Kabinet-Balkenende I

Nederlands kabinet (2002-2003)

Het kabinet-Balkenende I was het Nederlandse kabinet van 22 juli 2002 tot 27 mei 2003. Het werd gevormd door de politieke partijen Christen-Democratisch Appèl (CDA), Lijst Pim Fortuyn (LPF) en de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) na de Tweede Kamerverkiezingen van 2002. Het kabinet-Balkenende I was een meerderheidskabinet dat zowel in de Eerste Kamer als Tweede Kamer kon rekenen op een ruime meerderheid, ondanks dat de LPF niet vertegenwoordigd was in de Eerste Kamer.

Kabinet-Balkenende I
De bordesscène van de ministers van het kabinet-Balkenende I met in het midden vooraan koningin Beatrix bij Huis ten Bosch op 22 juli 2002
De bordesscène van de ministers van het kabinet-Balkenende I met in het midden vooraan koningin Beatrix bij Huis ten Bosch op 22 juli 2002
Coalitie CDA, LPF, VVD
Zeteltal TK 43 + 26 + 24 = 93
Premier Jan Peter Balkenende
Beëdiging 22 juli 2002
Demissionair 16 oktober 2002
Ontslagdatum 27 mei 2003
Voorganger Kok II
Opvolger Balkenende II
Formatie 2002
Zetels in de Tweede Kamer
Zetels in de Tweede Kamer
Overzicht kabinetten
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Verloop

bewerken

Het kabinet trad aan in een politiek en maatschappelijk woelige periode. Op 11 september 2001 had in New York de aanslag op het World Trade Center plaatsgevonden, vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2002 werd op 6 mei 2002 LPF-partijleider en -lijsttrekker Pim Fortuyn vermoord op het Media Park in Hilversum. Mede als gevolg van deze moord werd veiligheid een belangrijk thema van het kabinet, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Rob Hessing werd daarom belast met de portefeuilles openbare orde en veiligheid. Aan het asiel- en integratiebeleid werd ook veel aandacht besteed, zo werd er een nieuwe minister zonder portefeuille gecreëerd op het ministerie van Justitie. Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Hilbrand Nawijn hanteerde vervolgens een streng asiel- en integratiebeleid.

De verminderde economische situatie beperkte de ruimte voor investeringen in zorg en onderwijs. Er werden door vicepremier en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Eduard Bomhoff en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aart Jan de Geus plannen gemaakt voor een nieuw zorgstelsel en voor meer beperkingen van het aantal WAO'ers. Om verder te bezuinigen werden door minister van Financiën Hans Hoogervorst de fiscale voordelen van 'groen' beleggen verminderd en werd de spaarloonregeling versoberd.

De periode daarna kenmerkte zich door onrust binnen de LPF. De moord op Pim Fortuyn liet de partij zonder krachtig leiderschap en in de daaropvolgende maanden liepen interne conflicten tussen verschillende LPF-prominenten hoog op. Op 28 augustus 2002 maakte LPF–Tweede Kamer-fractievoorzitter Mat Herben plaats voor Harry Wijnschenk, die voor eenheid en stabiliteit moest zorgen. Interim-partijvoorzitter Ed Maas probeerde het partijbestuur en de landelijke organisatie op orde te krijgen. Intussen leidde vrijwel elke confrontatie van LPF-bewindslieden en Tweede Kamerleden met de pers tot opmerkelijk nieuws. Sommige LPF-bewindslieden lanceerden daarnaast soms onuitgewerkte ideeën, waardoor enkele bewindslieden soms meerdere malen op het matje werden geroepen door minister-president Balkenende. De aanhoudende interne conflicten leidden vervolgens tot een machtsstrijd tussen het partijbestuur, de Tweede Kamerfractie en de bewindslieden in het kabinet, waarna het kabinet uiteindelijk viel.[1][2][3] Op 16 oktober 2002 diende het kabinet ontslag in.[4]

Tijdens de demissionaire periode had het kabinet steun aan de invasie van Irak verleend. Dit is opmerkelijk, omdat er normaal gesproken tijdens een demissionaire periode geen politiek gevoelige beslissingen worden genomen. Het kabinet-Balkenende II besloot vervolgens om alleen politieke, maar geen militaire steun te geven.

Personele wijzigingen

bewerken

Acht uur na de beëdiging van het kabinet stapte staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Philomena Bijlhout (LPF) alweer op, nadat bekend werd dat zij langer dan eerder was aangegeven deel had uitgemaakt van de volksmilitie van Desi Bouterse in Suriname. Haar ontslag werd door Koningin Beatrix officieel verleend op 24 juli 2002. Op 9 september 2002 werd Khee Liang Phoa (LPF), die tot dan werkzaam was als directeur van de Stichting Verantwoord Alcohol Gebruik, benoemd als haar opvolger.[5]

Op 16 oktober 2002 traden minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Eduard Bomhoff en minister van Economische Zaken Herman Heinsbroek (beiden LPF) af, vanwege de conflicten die zij met elkaar hadden. Dezelfde dag viel het kabinet over deze conflicten.

Op 12 december 2002 trad minister van Defensie Benk Korthals (VVD) af, als gevolg van de conclusies van het onderzoek naar de bouwfraude, waaruit bleek dat hij de Tweede Kamer onjuist had ingelicht over een schikking tussen het Openbaar Ministerie en bouwondernemingen. De parlementaire enquêtecommissie die het onderzoek naar deze affaire verrichtte, uitte ernstige kritiek op het handelen van Korthals toen hij in het vorige kabinet minister van Justitie was. Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Henk Kamp (VVD) nam de functie waar tot het aantreden van het nieuwe kabinet.[6]

Samenstelling

bewerken
Ambtsbekleders Ambt / Portefeuille Termijn Partij
  Jan Peter Balkenende
(1956)
Minister-president /
Minister
Algemene Zaken 22 juli 2002 –
14 oktober 2010
[7]
CDA
  Johan Remkes
(1951)
Vicepremier Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties
22 juli 2002 –
27 mei 2003
VVD
Minister 22 juli 2002 –
22 februari 2007
[7]
  Eduard Bomhoff
(1944)
Minister Volksgezondheid,
Welzijn en Sport
22 juli 2002 –
16 oktober 2002
[8]
LPF
Vicepremier
  Roelf de Boer
(1949)
Verkeer en Waterstaat 18 oktober 2002 –
27 mei 2003
Minister 22 juli 2002 –
27 mei 2003
  Jaap de Hoop Scheffer
(1948)
Minister Buitenlandse
Zaken
22 juli 2002 –
3 december 2003
[7]
CDA
  Hans Hoogervorst
(1956)
Minister Financiën 22 juli 2002 –
27 mei 2003
VVD
  Piet Hein Donner
(1948)
Minister Justitie 22 juli 2002 –
21 september 2006
[7]
CDA
  Herman Heinsbroek
(1951)
Minister Economische Zaken 22 juli 2002 –
16 oktober 2002
[8]
LPF
  Hans Hoogervorst
(1956)
16 oktober 2002 –
27 mei 2003
VVD
  Benk Korthals
(1944)
Minister Defensie 22 juli 2002 –
12 december 2002
[8]
  Henk Kamp
(1952)
12 december 2002 –
22 februari 2007
[7]
  Aart Jan de Geus
(1955)
Minister Volksgezondheid,
Welzijn en Sport
16 oktober 2002 –
27 mei 2003
CDA
Minister Sociale Zaken en
Werkgelegenheid
22 juli 2002 –
22 februari 2007
[7]
  Maria van der Hoeven
(1949)
Minister Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap
  Cees Veerman
(1949)
Minister Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij
  Henk Kamp
(1952)
Minister Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer
22 juli 2002 –
27 mei 2003
VVD
  Hilbrand Nawijn
(1948)
Minister • Integratie
• Immigratie
• Asielzaken
• Vreemdelingenzaken

(Justitie)
LPF
  Rob Hessing
(1942)
Staatssecretaris • Rampenbestrijding
• Hulpverlening

(Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties
)
  Atzo Nicolaï
(1960–2020)
Staatssecretaris
[9]
Europese Zaken

(Buitenlandse Zaken)
22 juli 2002 –
7 juli 2006
[7]
VVD
  Agnes van Ardenne
(1950)
Staatssecretaris
[10]
Ontwikkelingssamenwerking

(Buitenlandse Zaken)
22 juli 2002 –
27 mei 2003
CDA
  Steven van Eijck
(1959)
Staatssecretaris • Fiscale Zaken
• Belastingdienst
• Agglomeratie Zaken
• Staatsloterij
• Muntwezen

(Financiën)
LPF
  Joop Wijn
(1969)
Staatssecretaris • Internationale Handel
• Exportbevordering
• Regionale Industrialisatie
• Consumentenbeleid
• Toerisme
• Energiebeleid
• Telecommunicatie
• PTT

(Economische Zaken)
CDA
  Cees van der Knaap
(1951)
Staatssecretaris • Materieelvoorzieningen
• Personeelsbeleid

(Defensie)
22 juli 2002 –
18 december 2007
[7]
  Clémence Ross-van Dorp
(1957)
Staatssecretaris • Jeugdbeleid
• Ouderenbeleid
• Gehandicaptenbeleid
• Verpleging- en Verzorging
• Medische Ethiek
• Biotechnologie
• Sport

(Volksgezondheid,
Welzijn en Sport
)
22 juli 2002 –
22 februari 2007
[7]
  Mark Rutte
(1967)
Staatssecretaris • Sociale Zekerheid
• Arbeidsomstandigheden
• Armoedebeleid
• Bijstandszaken
• Pensioenen

(Sociale Zaken en
Werkgelegenheid
)
22 juli 2002 –
17 juni 2004
[7]
VVD
  Philomena Bijlhout
(1957)
• Gezinszaken
• Emancipatiebeleid

(Sociale Zaken en
Werkgelegenheid
)
22 juli 2002 –
24 juli 2002
[8]
LPF
  Khee Liang Phoa
(1955)
9 september 2002 –
27 mei 2003
  Annette Nijs
(1961)
Staatssecretaris • Speciaal Onderwijs
• Beroepsgericht Onderwijs
• Volwassenenonderwijs
• Hoger Onderwijs
• Wetenschapsbeleid

(Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap
22 juli 2002 –
9 juni 2004
[7]
VVD
  Cees van Leeuwen
(1951)
• Cultuurbeleid
• Kunstbeleid
• Mediabeleid

(Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap
)
22 juli 2002 –
27 mei 2003
LPF
  Melanie Schultz van Haegen
(1970)
Staatssecretaris • Openbaar Vervoer
• Luchtvaart
• Spoorwegen
• Waterbeleid
• KNMI

(Verkeer en Waterstaat)
22 juli 2002 –
22 februari 2007
[7]
VVD
  Jan Odink
(1944–2018)
Staatssecretaris • Visserij
• Dierenwelzijn

(Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij
)
22 juli 2002 –
27 mei 2003
LPF
  Pieter van Geel
(1951)
Staatssecretaris • Milieuzaken
• Natuurbeheer

(Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer
)
22 juli 2002 –
22 februari 2007
[7]
CDA
Bron: Balkenende I Rijksoverheid.nl

Kabinetsformatie

bewerken
  Zie Kabinetsformatie Nederland 2002 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Reden ontslagaanvraag

bewerken
  Zie Kabinetscrisis over de LPF voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 16 oktober 2002 kwam het kabinet ten val, als gevolg van het opgelopen conflict tussen de LPF-bewindslieden vicepremier en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Eduard Bomhoff en minister van Economische Zaken Herman Heinsbroek. Op 15 oktober 2002 werd tijdens een kabinetsoverleg duidelijk dat het conflict tussen de twee LPF-bewindslieden tot een onhoudbare situatie had geleid. In verband met de uitvaart van prins Claus, die een week eerder was overleden, werd uit piëteit voor Koningin Beatrix de vergadering opgeschort en uitgesteld tot de volgende dag.[11]

Nog voor de aanvang van de vergadering op 16 oktober 2002 kondigde Eduard Bomhoff zijn ontslag aan, niet lang daarna gevolgd door Herman Heinsbroek. Op datzelfde moment werd LPF–Tweede Kamer-fractievoorzitter Harry Wijnschenk door zijn eigen fractie afgezet en vervangen door zijn voorganger Mat Herben. Vervolgens maakte VVD–Tweede Kamer-fractievoorzitter Gerrit Zalm bekend dat hij door alle conflicten in de LPF geen vertrouwen meer had in de partij als coalitiepartner, en trok hij de steun aan het gehele kabinet in. Ook CDA–Tweede Kamer-fractievoorzitter Maxime Verhagen liet vervolgens weten dat de LPF niet stabiel genoeg was, en verklaarde geen vertrouwen meer te hebben in het kabinet. Als gevolg kondigde minister-president Jan Peter Balkenende 's middags aan dat hij koningin Beatrix het ontslag van zijn kabinet zou aanbieden. Het kabinet werd demissionair, en kreeg de opdracht vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer voor te bereiden.[12][13]

Omdat het kabinet daardoor ten val kwam en demissionair was, werd die dag nog minister van Financiën Hans Hoogervorst (VVD) benoemd tot minister van Economische Zaken, en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aart Jan de Geus (CDA) tot minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, tot het aantreden van een nieuw kabinet. De functie van vicepremier werd vervolgens op 18 oktober 2002 overgenomen door minister van Verkeer en Waterstaat Roelf de Boer (LPF).

Zie ook

bewerken
Zie de categorie Cabinet Balkenende I van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.