Kabinet-Heemskerk

Het kabinet-Heemskerk was een christelijk Nederlands kabinet dat regeerde van 12 februari 1908 tot en met 29 augustus 1913. Het is, met 2025 dagen, het langstzittende kabinet ooit.

Kabinet-Heemskerk
Premier Theodorus Heemskerk
Beëdiging 12 februari 1908
Demissionair 26 juni 1913
Ontslagdatum 29 augustus 1913
Voorganger De Meester
Opvolger Cort van der Linden
Overzicht kabinetten
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Dit coalitiekabinet was tot 1909 een minderheidskabinet. Na de verkiezingen van dat jaar kon het kabinet wel op een Kamermeerderheid rekenen. Centraal staan in deze kabinetsperiode de pogingen van minister Aritius Sybrandus Talma om sociale wetgeving tot stand te brengen.

Het kabinet telt naast ministers van de katholieken en de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) enkele partijloze bewindslieden.

Er komen een Invaliditeits- en Ziektewet tot stand. De wetten worden echter nog niet direct ingevoerd. Een voorstel ter regeling van de arbeidsduur in het bakkersbedrijf strandt in de Tweede Kamer door tegenstand van een deel van de coalitiepartijen.

Bijzonderheden

bewerken
  • Een wetsvoorstel van minister Kolkman om de invoerrechten te verhogen, komt niet meer in behandeling.
  • Op de derde dinsdagen van 1911 en 1912 worden in Den Haag door de socialisten massabetogingen gehouden voor algemeen kiesrecht.
  • Minister Colijn brengt in 1913 een nieuwe Militiewet tot stand, waardoor de dienstplicht wordt uitgebreid.

Ambtsbekleders

bewerken
Ambtsbekleders Ministers / Ministerie Termijn Partij
  mr.
T. (Theo) Heemskerk

(1852–1932)
Voorzitter 12 februari 1908 –
29 augustus 1913
ARP
Minister Binnenlandse Zaken
  jhr.mr.dr.
R. (René) de Marees
van Swinderen

(1860–1955)
Minister Buitenlandse Zaken 12 februari 1908 –
29 augustus 1913
O
(Christelijk-
Historisch)
  mr.
M.J.C.M. Kolkman

(1853–1924)
Minister Financiën 12 februari 1908 –
29 augustus 1913
ABRK
  mr.
A.P.L. (Anton) Nelissen

(1851–1921)
Minister Justitie 12 februari 1908 –
11 mei 1910
(afgetreden)
  mr.
T. (Theo) Heemskerk

(1852–1932)
11 mei 1910 –
7 juni 1910
(waarnemend)
ARP
  mr.
E.R.H. (Robert) Regout

(1863–1913)
7 juni 1910 –
18 januari 1913
(overleden)
ABRK
  mr.
T. (Theo) Heemskerk

(1852–1932)
18 januari 1913 –
29 augustus 1913
(waarnemend)
ARP
  A.S. (Syb) Talma
(1864–1916)
Minister Landbouw, Nijverheid
en Handel
12 februari 1908 –
29 augustus 1913
  luitenant-generaal
F.H.A. Sabron

(1849–1916)
Minister Oorlog 12 februari 1908 –
27 juli 1909
(afgetreden)
O
  generaal-majoor
W. (Wouter) Cool

(1848–1928)
27 juli 1909 –
4 januari 1911
(afgetreden)
O
(Liberaal)
  H. (Hendrik) Colijn
(1869–1944)
4 januari 1911 –
29 augustus 1913
ARP
  viceadmiraal
J. (Jan) Wentholt

(1851–1930)
Minister Marine 5 augustus 1907 –
14 mei 1912
[1]
(afgetreden)
O
(Liberaal)
  H. (Hendrik) Colijn
(1869–1944)
14 mei 1912 –
29 augustus 1913
ARP
  mr.
J.G.S. (Gustaaf) Bevers

(1852–1909)
Minister Waterstaat 12 februari 1908 –
5 januari 1909
(overleden)
ABRK
  A.S. (Syb) Talma
(1864–1916)
5 januari 1909 –
21 januari 1909
(waarnemend)
ARP
  mr.
L.H.W. (Louis) Regout

(1861–1915)
21 januari 1909 –
29 augustus 1913
ABRK
  mr.
T. (Theo) Heemskerk

(1852–1932)
Minister Koloniën 12 februari 1908 –
20 mei 1908
(waarnemend)
ARP
  A.W.F. Idenburg
(1861–1935)
20 mei 1908 –
16 augustus 1909
(afgetreden)
  J.H. (Jan Hendrik)
de Waal Malefijt

(1852–1931)
16 augustus 1909 –
29 augustus 1913
Bron: Kabinet-Heemskerk Parlement & Politiek

Mutaties

bewerken

In juli 1909 neemt minister Sabron van Oorlog ontslag vanwege zijn gezondheid. Zijn opvolger is generaal-majoor Cool, de inspecteur van het militair onderwijs.

Minister van Koloniën Idenburg wordt in augustus 1909 benoemd tot Gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Hij wordt opgevolgd door het Tweede Kamerlid De Waal Malefijt.

In 1910 treedt minister Nelissen vanwege zijn gezondheid af. Het katholieke Tweede Kamerlid Robert Regout volgt hem op.

De Tweede Kamer brengt in 1910 minister Cool ten val vanwege zijn voorstellen met betrekking tot de pensionering van officieren.

Het afstemmen van een nieuw pantserschip door de Tweede Kamer is in 1912 voor minister Wentholt reden om af te treden.

Zie ook

bewerken