geeft een overzicht van alle uitgelichte artikelen op het portaal Maritiem. Voor elke week van het jaar is er zo’n artikel. Voel u vrij om deze te bewerken door de bijhorende bewerk-link te volgen.
Uitgelicht deze week (44)

Het reven van een zeil Een zeil is een doek op een schip dat bedoeld is om de kracht van de wind te vangen en om te zetten in een voortstuwende kracht voor het schip. De stand van het zeil ten opzichte van het schip is vaak verstelbaar, zodat ondanks verschillende invalshoeken van de wind toch een efficiënte voortstuwing kan worden verkregen.

Met een zeil wordt het eigenlijke doek bedoeld. Het geheel van masten, touwwerk en zeilen heet tuigage of tuig. De vorm van de zeilen is afhankelijk van de gevoerde tuigage en de plaatsing van het zeil.

Veel zeilschepen zijn uitgerust met verscheidene zeilen, elk met hun eigen functie en bediening. Sommige zeilen zijn bij elke wind inzetbaar, andere alleen bij bepaalde invalshoeken van de wind of windsterktes. De zeiloppervlakte kan door de scheepsbemanning manueel vergroot of verkleind worden door de zeilen per stuk te reven. Grote schepen zijn uitgerust met verscheidene masten waaraan zeilen zijn bevestigd. Per type schip zijn er andere zeilen in gebruik. Voor een aantal typen worden hier de mogelijk te voeren zeilen opgesomd. Voor een beschrijving van zeilvoering per type, zie de categorie zeilschepen en de lijst van traditionele zeilschepen. lees verder

Ga naar week
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53


Week 1
Batillus

De geschiedenis van de olietanker begint aan het einde van de negentiende eeuw, maar het transport van olie gaat terug tot de oudheid. De geschiedenis betreft vervoer over water, dus binnenwateren, zeeën of oceanen, van plantaardige olie, dierlijke olie of aardolie met schepen. In de oudheid gebeurde het vervoer in amfora's, later in vaten. Hoewel de Chinezen al in de achtste eeuw olie in bulk vervoerden, ontstonden de echte tankers pas aan het einde van de negentiende eeuw. Vooral na 1967 trad een schaalvergroting op die leidde tot enorme schepen, zoals de Batillus en de Seawise Giant, die beide aanspraak maken het grootste schip ter wereld ooit te zijn geweest. De meeste olietankers zijn eigendom van Griekse maatschappijen, op afstand gevolgd door Japan en de Verenigde Staten, maar ze varen vooral onder Panamese of Liberiaanse vlag. Naarmate het vervoer van olie toenam, deden zich ook meer en grotere milieurampen voor met tankers. Die hebben geleid tot steeds strengere regels. De regels dragen een lettercode met erachter twee cijfers die het jaartal aanduiden. De strengere regels hebben aangespoord tot nieuwe technische oplossingen. lees verder


[bewerk]

Week 2
Theatrum Orbis Terrarum

De maritieme geschiedenis beschrijft de gebeurtenissen die samenhangen met het ontstaan en verloop van de scheepvaart. Scheepvaart heeft een belangrijk aandeel gehad in de ontwikkeling van de mensheid. Het maakte het mogelijk om overzeese ontdekkingen te doen, te handelen en ideeën en vaardigheden te verspreiden. Daarnaast is het ook een middel geweest om oorlog te voeren.

Er zijn vier periodes te onderscheiden in de westerse scheepvaart:


[bewerk]

Week 3
Toisa Perseus en Discoverer Enterprise

Dynamic positioning (DP) is een systeem dat automatisch de positie en koers van een schip constant houdt door gebruik te maken van de eigen schroeven en roerpropellers. Werkzaamheden op zee die anders niet mogelijk zouden zijn – doordat er bijvoorbeeld niet geankerd kan worden door obstakels op de zeebodem (pijpleidingen of andere structuren), of door een te grote waterdiepte – zijn door dynamic positioning wel uit te voeren.

Dynamic positioning kan absoluut zijn, waarbij een positie ten opzichte van de zeebodem wordt vastgehouden, of relatief, waarbij een bewegend object, zoals een ander schip, een ROV (op afstand bestuurde mini-onderzeeër) of een drijvend platform, wordt gevolgd. Ook kan een koers ten opzichte van wind en stroming worden vastgehouden waarbij het benodigde vermogen om op positie te blijven minimaal is.

Dynamic positioning wordt veel gebruikt in de offshore-industrie, vooral in de Noordzee, de Perzische Golf, de Golf van Mexico, bij West-Afrika en bij Brazilië. Tegenwoordig zijn er meer dan 1000 dynamic positioning-schepen. lees verder


[bewerk]

Week 4
Cuss 1

Project Mohole was een ambitieuze poging in de Verenigde Staten om door de aardkorst te boren in de Mohorovičić-discontinuïteit — ook wel Moho genoemd, de grenslaag tussen de aardkorst en de aardmantel — en de aardwetenschappen een equivalent te geven op de prestigieuze Space Race. Door te boren in de mantel zouden waardevolle gegevens over de leeftijd van de aarde, de samenstelling van de mantel en de processen in de mantel gevonden kunnen worden. Het zou ook uitsluitsel kunnen geven over de continentverschuiving wat toentertijd nog controversieel was. Voorgesteld werd om te boren op de plaats waar de aardkorst het dunst is, in de oceanische korst. Boren in de continentale korst zou onpraktisch zijn, aangezien het boormateriaal de grote diepte en temperatuur niet aan zou kunnen. Daarbij gold nog het voordeel dat geologische monsters niet aangetast zouden zijn door de atmosfeer. Gebruik werd gemaakt van het boorschip Cuss 1. Een consortium van Continental, Union, Superior en Shell (CUSS) had het oorspronkelijk ontwikkeld in 1956 als technologische proefbank van de ontluikende offshore olie industrie. Hoewel de Cuss I een van de eerste schepen was in staat tot boringen in waterdieptes tot 200 meter (op ankers), werd door Project Mohole het bereik enorm uitgebreid door het praktisch uitvinden van wat tegenwoordig bekendstaat als dynamic positioning. lees verder


[bewerk]

Week 5
New Flame zinkt

Het bergen of lichten van schepen is het opbrengen van de romp, uitrusting of lading van een scheepswrak of verlaten schip. Over het algemeen zal de bemanning de controle over het schip verloren zijn, of het schip hebben verlaten, is het schip gestrand, of is de voortstuwing of het roer buiten werking en drift het schip door wind en stroming. Bergers zijn zeelui die bergingswerkzaamheden uitvoeren op schepen die niet in eigendom zijn van henzelf, of de maatschappij waar ze voor varen. Afhankelijk van de grootte van het te bergen schip en de complexiteit van de situatie, maken ze gebruik van sleepboten, bergingsschepen, kranen, bokken en duikers om het schip te lichten. Het doel kan zijn om het schip te repareren of de lading te redden. Andere redenen kunnen zijn dat het schip een belemmering vormt voor de overige scheepvaart, of een gevaar is voor het milieu. Als een schip is geborgen zonder voorafgaande overeenkomst tussen de eigenaar en de berger, dan kan de berger in bepaalde omstandigheden een vergoeding of bergingsloon eisen. Hoewel dit de eigenaar lijkt te benadelen, is het doel hiervan potentiële bergers aan te moedigen hun schepen te riskeren en hun tijd te investeren en zo zichzelf en de eigenaar van het schip te bevoordelen. Onder bepaalde omstandigheden kan de kapitein kiezen om een open bergingscontract te tekenen. Dit is een contract dat de hoogte van het bergingsloon open laat om op een later tijdstip bepaald te worden. Het bekendste open contract is het Lloyd's Open Form, ontwikkeld door Lloyd's of London dat uitgaat van no cure - no pay; als de berging niet slaagt, wordt er niet betaald. lees verder


[bewerk]

Week 6
Verstelbare schroef

Een schroef is de meest gebruikte voortstuwer en bestaat uit op een schroefnaaf geplaatste bladen die een helixvormig oppervlak beschrijven. De resulterende kracht heeft een voorwaartse component en levert daarmee voortstuwing. De meeste moderne koopvaardij- en marineschepen worden hierdoor voorgestuwd. Schroeven bestaan in vele vormen, afhankelijk van het type schip. De meest voorkomende typen zijn open schroeven, straalbuisschroeven en boegschroeven. Er bestaan ook speciale schroeven zoals surface piercing schroeven en supercaviterende schroeven. Ook een waterjet zou men als een schroef kunnen beschouwen. Een speciaal type is de roerpropeller waarbij de schroef in een behuizing geplaatst is die zelf kan roteren, zodat deze alle kanten op kan stuwen. Een schroef bestaat uit een naaf met daaraan minimaal 2 bladen, symmetrisch onder een hoek gemonteerd. De bladen zijn zo geplaatst dat er bij rotatie een drukverschil ontstaat tussen beide zijden van de schroef. De bladen zijn bijna altijd hydrodynamisch gevormd. Het maximaal aantal bladen is 7. De bladen kunnen al dan niet verstelbaar zijn. In het laatste geval spreekt men van een verstelbare schroef, in alle andere gevallen van een vaste schroef. Bij een verstelbare schroef is de stand van de bladen ten opzichte van de naaf — de spoed — te veranderen. Hierdoor kan men bij een vast toerental van de as de snelheid van het schip variëren. Bij een vaste schroef wordt de snelheid van het schip geregeld door variatie van het toerental van de as. lees verder


[bewerk]

Week 7
Metacentrumverplaatsing

Stabiliteit is de mate waarin een schip zichzelf weer op kan richten na uit zijn evenwicht te zijn gebracht. Een te kleine stabiliteit kan leiden tot het kapseizen van een schip. Stabiliteit is afhankelijk van de scheepsvorm en van de belading. Stabiliteit is op verschillende manieren onder te verdelen. Allereerst zijn er de dwarsscheepse en langsscheepse stabiliteit. Dit is de mate van richtend moment in dwarsscheepse en langsscheepse richting. Dit is weer verder onder te verdelen. Zo wordt verschil gemaakt tussen stabiliteit bij kleine en grote hellingshoeken. Gebaseerd op de aanname dat het metacentrum zich niet wezenlijk verplaatst bij kleine hoeken, maakt men in die gevallen gebruik van de aanvangsstabiliteit. Ook is er onderscheid te maken tussen statische en dynamische stabiliteit. Bovenstaand zijn voorbeelden van statische stabiliteit, waarbij de toestand van het schip wordt beschouwd in rusttoestand of geleidelijk veranderende krachten. Bij plotselinge optredende krachten die tot een beweging leiden, zoals een windstoot of het overgaan van graan, spreekt men van dynamische stabiliteit. Het gevaar hierbij is dat het schip verder doorslingert bij een plotselinge windstoot dan bij een constante windkracht. De helling die bereikt wordt, rekent men uit door de arbeid te bepalen die daarvoor verricht moet worden. Naast de hiervoor beschreven intacte stabiliteit moet ook rekening worden gehouden met de lekstabiliteit. Mocht een schip door aanvaring of gronding lek raken, dan is het niet alleen zaak dat er voldoende reservedrijfvermogen is, er moet ook voldoende stabiliteit zijn. lees verder


[bewerk]

Week 8
Gnomonische projectie rond de noordpool

Een kaartprojectie is een methode om het gebogen oppervlak van de aarde over te brengen op een vlakke kaart. Een kaartprojectie kan men zich voorstellen als een diavertoning, met een denkbeeldig model van het aardoppervlak als dia en de kaart als projectiescherm. De lichtbron bevindt zich dan in het centrum van de bol, aan de andere kant van de bol of op grote afstand, en het projectiescherm kan vlak zijn, maar ook opgerold tot een cilinder of een kegel. Afhankelijk van de plek van de lichtbron (de oorsprong van de projectie) en de vorm en positie van het projectiescherm (het kaartbeeld) ontstaan allerlei verschillende soorten projecties met uiteenlopende eigenschappen. Veel projecties ontstaan in eerste instantie uit een geometrische constructie zoals hierboven aangegeven. Soms is de constructie eerder mathematisch, zoals bij de equidistante cilinderprojectie, in welk geval vaak wordt gesproken van onechte projecties. De kenmerken worden ingedeeld naar de plaats van de oorsprong (lichtbron) en de eigenschappen van het projectievlak. Door de projectie in tweede instantie verder te bewerken om gewenste eigenschappen te krijgen, ontstaat een onechte projectie, zoals de pseudo-cilindrische oppervlaktegetrouwe sinusoïde projectie en de Robinsonprojectie. Voor navigatie wordt meestal gebruikgemaakt van de mercatorprojectie, omdat hierbij een koers als een rechte lijn wordt weergegeven. Gnomonische kaarten worden gebruikt voor grootcirkelnavigatie. In de offshore wordt veel gebruikgemaakt van UTM-kaarten. lees verder


[bewerk]

Week 9
Logo VOC

De Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) was een uiterst succesvol Nederlands handelsbedrijf dat in de zeventiende en achttiende eeuw het monopolie bezat op de handel tussen Europa en Azië. De VOC was lange tijd het grootste handelsbedrijf ter wereld dat op Azië voer. De VOC was de eerste echte multinational ter wereld en wordt eveneens gezien als het eerste bedrijf dat aandelen uitgaf, teneinde de uitvaarten te kunnen bekostigen. Zelfs de Britse Oost-Indische Compagnie was tot aan het eind van het bestaan van de VOC niet zo machtig. Dat kwam vooral door de krachtige kapitaalinstroom van Antwerpenaars en Portugese joden in Amsterdam waardoor het mogelijk was de kostbare reizen te organiseren en de militaire structuur in het Oosten op te bouwen. De VOC had vérgaande voorrechten. Niet alleen had zij een monopolie op de handelsroutes rond Kaap de Goede Hoop en door de Straat Magellaan, maar ze had ook het recht om gebieden te bezetten, oorlogen te voeren en internationale verdragen te sluiten. Feitelijk kon de onderneming zich in Azië gedragen alsof het zelf een staat was. De VOC gebruikte deze militaire macht niet alleen om zichzelf te beschermen; gebruik van geweld werd ook niet geschuwd om handel af te dwingen. lees verder


[bewerk]

Week 10
Warmte-opname van de Golfstroom

Zeestromen zijn continue bewegingen van het oceaanwater, voor het grootste deel veroorzaakt door de energie van de zon. Deze stromen vormen een complex en veranderlijk verschijnsel. Binnen de oceanen bevinden zich hoofdcirculaties die bestaan uit meerdere stromen. De hoofdcirculaties staan met elkaar in verbinding met een wereldwijde transportband, de thermohaliene circulatie, een combinatie van zeestromingen aan de oppervlakte en onderzeese stromingen die opwellen en diepwater vormen en daarmee met de algemene circulatie het warmtetransport over de aarde verzorgt. Het debiet wordt meestal uitgedrukt in m3/s of Sv, de snelheid in knopen of zeemijlen per dag en de richting in streken of graden waar de stroom heen gaat, dit laatste in tegenstelling tot de windrichting waarbij wordt aangegeven waar deze vandaan komt. Aan de oppervlakte is de stroming het sterkst, bij toenemende diepte neemt deze af en draait om, de Ekmanspiraal genoemd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen warme en koude stromen. Waar deze aan elkaar grenzen, treedt vaak frontogenese op, de vorming van fronten. Ook komt daar veel mist voor. lees verder


[bewerk]

Week 11
Opengewerkt Anschütz-gyrokompas

Een gyrokompas is een cardanisch opgehangen en elektrisch aangedreven gyrotol die een eenmaal ingenomen stand in de ruimte behoudt en met behulp van precessie noordzoekend is gemaakt. Het wordt gebruikt voor navigatiedoeleinden en heeft de voorkeur boven een magnetisch kompas vanwege de grotere richtkracht, de kleinere fouten en omdat het niet gestoord wordt door ijzeren voorwerpen of door plaatselijke afwijkingen in het aardmagnetisch veld. Een gyrokompas kan ook buiten het aardmagnetisch veld (in de ruimte) gebruikt worden, al is het dan niet meer noordzoekend, doordat het de aardrotatie niet meer ondervindt. Modernere kompassen zijn het ringlasergyrokompas en het fibre optic gyrokompas. lees verder


[bewerk]

Week 12
Union Manta voor de Thialf bij Perdido

De offshore is de tak die zich bezighoudt met exploratie en winning van voornamelijk olie- en gas op zee, maar in toenemende mate ook van windenergie. Naast de olie- en gasplatforms vallen ook de ondersteunende schepen hieronder, zoals duikondersteuningsschepen, platformbevoorradingsschepen, pijpenleggers en kraanschepen. De offshore begon vlak na de Tweede Wereldoorlog, aanvankelijk vooral in de Golf van Mexico in ondiep water. Tegenwoordig vindt onder druk van de afnemende beschikbare hoeveelheid olie dicht bij de kust een verschuiving plaats naar diep water.

Onder offshoretechniek wordt verstaan het ontwerpen, construeren en plaatsen van kunstwerken die dienst doen bij industriële processen of publieke voorzieningen en de exploratie en winning van olie en gas op zee. lees verder


[bewerk]

Week 13
Andreas Cellarius' Harmonia Macrocosmica

Astronavigatie is richtings- en plaatsbepaling aan de hand van hemellichamen, specifiek de zon, de maan, vier planeten (Venus, Mars, Jupiter en Saturnus) en 57 sterren. Voor plaatsbepaling heeft men een gegiste positie of gis nodig, de tijd en moet de hoogte van een aantal hemellichamen bepaald worden. Met behulp van een nautische almanak en boldriehoeksmeting kan daarna de plaats op aarde worden vastgesteld. De hoogte wordt vastgesteld met behulp van een sextant, waarna deze hoogte gecorrigeerd wordt voor een aantal zaken en de verschillende waarnemingen verzeild worden naar één waarnemingstijd. Hemellichamen worden al heel lang gebruikt voor navigatie. Aanvankelijk was dit beperkt tot het bepalen van de richting, later werd het ook mogelijk om de breedte te bepalen. Met de komst van de chronometer werd het ook mogelijk om de lengte te bepalen. Tot de komst van Transit was het de enige wereldwijd bruikbare methode voor plaatsbepaling. Met instrumenten als het astrolabium en de jakobsstaf kon de hoogte van een hemellichaam bepaald worden. Door dit te doen bij de poolster is de breedte vast te stellen. Om ook de lengte vast te kunnen stellen, moest men ook de beschikking hebben over een tijdmeting. Deze moest ook voldoende betrouwbaar zijn, aangezien een fout van vier seconden al resulteert in een fout van een boogminuut, op de evenaar overeenkomend met een zeemijl. John Harrison was de eerste die een chronometer wist te maken die ook op zee voldoende nauwkeurig was. Met de komst van elektronische navigatie als DECCA, LORAN en vooral GPS is astronavigatie van beduidend minder belang geworden, al is het nog wel onderdeel van de opleiding tot stuurman. lees verder


[bewerk]

Week 14
Zeekaart van aanloop New York

Een zeekaart is een kaart waarop zo veel mogelijk informatie staat die van belang is voor een veilige navigatie. Aangevuld met zeemansgidsen, lichtenlijsten en andere publicaties helpen ze de navigator bij een veilige reisvoorbereiding. Afhankelijk van de schaal bevat de kaart informatie over waterdieptes, grondsoorten, de kustlijn, droogvallingen, de hoogten van kenbare punten, kabels en pijpleidingen, betonning en vuurtorens, gevaren voor de navigatie zoals wrakken en ondieptes, zeestromen, getij en getijstromingen, magnetische richtingen en de infrastructuur van havens. De taak van hydrografische diensten is om deze informatie te verzamelen en te delen. Hiertoe is in 1921 de Internationale Hydrografische Organisatie opgericht. Over het algemeen verdient het de voorkeur te navigeren op een kaart met de grootst mogelijke schaal. Ondanks het vele werk dat door de hydrografische diensten wordt verricht, heeft de zeekaart zijn beperkingen en is een blindelings vertrouwen in een zeekaart niet gerechtvaardigd.

Voorlopers van de moderne zeekaart zijn de portolaan en de paskaart. lees verder


[bewerk]

Week 15
Stuurboords semi-balansroer van een dubbelschroever

Een roer is een om een as — de roerkoning — beweegbaar profiel dat dient om een vaartuig op koers te houden of gecontroleerd van koers te veranderen. Er zijn vele verschillende type roeren, afhankelijk van de beschikbare ruimte en de vereiste manoeuvreerbaarheid. De werking is gebaseerd op de liftkracht die optreedt zodra een profiel onder een hoek wordt aangestroomd. Deze kracht neemt toe met toenemende invalshoek tot een maximum is bereikt, waarna deze afneemt. Roeren worden ook wel gebruikt als stabilisator om de scheepsbewegingen te dempen. Bij schepen kent men het doorgestoken roer en het aangehangen roer. Doorgestoken roeren hangen vrij onder een schip, aangehangen roeren zijn bevestigd aan het schroefraam.

Roeren zijn in verschillende vormen al in gebruik sinds het begin van de geschreven geschiedenis en mogelijk daarvoor. Ook tegenwoordig is nog vrijwel elk schip er mee uitgerust. lees verder


[bewerk]

Week 16
GPS-satelliet

Het Global Positioning System (GPS) is de commerciële naam voor een wereldwijd satellietplaatsbepalingssysteem dat vanaf 1967 werd ontwikkeld voor gebruik door de Amerikaanse strijdkrachten. Officieel heet het systeem nog steeds NAVigation Satellite Time And Ranging of NAVSTAR. Met GPS werd het voor het eerst mogelijk om vrijwel overal continue te kunnen navigeren en ook nu nog is het het enige volledig operationele satellietplaatsbepalingssysteem. De eerste experimentele satelliet werd in 1978 gelanceerd en in 1995 werd het systeem officieel operationeel verklaard, hoewel het daarvoor al werd gebruikt voor navigatie. Het aantal toepassingen is sinds de ingebruikname enorm toegenomen. Aanvankelijk waren de gebruikers vooral in de militaire hoek, de geodesie en de scheepvaart te vinden. Hoewel het aantal gebruikers daar ook is toegenomen, valt dit tegenwoordig in het niet bij de mobiele telefoons die met GPS zijn uitgerust. Het belang van GPS is dusdanig gegroeid dat de Europese Unie besloten heeft zijn eigen systeem — Galileo — te lanceren, om niet afhankelijk te zijn van de Verenigde Staten. De nauwkeurigheid varieert afhankelijk van het gebruikte systeem en de omstandigheden van enkele tientallen meters tot enkele centimeters. lees verder


[bewerk]

Week 17
Een lage juistheid door een grote systematische fout, maar een grote precisie door een kleine toevallige fout

Positienauwkeurigheid is de mate waarin de gemeten positie overeenkomt met de ware positie volgens een bepaalde standaard. Het is van belang voor een veilige navigatie en als zodanig onderdeel van de nautische foutenleer. De benodigde nauwkeurigheid hangt af van de afstand tot gevaren voor de navigatie en de snelheid. Met betrekking tot navigatie maakt men onderscheid tussen absolute nauwkeurigheid — de nauwkeurigheid ten opzichte van geografische coördinaten — herhaalbare nauwkeurigheid — waarbij een eerder bepaalde positie kan worden teruggevonden — en relatieve nauwkeurigheid — de mate waarin twee navigatie-instrumenten dezelfde positie kunnen bepalen. Om de nauwkeurigheid te kunnen bepalen, is het nodig om de grootte van de optredende fouten te kennen, maar ook de precisie, herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid. Fouten zijn onder te verdelen in toevallige of stochastische fouten, systematische fouten en blunders. Om nauwkeurigheden onderling te kunnen vergelijken, moet bekend zijn volgens welke standaard deze zijn opgegeven. lees verder


[bewerk]

Week 18
Het Gokstadschip

Met het Vikingschip worden verschillende types van houten schepen en boten aangeduid die door de Vikingen werden gebruikt gedurende de periode van circa 789 tot 1100 na Chr. Het Vikingschip speelde een cruciale rol in de maatschappij en economie van de Vikingen. Het werd gebruikt voor transport, handel, oorlogsmissies, plunderingen en ontdekkingsreizen. Ook in de kunst en cultuur van de Vikingen speelde het schip een belangrijke rol. Het Vikingschip kende een voor die tijd hoge graad van perfectie en was superieur in vaarsnelheid. Het gehele schip was in zijn bouw sterk, licht en flexibel geconstrueerd. De voor- en achterzijde van het schip kenden een gelijke vorm met een scheepshuid gemaakt van overnaads geklonken planken. De doorsnede op de grootste breedte (grootspant) vertoonde daarbij een zuivere accoladevorm. Door de geringe diepgang kon het op nagenoeg iedere rivier varen en door de vrij vlakke bodem op veel plaatsen landen. Het was zodanig zeewaardig dat het op de Noord-Atlantische Oceaan een storm kon doorstaan. Men onderscheidt bij de Vikingschepen het langschip, de knarr en de karve. Andere gebruikte benamingen voor een langschip zijn drak(k)ar en snek. lees verder


[bewerk]

Week 19
Allseas' Solitaire, de grootste pijpenlegger ter wereld.

Een onderzeese pijpleiding is een op de zeebodem geplaatste transportbuis. De leidingen worden vooral gebruikt voor het transport van aardolie en aardgas en in mindere mate ook van water en chemicaliën. De verschillende types zijn exportleidingen, flowlines, waterinjectieleidingen en chemicaliëninjectieleidingen. In vergelijking met tankers zijn pijpleidingen inflexibel en de aanleg is kapitaalintensief. Daar staat tegenover dat het gebruik relatief zeer goedkoop is met een lange levensduur. Er zijn verschillende methoden om pijp te leggen en daarmee verschillende soorten pijpenleggers. Bij S-lay verlaat de leiding het schip horizontaal, bij J-lay verticaal. Bij reel-lay wordt de pijp gelegd vanaf een grote spoel. Een andere methode is het fabriceren van de pijp aan de wal, waarna deze gesleept en afgezonken wordt. De laatste jaren is er een grote sprong gemaakt in waterdiepte en zijn er al enkele leidingen in ultra-diepwater van meer dan 2400 meter gelegd. De Langeled-pijpleiding tussen Noorwegen en Engeland is met bijna 1200 km de langste ter wereld. lees verder


[bewerk]

Week 20
Met CFD berekende druk van het stromingsveld rond de boeg van de DDG-51 met en zonder bulb, bij 20 knopen.

Scheepsweerstand is de weerstand die een schip ondervindt zodra het vaart. De weerstand bestaat uit meerdere, veelal samenhangende, componenten. Zo is er naast de hydrodynamische weerstand de luchtweerstand. De hydrodynamische weerstand wordt vaak onderverdeeld in wrijvingsweerstand en restweerstand. De restweerstand omvat de druk- of vormweerstand en de golfweerstand. Bij lagere snelheid wordt deze weerstand voornamelijk veroorzaakt door de wrijvingsweerstand van het nat oppervlak van het schip, het oppervlak van de carène. Bij hogere snelheid wordt de golfweerstand groter. Dit is de vlakwaterweerstand. Wind en golven zorgen voor een toegevoegde weerstand, net als manoeuvreren. William Froude maakte als eerste onderscheid tussen de verschillende vormen van weerstand. Zijn verhandeling voor RINA werd een belangrijke invloed op scheepsontwerpen. Onderzoek naar de meest efficiënte scheepsontwerpen voerde hij uit met schaalmodellen in een sleeptank. Met modellen van verschillende grootte nam hij waar dat deze eenzelfde golfsysteem veroorzaakten, maar dat de snelheid daarbij verschilde. Een groter model moest een hogere snelheid hebben om eenzelfde patroon op te wekken. Bij vergelijkingen tussen modellen en schepen bleek dat de specifieke weerstandscurves van modellen altijd hoger lagen dan die van schepen. Froude kwam tot de conclusie dat er twee soorten weerstand waren; de golfweerstand en de wrijvingsweerstand. Met de formule die later het Froudegetal werd genoemd, was hij in staat om het gedrag van schepen te voorspellen. lees verder


[bewerk]

Week 21
Dieselgenerator.

Een dieselmotor is een zuigermotor die werkt volgens het principe van zelfontbranding. Het wordt ook wel luchtcomprimerende motor genoemd, omdat de lucht die nodig is voor de verbranding eerst door de zuiger in de cilinder wordt gecomprimeerd, waarna de brandstof ingespoten wordt in de door de comprimatie sterk verhitte lucht. Door de sterk verhitte lucht ontbrandt de brandstof spontaan. De dieselmotor is de meest gebruikte aandrijving voor scheepsvoortstuwing. Dit varieert van grote tweeslagdieselmotoren die de schroef direct aandrijven, tot middelsnellopende vierslagmotoren die dit doen via een tandwielkast of via een dieselelektrische overbrenging. Daarnaast worden dieselmotoren gebruikt voor de aandrijving van generatoren voor het elektrische bedrijf aan boord. Het eerste dieselmotorschip was gelijk het eerste dieselelektrische schip, de riviertanker Vandal uit 1903. De Nederlandse tanker Vulcanus uit 1910 was het eerste zeegaande motorschip. lees verder


[bewerk]

Week 22
Reddingssloepen, onderdeel van LSA

International Convention for the Safety of Life at Sea (SOLAS) is het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee en kwam in 1914 tot stand na de ramp met de Titanic in 1912. SOLAS valt sinds 1954 onder de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en is het belangrijkste internationale verdrag op het gebied van scheepsveiligheid. SOLAS beschijft aan welke eisen zeegaande schepen moeten voldoen op het gebied van constructie, uitrusting en bemanning, afhankelijk van het vaargebied. De uitrusting bestaat onder andere uit de radio-apparatuur en de veiligheidsmiddelen, zoals reddingssloepen, -vlotten en brandbestrijdingsmiddelen. Het toezicht op de naleving van SOLAS ligt bij de vlaggenstaat, hoewel dit steeds meer wordt uitbesteed aan classificatiebureau's. Regelmatig zijn er aanpassingen naar aanleiding van scheepsrampen, zoals toen op 16 maart 1978 de Amoco Cadiz aan de grond liep, drie mijl voor de kust van Bretagne. Als gevolg hiervan brak het schip en stroomde 200.000 ton ruwe olie in zee, waarbij het Kanaal werd vervuild, en het Bretonse strand schade opliep over een lengte van ruim 300 kilometer. Maatregelen om dit te voorkomen, werden opgenomen in zowel SOLAS als MARPOL. Ook de ramp met de Herald of Free Enterprise in 1987 en de Estonia in 1994 waren aanleiding tot aanvullende eisen in SOLAS. lees verder


[bewerk]

Week 23
Salamis met rechts de gelijknamige straat.

De Slag bij Salamis was een zeeslag tijdens de Tweede Perzische Oorlog tussen de Griekse stadstaten en Perzië onder Xerxes die plaatsvond in september 480 v.Chr. in de zee-engte tussen Piraeus en Salamis. Het was een keerpunt van de oorlog waarmee de Perzische opmars gestuit werd. De Atheense generaal Themistocles kon ondanks de grote Perzische overmacht de Griekse bondgenoten overtuigen de strijd nogmaals aan te gaan na de onbesliste Slag bij Artemisium. Door de beperkte manoeuvreerruimte in de zeestraat werkte de numerieke overmacht van de Perzen in hun nadeel en wisten de Grieken minstens 200 schepen te veroveren. Xerxes trok zich daarop terug en liet zijn veldheer Mardonius achter. Deze werd het jaar daarop beslissend verslagen in de Slag bij Plataeae en een andere grote zeeslag bij Mycale. Herodotus verbindt in zijn Historiën de slag bij Salamis sterk met de Slag bij Himera, die op dezelfde dag zou hebben plaatsgevonden, en waar de Carthagers verslagen werden door Syracuse. Tegenwoordig wordt dit als een veel lokalere gebeurtenis gezien. lees verder


[bewerk]

Week 24
De zes belangrijkste partiële getijden.

Het getijde of getij is de wisselende waterstand ten gevolge van de verticale waterbeweging die optreedt onder invloed van de zwaartekracht van de maan en in mindere mate de zon en de andere planeten op de roterende aarde. Dit heeft ook een horizontale waterbeweging tot gevolg; de getijstroom. Bij het aanlopen van een haven moet rekening worden gehouden met het getij vanwege de diepgang en de ruimte onder de kiel. Ook de getijstroom is van belang, omdat deze het manoeuvreren kan bemoeilijken. Sommige havens worden daarom — afhankelijk van de scheepsgrootte — alleen tijdens de kentering aangelopen. De evenwichtstheorie van Newton en de dynamische theorie van Laplace verklaren ten dele de getijden. Doordat de watermassa niet homogeen verdeeld is over de aarde, is het getij niet overal gelijk. Afhankelijk van de aanwezigheid van landmassa's, de waterdiepte, de vorm en de afmetingen van een waterlichaam treedt er geen getij op of een dubbeldaags getij, een enkeldaags getij of een gemengd getij. De werkelijke waterstand wordt daarnaast beïnvloed door weersomstandigheden zoals wind. De periode van het stijgen van het water heet vloed, die van het aflopen eb. De maximale waterhoogte heet hoogwater of hoogtij, de minimum hoogte laagwater of laagtij. Tijdens de kentering, als de stroomrichting omkeert, is er enige tijd geen stroming. lees verder


[bewerk]

Week 25
Voorbeeld van Incoterms.

Incoterms of internationale leveringsvoorwaarden (International Commercial Terms) zijn internationale afspraken over internationaal transport van goederen. Er zijn dertien Incoterms of leveringsvoorwaarden die internationaal de rechten en plichten van de koper en verkoper regelen. Van de dertien zijn er zes gericht op de zeevaart, terwijl de overige zeven voor alle soorten transport gelden. De Incoterms worden opgesteld en gepubliceerd door de Internationale Kamer van Koophandel (ICC). In het contract tussen verkoper en koper wordt vastgelegd:

  • de verplichtingen van beide;
  • wie de verzekeringen, vergunningen, machtigingen en andere formaliteiten regelt;
  • wie tot waar het transport regelt;
  • het punt waarop de kosten en risico's overgaan van de verkoper naar de koper.

De eerste Incoterms afspraken dateren van 1936 en zijn daarna zes maal aangepast, voor het laatst in 2000, waarbij rekening is gehouden met het toenemende gebruik van elektronisch dataverkeer. Handelsovereenkomsten zullen over het algemeen opgesteld zijn aan de hand van deze laatste versie. De Engelse tekst is de originele en officiële versie van de Incoterms 2000, die zijn goedgekeurd door de Commissie van de Verenigde Naties inzake Internationaal Handelsrecht (UNCITRAL). Geautoriseerde vertalingen in 31 talen zijn beschikbaar van nationale afdelingen van het ICC. lees verder


[bewerk]

Week 26
De in tweeën gebroken Selendang Ayu.

Scheepssterkte is de mate waarin een schip de diverse belastingen kan weerstaan. Deze belastingen veroorzaken een spanning in het materiaal dat op zijn beurt een vervorming veroorzaakt. Het is het onderdeel van de sterkteleer en dusdanig gecompliceerd door de vele variabelen, dat een groot deel van de sterkteberekeningen over het algemeen wordt gebaseerd op standaardcondities, hoewel de eindige-elementenmethode steeds meer gebruikt wordt. De belastingen op een schip zijn onder te verdelen in die bij vlakwater, bij zeegang en tijdens het varen. De vlakwaterbelastingen worden veroorzaakt door het gewicht van de scheepsconstructie, brandstof, bunkers en lading, en de daar tegenin werkende opwaartse kracht van het water. Deze dwarskrachten veroorzaken een buigend moment waardoor hogging of sagging — opbuiging of doorbuiging — optreedt. In zeegang varieert de opwaartse kracht door de wisselende golfhoogten. Zodra een schip vaart gaat lopen, treden er extra belastingen op:

lees verder


[bewerk]

Week 27
Het magnetisch standaardkompas van het weerschip France I met weekijzeren compensatiebollen, de D-correctoren.

Een standaardkompas is een magnetisch kompas in een speciale uitvoering voor gebruik op een schip, waarbij het dient als referentierichting om koersen en peilingen vast te leggen voor navigatiedoeleinden. Het is uitgerust met vloeistofdemping en permanente en weekijzeren compensatiemiddelen. Het behoort tot de verplichte uitrusting van koopvaardijschepen volgens SOLAS. Het standaardkompas is over het algemeen een secundair kompas, als reserve voor het primaire gyrokompas. Het kompas moet gecorrigeerd worden voor de variatie en de na de compensatie resterende deviatie. lees verder


[bewerk]

Week 28
Anker

Een anker of grondtakel is een onderdeel van de uitrusting van een schip dat overboord wordt geworpen om het schip vast te leggen op plaatsen waar niet aangemeerd kan worden. Een anker bestaat traditioneel uit een ijzeren of stalen constructie met meerdere grote boogvormige vloeien die zich in de zeebodem ingraven. Doordat het anker via een ijzeren of stalen ketting of draad met het schip verbonden is, wordt het afdrijven belet. Er zijn ook alternatieve ontwerpen voor ankers, maar het basisprincipe is nooit veranderd. Bij de klassieke ankervorm is de bovenste dwarsbalk, de stok, bedoeld om het anker te richten, zodat een van de twee vloeien zich loodrecht in de bodem ingraaft, terwijl de andere vloei loodrecht omhoog staat. Tegenwoordige ankers zijn over het algemeen stokloos. De grootte van het anker en de lengte en diameter van de ankerketting worden bepaald aan de hand van het uitrustingsgetal. lees verder


[bewerk]

Week 29
De verdeling van de wereldvloot per vlaggestaat. Panama heeft de meeste schepen onder haar vlag.

Goedkope vlag of gelegenheidsvlag is de vlag van een land waar schepen geregistreerd staat in het scheepsregister omwille van het verminderen van kosten — lage tonnagebelastingen en registratiegelden — of om overheidsregulering in het eigen land te omzeilen. De toevoeging vlag slaat op het feit dat de schepen onder de vlag varen van het land waarin ze staan geregistreerd en niet die van het land waaruit de eigenaar van het schip afkomstig is. Goedkope-vlaglanden zijn bijvoorbeeld Panama, Liberia, Bahamas, Malta, Antigua en Barbuda en Saint Vincent en de Grenadines. Het grootste register is dat van Panama; zo'n 22 % van de wereldvloot in dwt vaart onder Panamese vlag. De eigendomsverhoudingen liggen echter anders, aangezien Griekenland in dat opzicht de grootste vloot heeft met ruim 17%. lees verder


[bewerk]

Week 30
De car-carrier Talisman van Wallenius Wilhelmsen wordt door treintjes door de Mirafloressluis getrokken.

Het Panamakanaal is een ruim 81 km lang kanaal in het Centraal-Amerikaanse Panama. Het loopt door de landengte van Panama, ruwweg in een noord-zuidrichting, en verbindt de Caraïbische Zee met de Grote Oceaan. Het kanaal is een belangrijke ader in het intercontinentale transport omdat men niet meer om Zuid-Amerika heen hoeft te varen. Het kanaal is tevens de scheiding van de Noord- en Zuid-Amerikaanse continenten. Na een zeer zware aanleg waarbij tienduizenden arbeiders om het leven kwamen, voer het eerste schip, het Amerikaanse stoomschip Ancon, op 15 augustus 1914 door het kanaal. op 31 december 1999 werd het kanaal door de Verenigde Staten overgedragen aan de Panamakanaalautoriteit. Het plan is om het kanaal te verbreden voor augustus 2014 om zo het honderdjarig bestaan van het kanaal te kunnen vieren. lees verder


[bewerk]

Week 31
Ictíneo II

Een onderzeeboot, onderzeeër of duikboot, is een vaartuig dat onder water kan varen. Dankzij deze mogelijkheid is hij het grootste deel van de tijd onzichtbaar voor mensen die aan de oppervlakte varen. Militaire onderzeeboten zijn vaak lastig op te sporen door de aard van hun missie: ze dienen zich verborgen te houden totdat de opdracht komt om tot de aanval over te gaan. Manieren om een diep varende onderzeeboot op te sporen zijn met behulp van actieve ("pingen") of passieve (luisteren) sonar, of door het meten van storingen in het aardmagnetisch veld (Magnetic Anomaly Detection - MAD). Een onderzeeboot die aan de oppervlakte of nog heel dicht daaronder vaart is op de radar zichtbaar en op geringe diepte ook nog met het oog, vooral vanuit de lucht. Het aanvallen en vernietigen van onderzeeboten wordt onderzeebootbestrijding (Engels: Anti-Submarine Warfare; ASW) genoemd.

De voortstuwing was tot het eind van de 19e eeuw een groot probleem. De toepassing van kernenergie vanaf 1954 maakte dat de inzet van de onderzeeboot in feite alleen werd beperkt door het uithoudingsvermogen van de bemanning. lees verder


[bewerk]

Week 32
De Golfstroom

De Golfstroom of Noord-Atlantische Drift is een snelle, krachtige warme stroming in de oceaan. De Golfstroom vindt zijn oorsprong in de Golf van Mexico, waarvan de naam van de stroom afgeleid is. De Golfstroom volgt de oostelijke kusten van de Verenigde Staten en Newfoundland. Vervolgens steekt hij ter hoogte van Kaap Hatteras de noordelijke Atlantische Oceaan over en bereikt Europa ter hoogte van de Golf van Biskaje. Daarna stroomt hij verder naar het noorden via onder meer de Noordzee tot aan de Noordelijke IJszee. De Golfstroom maakt deel uit van de thermohaliene circulatie.

In de Golfstroom kunnen stroomsnelheden van 3 meter per seconde voorkomen, waardoor de scheepvaart en dan vooral de zeilvaart er enige hinder van kan ondervinden. De Golfstroom vervoert per seconde tot 1,5 x 108 kubieke meter water, dat is meer dan 100 keer zo veel als alle rivieren in de wereld. De stroom vertegenwoordigt 5 petawatt (5 1015W) vermogen, wat overeenkomt met ongeveer drie miljoen moderne grote kerncentrales.

De naam Golfstroom werd door Benjamin Franklin bedacht. Vroeger werd hij ook Floridastroom genoemd en op kaarten van 1600 en 1700 noemt hij het Kanaal van Bahama. lees verder


[bewerk]

Week 33
De RMS Titanic

De Titanic was het tweede van een drietal luxeschepen uit de Olympic-klasse, die een groot deel van het trans-Atlantisch verkeer moesten verwerken. De Titanic verging echter op zijn eerste reis. Het schip was eigendom van de rederij White Star Line, en werd gebouwd in Belfast. Tijdens de eerste reis van de RMS Titanic in april 1912 kwam het schip in aanvaring met een ijsberg; een deel van de stuurboordzijde werd op verscheidene plaatsen doorboord, en binnen drie uur was het schip gezonken. 1522 opvarenden kwamen om het leven. Hoewel dit naar aantal slachtoffers niet de grootste scheepsramp in de geschiedenis is, is het wel de bekendste, vooral omdat het schip als "onzinkbaar" bekend stond. In 1985 werd het wrak teruggevonden onder leiding van Robert Ballard, waardoor veel informatie over het schip en zijn fatale reis aan het licht kwam.

De Titanic was het tweede schip van de drie schepen van de door Bruce Ismay bedachte Olympic-klasse. Het verhaal van de Titanic werd in 1997 verfilmd. lees verder


[bewerk]

Week 34
De kustwacht in Scheveningen

De kustwacht zorgt voor de veiligheid op zee. Deze beschikt over schepen en vliegtuigen die schepen en de visserij kunnen controleren en bij calamiteiten hulp kunnen bieden met opsporing en redding (search and rescue, SAR).

Wereldwijd gezien zijn de kleine reddingboten direct bij de kust meestal geen onderdeel van de kustwacht. De kustwacht werkt meestal nauw samen met de marine. SAR-eenheden zijn vaak een onderdeel van de kustwacht. Deze dienst werkt vaak met reddingboten en helikopters om drenkelingen op te sporen of iemand van een boorplatform of schip te kunnen halen. In Nederland zijn reddingboten van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) aangemerkt als specifieke SAR-eenheden.

De schepen en vliegtuigen zijn vaak beschilderd met een dunne schuine blauwe streep, gevolgd door een brede rood/oranje schuine streep op een witte achtergrond. Maar ieder land heeft daar z'n eigen variatie op. lees verder


[bewerk]

Week 35
Het omwentelingslichaam van minste weerstand volgens Newton.

Het omwentelingslichaam van minste weerstand (solid of revolution of least resistance) is een omwentelingslichaam dat een dusdanige vorm heeft dat het voortbewegend door een vloeistof minder weerstand ondervindt dan enig ander lichaam met dezelfde basis, hoogte en volume. Het begrip werd geïntroduceerd door Newton in hoofdstuk VII van boek II van Principia die daarmee voor het eerst het verband legde tussen rompvorm en weerstand. Uiteindelijk zou blijken dat er geen vorm is te vinden die bij elke snelheid de minste weerstand heeft, doordat deze uit meerdere componenten bestaat waarvan de verhouding tot de snelheid ongelijk is. lees verder


[bewerk]

Week 36
De vuurtoren van Urk

Een vuurtoren is een toren die werd gebouwd in de buurt van kliffen, of direct erop, zeestraten, ingangen van zeearmen en havens om 's nachts en bij stormweer schepen te waarschuwen voor de kliffen of doorgang, oorspronkelijk met behulp van een open vuur en later door middel van spiegels, lenzen en een sterk zwaailicht.

Ook havens of havengeulen hebben soms één of meerdere vuurtorens om de toegang aan te duiden en vaak een lichtlijn vormen. Het beroemdste voorbeeld is de vuurtoren van Alexandrië, (de Pharos) een van de zeven wereldwonderen van de oudheid.

Op deze toren werd in de oudheid hout verbrand (vandaar de naam 'vuurtoren') en het bouwwerk deed voornamelijk dienst als dagmerk: de opstijgende rook vergrootte de zichtbaarheid van het baken. Na een bestaan van ongeveer 1600 jaar is deze toren - die voorbeeld is geweest van alle anderen - verdwenen.

Langs de Nederlandse kust staan elf grote vuurtorens (zogenaamde A-posten) en vier kleinere (B-posten). Bovendien bevinden zich nog vijf torens aan de oevers van het IJsselmeer. lees verder


[bewerk]

Week 37
Een platform in de Noordzee

Een productieplatform of boorplatform is de stalen of betonnen constructie die meestal op de bodem van de zee verankerd is, van waaruit aardolie en/of aardgas gewonnen worden. Door het grote publiek wordt dit een booreiland genoemd, op een productieplatform wordt echter zelden geboord. Het is offshoretechniek.

Er kunnen twee typen platforms worden onderscheiden: vaste platforms, meestal in ondiep water en drijvende platforms. Hiernaast is er nog de Jack-up rig, een verplaatsbaar platform met 3 of 4 hydraulisch beweegbare poten dat tot circa 150 meter waterdiepte wordt gebruikt voor zowel het boren naar als de productie van olie en gas kan worden gebruikt.

Omdat olie en gas brandbaar en explosief zijn, en omdat de zee weinig mogelijkheden voor ontsnapping biedt zijn op productieplatforms strenge veiligheidsmaatregelen van kracht. lees verder


[bewerk]

Week 38
De Jolly Roger, de piratenvlag

Zeerover, boekanier, kaper, piraat en piraterij zijn begrippen die sinds mensenheugenis hebben bestaan, zelfs voor de tijd van de oude Grieken en Romeinen. Volgens artikel 101 van het VN-Zeerechtverdrag (UNCLOS) van 1982 is piraterij gedefinieerd als elke criminele daad van geweld, detentie of plundering die wordt gepleegd voor privé-doeleinden door de bemanning of passagiers van een privé-schip (of vliegtuig) die is gericht op open zee (dat wil zeggen buiten de territoriale wateren) tegen een ander schip, vliegtuig of personen of bezit aan boord van een schip (of vliegtuig). Piraterij kan ook worden gepleegd tegen een schip, vliegtuig, persoon of bezit buiten de jurisdictie van enige staat.

Vanaf het begin van de scheepvaart in de oudheid heeft piraterij bestaan, onder andere Chinese piraten, Barbarijse piraten aan de Middellandse Zee en in de Nieuwe Wereld. Het eeuwenoude verschijnsel van de piraterij hoort nog steeds bij de huidige internationale zeescheepvaart. Piraterij betekent het roven van goederen of het ontvoeren van mensen in verband met losgeldvordering of slavenhandel. Hoewel veel mensen denken dat piraterij iets is uit vroegere tijden en er een romantisch beeld bij hebben is de werkelijke piraterij tegenwoordig nog steeds een groot probleem. lees verder


[bewerk]

Week 39
Het Suezkanaal aan de Middellandse Zee

Het Suezkanaal (Qanâ el Suweis) is een 163 km lang kanaal in de landengte van Suez in Egypte. Het verbindt Port Said (Bûr Sa' îd) aan de Middellandse Zee en Suez aan de Rode Zee met elkaar, en begrenst het schiereiland Sinaï dat ten oosten ervan ligt. Het is tevens de scheiding tussen Afrika en Azië.

Het kanaal heeft geen sluizen omdat beide zeeën hetzelfde niveau hebben. Het bestaat uit een strook met verschillende passeermogelijkheden. Ieder jaar ondernemen ongeveer 15 000 schepen de elf tot zestien uur durende tocht door het Suezkanaal. Dat was in 2000 ongeveer 14% van het totale tonnage van de wereldscheepvaart. Het belang van het kanaal is zeer groot. Schepen tussen de noordelijke Atlantische Oceaan en de Indische Oceaan moesten voorheen om het continent Afrika heenvaren. Sinds het Suezkanaal bestaat, is dit niet meer nodig. Ook kan men volledig om Afrika heen varen doordat het nu een los continent is. Het kanaal werd in 1869 geopend. Het kanaal heeft een onmiddellijk effect op de wereldhandel gehad. lees verder


[bewerk]

Week 40
De USS Harry S. Truman naast de USNS John Lenthall in de Middellandse zee.

Een vliegdekschip is een vaartuig dat is ingericht voor het vervoer, onderhoud en gebruik van vliegtuigen.

Vliegdekschepen variëren van ongeveer 10.000 tot 78.000 ton waterverplaatsing (leeg) en tellen 500 tot ca. 5000 manschappen bemanning. De grootste zijn ware varende dorpen en voeren een luchtgroep mee die in slagkracht de luchtmacht van een klein land overtreft. Het opvallendst aan dergelijke schepen is het vlakke dek dat van voor- tot achtersteven doorloopt en het brug- of eilandcomplex aan stuurboordzijde. Naar gelang het type vliegtuig dat aan boord wordt meegenomen spreekt men soms van aanvals-, anti-onderzeeboot- of escorte-vliegdekschip. Meestal wordt echter een combinatie van verschillende typen vliegtuigen meegenomen.

Al voor de Eerste Wereldoorlog werd er geëxperimenteerd met het starten van (drijver-) vliegtuigen vanaf schepen. Vliegdekschepen hebben een belangrijke rol gespeeld in de Tweede Wereldoorlog. lees verder


[bewerk]

Week 41
Een gedeelte van de Rotterdamse havens

De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa met een totale overslag van 420 miljoen ton in 2008. Rotterdam was tussen 1962 en 2004 de grootste haven ter wereld, maar deze positie is overgenomen door Shanghai.

De haven van Rotterdam is zowel economisch als toeristisch van groot belang voor Rotterdam. Er komen veel toeristen de haven bekijken, een rondvaart maken met de Spido, de Euromast bezoeken en de bruggen van Rotterdam bekijken zoals de Erasmusbrug en de Willemsbrug. De haven dankt zijn sterke positie aan de geografische ligging en de economisch strategische ligging.

Al sinds het ontstaan van Rotterdam in de middeleeuwen heeft Rotterdam een haven met een overslagfunctie gehad. lees verder


[bewerk]

Week 42
Modern fregat

De Marine of zeemacht is het onderdeel van de strijdkrachten dat zich bezighoudt met de oorlogsvoering op zee. De Nederlandse marine heet de Koninklijke Marine, de Belgische marine heet de marinecomponent van de Belgische Strijdkrachten. Vóór 1795 werd voor de marine de benaming Admiraliteit gebruikt.

In het Nederlands is de marine een onderdeel van de defensie, toch was het oorspronkelijk niet, toen het woord marine alleen de schepen van een natie betekende. In het Middelnederlands betekende marine zelfs slechts waterkant of zeekust. Duitsland noemde haar marine in de Tweede Wereldoorlog Kriegsmarine. Tegenwoordig is dat Deutsche Marine. Het Engelse woord voor marine is navy. Ook hier is de historische ontwikkeling van dit woord duidelijk, waar de marine van de koning, voor oorlogsdoeleinden dus Royal Navy heet en de koopvaardijvloot Merchant Navy, of Mercantile Marine.

De eerste 'echte' marine werd door de Grieken en Romeinen opgezet om de Middellandse zee te vrijwaren van piraten. lees verder


[bewerk]

Week 43
Droogdok met brug bij Groenland

Een ijsberg is een drijvende ijsmassa afkomstig van een gletsjer of een ijskap.

Binnen de poolcirkels is, door het poolklimaat, een groot aantal gletsjers te vinden die tot aan de zee reiken. Zo'n gletsjer schuift heel langzaam op naar beneden. Indien een gletsjer de zee bereikt, breken er grote brokken ijs af die vervolgens wegdrijven. Deze ijsbergen worden via de zeestroom naar warmere streken vervoerd en kunnen een afstand van meer dan 1000 km afleggen alvorens ze geheel gesmolten zijn.

Van dichtbij maken ijsbergen een sissend geluid. Dit komt doordat de lucht die onder druk in de ijmassa opgesloten zit, tijdens het smelten vrijkomt. Doordat de dichtheid van ijs 10% kleiner is dan die van water (±920 kg/m³ t.o.v. ±1025 kg/m³), blijft een ijsberg drijven maar steekt deze slechts voor een klein gedeelte boven het water uit. Door wind en zeestromen leggen ijsbergen 20 tot maximaal 100 kilometer per dag af. lees verder


[bewerk]

Week 44
Het reven van een zeil

Een zeil is een doek op een schip dat bedoeld is om de kracht van de wind te vangen en om te zetten in een voortstuwende kracht voor het schip. De stand van het zeil ten opzichte van het schip is vaak verstelbaar, zodat ondanks verschillende invalshoeken van de wind toch een efficiënte voortstuwing kan worden verkregen.

Met een zeil wordt het eigenlijke doek bedoeld. Het geheel van masten, touwwerk en zeilen heet tuigage of tuig. De vorm van de zeilen is afhankelijk van de gevoerde tuigage en de plaatsing van het zeil.

Veel zeilschepen zijn uitgerust met verscheidene zeilen, elk met hun eigen functie en bediening. Sommige zeilen zijn bij elke wind inzetbaar, andere alleen bij bepaalde invalshoeken van de wind of windsterktes. De zeiloppervlakte kan door de scheepsbemanning manueel vergroot of verkleind worden door de zeilen per stuk te reven. Grote schepen zijn uitgerust met verscheidene masten waaraan zeilen zijn bevestigd. Per type schip zijn er andere zeilen in gebruik. Voor een aantal typen worden hier de mogelijk te voeren zeilen opgesomd. Voor een beschrijving van zeilvoering per type, zie de categorie zeilschepen en de lijst van traditionele zeilschepen. lees verder


[bewerk]

Week 45
Golf

Oppervlaktegolven — in de vloeistofdynamica — zijn golven die zich voortplanten langs het oppervlak van een vloeistof, zoals water, en onder invloed van de zwaartekracht en massatraagheid. Oppervlaktegolven worden ook in meer-of-mindere mate beïnvloed door oppervlaktespanning en viskeuze wrijving. Enkele vormen van oppervlaktegolven zijn:

Voor langere golflengtes kan de invloed van oppervlaktespanning op de golfvoortplanting verwaarloosd worden. Iedere soort golven heeft zo zijn eigen karakteristieken. In twee voorbeelden gaan we uit van golven die gepaard gaan met veranderingen van het wateroppervlak. lees verder


[bewerk]

Week 46
Averij: Irving Johnston 2005

Averij (ook wel: avarij of haverij ) is een schade aan een zeeschip of scheepslading die geleden is op zee, door sluizen, op havens en dokken, of op een rivier. Niet alleen zeeschepen, maar ook binnenvaart- en plezierschepen kunnen averij oplopen.

Een zeeschip kan averij oplopen door een zware storm of door een aanvaring op zee. Niet alleen op zee, maar ook in de havens of sluizen kan het zeeschip of binnenschip averij oplopen. Deze averijen kunnen oplopen tot een deuk of scheur in de romp, of zelfs stukken scheepsopbouw wegvaren. Op zee worden de bemanningen bij zware averij en slagzij van het zeeschip, gerepatrieerd. Het schip zelf wordt dan indien mogelijk, weggesleept naar de dichtstbijzijnde haven. De "RMS Titanic" voer in 1912 tegen een ijsberg en had inderdaad zware averij opgelopen, die uiteindelijk fataal werd voor schip en honderden passagiers. lees verder


[bewerk]

Week 47
Atlantische Oceaan

De trans-Atlantische scheepvaart kent een lange geschiedenis.

Al in 1615 werd er geschreven over het gebruik van stoom onder druk om water uit de mijnen te pompen, maar de ontwikkeling van de machines begon pas echt in de 18e eeuw. Een van de eerste die zo'n machines bouwde was Thomas Newcomen (24 februari 1664-5 augustus 1729). In 1712 bouwde hij samen met Thomas Savery een stoommachine om water uit de mijnen te pompen. De eerste die een schip bouwde met een stoommachine erin was Jonathan Hulls. Hij bouwde in 1736 een schip met een raderaandrijving. Bij proeven op de rivier Avon zou dit schip een oorlogsschip getrokken hebben. Verder is er niets meer van vernomen. lees verder


[bewerk]

Week 48
The Flying Dutchman door Albert Pinkham Ryder

De Vliegende Hollander is een spookschip dat volgens de overlevering voor eeuwig in de buurt van Kaap de Goede Hoop rondvaart. De sage vertelt dat dit schip op Paasochtend van het jaar 1676 uitvoer, waarna het verdween in een storm.

Hardnekkige geruchten doen steeds de ronde dat "De Vliegende Hollander" uit Terneuzen afkomstig zou zijn. Met name in Zeeland wordt het volgende verhaal verteld.

Het verschijnsel van een geruisloos vliegend schip dat tegen de wind in vaart kan worden veroorzaakt doordat bij bepaalde weersomstandigheden op zee, zeelieden weerspiegelingen zien van hun eigen schip. Dit gaat vaak gepaard met slecht weer, waarbij het gevaar groot is, dat het schip in moeilijkheden komt of zelfs vergaat. lees verder


[bewerk]

Week 49
Sextant

Een sextant is een nautisch navigatieinstrument waarmee de verticale hoek tussen een hemellichaam en de horizon wordt gemeten. Als de verticale hoek, de datum en het tijdstip van de dag bekend zijn, kan een hoogtelijn waarop men zich bevindt worden berekend.

De meest nauwkeurige bepaling verkrijgt men door de zon te schieten tijdens zijn culminatie, om 12:00 uur lokale tijd, wanneer de zon zijn hoogste punt heeft bereikt. Een andere bepaling, de poolshoogte wordt genomen door de hoogte van de poolster te meten, hiervoor is de exacte tijd niet van belang en wordt (bij benadering) meteen de breedtegraad van de waarnemer bepaald.

Twee verschillende personen vonden rond 1730 onafhankelijk van elkaar de sextant uit: John Hadley (1682-1744), een Engelse wiskundige, en Thomas Godfrey (1704-1749), een Amerikaanse uitvinder. lees verder


[bewerk]

Week 50
Een snik

Een snik (ook snikke of schnicke) was een zeilschip met één mast voor de binnenvaart. Dit was een populair scheepstype voor de beurtvaart. Daarnaast was de snik een vissersschip met twee masten, in gebruik in het waddengebied. Aangezien deze schepen in nauwe vaarten en bij windstilte vaak getrokken werden, wordt de snik in veel woordenlijsten ten onrechte als synoniem voor trekschuit gegeven. Alleen in de provincie Groningen was het gebruik van snikken als trekschuiten algemeen.

De snik was oorspronkelijk een klein, open, platboomd vaartuig met bezaantuig, rechte vallende stevens op een lancetvormig vlak en sterke overeenkomst met de schokker, de punter en wellicht ook de Eemspunt. lees verder


[bewerk]

Week 51
Michiel de Ruyter

Michiel Adriaenszoon de Ruyter (Vlissingen, 24 maart 1607 - Baai van Syracuse, 29 april 1676) was een Nederlands admiraal.

Michiel de Ruyter (bijgenaamd Bestevâer ofwel: grootvader) is de bekendste zeeheld in de Nederlandse geschiedenis. In de eerste drie Engels-Nederlandse Oorlogen speelde hij een belangrijke rol. Daarnaast nam hij deel aan diverse oorlogen in de Oostzee en tegen piraterij in de Middellandse Zee. De Ruyter was afwisselend in dienst van de staat en van reders, en was zelfs een tijdlang als zelfstandig ondernemer actief in de walvisvaart.

De Ruyter werd bij zijn dood in heel Europa als de grootste admiraal van zijn tijd gezien. Hij werd tijdens zijn loopbaan door de admiraliteiten van de Republiek en door vreemde vorsten onderscheiden. In Denemarken werd hij in de adelstand verheven (baron, 1660) en Spanje werd hij "Hertog de Ruyter" lees verder


[bewerk]

Week 52
Principe van sonar

Sonar (sound navigation and ranging) is een techniek die geluid gebruikt om onder water te navigeren of om andere voorwerpen te detecteren. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen actieve en passieve sonar.

Sommige zeedieren zoals walvissen en dolfijnen gebruiken echosystemen, vergelijkbaar met actieve sonar, om zowel hun jagers als hun prooien op te sporen. Men vreest dat sonar deze dieren in verwarring brengt waardoor ze zich onvoldoende kunnen oriënteren in die mate dat ze hun voedsel of hun partners niet meer vinden. lees verder


[bewerk]

Week 53
Replica van de Santa Maria

De Santa María was het vlaggenschip en bevoorradingsschip van Christoffel Columbus, die in 1492 Amerika 'ontdekte'. Hij was echter niet de eerste Europeaan die daar voet aan wal zette, dat was een viking van het schip van Leif Eriksson, die, waarschijnlijk in 1001 of 1002, vanuit Groenland kwam.

Het schip van Columbus heette oorspronkelijk María Galante, maar aangezien dit ook een synoniem voor prostituee was, werd besloten de naam te veranderen. De Santa Maria was volgens veel mensen een karveel, maar in feite was dit een voorloper van de kraak. De Santa Maria had een lengte van 24 meter, een breedte van 8 meter, een gewicht van 102 ton en een grote mast van 23 meter. Het had waarschijnlijk 3 razeilen en 1 Latijnzeil. lees verder


[bewerk]