Resolutie 1653 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1653 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 27 januari 2006. De resolutie vroeg om samenwerking tussen de landen in het Grote Merengebied tegen de gewapende groepen en milities in die regio.
Resolutie 1653 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 27 januari 2006 | |
Nr. vergadering | 5359 | |
Code | S/RES/1653 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Conflicten in het Grote Merengebied | |
Beslissing | Vroeg samenwerking tussen de landen tegen de gewapende groepen in de regio. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2006 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ||
![]() | ||
Een kaart van het Grote Merengebied uit de pre-koloniale tijd van de verkenningstochten door Congo.
|
Achtergrond
bewerkenInhoud
bewerkenWaarnemingen
bewerkenAl jaren werd het Grote Merengebied in Afrika geplaagd door gewapende conflicten waarbij op grote schaal de mensenrechten werden geschonden. De illegale ontginning van grondstoffen en de illegale wapenhandel wakkerden die conflicten nog verder aan. De humanitaire situatie in de regio was dan ook zeer slecht; vooral waar gewapende groepen de grenzen overstaken.
Op 19 en 20 november 2004 was in Dar es Salaam een eerste conferentie over vrede, stabiliteit, democratie en ontwikkeling in het Grote Merengebied gehouden. Intussen maakte het vredesproces in de regio vorderingen. Zo was in Burundi een regering verkozen en zaten de Congolese instellingen in een overgangsfase.
Handelingen
bewerkenEr werd op aangedrongen dat de landen in de regio verder bouwden aan goede onderlinge relaties en een vreedzame samenleving en dat ze tot een oplossing voor de disputen kwamen. De landen werden ook aangespoord om meer respect voor de mensenrechten aan de dag te leggen, vooral ten aanzien van vrouwen en kinderen. Ook werd erop aangedrongen dat schenders van de mensenrechten voor de rechter zouden worden gebracht. Hiervoor moest men samenwerken.
De activiteiten van milities en gewapende groepen werden sterk veroordeeld. Zo waren er die de bevolking, VN-personeel en hulpverleners aanvielen en werd de stabiliteit van de landen bedreigd. Die landen moesten hen ontwapenen en demobiliseren en samenwerken aan de repatriëring van buitenlandse groepen.