Kabinet-Biesheuvel I

Nederlands kabinet (1971-1972)

Het kabinet-Biesheuvel I was het Nederlandse kabinet van 6 juli 1971 tot 9 augustus 1972. Het kabinet werd gevormd door de politieke partijen Katholieke Volkspartij (KVP), Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en de Democratisch Socialisten '70 (DS'70) na de Tweede Kamerverkiezingen van 1971. Het centrum kabinet-Biesheuvel I was een meerderheidskabinet dat zowel in de Eerste Kamer als Tweede Kamer kon rekenen op een ruime meerderheid. Het kabinet-Biesheuvel I was het eerste en laatste waarin de Democratisch Socialisten '70 regeringsdeelname hadden.[1]

Kabinet-Biesheuvel I
De bordesscène van de ministers van het kabinet-Biesheuvel I met links in het midden koningin Juliana bij Huis ten Bosch op 6 juli 1971
Coalitie KVP, VVD, ARP, CHU, DS'70
Zeteltal TK 35 + 16 + 13 + 10 + 8 = 82
Premier mr. B.W. (Barend) Biesheuvel
Beëdiging 6 juli 1971
Demissionair 19 juli 1972
Ontslagdatum 9 augustus 1972
Voorganger De Jong
Opvolger Biesheuvel II
Zetels in de Tweede Kamer
Overzicht kabinetten
Portaal  Portaalicoon   Politiek

VerloopBewerken

Financieel-economische problemen staan centraal, waarbij de toenemende inflatie het grootste probleem is. DS'70 maakt zich sterk voor toepassing van het profijtbeginsel, de burger moest meer gaan betalen voor diensten van de overheid. In dit verband leidde vooral de verhoging van het collegegeld voor universiteiten en hogescholen van 200,- naar 1000,- tot veel tumult. Verder op financieel-economisch gebied krijgt het kabinet te maken met wat wel wordt genoemd 'stagflatie': een combinatie van stagnerende economie en toenemende inflatie (prijsstijgingen). Het financieringstekort loopt op naar 3,9 miljard in 1971 en de werkloosheid stijgt naar 150.000. De inflatie bedraagt in 1971 zeven procent. Al op 4 augustus 1971 trekt het kabinet de door het vorige kabinet genomen loonmaatregel in. Ook de prijscalculatiemaatregel wordt ingetrokken.

De belangrijkste zaak waarmee het kabinet te maken krijgt, is de discussie over de mogelijke gratiëring van de Drie van Breda (drie tot levenslang veroordeelde Duitse oorlogsmisdadigers). Uiteindelijk ziet het kabinet hier vanaf, nadat de Tweede Kamer zich via een motie-Voogd in meerderheid tegen heeft verklaard.[2]

In juni 1972 diende minister van Justitie Dries van Agt en minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne Louis Stuyt een voorstel in over zwangerschapsonderbreking (abortus provocatus). Het beginsel daarbij is dat abortus strafbaar blijft, tenzij er gegronde redenen voor waren ('nee, tenzij'). Eerder (in 1970) hadden de PvdATweede Kamerleden Jan Lamberts en Hein Roethof al een voorstel ingediend om abortus uit het strafrecht te halen ('ja, mits'). Beide voorstellen bleven nog onafgedaan.

Ook werd er onder minister van Buitenlandse Zaken Norbert Schmelzer een meer Europees beleid gevoerd, in tegenstelling tot het Atlantische beleid van voormalig minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns.

AmbtsbekledersBewerken

Ambtsbekleders Minister / Ministerie Termijn Partij
  mr.
B.W. (Barend)
Biesheuvel

(1920–2001)
Minister-president /
Minister
Algemene Zaken 6 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
ARP
  mr.
R.J. (Roelof)
Nelissen

(1931–2019)
Vicepremier /
Minister
Financiën 6 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
KVP
  mr.
W.J. (Molly)
Geertsema

(1918–1991)
Vicepremier /
Minister
Binnenlandse
Zaken
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
VVD
  drs.
W.K.N. (Norbert)
Schmelzer

(1921–2008)
Minister Buitenlandse
Zaken
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
KVP
  mr.
A.A.M. (Dries)
van Agt

(1931)
Minister Justitie 6 juli 1971 –
8 september 1977
[3]
KVP
  mr.drs.
H. (Harrie)
Langman

(1931–2016)
Minister Economische
Zaken
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
VVD
  H.J. (Hans)
de Koster

(1914–1992)
Minister Defensie 6 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
VVD
  dr.
L.B.J. (Louis)
Stuyt

(1914–2000)
Minister Volksgezondheid
en Milieuhygiëne
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
KVP
  drs.
J. (Jaap)
Boersma

(1929–2012)
Minister Sociale Zaken 6 juli 1971 –
19 december 1977
[3]
ARP
  mr.
Ch. (Chris)
van Veen

(1922–2009)
Minister Onderwijs en
Wetenschappen
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
CHU
  dr.
W. (Willem)
Drees jr.

(1922–1998)
Minister Verkeer en
Waterstaat
6 juli 1971 –
21 juli 1972
[4]
DS'70
  drs.
B.J. (Bé)
Udink

(1926–2016)
21 juli 1972 –
11 mei 1973
[3]
CHU
  ir.
P.J. (Pierre)
Lardinois

(1924–1987)
Minister Landbouw en
Visserij
5 april 1967 –
1 januari 1973
[5]
[3]
KVP
  drs.
B.J. (Bé)
Udink

(1926–2016)
Minister Volkshuisvesting
en Ruimtelijke
Ordening
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
CHU
  P.J. (Piet)
Engels

(1923–1994)
Minister Cultuur,
Recreatie en
Maatschappelijk
Werk
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
KVP
Ambtsbekleders Minister / Portefeuille / Ministerie Termijn Partij
  mr.
R.J. (Roelof)
Nelissen

(1931–2019)
Minister Surinaamse en
Nederlands-
Antilliaanse
Zaken


(Binnenlandse
Zaken
)
6 juli 1971 –
28 januari 1972
KVP
  ir.
P.J. (Pierre)
Lardinois

(1924–1987)
28 januari 1972 –
1 januari 1973
KVP
  mr.dr.
C. (Kees)
Boertien

(1927–2002)
Minister Ontwikkelings-
samenwerking


(Buitenlandse
Zaken
)
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
ARP
  jhr.mr.
M.L. (Mauk)
de Brauw

(1925–1984)
Minister • Wetenschaps-
beleid
• Wetenschappelijk
Onderwijs

(Onderwijs en
Wetenschappen
)
6 juli 1971 –
21 juli 1972
[4]
DS'70
  mr.
Ch. (Chris)
van Veen

(1922–2009)
21 juli 1972 –
11 mei 1973
[3]
CHU
Ambtsbekleders Staatssecretaris / Portefeuille / Ministerie Termijn Partij
  drs.
A. (Jan) van
Stuijvenberg

(1928)
Staatssecretaris • Agglomeratie
Zaken
• Rijksdienst

(Binnenlandse
Zaken
)
17 juli 1971 –
21 juli 1972
[4]
DS'70
  drs.
Th.E. (Tjerk)
Westerterp

(1930)
Staatssecretaris Europese Zaken

(Buitenlandse
Zaken
)
17 augustus 1971 –
11 mei 1973
[3]
KVP
  mr.
W. (Willem)
Scholten

(1927–2005)
Staatssecretaris • Fiscale Zaken
• Belastingdienst

(Financiën)
14 juli 1971 –
19 maart 1973
[3]
CHU
  mr.
A.P.J.M.M. (Fons)
van der Stee

(1928–1999)
• Financiën
Lagere
Overheden

(Financiën)
14 juli 1971 –
12 maart 1973
[3]
KVP
  mr.
J.H. (Hans)
Grosheide

(1930-2022)
Staatssecretaris • Integratie
• Immigratie
• Asielzaken
• Vreemdelingen-
zaken
• Jeugd-
bescherming
• Gevangeniswezen
• Rehabilitatie

(Justitie)
28 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
ARP
  drs.
J.J.M. (Jan)
Oostenbrink

(1936)
Staatssecretaris • Midden- en
Kleinbedrijf
• Toerisme

(Economische
Zaken
)
17 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
KVP
  A. (Adri)
van Es

(1913–1994)
Staatssecretaris • Materieel-
voorzieningen
• Personeels-
beleid

(Defensie)
14 augustus 1963 –
16 september 1972
[5][3]
ARP
  mr.
J.G. (Koos)
Rietkerk

(1927–1986)
Staatssecretaris • Sociale
Zekerheid
• Arbeids-
omstandigheden

(Sociale Zaken)
28 juli 1971 –
23 april 1973
[3]
VVD
  mr.drs.
C.E. (Kees)
Schelfhout

(1918–1983)
Staatssecretaris • Kleuterscholen
• Basisonderwijs
• Buitengewoon
Onderwijs

(Onderwijs en
Wetenschappen
)
28 juli 1971 –
11 mei 1973
[3]
KVP
  dr.
R.J.H. (Roelof)
Kruisinga

(1922–2012)
Staatssecretaris • Wegverkeer
• Openbaar
Vervoer
• Spoorwegen
• Scheepvaart
• PTT

(Verkeer en
Waterstaat
)
28 juli 1971 –
20 maart 1973
[3]
CHU
  drs.
K.W. (Werner)
Buck

(1925–2010)
Staatssecretaris • Stadsvernieuwing

(Volkshuisvesting
en Ruimtelijke
Ordening
)
17 augustus 1971 –
11 mei 1973
[3]
KVP
  S. (Fia)
van Veenendaal-
van Meggelen

(1918–2005)
Staatssecretaris • Bijstand
• Maatschappelijke
Dienstverlening
• Pensioenen
• Armoedebeleid

(Cultuur,
Recreatie en
Maatschappelijk
Werk
)
28 juli 1971 –
21 juli 1972
[4]
DS'70
  H.J.L. (Henk)
Vonhoff

(1931–2010)
• Volksontwikkeling
• Jeugdbeleid
• Cultuurbeleid
• Kunstbeleid
• Mediabeleid
• Sport
• Natuurbehoud

(Cultuur,
Recreatie en
Maatschappelijk
Werk
)
28 juli 1971 –
23 april 1973
[3]
VVD
Bron: Kabinet-Biesheuvel I Rijksoverheid.nl

KabinetsformatieBewerken

  Zie Kabinetsformatie Nederland 1971 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Hoewel de KVP de grootste partij was, leverde deze partij de premier niet. In die tijd was het ten eerste nog geen wet van Meden en Perzen dat de grootste regeringspartij de premier leverde, anderzijds had de KVP, na het passeren van oud-premier Piet de Jong voor het lijsttrekkerschap, geen voor de hand liggende kandidaat.

Reden ontslagaanvraagBewerken

  Zie Kabinetscrisis uit 1972 over het financieel-economisch beleid voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Er ontstond verschil van mening in de ministerraad over het te voeren loon- en prijsbeleid en de bezuinigingen, waarna DS'70 besloot het kabinet te verlaten. De DS'70-bewindslieden dienden op 19 juli 1972 hun ontslag in, waardoor het kabinet niet meer kon rekenen op een meerderheid in de Tweede Kamer. De overige leden van het kabinet stelden daarom hun functie ter beschikking en het kabinet werd derhalve demissionair. Na een formatieperiode van 22 dagen kwam het rompkabinet Biesheuvel II aan het bewind.[6]

NoemenswaardighedenBewerken

  • Maar liefst zeven ambtsbekleders van het kabinet dienden ooit als partijleider; Biesheuvel (ARP), Geertsema (VVD), Schmelzer (KVP), Van Agt (CDA), Drees jr. (DS'70), Udink en Kruisinga (CHU).

Zie ookBewerken

Zie de categorie Cabinet Biesheuvel I van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.