Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Grammatica van het Hongaars

Dit is het persoonlijke kladblok van PAvdK/Kladblok.
Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen die wat meer van Wikipedia) en mag dus geen onoorbare dingen te bevatten.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.
Enkele handige links: Spiekbriefje | Snelcursus

Andere testplaatsen: De algemene zandbak | De probeerpagina van de snelcursus | De sjabloonzandbak

P.A. van der Knaap (overleg) (Navigatie)

Goeienavond. Het is vandaag 26-04-2024

Grammatica van het Hongaars bewerken

lijstje bewerken

Gebruiker:PAvdK/Kladblok/ artikel opmerkingem Törkency
Grammatica van het Hongaars Hongaars 1 T01
Hongaars alfabet 2 T02
Hongaars braille 3 T03
Hongaarse spraakklanken 4 T04
5 T05
Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars achterzetsel 6 T06
Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars telwoord Hongaars telwoord 7 T07
Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars voornaamwoord 8 T08
Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars zelfstandig naamwoord
Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars meervoud
Hongaarse klinkerharmonie en verlagende stammen naamvallen
meervoud
(bezit)
(werkwoord → Hongaars werkwoord)
T09
Hongaarse naamvallen en uitgangen T10
Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaarse bezitsuitgangen T11
Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars werkwoord Hongaars werkwoord T12
Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaarse woordvorming 13 T13
Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaarse zinsbouw 14 T14

Bestaande delen:

naamwoorden en uitgangen aantekeningen bewerken

Stammen en uitgangen bewerken

Verschillende naamwoorden (zelfstandige en bijvoeglijke) en voornaamwoorden (persoonlijke, aanwijzende, betrekkelijke, vragende en telwoorden) kunnen naamvalsuitgangen krijgen of anderszins met uitgangen gecombineerd worden.

Zelfstandige naamwoorden hebben een (absolute) stam, die het trefwoord vormt waarmee het in woordenboeken staat vermeld: de zogenoemde 'woordenboekvorm'. Stammen kunnen voorzien worden van uitgangen, zoals woordvormende uitgangen, bezitsuitgangen, meervoudsuitgangen en naamvalsuitgangen. De stam van een naamwoord is meestal onveranderlijk. Er is een kleine groep van stammen, de zogenoemde 'verlagende' stammen, die aangepaste vormen van de uitgangen vereisen.

Klinkerharmonie (vocaalharmonie) is de het verschijnsel dat het type klinkers in de woordstam en in de uitgangen (suffixen) overeenstemmen volgens bepaalde regels. Klinkerharmonie is van belang bij de woordvorming, bij het gebruik van de uitgangen voor naamvallen en bij de vervoeging van werkwoorden. Er worden twee hoofdgroepen van klinkers onderscheiden, de achterklinkers (a, á, o, ó, u, ú) en de voorklinkers (e, é, i, í, ö, ő, ü, ű). Deze laatste groep klinkers wordt onderverdeeld naar de lipronding: de ongeronde klinkers (e, é, i, í) en de geronde klinkers (ö, ő, ü, ű).

De stam kan met een vaste volgorde gevolgd worden door verschillende (niet-woordvormende) uitgangen:

positie suffix opmerkingen
1. getal meervoud (voor enkelvoud is er geen uitgang)
2. bezitsuitgang of possessiefsuffix (voor enkelvoudig bezit)
3. bezitsuitgang of possessiefsuffix (voor meervoudig bezit)
4. naamwoordelijke bezitsuitgang (voor bezitter, enkelvoudig bezit)
5. naamwoordelijke bezitsuitgang (voor bezitter, meervoudig bezit)
6. naamvalsuitgang

Getal bewerken

Enkelvoud wordt niet apart aangegeven en heeft geen uitgang. Meervoud wordt aangegeven met een meervoudsuitgang. Voorbeelden:

  • a barát (nominatief) (de vriend) → a barátok (de vrienden)
  • az író (de schrijver) → az írók (de schrijvers)

Bezitsuitgangen bewerken

Hongaars kent geen bezittelijk voornaamwoorden, maar het bezit wordt gewoonlijk aangegeven met een bezitsuitgang voor de bezitter achter het naamwoord (bezit). Er zijn meervoudsuitgangen voor enkelvoudig bezit en voor meervoudig bezit. Voorbeelden:

  • barát (vriend) → barátom (mijn vriend) → barátaim (mijn vrienden)
  • barát (vriend) → barátod (jouw vriend) → barátaid (jouw vrienden)
  • barátság (vriendschap) → barátságunk (onze vriendschap)

Niet-bijvoeglijke bezitsuitgang bewerken

De uitgang wordt gebruikt voor een bezitter bij een enkelvoudig bezit ('naamwoordelijk bezit'). Als het bezit meervoudig is, dan is de uitgang -éi. Voorbeelden:

  • a barátom (mijn vriend) → a barátomé (die (enkelvoud) van mijn vriend) → a barátoméi (die (meervoud) van mijn vriend)
  • ön (u) → az öné (de uwe (enkelvoud), die (enkelvoud) van u) → az önéi (de uwe (meervoud), die (meervoud) van u)
  • ki? (wie) → a kié ez az auto? (wiens auto is dit?)

Naamvallen en uitgangen bewerken

Er zijn ruim twintig verschillende naamvallen met elk één, twee of drie verschillende vormvarianten (allomorfen) van de uitgangen, die standaard achter de stam van het naamwoord worden geplaatst. Als er een bezitsuitgang (possessiefsuffix) staat achter de stam, komt de naamvalsuitgang daarachter. Naamvallen kunnen ook met voornaamwoorden worden gecombineerd, maar vaak op een meer gecompliceerde wijze.

De keuze welke vormvariant van de uitgang gebruikt wordt, hangt in de eerste plaats af van de bepalende klinkers van de stam, waarachter de uitgang wordt geplaatst en wordt bepaald door de regels van de klinkerharmonie (vocaalharmonie). In geval dat de naamvalsuitgang geplaatst wordt achter een 'verlagende' stam of achter een bezitsuitgang, kan de keuze vormvariant daardoor beïnvloed worden.

Naamvallen kunnen op grond van hun functie in enkele groepen worden onderverdeeld. De bekendste groep wordt gevormd door de syntactische naamvallen: de nominatief (geen uitgang), de datief (uitgang: -nak, -nek) en de accusatief (uitgangen: -t of varianten). Een andere groep van naamvallen heeft betrekking op plaats en richting met als uitgangen de 'locatiefsuffixen'.

Eén vormvariant bewerken

Uitgangen met slechts één vormvariant wordt onveranderd gebruikt. Voorbeelden met één vormvariant voor -ig (terminatief) (tot, tot aan), -kor (temporalis) (om), -ért (causalis-finalis) (wegens/vanwege):

  1. a ház (het huis) → a házig: (tot aan het huis); öt óra (vijf uur) → öt óráig / ötig (tot vijf uur)
  2. öt óra (vijf uur) → öt órákor / ötkor (om vijf uur); mi (wat) → mikor? (wanneer?); az (dat) → akkor (dan)
  3. mi? (wat?) → miért? (waarom?); ez (dit) → ezért (hierom); az (dat) → azért (daarom)
  4. szomszédok (buren) → jön a szomszédokért (zij/hij komt voor/om de buren, zij/hij komt de buren ophalen)

Twee vormvarianten bewerken

Als een uitgang twee vormvarianten heeft, dan is alleen het verschil tussen achter- en voorklinker in de stam van belang. Voorbeelden met twee vormvarianten voor -nak, -nek(datief) (aan, voor), -ból, -ből (elatief) (uit →) en -ban, -ben (inessief) (→ in):

  1. Stam met achterklinkers:
    • a ház (het huis) → a házból (het huis uit), a házban (in het huis)
    • az (dat) → abban (daarin, in dat)
  2. Stam met voorklinkers (ongerond of gerond):
    • pince (kelder) → a pincéből (de kelder uit), a pincében (in de kelder)
    • mi? (wat?) → miben? (waarin?, in wat?)

Drie vormvarianten bewerken

Als een uitgang drie vormvarianten heeft, dan speelt ook nog de klinkerronding een rol bij de keuze van de passende uitgang. Voorbeelden met drie vormvarianten voor -on, -en, -ön (superessief) (op) en -hoz, -hez, -höz (allatief) (naar):

  1. Stam met achterklinkers:
    • fal (muur) → falon (op een muur), falhoz (naar een muur)
  2. Stam met ongeronde voorklinkers:
    • rét (weide) → réten (op een weide), réthez (naar een weide)
  3. Stam met geronde voorklinkers:
    • sün (egel) → sünön (op een egel), sünhöz (naar een egel)

Onderlinge beïnvloeding van stam en uitgang bewerken

Bij veel uitgangen die met een klinker beginnen, wordt niet alleen de uitgang, maar vaak ook de stam beïnvloed. Zo kan, na een stam met een eindklinker, de beginklinker van de uitgang vervallen of de stam verkort worden, de klinker van de stam kan vervallen of ingekort worden, of een -v worden tussengevoegd.

Beïnvloeding van stammen door uitgangen bewerken

Als algemene regel geldt dat bij stammen, die eindigen op -a of -e, deze eindklinker voor (vrijwel) alle uitgangen verlengd wordt tot , resp. . Voorbeelden:

  • alma (appel) → almában (inessief) (in een appel)
  • kefe (borstel) → kefétek (bezit, 2de persoon meervoud) (jullie (mv) borstel)

Bij de zogenoemde 'alternerende stammen' (woorden met meer stammen) hebben verschillende uitgangen met een beginklinker een wijzigende invloed op de stam. Veel voorkomend is het vervallen van de laatste (tweede) klinker van de stam of het inkorten daarvan.

  • torony (toren) → tornyok (meervoud) (torens) met een vervallen laatste klinker in de stam.
  • bogár (kever) → bogarak (meervoud) (kevers) met een verkorte laatste klinker van de (verlagende) stam, en een verlaagde meervoudsuitgang (-ak in plaats van -ok).
  • cső (buis, pijp) → csövek (meervoud) (buizen), csövem (bezit, 1ste persoon enkelvoud) (mijn buis) met verkorting van de eindklinker van de stam (ő → ö), tussenvoeging van een -v en verlaagde meervoudsuitgang (-ek in plaats van -ök) of verlaagde bezitsuitgang (-em in plaats van -öm).
  • falu (dorp) → falvak (meervoud) (dorpen) met vervangen van de eindklinker (-u) van de stam, met in de plaats daarvan een -v voor de verlaagde meervoudsuitgang (-ok → -ak).

Beïnvloeding uitgangen door de stam bewerken

Als een uitgang twee of drie vormvarianten (allomorfen) heeft, wordt de keuze van de vormvariant standaard bepaald door de regels van de klinkerharmonie in het Hongaars.

Als de stam van het naamwoord eindigt op een klinker kan de (instabiele) beginklinker van de uitgang vervallen. Voorbeeld:

  • hajó (nominatief) (schip) → hajón (superessief) (op een schip), uitgang -on-n

Bij de uitgangen -val, -vel (met) voor de comitatief of associatief assimileert de begin-v met de eind-medeklinker van de stam. Als de stam eindigt op een klinker, dan blijft de -v. Voorbeelden:

  • az a hajó (dat schip) → azzal a hajóval (comitatief) (met dat schip)
  • ez a bőrönd (deze koffer) → ezzel a bőrönddel (met deze koffer)

Als de niet-verlagende stam eindigt op een van de medeklinkers sz, z etc. dan vervalt bij de accusatief de beginklinker: -ot, -et, -öt worden -t. Voorbeeld:

  • a dal (het lied) → a dalt (accusatief) (het lied)
  • egy rész (een deel) → egy részt (accusatief) (een deel)

Na verlagende stammen wijzigt de beginklinker -o in -a, de beginklinker wijzigt in -e en de beginklinker -e wijzigt niet. Veel alternerende stammen zijn verlagend. Ook zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden zijn verlagend. Voorbeelden:

  • fal (muur) → falatok (bezit, 2de persoon meervoud) (jullie muur)
  • fül (oor/oren) → fülem (bezit, 1ste persoon enkelvoud) (mijn oor/oren)
  • egy híd (een brug) → hidak (meervoud) (bruggen)
  • a zöld (de groene) → kérem a zöldet (accusatief) (ik wil de groene)

Als een verlagende stam eindigt op een van de medeklinkers sz, z etc., dan vervalt bij de accusatief de klinker voor -t niet en wordt: -at, -et. Voorbeelden:

  • a vörös (de rode) → iszom a vöröset (accusatief) (ik drink de rode)
  • fehér (wit) → fehéret (accusatief) (wit). Alhoewel de stam eindigt op een -r is de uitgang achter de verlagende stam toch -et.
  • bogár (kever) → bogarat (accusatief) met een verkorte laatste klinker van de (verlagende) stam, en een verlaagde uitgang (-at in plaats van -t).

N.B.: Op de regel dat de beginklinker van een uitgang kan vervallen na een op een klinker eindigende stam zijn er verschillende uitzonderingen. Sommige uitgangen zijn onveranderlijk en hebben maar één vormvariant. Voorbeelden:

  • az író (de schrijver) → az íróért (causalis-finalis) (wegens de schrijver)
  • 13 ora (13 uur) → 13 oraig (terminatief) (tot 13 uur)
  • a hajó (het schip) → a hajóé (die van het schip)

Stapeling van uitgangen bewerken

Een absolute stam met een uitgang kan zelf weer als stam dienen voor verdere uitgangen. Voorbeeld:

  • barát (vriend) → barátom (mijn vriend) → barátomnak (datief) (mijn vriend, aan/voor mijn vriend)
  • barát (vriend) → barátaim (mijn vrienden) → barátaimat (accusatief) (mijn vrienden)

Woordvorming bewerken

Woorden, voorzien van een woordvormende uitgang en samengestelde naamwoorden worden apart als een nieuw trefwoord opgenomen in het woordenboek. Voorbeelden van (absolute) stammen met woordvormende uitgangen en van samengestelde woorden:

  • ír (schrijven) → író (schrijver)
  • író (schrijver) → írószer (schrijfgerei)
  • barát (vriend) → barátság (vriendschap) → barátságos (vriendschappelijk) → barátságosság (vriendschappelijkheid)

Woordsamenstellingen:

  • író (schrijver, schrijvend) + gép (apparaat) → írógép (schrijfmachine)
  • természet (natuur) + barát (vriend) → természetbarát (natuurvriend)

nog uitzoeken waarheen bewerken

In het algemeen heeft de stam geen invloed op de uitgang, met enkele regelmatige uitzonderingen.

  • Een aantal uitgangen heeft een instabiele beginklinker, die kan vervallen als de stam eindigt met een klinker. Bij de superessief (-on, -en, -ön) vervalt de beginklinker van de uitgang na een stam met een eindklinker:
    hajó (schip) → hajón (op een schip)
    kocsi (auto) → kocsin (op een auto)
  • Bij verlagende stammen zijn er andere vormvarianten van de uitgangen, waaruit de keuze gedaan moet worden op grond van de klinkerharmonie.

De meeste stammen zijn stabiel en onveranderlijk, maar er zijn enkele bijzonderheden.

  • Een vaste uitzondering wordt gevormd door stammen die eindige op -a, -e, die wordt verlengd tot -á, -é als er een uitgang op volgt.
  • Soms zijn er een of meer alternerende stammen. Deze alternerende stammen verschijnen afhankelijk van de erachter geplaatste uitgangen.

naamvallen tabel bewerken

De naamvallen kunnen op grond van hun functie verdeeld worden in 5 groepen en een restgroep.

A Syntactische of 'echte' naamvallen (voor onderwerp, meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp)
B Instrument, doel en resultaat
C Plaats (positie)
D Richting (voor heen en voor vandaan)
E Tijd (voor tijdstip, herhaling)
F Restgroep

Op grond van het gedrag bij klinkerharmonie zijn er zijn drie groepen uitgangen te onderscheiden:

  1. Onveranderlijke uitgangen, zoals -kor, -ig of -ért
  2. Twee harmoniserende uitgangen, zoals -nak/-nek of -val/-vel
  3. Drie harmoniserende uitgangen, zoals -hoz,-hez,-höz, -szor/-szer/-ször of -ok/-ek/-ök,

Naast klinkerharmonie speelt de aard van de stam een rol op de keuze van de uitgang:

  • Niet-verlagende stammen, gebruikelijk bij zelfstandige naamwoorden, met een groep van afwijkingen
  • Verlagende stammen, onder andere standaard bij bijvoeglijke naamwoorden

Bij sommige naamvallen zijn er verschillende groepen harmoniserende uitgangen voor de typen stammen, zoals drie harmoniserende uitgangen voor niet-verlagende stammen en twee harmoniserende uitgangen voor verlagende stammen. Dit komt alleen voor bij enkele met een klinker beginnende uitgangen.

TM aantekeningen bewerken

Tekst samenvatting bewerken


    • 1. Pronunciation, letter-to-sound correspondences.
      • 1.5.[1] De eindklinker -a/-e van de stam[1] krijgt (vrijwel) altijd verlenging bij toevoegen van een uitgang + uitgang/ + uitgang, maar er is geen verlenging van -a/-e voor de uitgangen -ként, -képpen, -kor, -ság/-ség, -szerű, -szor/-szer/-ször en voor de bijv. naamw.-vormende -i
    • 3.[2] zelfstandige naamwoorden
      • 3.1.[3] Structuur.
      • 3.2.[4] getal
        • 3.2.1.[5] meervouden bij enkelvoudig bezit bij regelmatige, niet alternerende stammen
          • niet-verlagende stammen krijgen 3-harmonisch meervoudsuitgang: -ok/-ek/-ök (volgens regels van vocaalharmonie)
          • verlagende stammen krijgen 2-harmonisch meervoudsuitgang: -ak/-ek (volgens regels van vocaalharmonie)
          • op een klinker eindigende stammen krijgen niet harmonisch uitgang: de instabiele beginklinker van uitgang vervalt: -k
        • 3.2.2. → 3.3.
      • 3.3.[6] bezitsuitgang + persoon: meervoud bij enkelvoudig bezit of bij meervoudig bezit
        • 3.3.1. bezitssuitgang, enkelvoudig bezit bij regelmatige, niet alternerende stammen (keuze op grond van vocaalharmonie)
          • -om/-em/-öm/-m, -od/-ed/-öd/-d, -ja/-je/-a/-e
            -unk/-ünk/-nk, -otok/-etek/-ötök/-tok/-tek/-tök, -juk/-jük/-uk/-ük
          • na op klinker eindigende stam vervalt instabiele beginklinker van de uitgang bij 1ste en 2de persoon enkelvoud en meervoud
            -m, -d, ø, -nk, -tok/-tek/-tök, ø
          • na verlagende stam wordt beginletter -a/-e (i.p.v. -o/-e/-ö) bij 1ste persoon enkelvoud en 2de persoon enkelvoud en meervoud
             1ste p ev. -am/-em (-om/-em/-öm), 2de p ev. -ad/-ed (-od/-ed/-öd), 2de p mv. -atok/-etek (-otok/-etek/-ötök)
          • keuze uitgang-variant beginnend met -j of -j-loze variant gekozen
            • uitgang-variant beginnend met -j wordt gekozen als stam eindigt op klinker
            • als eindmedeklinker van de stam is op -sz/-z/-s/-zs/-c/-cs/-ty/-gy/ny/-j/-ly/-m/-h wordt uitgang -j-loze variant gekozen
            • als andere eindmedeklinker van de stam (-sz/-z/-s/-zs/-c/-cs/-ty/-gy/ny/-j/-ly/-m/-h), dan onvoorspelbaar
            • alternerende stam bezitssuitgang gewoonlijk -j-loze variant van de uitgang
            • verlagende stam bezitssuitgang gewoonlijk -j-loze variant van de uitgang
        • 3.3.2. meervouden bij meervoudig bezit: -i, -jai, -jei, -ai, -ei + -m, -d, ø, -nk, -tok/-tek, -k
          • 3.6.2.2.[7] accusatief: beginklinker -ot/-et/-öt is instabiel:
          • beginlinker vervalt (-t variant) als
            • de (niet-verlagende en niet-klinkerverliezende) (naamwoord-)stam eindigt in een klinker
            • de (niet-verlagende en niet-klinkerverliezende) (naamwoord-)stam eindigt met -sz, -z, -s, -zs, -j, -ly, -l, -r, -n, -ny[8]
          • beginlinker (-o/-e/-ö) is aanwezig (-ot/-et/-öt varianten) als de (niet-verlagende en niet-klinkerverliezende) (naamwoord-)stam eindigt in een andere eindmedeklinker dan hierboven[9]
          • beginlinker (-a/-e) is aanwezig (-at/-et varianten) als
            • de (naamwoord-)stam verlagende is, zelfs met de eindmedeklinker -sz, -z, -s, -zs, -j, -ly, -l, -r, -n, -ny
            • de (naamwoord-)stam klinkerverliezend is, zelfs met de eindmedeklinker -sz, -z, -s, -zs, -j, -ly, -l, -r, -n, -ny
          • 3.6.2.3.[10] superessief (-on/-en/-ön), associatief (-ostul/-estül/-östül), distributief-temporeel (-onta/-ente/-önte) en distributief (-onként/-enként/-önként)
            • beginklinker is instabiel:
              • deze vervalt na een (naamwoord-)stam eindigend op een klinker
              • na een verlagende stam wordt deze -a/-e: -astul/-estül, -anta/-ente, -anként/-enként
              • na een verlagende stam blijft deze -o/-e/-ö bij het superessief: -on/-en/-ön
          • 3.6.2.4.[11] de instrumentalis -val/-vel en de translatief -vá/-vé hebben alternerende uitgangen, die assimileert met eindmedeklinker van de stam: dit geeft verdubbeling van eindmedeklinker
            • niet-alternerende uitgangen bij -van/-ven (tientallen), -vány/-vény, -va/-ve (bijwoord uit werkwoord)
    • 4.[12] alternerende stam, veranderlijke stamtypen:
      • alternerende stammen zijn stammen die kunnen veranderen afhankelijk van de vorm van de uitgang (stammen worden beïnvloed door bepaalde uitgangen), en veroorzaken onvoorspelbare veranderingen in de uitgangen
        • 4.1.[13] verlagende stammen
        • 4.2. klinkerverliezende stammen, verlagend of niet verlagend
        • 4.3. v-stammen, tevens verlagend (13)
          • 4.3.1. v-toevoegende stammen, tevens verlagend (7+3)
          • 4.3.2. eindklinker in -v veranderende stammen, tevens verlagend (3)
        • 4.4. klinkerverkortende stammen, tevens verlagend (>65)
        • 4.5. ontrondende stammen (>9)
        • 4.6. eindklinkerverliezende stammen (3)
        • 4.7. restgroep (3 - 5)
      • 4.1.[13] verlagende stammen zijn al of niet onveranderlijk, maar beïnvloeden keuze van uitgang-variant:
        • de instabiele beginklinker van uitgang is -a/-e in plaats van -o/-e/-ö
        • de instabiele beginklinker (-a/-e) van accusatief vervalt niet na eindmedeklinker van stam, waar deze anders wel zou vervallen (-sz, -z, -s, -zs, -j, -ly, -l, -r, -n, -ny)
        • alle v-stammen zijn verlagende stammen
        • alle klinkerverkortende stammen zijn verlagende stammen
        • 4.1.1. verlagende uitgangen
          • de meervoudsuitgangen zijn verlagende (-ok/-ek/-ök-ak/-ek)
          • de bezitsuitgangen zijn verlagend (-om/-em/-öm, -od/-ed/-öd, … → -am/-em, -ad/-ed, …)
          • verbuigingsuitgangen zijn verlagend
          • afleidingsuitgangen voor de vorming van bijvoeglijke naamwoorden zijn verlagend
          • afleidingsuitgangen (overige) zijn niet-verlagend
      • stam eindigt op een medeklinker
        • 4.2. klinkerverliezende stammen eindigen op een klinker (meestal o/e/ö) + een enkele medeklinker (uitzonderingen: vacak, kazal, ajak, bajusz)
          • de klinker voor de eindmedeklinker van de stam vervalt als de uitgang met een klinker begint
          • de instabiele beginklinker van de uitgang vervalt niet / blijft staan
          • uitzonderingen zijn de uitgangen, die geen klinkerverlies veroorzaken bij de stam:
          • de instabiele beginklinker (-o/-e/-ö) van accusatief vervalt niet, ook waar deze anders wel zou vervallen (-sz, -z, -s, -zs, -j, -ly, -l, -r, -n, -ny)
          • veel klinkerverliezende stammen zijn niet verlagende stammen (álom, bagoly, bokor, …)
          • sommige klinkerverliezende stammen zijn tevens verlagende stammen (ajak, bátor, birodalom, értelem, …)
          • alle stammen eindigend op -alom/-elem zijn verlagende en klinkerverliezende stammen
          • enkele klinkerverliezende stammen hebben ook nog omwisseling van aangrenzende medeklinker met de klinker,
             te weten teher → terhek, kehely → kelyhek, pehely → pelyhek
        • 4.4. (>65) klinkerverkortende stammen, tevens verlagende stammen, verkorten hun laatste of enige klinker in de stam voor een uitgang met beginklinker
          • niet verkort bij de uitgangen (naamwoordelijk bezit), -ért (causalis-finalis), -ig (terminatief)
          • niet verkort bij de uitgangen -on/-en/-ön (superessief)
          • bijzonderheid: eerste lettergreep is klinkerverkortend, en tweede lettergreep is klinkerverliezend: lélek → lelket
      • stam eindigt op een klinker, meestal verlagend
        • 4.3. (13) v-stammen: een groep van verlagende stammen die eindigen met een klinker, maar die eindigen op een -v als ze gevolgd worden door een met een klinker beginnende uitgang
          • uitzonderingen zijn de uitgangen (naamwoordelijk bezit), -ért (causalis-finalis), -ig (terminatief), die geen (extra) -v hebben voor de uitgang
          • 4.3.1. (10) v-toevoegende stammen, tevens verlagende stammen, voor een uitgang met beginklinker:
            • 4.3.1.1.: (7) eindklinker van de stam
              • (6) of wordt verkort voor de toegevoegde -v, voorbeeld: cső → csövek, ló → lovak
              • (1) wordt niet verkort voor de toegevoegde -v, voorbeeld: mű → művek
            • 4.3.1.2. (3) eindklinker van de stam wordt vervangen door -a voor de toegevoegde -v, voorbeeld: szó → szavak, tó → tavak
          • 4.3.2. (3) eindklinker in -v veranderende stammen, tevens verlagende stammen, voor een uitgang met beginklinker:
            • falu → falvak (ook wel: faluk!), daru → darvak (ook wel: darut!), tetű → tetvek (ook wel: tetűt!)
        • 4.5. (>9) ontrondende stammen eindigend op -ó, -ő veranderen in -a, -e voor bezitsuitgangen beginnend met -j, -i
          • ajtó → ajtaja ajtaitok, erdő → erdeje erdeitek, idő → ideje
        • 4.6. (3) eindklinkerverliezende stammen voor bepaalde bezitsuitgangen en meervoudsuitgangen
          • borjú → borja, borjaitok, borjak/borjúk; ifjú → ifja, ifjaitok, ifjak; varjú → varja/varjúja, varjaitok, varjak
      • 4.7. (3-5) restgroep, overige diverse andere onregelmatige stammen, zoals: fiú (2 betekenissen); apa, anya: száj; bíró
  • tabellen bewerken

    regelmatige naamwoorden bewerken

    Regelmatige naamwoorden, stammen en uitgangen, Samenvatting
    stam van het naamwoord verschillende uitgangen voorbeelden van zelfstandige
    en bijvoeglijke naamwoorden
    Naamwoord Verlagend? Woordeinde
    zelfstandige
    naam-
    woorden
    niet
    verlagend
    medeklinker
    groep 1[1]
    Pl Acc Pos1 Pos2 Pos3 Pos11 Pos22 Pos33 Ses Ins
    -ok
    -ek
    -ök
    -ot
    -et
    -öt
    -om
    -em
    -öm
    -od
    -ed
    -öd
    -(j)a
    -(j)e
    -unk
    -ünk
    -otok
    -etek
    -ötök
    -(j)uk
    -(j)ük
    -on
    -en
    -ön
    -[CC]al
    -[CC]el

    [2]
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    bot botok botot botom botja boton bottal
    rét rétek rétet rétem rétje réten réttel
    tök tökök tököt tököm tökje tökön tökkel
    niet
    verlagend
    medeklinker
    groep 2[3][4]
    Pl Acc Pos1 Pos2 Pos3 Pos11 Pos22 Pos33 Ses Ins
    -ok
    -ek
    -ök
    -t -om
    -em
    -öm
    -od
    -ed
    -öd
    -(j)a
    -(j)e
    -unk
    -ünk
    -otok
    -etek
    -ötök
    -(j)uk
    -(j)ük
    -on
    -en
    -ön
    -[CC]al
    -[CC]el

    [2]
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    dal dalok dalt dalom dala dalon dallal
    rész részek részt részem része részen résszel
    gőz gőzök gőzt gőzöm gőze gőzön gözzel
    niet
    verlagend
    klinker
    -a/-e
    Pl Acc Pos1 Pos2 Pos3 Pos11 Pos22 Pos33 Ses Ins
    -k -t -m -d -ja
    -je
    -nk -tok
    -tek
    -tök
    -juk
    -jük
    -n -val
    -vel
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst N.B.
    alma almák almát almám almája almán almával ! almaszerű
    kefe kefék kefét kefém keféje kefén kefével ! kefeként
    niet
    verlagend
    klinker
    -a/-e
    Pl Acc Pos1 Pos2 Pos3 Pos11 Pos22 Pos33 Ses Ins
    -k -t -m -d -ja
    -je
    -nk -tok
    -tek
    -tök
    -juk
    -jük
    -n -val
    -vel
    Sg Pl[5][6] Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    hajó hajók hajót hajóm hajója hajón hajóval
    kocsi kocsik kocsit kocsim kocsija kocsin kocsival
    fésű fésűk fésűt fésűm fésűje fésűn fésűvel
    verlagend medeklinker
    groep 1[1]
    Pl Acc Pos1 Pos2 Pos3 Pos11 Pos22 Pos33 Ses Ins
    -ak
    -ek
    -at
    -et
    -am
    -em
    -ad
    -ed
    -(j)a
    -(j)e
    -unk
    -ünk
    -atok
    -etek
    -(j)uk
    -(j)ük
    -on
    -en
    -ön
    -[CC]al
    -[CC]el
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    fog fogak fogat fogam foga fogon foggal
    szög szögek szöget szögem szöge szögön szöggel
    verlagend medeklinker
    groep 2[3]
    Pl Acc Pos1 Pos2 Pos3 Pos11 Pos22 Pos33 Ses Ins
    -ak
    -ek
    -at
    -et
    -am
    -em
    -ad
    -ed
    -(j)a
    -(j)e
    -unk
    -ünk
    -atok
    -etek
    -(j)uk
    -(j)ük
    -on
    -en
    -ön
    -[CC]al
    -[CC]el
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    ház házak házat házam háza házon házzal
    férj férjek férjet férjem férje férjen férjjel
    fül fülek fület fülem füle fülön füllel
    verlagend klinker
    Pl Acc Pos1 Pos2 Pos3 Pos11 Pos22 Pos33 Ses Ins
    -k -t -m -d -ja
    -je
    -nk -tok
    -tek
    -juk
    -jük
    -n -val
    -vel
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    ????
    bijvoeglijke
    naam-
    woorden
    verlagend medeklinker
    groep 1[1]
    Comp Pl Acc Ses Inst
    -abb
    -ebb
    -ak
    -ek
    -at
    -et
    -on
    -en
    -ön
    -[CC]al
    -[CC]el
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    kék kékebb kékek kéket kéken kékkel
    zöld zöldebb zöldek zöldet zöldön zölddel
    verlagend medeklinker
    groep 2[3]
    Comp Pl Acc Ses Inst
    -abb
    -ebb
    -ak
    -ek
    -at
    -et
    -on
    -en
    -ön
    -[CC]al
    -[CC]el
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    piros pirosabb pirosak pirosat piroson pirossal
    fehér fehérebb fehérek fehéret fehéren fehérrel
    vörös vörösebb vörösek vöröset vörösön vörössel
    verlagend klinker
    -a/-e
    Comp Pl Acc Ses Inst
    -bb -k -t -n -val
    -vel
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    barna barnább barnák barnát barnán barnával
    fekete feketébb feketék feketét feketén feketével
    szőke szőkébb szőkék szőkét szőkén szőkével
    niet
    verlagend
    medeklinker
    groep 1[1]
    Comp Pl Acc Ses Inst
    -obb -ok -ot
    -et
    -öt
    -on
    -en
    -ön
    -val
    -vel
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    nagy nagyobb nagyok nagyot nagyon naggyal
    görög - görögök görögöt görögön göröggel
    niet
    verlagend
    medeklinker
    groep 2[3]
    Comp Pl Acc Ses Inst
    -abb -ok -t -on
    -en
    -ön
    -val
    -vel
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    fiatal fiatalabb fiatalok fiatalt fiatalon fiatallal
    grúz - grúzok grúzt grúzon grúzzal
    ír - írek írt íren írrel
    verlagend klinker
    -a/-e
    Comp Pl Acc Ses Inst
    -bb -k -t -n -val
    -vel
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    apró apróbb aprók aprót aprón apróval
    megfelelő megfelelőbb megfelelőek megfelelőt megfelelőn megfelelővel
    megfelelők
    jobb jók jót jón jóval
    kicsi kisebb kicsik kicsit kicsin kicsivel
    allomorfen van uitgangen:
    1. niet-harmonische vormen
    2. twee harmonische vormen
    3. drie harmonische vormen
    Verklaring:
    Acc[4] accusatief
    Comp vergrotende trap (comparatief)
    Pl[7][8] meervoud (pluralis)
    Inst[9] instrumentalis
    Ses[10] superessief
    Sg enkelvoud (singularis)
    Verklaring:
    Pos1[11] bezit, 1ste persoon enkelvoud
    Pos2 bezit, 2de persoon enkelvoud
    Pos3 bezit, 3de persoon enkelvoud
    Pos11 bezit, 1ste persoon meervoud
    Pos22 bezit, 2de persoon meervoud
    Pos33 bezit, 3de persoon meervoud

    onregelmatige naamwoorden bewerken

    Alternerende stammen[1], naamwoorden en uitgangen
    stam van het naamwoord voorbeelden van zelfstandige
    en bijvoeglijke naamwoorden
    4.2.
    klinkerverliezende
    stam
    met een
    eindmedeklinker
    [2]
    voorbeeld uitgangen:
    Pl Dat Acc Pos1 Pos2 Pos3 Pos11 Pos22 Pos33 Ses Ins
    -ok
    -ek
    -ök
    -nak
    -nek
    -ot
    -et
    -öt
    -om
    -em
    -öm
    -od
    -ed
    -öd
    -a
    -e
    -unk
    -ünk
    -otok
    -etek
    -ötök
    -uk
    -ük
    -on
    -en
    -ön
    -[CC]al
    -[CC]el

    [3]
    niet
    verlagend
    eindmedeklinker
    groep 1[4]
    Sg Pl Dat Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    dolog dolgok dolognak dolgot dolgom dolga dolgon dologgal
    malom malmok malomnak malmot malmom malma malmon malommal
    érem érmek éremnek érmet érmem érme érmen éremmel
    tücsök tücskök tücsöknek tücsköt tücsköm tücske tücskön tücsökkel
    niet
    verlagend
    eindmedeklinker
    groep 2[5][6]
    (-sz, -z, -s, -zs, -j,
    -ly, -l, -r, -n, -ny,
    -ssz, -ss, -zzs, -lly,
    -ll, -rr, -nn, -nny
    )
    Sg Pl Dat Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    gyomor gyomrok gyomornak gyomrot gyomrom gyomra gyomron gyomorral
    eper eprek epernek epret eprem epre epren eperrel
    tükör tükrök tükörnel tükröt tükröm tükre tükrön tükörrel
    gödör gödrök gödörnek gödröt gödröm gödre gödrön gödörrel
    voorbeeld uitgangen:
    Pl Dat Acc Pos1 Pos2 Pos3 Pos11 Pos22 Pos33 Ses Ins
    -ak
    -ek
    -nak
    -nek
    -at
    -et
    -am
    -em
    -ad
    -ed
    -a
    -e
    -unk
    -ünk
    -atok
    -etek
    -uk
    -ük
    -on
    -en
    -ön
    -[CC]al
    -[CC]el
    verlagend eindmedeklinker

    groep 1[4]
    Sg Pl Dat Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    fogalom fogalmak fogalomnak fogalmat fogalmam fogalma fogalmon fogalommal
    farok farkak faroknak farkat farkam farka farkon farokkal
    türelem türelmek türelemnek türelmet türelmem türelme türelmen türelemmel
    verlagend eindmedeklinker
    groep 2[5]
    Sg Pl Dat Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    fátyol fátylak fátyolnak fátylat fátylam fátyla fátylon fátyollal
    fátyolok fátyolt fátyolom fátyola fátyolon
    sátor sátrak sátornak sátrat sátram sátra sátoron sátorral
    sátorom sátora
    vászon vásznak vászonnak vásznat vásznam vászna vásznon vászonnal
    (3) verlagend groep 2[5] &
    letteromwisseling
    Sg Pl Dat Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    teher terhek tehernek terhet terhem terhe terhen teherrel
    kehely kelyhek kehelynek kelyhet kelyhem kelyhe kelyhen kehellyel
    pehely pelyhek pehelynek pelyhet pelyhem pelyhe pelyhen pehellyel
    lélek lelkek léleknek lelket lelkem lelke lelken lélekkel
    4.4.[7] (>65)
    klinkerverkortende
    stam
    met een
    eindmedeklinker
    verlagend zelfstandige
    naamwoorden
    Sg Pl Dat Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    nyár nyarak nyárnak nyarat nyaram nyara nyáron nyárral
    kéz kezek kéznek kezet kezem keze kézen kézzel
    tűz tüzek tűznek tüzet tüzem tüze tűzön tűzzel
    út utak útnak utat utam útja úton úttal
    4.4.[7] klinkerverkortende
    stam
    met een
    eindmedeklinker
    voorbeeld uitgangen:
    Comp Pl Dat Acc Ses Inst
    -abb
    -ebb
    -ak
    -ek
    -nak
    -nek
    -at
    -et
    -on
    -en
    -ön
    -[CC]al
    -[CC]el
    verlagend bijvoeglijke
    naamwoorden
    Sg Comp Pl Dat Acc Ses Inst
    nehéz nehezebb nehezek nekéznek nehezet nehézen nehézzel
    verlagende
    stam (>25)
    met een
    eindklinker
    4.3.1. (>10)
    v-toevoegend
    na de
    eindklinker[8]
    (4.3.1.1.) (1)
    eindklinker
    stabiel
    Sg Pl Dat Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    vek műnek vet vem ve vön művel
    Sg Comp Pl Dat Acc Ses Inst
    vebb vek bőnek vet ven bővel
    bőek bőt bőn
    4.3.1.1. (7)
    klinkerverkorting
    van eindklinker
    Sg Pl Dat Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    ló lovak lónak lovat lovam lova lovon lóval
    cső csövek csőnek csövet csövem csöve csövön csővel
    kő kövek kőnek követ kövem köve kövön kővel
    fű füvek fűnek füvet füvem füve füvön fűvel
    4.3.1.2. (3)
    klinkerwijziging
    van eindklinker
    Sg Pl Dat Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    hó havak hónak havat havam hava havon hóval
    tó tavak tónak tavat tavam tava tavon tóval
    szó szavak szónak szót szavam szava szón szóval
    szók szóm szója
    4.3.2.[9] (3)
    eindklinker in
    -v veranderend
    Sg Pl Dat Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    falu falvak falunak falut falum falva falun faluval
    faluk faluja
    daru darvak darunak darvat darvam darva darun daruval
    daruk darut darum daruja
    tetű tetvek tetűnek tetvet tetvem tetve tetűn tetűvel
    tetűk tetűt tetűm tetűje
    4.5. (>9)
    ontrondende
    eindklinker,[10][11]
    Sg Pl Dat Acc Pos3 Pos22 Ses Inst
    ajtó ajtók ajtónak ajtót ajtaja ajtaitok ajtón ajtóval
    erdő erdők erdőnek erdőt erdeje erdeitek erdőn erdővel
    tüdő tüdők tüdőnek tüdőt tüdeje tüdeitek tüdőn tüdővel
    4.6.[12] (3)
    eindklinker
    verliezend
    zelfstandige
    naamwoorden
    Sg Pl Dat Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    borjú borjak borjúnak borjat borjúm borja borjún borjúval
    borjúk borjút borjúja
    ifjú ifjúak ifjúnak - ifja ifjún ifjúval
    ifjúk ifjút
    varjú varjak varjúnak varjat varjam varja varjún varjúval
    varjúk varjút varjúm varjúja
    bijvoeglijke
    naamwoorden
    Sg Comp Pl Dat Acc Ses Inst
    hosszú hosszabb hosszúak hosszúnak hosszút hosszún hosszúval
    könnyű könnyebb könnyűek könnyűnek könnyűt könnyűn könnyűvel
    szörnyű szörnyebb szörnyűek szörnyűnek szörnyűt szörnyűn szörnyűvel
    szörnyűbb szörnyűk
    4.7. (3 - 5)
    restgroep
    Sg Pl Dat Acc Pos1 Pos2 Pos3 Pos11 Pos22 Pos33 Ses Inst
    fiú fiúk fiúnak fiút fiam fiad fia fiunk fiatok fiuk fiún fiúval
    fiúm fiúd fiúja fiúnk fiútok fiújuk
    anya anyák anyának anyát anyám anyád anyja anyánk anyátok anyjuk anyán anyával
    apa apák apának apát apám apád apja apánk apátok apjuk apán apával
    apája apájuk
    báty_ bátyok bátynak bátyot bátyám bátyád bátyja bátyánk bátyátok bátyjuk bátyon báttyal
    öcs_ öcsök öcsnek öcsöt öcsém öcséd öccse öcsénk öcsétek öccsük öcsön öccsel
    száj szájak szájnak szájat szám szád szája szánk szátok szájuk szájon szájjal
    szájam szájad szájunk szájatok
    bíró bírák bírának bírát bírám bírád bírája bíránk bírátok bírájuk bírán bírával
    bírók bírónak bírót bíróm bíród bírója bírónk bírótok bírójuk bírón bíróval

    brontabel voor sloop bewerken

    Naamwoorden, stammen en uitgangen
    stam van het naamwoord voorbeelden van zelfstandige
    en bijvoeglijke naamwoorden
    3.
    regelmatig[1]
    =
    niet alternerend
    met eind-
    medeklinker
    groep 1[2]
    niet verlagende stam zelfstandige
    naamwoorden
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    bot botok botot botom botja boton bottal
    rét rétek rétet rétem rétje réten réttel
    tök tökök tököt tököm tökje tökön tökkel
    bijvoeglijke
    naamwoorden
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    nagy nagyobb nagyok nagyot nagyon naggyal
    holland - hollandok hollandot hollandon hollanddal
    görög - görögök görögöt görögön göröggel
    verlagende stam[3][4] zelfstandige
    naamwoorden
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    fog fogak fogat fogam foga fogon foggal
    szög szögek szöget szögem szöge szögön szöggel
    bijvoeglijke
    naamwoorden
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    kék kékebb kékek kéket kéken kékkel
    zöld zöldebb zöldek zöldet zöldön zölddel
    met eind-
    medeklinker
    groep 2[5][6]
    (-sz, -z, -s, -zs, -j,
    -ly, -l, -r, -n, -ny,
    -ssz, -zz, -ss, -ll, -rr,
    -nn, -nny, -ns, -nsz, -nz
    )
    niet verlagende stam zelfstandige
    naamwoorden
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    dal dalok dalt dalom dala dalon dallal
    rész részek részt részem része részen résszel
    gőz gőzök gőzt gőzöm gőze gőzön gözzel
    bijvoeglijke
    naamwoorden
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    fiatal fiatalabb fiatalok fiatalt fiatalon fiatallal
    verlagende stam zelfstandige
    naamwoorden
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    ház házak házat házam háza házon házzal
    férj férjek férjet férjem férje férjen férjjel
    fül fülek fület fülem füle fülön füllel
    bijvoeglijke
    naamwoorden
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    piros pirosabb pirosak pirosat piroson pirossal
    fehér fehérebb fehérek fehéret fehéren fehérrel
    vörös vörösebb vörösek vöröset vörösön vörössel
    met eind-
    klinker
    niet -a/-e
    niet verlagende stam zelfstandige
    naamwoorden
    Sg Pl[7][8] Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    hajó hajók hajót hajóm hajója hajón hajóval
    kocsi kocsik kocsit kocsim kocsija kocsin kocsival
    fésű fésűk fésűt fésűm fésűje fésűn fésűvel
    verlagende stam bijvoeglijke
    naamwoorden
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    apró apróbb aprók aprót aprón apróval
    megfelelő megfelelőbb megfelelőek megfelelőt megfelelőn megfelelővel
    megfelelők
    jobb jók jót jón jóval
    kicsi kisebb kicsik kicsit kicsin kicsivel
    met eind-
    klinker
    -a/-e [9][10]
     → -á/-é
    niet verlagende stam zelfstandige
    naamwoorden
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst N.B.
    alma almák almát almám almája almán almával ! almaszerű
    kefe kefék kefét kefém keféje kefén kefével ! kefeként
    verlagende stam bijvoeglijke
    naamwoorden
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    barna barnább barnák barnát barnán barnával
    fekete feketébb feketék feketét feketén feketével
    szőke szőkébb szőkék szőkét szőkén szőkével
    4. onregelmatig
    =
    alternerend
    [11]
    4.2.
    met een
    eindmedeklinker
    [12]
    klinkerverliezend
    groep 1[2] niet verlagende stam
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    dolog dolgok dolgot dolgom dolga dolgon dologgal
    érem érmek érmet érmem érme érmen éremmel
    tücsök tücskök tücsköt tücsköm tücske tücskön tücsökkel
    verlagende stam
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    fogalom fogalmak fogalmat fogalmam fogalma fogalmon fogalommal
    türelem türelmek türelmet türelmem türelme türelmen türelemmel
    groep 2[5]
    (-sz, -z, -s, -zs, -j,
    -ly, -l, -r, -n, -ny,
    -ssz, -ss, -zzs, -lly,
    -ll, -rr, -nn, -nny
    )
    niet verlagende stam
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    gyomor gyomrok gyomrot gyomrom gyomra gyomron gyomorral
    eper eprek epret eprem epre epren eperrel
    tükör tükrök tükröt tükröm tükre tükrön tükörrel
    verlagende stam
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    fátyol fátylak fátylat fátylam fátyla fátylon fátyollal
    fátyolok fátyolt fátyolom fátyola fátyolon
    sátor sátrak sátrat sátram sátra sátoron sátorral
    sátorom sátora
    (3) verlagende stam &
    letteromwisseling
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    teher terhek terhet terhem terhe terhen teherrel
    kehely kelyhek kelyhet kelyhem kelyhe kelyhen kehellyel
    pehely pelyhek pelyhet pelyhem pelyhe pelyhen pehellyel
    lélek lelkek lelket lelkem lelke lelken lélekkel
    4.4.[13]
    (>65)
    met een
    eindmedeklinker
    klinkerverkortend
    verlagende stam zelfstandige
    naamwoorden
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    nyár nyarak nyarat nyaram nyara nyáron nyárral
    kéz kezek kezet kezem keze kézen kézzel
    tűz tüzek tüzet tüzem tüze tűzön tűzzel
    út utak utat utam útja úton úttal
    bijvoeglijke
    naamwoorden
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    nehéz nehezebb nehezek nehezet nehézen nehézzel
    4.3.
    (13)
    v-stammen
    met een
    eindklinker
    verlagende stam
    4.3.1.
    (10)
    v-toevoegend
    na de
    eindklinker[14]
    (4.3.1.1.) (1)
    geen klinkerverkorting
    van eindklinker
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    vek vet vem ve vön művel
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    vebb vek vet ven bővel
    bőek bőt bőn
    4.3.1.1. (7)
    klinkerverkorting
    van eindklinker
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    ló lovak lovat lovam lova lovon lóval
    cső csövek csövet csövem csöve csövön csővel
    kő kövek követ kövem köve kövön kővel
    fű füvek füvet füvem füve füvön fűvel
    4.3.1.2. (3)
    klinkerwijziging
    van eindklinker
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    hó havak havat havam hava havon hóval
    tó tavak tavat tavam tava tavon tóval
    szó szavak szót szavam szava szón szóval
    szók szóm szója
    4.3.2.[15] (3)
    eindklinker in
    -v veranderend
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    falu falvak falut falum falva falun faluval
    faluk faluja
    daru darvak darvat darvam darva darun daruval
    daruk darut darum daruja
    tetű tetvek tetvet tetvem tetve tetűn tetűvel
    tetűk tetűt tetűm tetűje
    4.5. (>9)
    ontrondende eindklinker[16][17]
    verlagende stam
    Sg Pl Acc Pos3 Pos22 Ses Inst
    ajtó ajtók ajtót ajtaja ajtaitok ajtón ajtóval
    erdő erdők erdőt erdeje erdeitek erdőn erdővel
    tüdő tüdők tüdőt tüdeje tüdeitek tüdőn tüdővel
    4.6.[18] (3)
    eindklinkerverliezend
    verlagende stam
    zelfstandige
    naamwoorden
    Sg Pl Acc Pos1 Pos3 Ses Inst
    borjú borjak borjat borjúm borja borjún borjúval
    borjúk borjút borjúja
    ifjú ifjúak ifja ifjún ifjúval
    ifjúk ifjút
    varjú varjak varjat varjam varja varjún varjúval
    varjúk varjút varjúm varjúja
    bijvoeglijke
    naamwoorden
    Sg Comp Pl Acc Ses Inst
    hosszú hosszabb hosszúak hosszút hosszún hosszúval
    könnyű könnyebb könnyűek könnyűt könnyűn könnyűvel
    szörnyű szörnyebb szörnyűek szörnyűt szörnyűn szörnyűvel
    szörnyűbb szörnyűk
    4.7. (3 - 5)
    restgroep
    niet verlagende stam
    of
    verlagende stam
    Sg Pl Acc Pos1 Pos2 Pos3 Pos11 Pos22 Pos33 Ses Inst
    fiú fiúk fiút fiam fiad fia fiunk fiatok fiuk fiún fiúval
    fiúm fiúd fiúja fiúnk fiútok fiújuk
    anya anyák anyát anyám anyád anyja anyánk anyátok anyjuk anyán anyával
    apa apák apát apám apád apja apánk apátok apjuk apán apával
    apája apájuk
    báty_ bátyok bátyot bátyám bátyád bátyja bátyánk bátyátok bátyjuk bátyon báttyal
    öcs_ öcsök öcsöt öcsém öcséd öccse öcsénk öcsétek öccsük öcsön öccsel
    száj szájak szájat szám szád szája szánk szátok szájuk szájon szájjal
    szájam szájad szájunk szájatok
    bíró bírák bírát bírám bírád bírája bíránk bírátok bírájuk bírán bírával
    bírók bírót bíróm bíród bírója bírónk bírótok bírójuk bírón bíróval

    grote tabel bewerken

    Voorbeelden van uitgangen en onveranderlijke, verlagende of
    alternerende stammen van naamwoorden, telwoorden, achterzetsels
    Uitgangen, suffixen, achtervoegsels
    met beginklinker instabiel (meestal) beginklinker stabiel met begin-
    medeklinker
    3-harmonisch,
    beginklinker
    accusatief
    3-harmonisch
    2-harmonisch niet harmonisch
    meervoud,
    bezit 1ste pers. ev.
    rangtelwoord
    superessief
    accusatief bezit 1ste pers. mv. extern bezit
    terminatief
    causalis-finalis
    allatief
    adessief
    inessief
    instrumentalis
     
    voorbeelden →
    -ok/-ek/-ök, -ak/-ek, -k
    -om/-em/-öm, -am/-em, -m
    -odik/-edik/-ödik, -adik/-edik
    -on/-en/-ön, -n !
    -ot/-et/-öt,
     -at/-et,
    -t
    -unk/-ünk, -nk -é, -éi,
    -ig,
    -ért
    -hoz/-hez/-höz
    -nál/-nél
    -ban/-ben
    -val/-vel
    [1]
    Eindklinker -a/-e
    verlengend tot / [2]
    kutya = hond kutyák kutyát kutyánk kutyáé kutyánál
    lecke = les leckék leckét leckénk leckéért leckével
     

    Onver-
    ander-
    lijke

    stam [3]


     
    eindklinker
    niet
    verlengend
    (niet -a/-e)
    holló = raaf hollók hollót hollónk hollóé hollóval
    kocsi = wagen kocsik kocsit kocsink kocsiig kocsihoz
    mi? = wat? mik? mit? - miért, meddig? mihez?
    fésű = kam fésűk fésűt fésűnk fésűért fésűvel
    regelmatig

    (standaard)
    nap = dag, zon napok napot napunk napig nappal
    kert = tuin kertek kertet kertünk kerté kerttel
    öt = 5, vijf ötödik ötöt ötünk ötig öthöz
    bőrönd = koffer bőröndök bőröndöt bőröndünk bőröndért bőrönddel
    regelmatig,
    accusatief
    ingekort
    [4]
    lány = meisje lányok lányt lányunk etcetera


    és
    a
    többiek

    kés = mes kések kést késünk
    gőz = damp gőzök gőzt gőzünk
    verlagende
    stam
    [5]
    fal = muur falak falat falunk
    fej = hoofd fejem fejet fejünk
    szög = spijker, hoek szögek szöget szögünk
    verlagend
    bijna alle
    bijvoeglijke
    naamwoorden
    piros = rood pirosak pirosat pirosunk
    fehér = wit fehérek fehéret fehérünk
    zöld = groen zöldek zöldet zöldünk
     

    Alter-
    nerende

    (ver-
    ander-
    lijke)

    stam[6]

     
    klinker-
    verliezend

    [7]
    niet-verlagende dolog = ding dolgok dolgot dolgunk etcetera


    és
    a
    többiek

    eper = aardbei eprek epret eprünk
    köröm = nagel körmök körmöt körmünk
    verlagende
    stam
    bátor = dappere bátrak bátrat bátrunk
    három = 3, drie harmadik hármat hármunk
    birodalom = rijk birodalmak birodalmat birodalmunk
    érzelem = gevoel,
     emotie
    érzelmek érzelmet érzelmünk
    letter-
    omwisseling
    pehely = vlok pelyhek pelyhet pelyhünk
    teher = gewicht terhek terhet terhünk
    klinkerverkortende,
    verlagende stam[8]
    madár = vogel madarak madarat madarunk
    egér = muis egerek egeret egerünk
    tűz = vuur tüzek tüzet tüzünk
    v-stam,
    verlagend
    v-toevoegend,
    eindklinkerverkort
    [9]
    ló = paard lovak lovat lovunk
    cső csövek csövet csövünk
    fű = gras füvek füvet füvünk
    v-toevoegend,
    ontrondend
    [10]
    hó = sneeuw - havat, hót havunk
    tó = meer tavak tavat tavunk
    eindklinker in
    -v veranderend
    [11]
    falu = dorp falvak, (faluk !) falut ! falunk
    daru = kraan,
     kraanvogel
    darvak, (daruk !) darut !, (darvat) darunk
    tetű = luis tetvek tetűt !, (tetvet) tetűnk
     
    bij
    bezit
    3de persoon
    enkelvoud
     
    eindklinker stam (enkelvoud) meervoud bezitssuffix 3depers. enkelvoud  
    ontrondend
    [12]
    ajtó = deur ajtók ajtaja  
    erdő = bos erdők erdeje
    alternerende
    [13]
    borju = kalf borjuk borja
    varju = kraai varjuk varja

    EvS bewerken

    EvS[1]
    1. Naamwoorden
      1. Lidwoord
      2. Zelfstandig naamwoord
        1. Meervoud
        2. Lijdend voorwerp
        3. Meewerkend voorwerp
      3. Bijvoeglijk naamwoord en bijvoeglijke bepaling
        1. Meervoud
        2. Lijdend voorwerp
        3. Meewerkend voorwerp
        4. Trappen van vergelijking
        5. Vorming met achtervoegsels
      4. Voornaamwoorden
        1. Persoonlijk voornaamwoord
          1. Onderwerp
          2. Lijdend voorwerp
          3. Meewerkend voorwerp
        2. Wederkerig voornaamwoord, Magam
        3. Aanwijzend voornaamwoord
        4. Bezittelijk voornaamwoord en BEZIT
          1. Bezitsteken
          2. Bezitsconstructie
          3. Nadruk op bezitter
          4. 'hebben' constructie
        5. Vragend voornaamwoord
        6. Betrekkelijk voornaamwoord
        7. Onbepaald voornaamwoord
    2. Bijwoord en bijwoordelijke bepaling
      1. Bijwoord-vormende achtervoegsels
      2. Bijwoordelijke bepaling
        1. Achtervoegsel -val/-vel
        2. Achtervoegsel -ért
      3. Bijwoordelijke bepaling van tijd
      4. Bijwoordelijke bepaling van plaats
      5. Bijwoordelijke bepaling met achterzetsels
      6. Trappen van vergelijking
      7. Telwoorden
    3. Werkwoord
      1. Onbepaald en bepaald
      2. Tijden en wijzen
      3. Infinitief
      4. 'zijn' - van, lenni
      5. Tegenwoordige tijd
      6. Toekomende tijd
      7. Verleden tijd
      8. Voorwaardelijke wijs
      9. Aansporende/gebiedende wijs
      10. Deelwoorden
      11. Werkwoord-achtervoegsels
      12. Werkwoord-voorvoegsels
    4. Samengestelde zinnen
    5. Zinsbouw
      1. Woordvolgorde
      2. Focus

    EB bewerken

    EB[2]
    1. Algemene info
      1. Levensloop
      2. Fin-oegrische talen
    2. Klankleer
      1. Foneemsysteem
      2. Klinkers
      3. Woordaccent, intonatie
      4. Klinkers overzicht
      5. Medeklinkers
      6. Uitspraak
      7. Assimilatie, fusie
      8. Vocaalharmonie
    3. Werkwoord
      1. Vervoeging
      2. Impliciet object
      3. Verleden tijd - Preteritum indicatief
      4. Aansporende wijs - Presens adhortatief
      5. Voorwaardelijke wijs - Presens conditionalis
      6. 'Irrealis' - Preteritum conditionalis
      7. Ininitief
      8. Tegenwoordig deelwoord - Partcipium presentis
      9. Bijwoordelijk werkwoordsvorm - Verbaal adverbium
      10. -ik werkwoorden
      11. Werkwoorden met veranderlijke stam
      12. Werkwoord voorvoegsel - Verbaal-prefix
    4. Naamwoorden
      1. Zelfstandig naamwoord - Substantief
      2. Bezitsaanduiding - Persoonsuitgangen - Possessief suffixen
      3. Datief
      4. Accusatief
      5. Plaats- en richtingbepaling
      6. Locaal- of plaatsbepalende suffixen
      7. Plaatsbepalende postposities
      8. Modaliteits-suffixen
      9. Postposities
      10. Telwoord
      11. Voornaamwoorden
      12. Voegwoorden
      13. Interjecties
      14. Afleidings-suffixen
    5. Syntaxis
      1. Gezegde
      2. Congruentie
      3. Dubbele ontkenning
      4. Bevestigend antwoord
      5. Attribuut
      6. Toepassing lidwoord
      7. Possessief attribuut
      8. Woordvolgorde
      9. Prefix en werkwoord
      10. Vraagzinnen
      11. Intonatie

    TM bewerken

    TM[3]
    1. Uitspraak en letters
      1. Alfabet
      2. Klinkers
      3. Medeklinkers
        • niet in het schrift: regressieve klankassimilatie, degeminatie (verkorting lange klinkers), affricatie (sz, s), palatisatie (j-assimilatie), nasale plaats assimilatie
        • geschreven: Vocaalharmonie (uitgangen i.h.a. 2 of 3 alternatieve vormen)
      4. Verlenging van eind-a en -e: en
      5. Klemtoon
    2. Lidwoorden
      1. Onbepaald egy
      2. Bepaald a, az
      3. Weglating lidwoord
    3. Zelfstandig naamwoord
      1. Structuur: stam + 5 verbuigingsplaatsen: stam + aantal + bezitsaanduiding + (nominaal bezit + meervoud nominaal bezit) + naamval
      2. Aantal: enkelvoud ø, meervoud 3 standaard, 2 na verlagende stam, 1 na stam met klinkereinde; in combinatie met bezitsaanduiding
      3. Bezittersaanduiding: enkelvoudig bezit, meervoudig bezit
      4. Bezitsaanduiding , -éi (nominaal bezit)
      5. Naamval
        1. Functie: syntactisch, instrument, plaats, richting, tijd, overig
        2. Vormen: harmoniserende uitgangen 3 vormen, 2 vormen, niet-harmoniserende uitgangen
    4. Zelfstandig naamwoord stammen
      1. Verlagende stam & verlagende uitgang: keuze variant van uitgang onregelmatig (instabiele beginklinker uitgang; blijft behouden bij accusatief; superessief onveranderlijk)
      2. Klinker-verliezende stam: meestal stameinde -o[C], -e[C], [C]; uitgang met stabiele/instabiele beginklinker (uitzondering: geen klinkerverlies voor -ig, -ért, ) Soms Klinker-verliezende stam → verlagende stam (zoals -alom, -elem)
      3. v-stammen (tevens verlagende stam)
        1. v-toevoegende stammen
        2. eindkinker als v-veranderende stam
      4. Klinker-verkortende stammen (tevens verlagende stam)
      5. Ontrondende stammen
      6. Eindklinker-verliezende stammen
      7. Overige onregelamtige stammen
    5. Achterzetsels
    6. Voornaamwoorden
      1. Aanwijzende voornaamwoorden
      2. Bezittelijke voornaamwoorden
      3. Persoonlijke voornaamwoorden
      4. Wederkerende voornaamwoorden
      5. Wederkerige voornaamwoorden
      6. Vragende en betrekkelijke voornaamwoorden en bijwoorden
      7. Onbepaalde voornaamwoorden
      8. Universele voornaamwoorden
      9. Ontkennende voornaamwoorden
    7. Bijwoorden en bijvoeglijke voornaamwoorden
      1. Bijwoorden
      2. Bijvoeglijke voornaamwoorden
      3. Vergelijking
    8. Telwoorden
      1. Cardinale telwoorden
      2. Rangtelwoorden
      3. Breuken
    9. Werkwoorden
      1. Structuur
    10. Vervoeging en bepaaldheid
      1. Onbepaalde vervoeging
      2. Bepaalde vervoeging
    11. Tegenwoordige tijd
      1. Tegenwoordige tijd onbepaald
      2. Tegenwoordige tijd bepaald
      3. Tegenwoordige tijd ow. 1st p. ev., lv. 2de p.
    12. Verleden tijd
      1. Verleden tijd achtervoegsel
      2. Verleden tijd onbepaald
      3. Verleden tijd bepaald
      4. Verleden tijd ow. 1st p. ev., lv. 2de p.
    13. Voorwaardelijke wijs
      1. Voorwaardelijke wijs achtervoegsel
      2. Voorwaardelijke wijs onbepaald
      3. Voorwaardelijke wijs bepaald
      4. Voorwaardelijke wijs ow. 1st p. ev., lv. 2de p.
      5. Voorwaardelijke wijs verleden tijd
    14. Gebiedende wijs, adhortatief, conjunctief
      1. Gebiedende wijs onbepaald
      2. Gebiedende wijs bepaald
      3. Gebiedende wijs op -t eindigende werkwoorden
      4. Gebiedende wijs ow. 1st p. ev., lv. 2de p.
    15. Toekomende tijd
      1. Samenstelling van toekomende tijd
      2. Toekomende tijd van van
    16. Gebruik: Tijden, voorwaardelijke wijs, gebiedende wijs
      1. Tijden
      2. Voorwaardelijke wijs
      3. Gebiedende wijs
    17. Niet-finiete vormen
      1. Infinitieven (onpersoonlijk infinitief; infinitief met bezits-achtervoegsel)
      2. Deelwoorden (tegenwoordig, verleden, toekomend, bijwoordelijk)
    18. -ik werkwoorden
    19. Werkwoord-stammen
      1. Klinkerverliezende stam
      2. v-toevoegende stam
      3. Defectieve stammen
      4. sz/d en sz/z stammen
      5. Onregelmatige werkwoorden
    20. Werkwoord-achtervoegsels (uitgangen)
      1. Causatief: -at/-et/-tat/-tet
      2. Wederkerig
      3. Mogelijkheid, toestemming: -hat/-het
    21. Werkwoord-voorvoegsels
      1. Ruimtelijk
      2. Aspect
      3. Plaats van voorvoegsels
    22. Woordvorming: afleidingsachtervoegsels
      1. Afgeleide werkwoorden
      2. Afgeleide zelfstandige naamwoorden
      3. Afgeleide bijvoegelijke naamwoorden
      4. Afgeleide bijwoorden
    23. Constructie en zinnen
      1. Bezitsconstructie
      2. Weglating van persoonlijk voornaamoord
      3. Vragen
      4. Ontkenningen
      5. Infinitief constructies
      6. Woord volgorde
      7. Constructies met van


    XX bewerken

    De grammatica van het Hongaars heeft als onderwerp de fonologie (met de Hongaarse spraakklanken), de Hongaarse morfologie (de woordstructuur en woordvorming), en de zinsleer.

    • Niet een onderdeel van de grammatica maar wel samenhangend met de fonologie is de weergave van de Hongaarse klanken met het Hongaarse alfabet als een variant van het Latijns alfabet en het Hongaarse braille.
    • De Hongaarse morfologie betreft de woordstructuur en woordvorming. Een groot deel van de woorden ontstaat door agglutinatie, dus het combineren van morfemen, en er ontstaan nog vrijwel dagelijks nieuwe woorden (neologismen) door middel van ditzelfde procedé.
    • De Hongaarse zinsleer (syntax) heeft betrekking op de zinsdelen en zinnen in het Hongaars, waarder wordt gerekend de verbindbaarheid, volgorde, redekundige ontleding en de zinskern.

    In het onderstaande overzicht worden vooral die punten benadrukt waar het Hongaars duidelijk verschilt van het Nederlands en enkele opvallende kenmerken op het gebied van spraakklanken, van woordstructuur en woordvorming en van syntax.[1][2]

    Hoofdstukken / artikelen

    Hongaars
    1. Geschiedenis en verwantschappen
    2. Fonologie en schrift
      1. Hongaarse spraakklanken
      2. Hongaars alfabet
      3. Hongaars braille
    3. Morfologie: woordstructuur en -vorming
      1. Hongaarse klinkerharmonie en verlagende stammen
      2. Hongaarse naamvallen en uitgangen
      3. woordvorming Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaarse woordvorming
      4. meervoud Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars meervoud
      5. bezitsuitgangen Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaarse bezitsuitgangen
    4. Syntaxis: zinsdelen en zinnen
      1. werkwoorden Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars werkwoordHongaars werkwoord
      2. zelfstandige naamwoorden Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars zelfstandig naamwoord
      3. telwoorden Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars telwoord
      4. voornaamwoorden Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars voornaamwoord
      5. achterzetsels Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars achterzetsel
      6. zinsbouw en zinsdelen Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaarse zinsbouw

     

    Geschiedenis en verwantschappen bewerken

    Oeraalse taalfamilie

    Het Hongaars (magyar nyelv, magyarul) is de officiële taal van Hongarije en daarnaast de taal van de Hongaarse minderheden in de omringende landen. Het Hongaars is, buiten het Turks, de grootste taal in Europa die niet tot de Indo-Europese talen behoort. De taal heeft in totaal ongeveer 14,5 miljoen sprekers. Buiten Hongarije wordt er ook Hongaars gesproken in de buurlanden. De Hongaarse standaardtaal berust op het noordoostelijke dialect. De verschillen tussen de Hongaarse dialecten zijn overigens gering. Het meest verschillend is nog het Hongaars dat wordt gesproken door de Csángó's in Roemeens Moldavië.

    Het Hongaars behoort tot de Fins-Oegrische talen en is niet verwant aan de talen van de buurlanden. Het Hongaars is de grootste van de Finoegrische talen. Binnen de Fins-Oegrische talen vertegenwoordigt het Hongaars, samen met het Wogoels en het Ostjaaks, de Oegrische tak. De Hongaarse standaardtaal berust op het noordoostelijke dialect. De verschillen tussen de Hongaarse dialecten zijn overigens gering. Het meest afwijkend is nog het Hongaars dat wordt gesproken door de Csángó's in Roemeens Moldavië.

    Geen enkele andere Finoegrische taal lijkt zoveel op het Hongaars dat er sprake zou kunnen zijn van onderlinge verstaanbaarheid. Verwante talen als het Fins en het Estisch zijn voor een Hongaar even onbegrijpelijk als voor iemand die alleen het Nederlands beheerst. De verwantschap ligt vooral in de overeenkomsten in de grammatica en niet zozeer in de woordenschat.

    Geschiedenis bewerken

    Het Hongaars is in het eerste millennium na Christus met de Hongaren uit het oosten naar Europa gekomen. Onderweg werd de woordenschat uitgebreid met veel woorden uit Turkse en Iraanse talen. Sinds de taal ruim duizend jaar geleden het Karpatenbekken bereikte, onderging de taal invloeden van de omringende Slavische en Germaanse talen en in mindere mate van het Latijn en het Italiaans. Tegenwoordig is het Engels de belangrijkste bron van nieuwe woorden. De Hongaarse standaardtaal berust op het noordoostelijke dialect. De verschillen tussen de Hongaarse dialecten zijn overigens gering. Het meest afwijkend is nog het Hongaars dat wordt gesproken door de Csángó's in Roemeens Moldavië.

    Taalvernieuwing bewerken

    In de 19e eeuw kwam er een taalvernieuwing op gang die werd gevoed door de schrijvers zoals Ferenc Kazinczy. Hij voegde veel nieuwe woorden toe door streekbegrippen te introduceren in het standaard Hongaars, maar ook door Latijnse begrippen letterlijk te vertalen. Zo werd het Latijnse materia (materiaal) anyag in het Hongaars. Verder droeg hij Hongaarse woorden aan ter vervanging van woorden afkomstig uit de Duitse spreektaal; Krumpli (aardappel) werd bijvoorbeeld burgonya in het Hongaars, en Kellner werd pinczér (tegenwoordig gespeld als pincér).

    Schrift bewerken

    Hongaars QWERTZ-toetsenbord,
    zie Ő, Ű

    Het Hongaars is altijd met het Latijnse schrift geschreven. De oudste Hongaarse tekst, de zogenaamde Lijkrede (Halotti beszéd) dateert van het einde van de twaalfde eeuw. Het is de oudste bewaard gebleven geschreven tekst in enige Finoegrische taal. Om de in het Latijnse alfabet ontbrekende klanken weer te geven worden digrafen en diakritische tekens gebruikt. Het volledige Hongaarse alfabet bevat 44 "letters".

    Belangrijkste kenmerken bewerken

    Kenmerkend voor het Hongaars[3][4], zoals voor de meeste Finoegrische talen, is dat veel informatie binnen één woord wordt samengebracht door het gebruik van uitgangen (suffixen), die hun zelfstandige betekenis bewaren. Zulke talen worden agglutinerende talen genoemd. Door woorden aan elkaar te "plakken" worden eenvoudig nieuwe woorden gevormd.

    Fonologie en schrift van het Hongaars bewerken

    Spraakklanken en intonatie bewerken

    Zie Hongaarse spraakklanken voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
    Reactie van Fransvannes op Hongaarse spraakklanken en Hongaarse klinkerharmonie en verlagende stammen.

    Op het eerste gezicht kom ik in het eerste artikel niet veel echte fouten tegen. Niettemin is er wel het nodige op het artikel aan te merken, en dat komt vooral doordat niet helder is waarover het artikel precies gaat. Volgens de titel over spraakklanken, volgens de eerste zin over fonemen (dat is een deel van de spraakklanken), en vervolgens meteen ook over klemtoon en intonatie en ook nog eens heel vaak over spelling tot de regels van de alfabetisering aan toe. Vooral spelling is een onderwerp op zichzelf. Vuistregel: als je het over spraakklanken wilt hebben, moet je je beperken tot wat je kunt horen.
    Op detailniveau daarnaast nog dit:

    Als het over spraakklanken gaat, is het heel verwarrend om het over letters te hebben, zelfs als je dat woord tussen aanhalingstekens zet.
    "Stomme klinkers (zoals in het Nederlandse woordje "de") komen niet voor in het standaard Hongaars." Maar ook niet in de dialecten of in welk Hongaars dan ook!
    "Daardoor kunnen de niet beklemtoonde lettergrepen lang zijn, of beklemtoonde lettergrepen kort." Waardoor precies?
    Vermijd de term accent aigu: het is geen accentteken, zoals je verderop terecht aangeeft.

    Het andere artikel komt een andere keer aan de beurt. Groeten, Fransvannes (overleg) 14 apr 2016 16:38 (CEST)

    Prosodie bewerken

    Prosodie betreft de elementen van gesproken taal (of gebarentaal), die niet worden ondersteund door grammatica of de woordkeuze. Veelal wordt deze weergegeven door de interpunctie. Het betreft het ritme, de klemtoon en de intonatie van de stem bij het uitspreken van een zin of zinsdeel.

    • De klemtoon (accent) valt bij woorden en woordgroepen op de eerste lettergreep. In zinnen krijgen de woorden met de focus, die voor de zegswijze zijn geplaatst, de nadruk.
    • De intonatie van de meeste zinnen is geleidelijk dalend, maar bij bepaalde typen vragende zinnen (bij 'beslissingsvragen') krijgt de voorlaatste lettergreep een verhoging, waarna de laatste lettergreep weer daalt.
    • ritme

    Spelling en uitspraak bewerken

    Klinkers bewerken

    De klinkers (vocalen) hebben in het Hongaars[5]:§ 1.2 p.8-9. Vowels over het algemeen een constante waarde. Klinkers komen in korte en lange vorm voor.

    Eigennamen met een archaïsche schrijfwijze vormen ene onregelmatige uitzondering, zoals Dessewffy, wat wordt uitgesproken als "dezsőfi", Weöres als "vörös", Beőthy als bőti.

    Bij Hongaarse woorden komt een o niet voor aan het eind van een woord, maar wel bij enkele leenwoorden: deze o wordt dan uitgesproken als ó, zoals mono, anno, piano.

    In het Hongaars komen geen diftongs (tweeklanken) voor, dus twee op elkaar volgende klinkers worden apart uitgesproken, bijvoorbeeld in de leenwoorden auto en euro.

    Medeklinkers bewerken

    Medeklinkers (consonanten)[5]:§ 1.2 p.9-12 Consonants komen zowel kort als lang voor. Lange medeklinkers worden dubbel geschreven.

    Voorbeelden": fenn = boven, hall = horen, meccs = wedstrijd

    Een n, voorafgaand aan een g of een k wordt uitgesproken als [ŋ], als een Nederlandse ng in lang. yyyyy

    Klinkerharmonie bewerken

    De drie klinkertypen bij de klinkerharmonie
    klinkerronding
    =
    ↓ lipronding ↓
    tongstand,
    articulatieplaats
    achterklinker voorklinker
    ongerond a, á e, é, i, í
    gerond o, ó, u, ú ö, ő, ü, ű

    Klinkerharmonie houdt in dat er in een enkelvoudig woord gewoonlijk alleen klinkers zijn van één type. Bij het toevoegen van uitgangen wordt de vorm gekozen die past bij het klinkertype van de stam. De typen klinkers in het Hongaars zijn te onderscheiden op grond van tongstand (articulatieplaats) en in de tweede plaats op grond van de klinkerronding.

    De regels voor klinkerharmonie worden gebruikt bij werkwoordvervoeging, meervoudsuitgangen, bezitsaanduidingen en bij woordvorming.

    Enkele klinkers worden in bepaalde gevallen beschouwd als 'neutraal' en kunnen voorkomen als voor- of achterklinker: i, í, of zelfs e, é, i, í.

    Voorbeeld (voorklinkers): segít = helpen
    Voorbeeld (achterklinkers): hosszabb = langer → hosszabít = verlengen; híd = brug → hidak = bruggen

    Bij de werkwoordvervoeging zijn de meest persoonsuitgangen en ook sommige 'tekens' er in twee of drie vormvarianten (allomorfen), in andere gevallen is er slechts één vorm. Op grond van de regels voor de klinkerharmonie moet een keuze gemaakt worden uit de verschillende varianten van uitgangen (allomorfen). De keuze van de uitgang en van de 'tekens' is afhankelijk van de (laatste) klinker in de stam van het werkwoord.[5]:§ 1.4, p. 12-14. Vowel Harmony. Er zijn:

    1. onveranderlijke vormen (uitgangen en 'tekens' onveranderlijk),
    2. twee harmonische vormen (uitgangen en 'tekens' verschillend voor achter- en voorklinkers) en
    3. drie harmonische vormen (uitgangen en 'tekens' verschillend voor achter- en voorklinkers, met of zonder lipronding).

    Iets vergelijkbaars geldt ook voor de bezitsaanduidingen.

    Hongaars schrift bewerken

    Zie Hongaars alfabet, Hongaars braille en Hongaars voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

    Niet een onderdeel van de grammatica maar wel samenhangend met de fonologie is de weergave van de Hongaarse klanken met het Hongaarse alfabet als een variant van het Latijns alfabet en het Hongaarse braille.

    Woordstructuur en woordvorming, morfologie bewerken

    Morfologie: Woordstructuur en woordvorming
    1. enkelvoudige woorden: bogyó, fazék
    2. harmonische uitgangen"-hoz/-hez/-hoz, -tól/-től
    3. instabiele beginklinkers meervoud: -ok/-ek/-ök→-ak/-ek→-k
    4. instabiele beginklinkers accusatief: -ot/-et/-öt→-at/-et→-t
    5. hiertoe wordt ook gerekend de verlenging van de eindklinkers
      -a→-á en -e→-é bij de meeste uitgangen. kert→kertek, kutya→kutyák
    6. stamallomorfie: van↔vagy↔lesz, megy↔men↔gyer, isz↔iv
    7. alternerende stammen: egér→egerek, bokor→bokrok, hó→havat, ajtó→ajtaja
    8. achtervoegsels: -hoz/-hez/-höz; -nak/-nek; -val/-vel; -i; -ért; -kor
    9. achterzetsels: mögött, után, helyett, szerint
    10. meervoud: -ok/-ek/-ök, -ak/-ek, -k
    11. verlagende stammen: madár, fajdalom
    12. tekens voor verleden tijd: -t, -ott/-ett/-ött;
    13. tekens voor aanvoegende wijs -na/-ne;
    14. tekens voor gebiedende wijs -j

    Morfologie is in het algemeen de leer van de woordstructuur en de woordvorming. De morfologie houdt zich bezig met morfemen, de fundamentele bouwstenen vormen van de taal, de kleinste betekenisdragende eenheden in een woord. In zowel de fonologie, de grammatica, de historische taalkunde als de taaltypologie speelt morfologie een zeer belangrijke rol, aangezien morfemen de fundamentele bouwstenen vormen van iedere taal die enige mate van flexie of inflectie kent, en in het algemeen ook veel stabieler zijn, dat wil zeggen minder snel veranderen dan klanken (fonemen) en woorden (lexemen).

    Flexie is een morfologisch proces waarbij de vorm van een woord wordt aangepast aan zijn grammaticale functie in de zin of, in het geval van bijvoeglijke bepalingen aan het woord waarbij het hoort (→ congruentie). Men onderscheidt bij flexie tussen:

    1. verbuiging (declinatie) bij naamwoorden en voornaamwoorden
    2. naamwoorden en vervoeging (conjugatie) bij werkwoorden

    Woordstammen, klinkerharmonie en uitgangen bewerken

    Zie Hongaarse klinkerharmonie en verlagende stammen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

    Woordstam bewerken

    Het Hongaars is een agglutinerende taal: achter de stam van een woord kunnen veel uitgangen worden geplaatst om de betekenis en de functie van het woord te veranderen.

    Woordstam van naamwoorden en werkwoorden zijn in het algemeen stabiel (constant). Alternerende stammen kunnen echter veranderen onder invloed van erachter geplaatste tekens en uitgangen.

    Klinkerharmonie bewerken

    Uitgangen voor naamvallen, bij de vervoeging van werkwoorden, bij de woordvorming en bezitsuitgangen hebben vaak meerdere vormvarianten; de regels van de klinkerharmonie zijn belangrijk bij de toepassing van de uitgangen


    Uitgangen bewerken

    Uitgangen bij de verbuiging van naamwoorden, voornaamwoorden en telwoorden lijken sterk op elkaar.

    Waar in het Nederlands voorzetsels worden gebruikt heeft het Hongaars uitgangen en achterzetsels. Deze uitgangen en achterzetsel kunnen zelfstandig in combinatie met persoonsuitgangen voorkomen.

    Voorvoegsels komen vooral voor bij werkwoorden, waar ze verschillende veranderingen in betekenis kunnen aangeven, en bij bijvoeglijke naamwoorden voor de trappen van vergelijking.

    Meervouden bewerken

    Zie Hongaars meervoud voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
    1. Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars meervoud
    • Hongaars meervoud
      • meervouden van naamwoorden worden aangegeven met meervoudsuitgangen
      • na een telwoord staat het zelfstandige naamwoord in het enkelvoud
      • in combinatie met bezitsuitgangen worden eigen meervoudsvormen gebruikt
    Hongaarse meervouden en bezitsuitgangen
    Uitgang of suffix standaard-
    vorm
    na een
    verlagende
    stam
    na een
    klinker
    Meervoud -ok/-ek/-ök -ak/-ek -k
    Bezit enkelvoudig 1ste pers. e.v. -om/-em/-öm -am/-em -m
    2de pers. e.v. -od/-ed/-öd -ad/-ed -d
    3de pers. e.v. -a/-e, -ja/-je -ja/-je
    1ste pers. m.v. -unk/-ünk -nk
    2de pers. m.v. -otok/-etek/-ötök -atok/-etek/-etök -tok/-tek/-tök
    3de pers. m.v. -uk/-ük, -juk/-jük -juk/-jük
    Bezit meervoudig

    -i/-jai, -jei/-ai, -ei +
    1ste pers. e.v. -m
    2de pers. e.v. -d
    3de pers. e.v. Ø
    1ste pers. m.v. -nk
    2de pers. m.v. -tok/-tek
    3de pers. m.v. -k

    Bezitsuitgangen bewerken

    Zie Hongaarse bezitsuitgangen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
    Hongaarse bezitsuitgangen
    groep: naamval: uitgangen:
    standaard
    bindvocaal
    altern.
    bindvocaal
    geen
    bindvocaal
    standaard verlaagd eindklinker +
    niet-verlaagd
    bezitsuitgang
    enkelvoudig bezit
    1e persoon enkelvoud -om,-em,-öm -am,-em -m
    2e persoon enkelvoud -od,-ed,-öd -ad,-ed -d
    3e persoon enkelvoud -a,-e; -ja,-je
    1e persoon meervoud -unk,-ünk
    2e persoon meervoud -otok,-etek,-ötök -atok,-etek -tok,-tek,-tök
    3e persoon meervoud -uk,-ük; -juk,-jük
    bezitsuitgang
    meervoudig bezit
    1e persoon enkelvoud -aim,-eim; -jaim,-jeim -im
    2e persoon enkelvoud -aid,-eid, -jaid,-jeid -id
    3e persoon enkelvoud -ai,-ei, -jai,-jei -i
    1e persoon meervoud -aink,-eink; -jaink,-jeink -ink
    2e persoon meervoud -aitok,-eitek; -jaitok,-jeitek -itok,-itek
    3e persoon meervoud -aik,-eik, -jaik,-jeik -ik

    Hongaarse bezitsuitgangen (possessiefsuffixen) worden gebruikt om het bezit aan te geven, waar dat in het Nederlands gebeurt met bezittelijke voornaamwoorden (mijn, jouw, haar, etc).

    Het gebruik van de drie harmonische vormen voor de 1ste persoon enkelvoud en de 2de persoon enkelvoud en meervoud hangt af van de klinkers in de stam. Bij ander personen zijn er twee harmonische vormen. Er zijn verschillende vormen als het om een enkelvoudig, dan wel meervoudig bezit gaat. Voor meervoudig bezit is er een aanvullende reeks met bezitsuitgangen. Vóór de met een klinker beginnende uitgang wordt in veel gevallen nog een -j achter de stam gezet.

    Als er nog verdere uitgangen worden geplaatst achter de bezitsuitgang, dan worden deze uitgangen gekozen uit de vormen die achter een verlagende stam worden geplaatst.

    Voorbeeld: Barát = Vriend, barátom = mijn vriend, barátomat (accusatief, 4de naamval) = mijn vriend

    Zie:  Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaarse bezitsuitgangen 

    1. Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaarse bezitsuitgangen

    Hongaars possessiefsuffix zijn persoonsuitgangen: ze geven de persoon en het getal weer

    • om bezit aan te duiden worden uitgangen gebruikt in plaats van bezittelijke voornaamwoorden
    • uitgangen en achterzetsels kunnen ook weer gecombineerd worden met persoonsuitgangen of met aanwijzende voornaamwoorden
    • bij de vervoeging van werkwoorden zijn er ook uitgangen voor persoon en getal die sterk overeenkomen met de bezitsuitgangen

    Naamvalsuitgangen bewerken

    Hongaarse naamvallen en uitgangen
    naamval: uitgangen: groep:
    standaard
    bindvocaal
    altern.
    bindvocaal
    geen
    bindvocaal
    standaard verlaagd eindklinker +
    niet-verlaagd
    nominatief ø Syntactische naamval
    accusatief -ot,-et,-öt[1] -at,-et[2] -t[3]
    datief -nak,-nek[4]
    instrumentalis -val,-vel; -[CC]al,-[CC]el[5] Instrument, doel
    en resultaat
    sociatief
    causalis-finalis -ért
    translatief -vá,-vé; -[CC]á,-[CC[5]
    inessief -ban,-ben Lokaalsuffix plaats
    superessief -on,-en,-ön -n[6]
    adessief -nál,-nél
    illatief -ba,-be Lokaalsuffix richting
    elatief -ból,-ből
    delatief -ról,-ről
    sublatief -ra,-re
    ablatief -tól,-től
    allatief -hoz,-hez,-höz
    terminatief -ig Tijdssuffix
    distributief-
    temporalis
    -onta,-ente,-önte -nta,-nte[6]
    temporalis -kor
    distributief -onként,
    -enként,
    -önként
    -anként,
    -enként[7]
    -nként[6] Restgroep
    -onkint,
    -enkint,
    -önkint
    -ankint,
    -enkint[7]
    -nkint[6]
    associatief -ostul,
    -estül,
    -östül
    -astul,
    -estül[7]
    -stul,
    -stül[6]
    comitatief
    formalis -ként
    -képp
    -képpen
    essief -ul,-ül -l
    essief-modalis
    multiplicatief -szor,-szer,-ször
    zxzxzxzx -ság,-ség woordvorming
    -szerű

    Hongaarse naamvallen en uitgangen

    • uitgangen voor naamvallen, bij de vervoeging van werkwoorden en bij de woordvorming hebben vaak meerdere vormvarianten; de regels van de klinkerharmonie zijn belangrijk bij de toepassing van de uitgangen
    • naamvalsuitgangen (en achterzetsels) kunnen ook weer gecombineerd worden met persoonsuitgangen

    Het Hongaars kent een groot aantal uitgangen (suffixen), waarvan sommige gebruikt worden voor 'echte' (syntactische) naamvallen, maar veel andere waar in het Nederlands voorzetsels voor plaats en richting (lokaalsuffixen).

    De naamvalsuitgangen[8] worden gebruikt in het geval van

    1. syntactische naamvallen (nominatief, datief, accusatief)
    2. uitgangen van plaats en richting (ook wel: lokaalsuffixen)
    3. uitgangen voor tijd
    4. uitgangen voor modaliteit (uitgangen voor instrument, doel en resultaat)
    5. een restgroep.

    Naamvalsuitgangen worden onder andere toegepast bij zelfstandig naamwoorden en zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandig gebruikte telwoorden, bepaalde voornaamwoorden (sommige persoonlijke voornaamwoorden, vraagwoorden, betrekkelijk voornaamwoorden[9] en aanwijzend voornaamwoorden)

    Voorbeeld: a piros = de rode, a pirosban = in de rode
    voorbeelden: hármas = nummer drie, a hármast kérem = ik wil de nummer drie; több = meer, többet nem iszom = meer drink ik niet
    Voorbeeld: Ön = U, Önnek = aan/voor U; Maga = U, Magával = met U
    Voorbeelden: mi = wat, miben = waarin; ki = wie, kivel = met wie; melyik = welke, melyiket = welkeaccusatief
    Voorbeelden: ami = dat/wat, aki = wie, amelyik = welke
    Voorbeelden: ez = dit/deze, az = dat/die, ezek = deze (meervoud)

    De te kiezen juiste vorm van de uitgang hangt af van de stam, het type van de uitgang en de regels van de klinkerharmonie.

    1. de stam: het type van de stam, waarachter de uitgang wordt geplaatst
      • standaard, of
      • eindigend op een klinker, of
      • verlagend
    2. de uitgang: het type uitgang
      • aantal mogelijke vormen (niet harmonisch, 2-harmonisch, 3-harmonisch)
      • veranderlijkheid
      • beginnend met een instabiele klinker, of
      • beginnend met een assimilerende v-,
    3. klinkerharmonie: de regels van de klinkerharmonie. Op grond van het gedrag bij klinkerharmonie zijn er zijn drie typen uitgangen te onderscheiden:
      • drie harmoniserende uitgangen, zoals -hoz,-hez,-höz, -szor/-szer/-ször of -ok/-ek/-ök,
      • twee harmoniserende uitgangen, zoals -nak/-nek of -val/-vel
      • onveranderlijke uitgangen, zoals -kor, -ig of -ért

    Woordvorming en afleidingsuitgangen bewerken

    Nieuwe woorden, zoals werkwoorden en naamwoorden kunnen op regelmatige wijze gevormd worden met afleidingssuffixen: voor- en achtervoegsels. Deverbale uitgangen worden achter een werkwoord gezet om een nieuw woord te vormen, denominale uitgangen worden achter een naamwoord geplaatst.[1][2]

    1. Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaarse woordvorming
    • Hongaarse woordvorming: enkelvoudige woorden en afleidingen, samengestelde woorden
      • nieuwe werkwoorden, naamwoorden en bijwoorden kunnen op een regelmatige wijze gevormd worden met behulp van hun eigen afleidingsuitgangen of voorvoegsels
      • veel Hongaarse bijwoorden kunnen gevormd worden uit bijvoeglijke naamwoorden of uit werkwoorden
     
    werkwoords-afleidingssuffix
    (naar een werkwoord)
    naamwoords-afleidingssuffix  
    (naar een bijwoord)
    (naar een bijvoeglijk naamwoord) (naar een zelfstandig naamwoord)
     
    Deverbaal[3]
    • -ogat/-eget/-öget, -gat/-get
       (beszél = spreken → beszélget = praten, kletsen)
    • -hat/-het
       csinál = maken → csinálhat = kunnen maken
    • -tat/-tet, -at/-et
       ül = zitten → ültet = planten
        csinál = maken → csináltat = laten maken
    • -atlan/-etlen, -tlan/-tlen ()
    • -hatatlan/-hetetlen ()
    • -ható/-hető ()
    • -ó/-ő
        (esik = regenen, vallen → eső = regen
        elad = verkopen → eladó = verkoper)
    • -ós/-ős ()
    • -ás/-és
        (elad = verkopen → eladás = verkoop)
    • -alom/-elem ()
    • -dalom/-delem ()
    • -ság/-ség, -aság/-eség ()
    Denominaal[4]
    (van een bijvoeglijk naamwoord)
    • -ít
        (szép → szépít = mooi maken)
    • -ul/-ül, -l ()
    • -ság/-ség
        (szép = mooi → szépség = schoonheid)
    • -lag/-leg ()
    • -ul/-ül, -l ()
    • -on/-an/-en, -n ()
    Denominaal
    (van een zelfstandig naamwoord)
    • -kozik/-kezik
        (barát → barátkozik)
    • -i
        (város = stad → városi = stedelijk, stads)
    • -os/-es
        (barát = vriend → barátos = vriendelijk)
    • -ász/-ész
        (bor → borász)
    • -at/-et
        (gondol → gondolat)
    • -os/-es
        (lakat = slot → lakatos = slotenmaker)
    • -ság/-ség
        (hegy = berg → hegység = gebergte)
    ABCDEFG

    Zinsleer, syntaxis: zinsdelen en zinnen bewerken

    1. w:nl:Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaarse zinsbouw

    Woordsoorten bewerken

    Overzicht van woordsoorten in het Hongaars
    Lijst van Hongaarse woordsoorten (magyar szófalok):
    • werkwoord (ige)
    • naamwoorden (névszók)
      • zelfstandig naamwoorden (főnév)
      • bijvoeglijk naamwoorden (melléknév)
      • telwoord (számnév), zoals: egy, kettő, első, harmadik, fél, sok, kevés
      • voornaamwoord (névmás)
        • persoonlijk voornaamwoord (személyes névmás), zoals: én, te, ő, mi, ti, ők, engem, téged, őt, minket, titeket, őket, …
        • wederkerig voornaamwoord (visszaható névmás), zoals: magam, magad, maga, magunk, magatok, maguk …
        • wederkerend voornaamwoord (kölcsönös névmás), zoals: egymás, egymást, egymásé, egymásnak, egymásról, egymásért, egymásban, egymásra, egymáshoz, egymásból, egymástól
        • bezittelijk voornaamwoord (birtokos névmás), zoals: enyém, tied/tiéd, övé, mienk/miénk, tietek/tiétek, övék, enyéim, tieid/tiéid, övéi, mieink/miéink, tieitek, övéik …
        • aanwijzend voornaamwoord (mutató névmás) lehet közelre mutató, zoals: (ez,ilyen, emez, ennyi, emennyi stb), lehet távol(abb)ra mutató (az, olyan, amaz, annyi, amannyi stb.
        • vragend voornaamwoord (kérdő névmás), zoals: ki?, mi?, melyik?, mennyi?, hány?, mikor?, milyen?
        • betrekkelijk voornaamwoord (vonatkozó névmás), zoals: aki, amely, ahány, ami amennyi, …
        • onbepaald voornaamwoord (határozatlan névmás), zoals: valaki, valamekkora, valamennyi, valami, egyéb, másik, egyik, némely, néhány, néhol, olykor, némileg, valamikor …
        • algemeen voornaamwoord (általános névmás), zoals: akárki, senki, mindenki, bárki …
        • ontkennend voornaamwoord (tagadó névmás), zoals: semelyik, sehogyan, semekkora, soha …
    • overige alleenstaande woorden (egyéb önálló szófajok),
    • niet op zichzelfstaande woorden (nem önálló szófajok)
      • werkwoordvoorvoegsel (igekötő), zoals: abba‑, agyon‑, alá‑, által‑, át‑, be‑, bele‑, benn‑, egybe‑, el‑, ellen‑, elő‑, előre‑, fel‑ v. föl‑, félbe‑, félre‑, felül‑ v. fölül‑, fenn‑ v. fönn‑, hátra‑, haza‑, helyre‑, hozzá‑, ide‑, keresztül‑, ketté‑, ki‑, körül‑, közbe‑, közé‑, közre‑, közzé‑, külön‑, le‑, meg‑, mellé‑, neki‑, oda‑, össze‑, rá‑, rajta‑, széjjel‑, szembe‑, szerte‑, szét‑, tele‑, tova‑, tovább‑, tönkre‑, túl‑, újjá‑, újra‑, utána‑, végbe‑, végig‑, vissza
      • achterzetsel (névutó)
      • lidwoord (névelő)
      • voegwoord (kötőszó)
      • (módosítószó) betekeniswijzigende bijwoorden)
        • vraagwoord (kérdőszók), zoals: -e, vajon
        • bevestigingswoord (bizonyítószók), zoals: igen, bezzeg, bizony, dehogynem, hogyne, persze
        • ontkenningswoord, negatie (tagadószók), zoals: dehogy, nem, se, sem
        • verbodswoord (tiltószók), zoals: ne, nehogy
        • tussenwerpsel?? (óhajtószók), zoals: bár, bárcsak
        • határozatlanságot kifejező szók. Onbepaaldheid uitdrukkende woorden, zoals: aligha, alighanem, esetleg, hát, talán
  • Woordsoorten:

    1. Hongaars#Verwantschappen
    2. Hongaars#Geschiedenis
    3. Hongaarse spraakklanken
    4. Hongaars alfabet
    5. Hongaars braille
    6. Hongaarse klinkerharmonie en verlagende stammen
    7. Hongaarse naamvallen en uitgangen


    Werkwoorden bewerken

    Zie Hongaars werkwoord voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
    Zie ook werkwoorden

    Werkwoordstammen bewerken

    De werkwoordstam wordt gewoonlijk gebruikt bij de vorming van alle werkwoordstijden en wijzen. Op de stam volgt eerst het eventuele 'teken', en dan de persoonsuitgang.[1]:§ 9, p. 68 Verbs. Ook de onbepaalde wijs (infinitief) en de deelwoorden worden gevormd uit de werkwoordstam.

    Werkwoordvervoeging: Stam + Teken + Uitgang
    Stam tegenwoordig tijd ≈ 3de persoon enkelvoud[2] Absolute stam = woordenboekvorm zonder eventuele ik-uitgang.
    verleden tijd ≈ 3de persoon enkelvoud Absolute stam + -t, -ott, -ett, -ött
    voorwaardelijke wijs ≈ 3de persoon enkelvoud Absolute stam + -ná, -ná
    aansporende wijs ≈ 2de persoon enkelvoud Absolute stam + -j
    +

    Teken
    Tijd tegenwoordig tijd (tt.) verleden tijd (vt.) toekomende tijd
    Wijs aantonende wijs ø -t fog + infinitief
    voorwaardelijke wijs -ná/-né -t + volna
    aansporende wijs -j
    +

    Uitgang
    Persoon eerste persoon (1p.)
    tweede persoon (2p.)
    derde persoon (3p.)
    Getal enkelvoud (ev.)
    meervoud (mv.)
    Bepaaldheid onbepaald
    bepaald


    De werkwoordstammen eindigen vrijwel altijd op een medeklinker en zijn gewoonlijk stabiel: zij worden gebruikt bij alle tijden en wijzen. Naast de absolute stam is er bij sommige werkwoorden een alternatieve stam. Onregelmatige werkwoordstammen zijn stammen die kunnen veranderen als er een uitgang achter wordt geplaatst, ongebruikelijke veranderingen veroorzaken in de uitgangen of anderszins onvoorspelbare eigenschappen hebben. [1]:§ 19, p. 119-137. Verb Stems.

    Een vervoegde vorm van een werkwoord bestaat tenminste uit een werkwoordstam, een 'teken' voor de tijd of wijs en een persoonsuitgang. Het 'teken' of de persoonsuitgang kunnen ontbreken, zoals in de woordenboekvorm van het werkwoord, die overeenkomt met de derde persoon enkelvoud van de onbepaalde vervoeging van de tegenwoordige tijd (de woordenboekvorm is dus niet de infinitief, zoals in het Nederlands!).

    Een stam van een werkwoord kan nog verlengd worden met voor- en achtervoegsels, die de betekenis van het werkwoord wijzigen.

    Persoonlijke voornaamwoorden bewerken

    De 1ste naamval van de persoonlijke voornaamwoorden wordt alleen bij sterke nadruk gebruikt. Er is geen grammaticaal geslacht. De persoonlijke voornaamwoorden zijn:

    1ste naamval
    nominatief
    3de naamval
    datief
    4de naamval
    accusatief
    ev. én = ik nekem = mij engem = mij
    te = jij neked = jou téged = jou
    ő = hij/zij
    Maga/Ön = U
    neki = hem
    Magának/Önnek = U
    őt = hem
    Magát/Önt = U
    mv. mi = wij nekünk = ons minket = ons
    ti = jullie nektek = jullie titeket = jullie
    ők = zij
    Maguk/Önök = U
    nekik = hun
    Maguknak/Önöknek = U
    őket = hen
    Magukat/Önöket = U

    Onbepaalde en bepaalde vervoeging bewerken

    Afhankelijk van de bepaaldheid van het lijdend voorwerp wordt een andere vervoeging gebruikt.[1]:§ 10, p. 69-72 Definiteness: the Definite and Indefinite Conjugations.

    Tegenwoordige tijd, uitgangen en allomorfen
    persoon getal onbepaald bepaald
    1ste p. ev. -ok/-ek/-ök -om/-em/-öm
    2de p. -sz[3][4] -od/-ed/-öd
    3de p.[5] Ø [6] -ja/-i
    1ste p. mv. -unk/-ünk -juk/-jük
    2de p. -tok/-tek/-tök[7] -játok/-itek
    3de p. -nak/-nek[8] -ják/-ik
    1de p. ev.→2de p. -lak/-lek[9]

    De onbepaalde vervoeging wordt gebruikt als het lijdend voorwerp onbepaald is, bijvoorbeeld door een onbepaald lidwoord, een telwoord, 1ste of 2de persoon of een ontbrekend lijdend voorwerp, bij een onovergankelijk (intransitief) werkwoord. Dit is de 'standaardvervoeging'.

    De bepaalde vervoeging wordt gebruikt als het lijdend voorwerp bepaald is, dat wil zeggen specifiek door een bepaald lidwoord, aanwijzend voornaamwoord, bezitsuitgang. Ook deze vervoeging wordt veel gebruikt.

    De eerste persoon inclusief wordt gebruikt als het onderwerp 1ste persoon enkelvoud is en het lijdend voorwerp 2de persoon enkelvoud of meervoud. Voorbeelden:

    • látok sok fát = ik zie veel bomen (onbepaald)
    • látom azt a fát = ik zie die boom (bepaald)
    • látlak = ik zie jou (ik → jouaccusatief)

    Tekens bewerken

    Het 'teken' voor werkwoordstijden en wijzen staat direct na de stam en voor de uitgang. De tegenwoordige tijd heeft geen 'tekens' [1]:§ 11, p. 73-77. Present Tense

    Tekens voor tijden en wijzen
    jelen idő
    (tegenwoordige tijd, t.t.)
    ø
    mult idő
    (verleden tijd, v.t.)
    -t, -ott/-ett/-ött, -tt
    feltételes mód
    (voorwaardelijke wijs)
    -na/-ne
    felszólító mód
    (aansporende wijs)
    -j

    Er zijn drie 'tekens' die kunnen aangeven:

    De toekomende tijd wordt gevormd met een hulpwerkwoord (fog = zullen) en de infinitief (onbepaalde wijs).[1]:§ 15, p. 104-105. The Future Ook kan de tegenwoordige tijd betrekking hebben op de toekomst. Dan kan een bijwoord (majd = dan, holnap = morgen, jövőre = volgend jaar) gebruikt worden.

    Uitgangen bewerken

    De vervoeging van de werkwoorden vindt plaats met persoonsuitgangen achter de werkwoordstam. Het persoonlijk voornaamwoord worden in het Hongaars weinig gebruikt omdat de uitgang en de context al duidelijk maken over welke persoon het gaat. De achter de werkwoorstam geplaatste persoonsuitgang geeft verschillende zaken aan:

    1. de persoon,
    2. het getal (enkelvoud of meervoud) en
    3. de bepaaldheid van de vervoeging, wat afhangt van de het lijdend voorwerp (onbepaald of bepaald).[1]:§ 10, p. 69. Definiteness: the Definite and Indefinite Conjugations.
    4. met een 'teken' achter de stam en vóór de uitgang wordt de verleden tijd (van de aantonende wijs), de voorwaardelijke wijs of de gebiedende (aansporende) wijs aangegeven.
    Voorbeelden van persoonsuitgangen met vormvarianten
    (tegenwoordige tijd, onbepaalde vervoeging)
    ver-
    voe-
    ging
    Getal Persoon Standaard
    vervoeging
    Absolute stam eindigt op:
    -sisklank
    (-s, -sz, -z)
    -2 medeklinkers,
    of -ít
    Stan-
    daard
    ev. (én) 1ste -ok/-ek/-ök
    (te) 2de -sz -ol/-el/-öl -asz/-esz
    (ő) 3de ø
    mv. (mi) 1ste -unk/-ünk
    (ti) 2de -tok/-tek/-tök -otok/-etek/-ötök
    (ők) 3de -nak/-nek -anak/-enek
    -ik
    werk-
    woor-
    den
    ev. (én) 1ste -om/-em/-öm
    (ő) 3de -ik
    verder   als de standaard vervoeging

    Daarnaast zijn er uitgangen voor het infinitief, het verleden en het tegenwoordig deelwoord, en het werkwoordelijke bijwoord. Voorbeeld: -ni,-ani/-eni is de uitgang voor de infinitief.

    Standaard uitzonderingen bewerken

    Er zijn drie 'standaard' uitzonderingen op het algemene schema van de werkwoordvervoegingen. Deze komen frequent voor. Bijvoorbeeld bij de tegenwoordige tijd zijn dat:

    1. ik werkwoorden: uitgang -ik bij de woordenboekvorm[5][6]
    2. werkwoorden waarvan de stam eindigt op een sisklank (sibilant)[4]
    3. werkwoorden waarvan de stam eindigt op twee medeklinkers of op -ít[3][7][8]

    Werkwoordvoorvoegsels bewerken

    Werkwoorden kunnen ook voorzien worden van voorvoegsels, waarvan sommigen een tijdsaspect hebben. Werkwoordvoorvoegsels vervullende verschillende functies: vele geven plaats of richting aan.

    Voorbeeld: Megyek vidékre = Ik ga naar het platteland; Bemegyek a házba = Ik ga het huis binnen. (dubbele richtingbepaling)
    Voorbeeld: Tegnap olvastam egy könyvet és az újságot = Ik las gisteren een boek en de krant. Elolvastam tegnap a könyvet = Ik heb gisteren het boek uitgelezen.

    Werkwoordachtervoegsels bewerken

    De stam van het werkwoord kan worden verlengd met een of meer achtervoegsels om de betekenis van het werkwoord te veranderen. De werkwoordsuitgangen volgen weer op de achtervoegsels.[1]:§ 20, p. 138-140. Verbal Suffixes. Voorbeelden van achtervoegsels, die al of niet gecombineerd gebruikt kunnen worden:

    • -at/-et, -tat/-tet (laten),
    • -hat/-het (kunnen, mogelijk zijn)
    • -gat/-get (geeft herhalingen aan)
    • -kodik/-kedik/-ködik,-akodik/-ekedik (wederkerige werkwoorden) e.a.

    Deelwoorden bewerken

    Uit de werkwoordstam kunnen deelwoorden worden gevormd.[1]:§ 17.2, p. 114-115. Participles.

    De deelwoorden kunnen bijvoeglijk of zelfstandig gebruikt worden. Voorbeelden: Ez a ház eladó = Dit huis [is] te koop, A jövendő = De toekomst, Nyitva, Zárva = Geopend, Gesloten.

    Bijzondere werkwoordsvormen bewerken

    Naast de regelmatige werkwoorden zijn er een aantal groepen te onderscheiden:

    • als de uitgang begint met een klinker
      • klinkerverliezende werkwoordstammen, voorbeeld: seper (söpör) = vegen, seprek = ik veeg
      • v-toevoegende stammen, (fő = koken, lő = schieten, nő = groeien, nyű = verslijten, sző = weven, ró = kerven), voorbeeld: lő = schieten, lövök = ik schiet (hier tevens een klinkerverkorting ő→ö)
    • sz/d- en de sz/z-stammen
      • Cszik stammen (C = medeklinker), vaak is er een alternatieve stam, waarbij -szik vervangen wordt door -od/-ed of -oz/-ez
        Voorbeeld: mosakodik ↔ mosakszik = zich wassen (woordenboekvorm! letterlijk: hij/zij wast zich).
      • -uszik/-üszikstammen
      • sz/d/v- en de sz/z/v-stammen
    • de onregelmatige (en frequent voorkomende) werkwoorden
      • tesz = doen, vesz = kopen, hisz = geloven, lesz = worden, eszik = eten, iszik = drinken
      • van = zijn, megy = gaan, jön = komen

    Schema werkwoordvervoegingen bewerken

    In onderstaand schema staan de persoonsuitgangen voor de onbepaalde vervoeging en bepaalde vervoeging (tárgyatlan ragozás, tárgyas ragozás), en de tekens voor verleden tijd (múlt idő), voorwaardelijke wijs (feltételes mód) en aansporende wijs (felszólító mód).

    De onbepaalde vervoeging wordt ook wel de eerste (I.) of subjectieve vervoeging genoemd.
    De bepaalde vervoeging wordt ook wel de tweede (II.) of objectieve vervoeging genoemd.

    De persoonsuitgangen worden geplaatst achter een 'teken' (jel). Alleen in de tegenwoordige tijd (jelen idő) is er geen 'teken'.

    Als er meer harmonische vormen van de persoonsuitgangen zijn, dan worden deze vermeld. De juiste daarvan moet worden gekozen op grond van de regels voor klinkerharmonie.

    Er kunnen verschillende groepen werkwoordstammen worden onderscheiden, voornamelijk op grond van

    • de ik-uitgang van de werkwoordstam, dus achter de absolute stam,
    • de laatste klinker van de stam,
    • de eindmedeklinker(s) van de absolute stam.
    Tegenwoordige en de verleden tijd
    Schema van de aantonende wijs (kijelentő mód)
    eindlettergroep
    voorbeeld
    tijd
    idő →
    tegenwoordige tijd
    jelen idő
    verleden tijd
    múlt idő
    standaard:

    eindmedeklinker:
    -p, -b, -k, -g,
    -gy, -m, -f, -v.

    -[1 lettergreep] + d

    -kod, -ked, -köd
    kap, ég, lök
    ad, szed
    lépked
    persoon
    1. (én)
    2. (te)
    3. (ő)
    11. (mi)
    22. (ti)
    33. (ők)
    1②/1②②
    teken  (onbepaald)  (bepaald)
     Ø -ok/-ek/-ök -om/-em/-öm
    -sz -od/-ed/-öd
     Ø -ja/-i
    -unk/-ünk -juk/-jük
    -tok/-tek/-tök -játok/-itek
    -nak/-nek -ják/-ik
    -lak/-lek
    teken [10]  (onbepaald)  (bepaald)
     -t -am/-em -am/-em
    -ál/-él -ad/-ed
    -ott/-ett/-ött -a/-e
    -unk/-ünk -uk/-ük
    -atok/-etek -átok/-étek
    -ak/-ek -ák/-ék
    -alak/-elek
    ik-werkwoorden lakik,
    emelkedik,
    fesülködik
    persoon
    1.
    3.
    teken  (onbepaald)  (bepaald)
     Ø -om/-em/-öm  ↑
    -ik
    eindmedeklinker:
    sibilant:
    -s -sz -z -dz
    olvas, mos
    metsz
    néz, főz
    edz
    persoon
     
    2.
     
     
    teken  (onbepaald) assimilatie
     Ø -s + j → -ss
    -ol/-el/-öl -sz + j → -ssz
    -z + j → -zz
    -dz + j → -ddz
    -[korte klinker] + t,
    2 lettergrepen
    mutat,
    etet
    -[korte klinker] + t,
    een lettergreep
    fut, vet, köt
    teken  (onbepaald)  (bepaald)
    -ott
    -ett
    -ött
     ↑  ↑
    -át lát, bocsát
    -[lange klinker] + t tanít, épít, fűt
    persoon
    2.
    22.
    33.
    1②/1②②
    teken [10]  (onbepaald)  (bepaald)
    Ø
    -asz/-esz  ↑
    -otok/-etek/-ötök
    -anak/-enek
    -alak/-elek
    -[medeklinker] + t tart, ért, önt
    -st
    -szt
    fest
    oszt, ébreszt
    -[twee medeklinkers] old, csuklik
    -l, -r, -n, -ny, -j, -ly
    (-ad, -ed)
    vár, él, ül
    köszön
    halad, ijed
    teken  (onbepaald)  (bepaald)
    -t  ↑  ↑
    -ó, -ő, -ű
    v-toevoegend
    ró, lő, nő, sző,
    fő, nyű[11]
    teken [12] (onbepaald) (bepaald)
    voor
    een
    klinker:
    rov-
    löv-
    növ-
    szöv-
    v-,
    nyűv-
     ↑  ↑
    teken  (onbepaald)  (bepaald)
    -tt  ↑  ↑
    6 onregelmatige
    -sz/-v werkwoorden
    [13]
    tesz, vesz,
    visz, hisz

    eszik, iszik

    teken  (onbepaald)  (bepaald)
    -sz  ↑  ↑
    teken  (onbepaald)  (bepaald)
    -tt 3. ivott  ↑
    evett
    enkele andere
    onregelmatige
    werkwoorden
    jön
    persoon
    1.
    2.
    3.
    11.
    22.
    33.
    teken (intransitief)
      jövök
    sz
    jön
    jövünk
    jöttök
    jönnek
    teken (intransitief)
    tt  ↑
    megy
    persoon
    1.
    2.
    3.
    11.
    22.
    33.
    teken (intransitief)
      megyek
    sz
    megy
    megyünk
    mentek
    mennek
    teken (intransitief)
    ment  ↑
    van, lesz [14]
    persoon
    1.
    2.
    3.
    11.
    22.
    33.
    teken (intransitief)
      vagyok leszek
    vagy leszel
    van lesz
    vagyunk leszünk
    vagytok lesztek
    vannak lesznek
    teken (intransitief)
    volt
    lett
     ↑
    Voorkomen van het
    vervoegingstype:
    hoofdtype, "standaard"
    belangrijkste varianten
    belangrijk ander type
    Verklaring: Bijzondere vormen binnen paradigma: -ott/-ett/-ött
    Bepaaldheid: Onbepaalde vervoeging of vervoeging van onovergankelijk werkwoord
    Bepaaldheid: Bepaalde vervoeging (en werkwoord overgankelijk)
    Bepaaldheid: Onbepaalde & bepaalde vervoeging met gelijke uitgangen
    Zie boven:  ↑ , persoonsuitgangen als het hoofdtype van de onbepaalde vervoeging
    Zie boven:  ↑ , persoonsuitgangen als het hoofdtype van de bepaalde vervoeging
    1. a b c d e f g h i j k (en) Törkenczy Miklós (2002) Practical Hungarian Grammar. Corvina Books Ltd.
    2. Absolute stam = woordenboekvorm zonder eventuele ik-uitgang.
    3. a b na een stam eindigend op twee medeklinkers of op -ít wordt de uitgang -asz/-esz
    4. a b na een sibilant (-s/-sz/-z) wordt de uitgang -ol/-el/-öl
    5. a b de woordenboekvorm is de 3de persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd van de onbepaalde vervoeging
    6. a b er in de tegenwoordige tijd is geen uitgang achter de stam van het werkwoord, maar is -ik bij de "ik-werkwoorden"
    7. a b na een stam eindigend op twee medeklinkers of op -ít is de uitgang -otok/-etek/-ötök
    8. a b na een stam eindigend op twee medeklinkers of op -ít is de uitgang -anak/-enek
    9. de uitgang -lak/-lek wordt gebruikt als onderwerp 1de persoon enkelvoud, lijdend voorwerp 2de persoon enkelvoud of meervoud
    10. a b "bindvocaal" voor de uitgang, als de uitgang standaard begint met een medeklinker
    11. Bij fő = koken, nyű = verslijten wordt de klinker van de stam niet verkort.
    12. eindklinker van de stam verkort +v voor een uitgang die begint met een klinker
    13. vervoeging met sterk verkorte stam
    14. van = zijn, lesz = worden, zullen zijn
    Voorwaardelijke en de aansporende wijs
    Schema van de voorwaardelijke en de aansporende wijs
    eindlettergroep
    voorbeeld
    wijs
    mód
    voorwaardelijke wijs
    feltételes mód
    gebiedende wijs
    parancsoló mód
    =
    aansporende wijs
    felszólító mód
    standaard:

    eindmedeklinker -p, -b,
    -k, -g, -gy, -m, -f, -v.
    -[1 lettergreep] + d
    -kod, -ked, -köd
    kap, ég, lök
    ad, szed
    lépked
    persoon
    1. én
    2. te
    3. ő
    11. mi
    22. ti
    33. ők
    1②/1②②
    teken  (onbepaald)  (bepaald)
    -ná
    -né
    -nék [1] -m
    -l
    -d
    -na/-ne  Ø
    -nk
    -tok/-tek
    -nak/-nek -k
    -lak/-lek
    teken  (onbepaald)  (bepaald)
    -j -ak/-ek -am/-em
    Ø, -ál/-él -d/-od/-ed
    -on/-en/-ön -a/-e
    -unk/-ünk -uk/-ük
    -atok/-etek -átok/-étek
    -anak/-enek -ák/-ék
    -alak/-elek
    ik-werkwoorden [2] lakik,
    emelkedik,
    fesülködik
    persoon
    1.
    teken  (onbepaald)  (bepaald)
    -né -m
    teken  (onbepaald)  (bepaald)
    j -ék  ↑
    eindmedeklinker
    sibilant:
    -s -sz -z -dz
    olvas, mos
    metsz
    néz, főz
    edz
    assimilatie
    -s + j → -ss
    -sz + j → -ssz
    -z + j → -zz
    -dz + j → -ddz
    -[korte klinker] + t,
    2 lettergrepen
    mutat, etet
    assimilatie
    -t + j → -ss
    -[korte klinker] + t,
    een lettergreep
    fut, vet, köt
    -át lát, bocsát
    -[lange klinker] + t tanít, épít, fűt
    persoon
    3.
    teken  (onbepaald)  (bepaald)
    -aná/-ené -ana/-ene  ↑
    assimilatie
    -t + j → -ts
    -[medeklinker] + t tart, ért, önt
    -st
    -szt
    fest
    oszt, ébreszt
    assimilatie
    -st + j → -ss
    -szt + j → -ssz
    -[twee medeklinkers] old, csuklik
    -l, -r, -n, -ny, -j, -ly
    (-ad, -ed)
    vár, él, ül
    köszön
    halad, ijed
    -ó, -ő, -ű
    v-toevoegend
    ró, lő, nő, sző,
    fő, nyű
    6 onregelmatige
    -sz/-v werkwoorden
    [3]
    tesz, vesz,
    visz, hisz

    eszik, iszik

    persoon
    3.
    teken  (onbepaald)  (bepaald)
    -nná/-nné -nna/-nne  ↑
    teken  (onbepaald)  (bepaald)
    -gy,
    higgy 
     ↑  ↑
    enkele andere
    onregelmatige
    werkwoorden
    jön
    persoon
    2.
    3.
    11.
    22.
    teken (intransitief)
    jön  2.  
     3. jönne
    11.  
    22.  
    teken (intransitief)
    jj  2. + gyere (jöjj)
     3.
    11. + gyerünk (jöjjünk)
    22. + gyertek (jöjjetek)
    megy
    persoon
    3.
    11.
    teken (intransitief)
    men  3. menne
    11.  
    teken (intransitief)
    menj  3  
    11. + gyerünk (menjünk)
    van, lesz
    persoon
    2.
    3.
    teken (intransitief)
    vol,
    lenné
    2.
    3. volna, lenne
    teken (intransitief)
    legy 2. légy, legyél
    3.  
    Voorkomen van het
    vervoegingstype:
    hoofdtype, "standaard"
    belangrijk ander type
    Verklaring: Bijzondere vormen binnen paradigma: -na/-ne, -ana/-ene, -nna/-nne
    Bepaaldheid: Onbepaalde vervoeging of vervoeging van onovergankelijk werkwoord
    Bepaaldheid: Bepaalde vervoeging (en werkwoord overgankelijk)
    Bepaaldheid: Onbepaalde & bepaalde vervoeging met gelijke uitgangen
    Zie boven:  ↑ , persoonsuitgangen als het hoofdtype van de onbepaalde vervoeging
    Zie boven:  ↑ , persoonsuitgangen als het hoofdtype van de bepaalde vervoeging
    1. bij lage en hoge stamklinker komt een gelijke uitgang
    2. verouderde vervoeging ik-werkwoorden bij voorwaardelijke en aanporende wijs
    3. vervoeging met sterk verkorte stam

    Naamwoorden bewerken

    1. Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars zelfstandig naamwoord
    2. Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars telwoord
    • Hongaars naamwoord (zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden)
      1. Hongaarse woordstammen
        • stammen van naamwoorden zijn veelal constant, maar sommige stammen van naamwoorden zijn alternerend en afhankelijk van de uitgangen
        • verlagende stammen van naamwoorden hebben weer invloed op de vorm van de uitgangen
      2. Hongaars zelfstandig naamwoord
        • grammaticaal geslacht ontbreekt
        • zelfstandige naamwoorden en andere zelfstandig gebruikte voornaamwoorden kunnen gecombineerd worden met naamvalsuitgangen
        • lidwoorden gaan vooraf aan de naamwoorden, het onbepaalde lidwoord wordt echter betrekkelijke weinig gebruikt
      3. Hongaars bijvoeglijk naamwoord, trappen van vergelijking
        • bijvoeglijke naamwoorden en voornaamwoorden kunnen gecombineerd worden met naamvalsuitgangen

    Zelfstandige naamwoorden bewerken

    Zie:  Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars zelfstandig naamwoord 

    Voornaamwoorden bewerken

    Zie:  Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars voornaamwoord 

    1. Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars voornaamwoord
    • Hongaars voornaamwoord
      • grammaticaal geslacht ontbreekt
      • voornaamwoorden kunnen gecombineerd worden met naamvalsuitgangen
      • persoonlijke voornaamwoorden alleen gebruikt bij nadruk
      • bezittelijke voornaamwoorden zijn vervangen door bezitsuitgangen
      • bepaalde aanwijzende voornaamwoorden worden gebruikt in combinatie met een bepaald lidwoord

    Soorten:

    • persoonlijk voornaamwoord (személyes névmás)
    • wederkerig voornaamwoord (visszaható névmás)
    • wederkerend voornaamwoord (kölcsönös névmás)
    • bezittelijk voornaamwoord (birtokos névmás)
    • aanwijzend voornaamwoord (mutató névmás)
    • vragend voornaamwoord (kérdő névmás)
    • betrekkelijk voornaamwoord (vonatkozó névmás)
    • onbepaald voornaamwoord (határozatlan névmás)
    • algemeen voornaamwoord (általános névmás)
    • ontkennend voornaamwoord (tagadó névmás)

    Aanwijzende voornaamwoorden bewerken

    Achter de aanwijzende voornaamwoorden ez = dit, deze en az = dat, die blijft het bepaalde lidwoord staan.

    Bijwoorden bewerken

    zie: [1]

    trappen van vergelijking § 7.2.1.
    zonder of met bijwoord-vormend suffix (-an,-en,-n of -ul,-ül,-l)
    namen van talen met -ul,-ül
    • Hongaars bijwoord
      • veel Hongaarse bijwoorden kunnen gevormd worden uit bijvoeglijke naamwoorden of uit werkwoorden met behulp van uitgangen

    Achterzetsels bewerken

    Zie:  Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars achterzetsel 

    1. Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars achterzetsel
    • Hongaars achterzetsel
      • waar achterzetsels worden gebruikt, staan in het Nederlands voorzetsels
      • achterzetsels kunnen ook weer gecombineerd worden met persoonsuitgangen

    Telwoorden bewerken

    Zie Hongaars telwoord voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

    Zie:  Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars telwoord 

      1. Hongaars telwoord
        • telwoorden vormen in het Hongaars een subgroep van de bijvoeglijke naamwoorden
        • na een telwoord staat het zelfstandige naamwoord in het enkelvoud
        • telwoorden kunnen gecombineerd worden met naamvalsuitgangen

    Tussenwerpsels bewerken

    !

    Lidwoorden bewerken

    Het Hongaars is de enige Finoegrische taal met lidwoorden met een onderscheid tussen het bepaalde en het onbepaalde lidwoord. De lidwoorden krijgen geen uitgangen. Gewoonlijk worden in een zin de lidwoorden niet benadrukt.

    Het onbepaalde lidwoord egy (=een, één) wordt vaak weggelaten.

    Voorbeelden: ház=huis, egy ház=een huis

    Het bepaald lidwoord is a (=de) indien het staat voor een zelfstandig naamwoord beginnend met een medeklinker, en az indien er een klinker volgt. Het Hongaars kent geen grammaticaal geslacht, dus geen notie van mannelijk, vrouwelijk of onzijdig.

    Voorbeelden: a ház=het huis en az ágy=het bed.

    Zinsbouw bewerken

    Syntaxis, ook vaak zinsleer genoemd, is een deelgebied binnen de theoretische taalkunde dat in ruime zin de studie omvat van alles wat met de opbouw en structuur van zinsdelen en zinnen te maken heeft, ofwel van de zinsbouw. Het begrip syntaxis wordt ook wel gelijkgesteld aan zinsbouw. Syntaxis is van de taalkunde het meest uitgebreide deelgebied, waar traditioneel twee vormen van zinsontleding (analyse) naast elkaar worden gebruikt: taalkundige ontleding ofwel woordontleding, en redekundige ontleding ofwel zinsontleding

    Centraal in de syntaxis staan bijvoorbeeld de verschillende mogelijke volgordes van woorden en/of zinsdelen (SVO, SOV, VSO, VOS, OSV en OVS), iets dat doorgaans min of meer vastligt, in het bijzonder bij analytische talen.

    Een synthetische taal is in de morfologische taaltypologie strikt genomen elke taal waarin morfemen voorkomen, maar over het algemeen wordt de term "synthetisch" alleen gebruikt voor talen waarin de morfemen ook als portmanteaumorfemen kunnen voorkomen, dat wil zeggen meer dan een betekenis kunnen hebben. Voorbeelden van dergelijke talen zijn het Grieks en Latijn, evenals de meeste Baltische, Slavische en Fins-Oegrische talen zoals het Hongaars.



    Neutrale Hongaarse zinnen hebben een SVO-volgorde, zoals ook het Engels. Hongaarse is een nulonderwerp-taal, wat betekent dat het onderwerp niet altijd expliciet wordt vermeld. De woordvolgorde wordt niet bepaald door syntactische rollen, maar door praktische factoren. De nadruk wordt gelegd op de focus, het woord of zinsdeel onmiddellijk voorafgaande aan de persoonsvorm.

    Een zin bestaat meestal uit vier delen: topic (thema), focus (rhema), Persoonsvorm en de rest. Elk van de vier delen mogelijk leeg. Het onderwerp en de rest mag een onbeperkt aantal zinnen bevatten, maar de focus kan maximaal één zin bevatten.

    Nadruk bewerken

    Het zinsdeel waar de nadruk op valt en het in de rest van de zin min of meer om draait, is het rhema of focus. Dat deel komt voor de persoonsvorm te staan.

    Onderstaande tabel bevat als voorbeeld enige Hongaarse variatie van de zin Gergő tegnap elvitt két könyvet Csabának = "Gergő nam gisteren twee boeken mee voor Csaba." Behalve de persoonsvorm elvitt = "nam mee" bevat de zin de volgende elementen: "Gergő", "Csaba", "twee boeken" en "gisteren". De persoonsvorm elvitt heeft een afsplitsbaar voorvoegsel el, dat in sommige gevallen achter de rest van de persoonsvorm komt te staan: vitt el. [2]

    Topic (thema) Focus (rhema)| Persoonsvorm De rest Speciale betekenis
    Gergő tegnap elvitt két könyvet Csabának. Twee boeken zijn gisteren door Gergő voor Csaba meegenomen.
    (Het is met succes uitgevoerd; geen speciale benadrukking.)
    Gergő tegnap vitt el két könyvet Csabának. Het was gisteren dat Gergő twee boeken meenam voor Csaba.
    (Gergő nam voor Csaba twee boeken mee, maar het is specifiek gisteren gedaan.)
    Elvitt Gergő tegnap két könyvet Csabának. Gisteren zijn door Gergő twee boeken voor Csaba meegenomen.
    (De actie was voltooid; de boeken zijn nu bij Csaba's.)
    Két könyvet tegnap elvitt Gergő Csabának. twee boeken were indeed meegenomen door Gergő voor Csaba.
    (Misschien ook iets anders was meegenomen voor hem.
    Echter, de twee boeken zijn misschien niet het belangrijkste,
    bv. Gergő heeft misschien vergeten Csaba's documenten thuis.)
    Két könyvet vitt el Gergő tegnap Csabának. Gergő (only) nam mee voor Csaba twee boeken, nothing else.
    Gergő tegnap két könyvet vitt el Csabának. It was twee boeken that Gergő nam mee voor Csaba gisteren.
    (Wat Gergő en gisteren betreft
    waren het precies twee boeken die hij meenam voor Csaba.)
    Tegnap Gergő vitt el két könyvet Csabának. Het was gisteren dat Gergő twee boeken meenam voor Csaba.
    Gergő vitt el tegnap két könyvet Csabának. It was Gergő who nam mee voor Csaba twee boeken gisteren.
    Csabának vitt el tegnap Gergő két könyvet. It was voor Csaba to whom Gergő nam mee twee boeken gisteren.
    Gergő tegnap Csabának vitt el két könyvet. Gergő nam mee voor somebody twee boeken gisteren, but
    it was specifically voor Csaba to whom he nam mee them, not anybody else.

    The topic contains a phrase or phrases which the speaker supposes as known and which is used for introducing a topic that the statement will be about (cf. "as far as X is concerned, ..."). The focus attracts the attention to an element of the event which is either supposed as unknown or it may be a refutation to a possible opposing belief. It excludes the validity of the statement for all other individuals in question ("it was X and nothing else that...").

    Als er een focus in de zin is, dan wordt de verbale prefix achter de persoonsvorm/het werkwoord geplaatst. Als er geen werkwoordsvoorvoegsel is, is er in geschreven tekst mogelijk dubbelzinnigheid, omdat dat wat voor de persoonsvorm staat zowel het topic als de focus kan zijn.

    Example sentences and their interpretations follow:

    Topics Focus Verb The rest Special meaning
    Margit szereti a tulipánokat. Margit likes tulips.
    Margit szereti a tulipánokat. Margit likes tulips (and not iemand anders).
    Szereti Margit a tulipánokat. Margit does like tulips (even if someone doubts it).
    Margit a tulipánokat szereti. Margit likes tulips (and not iets anders).
    A tulipánokat Margit szereti. It's Margit that likes tulips (and not iemand anders, although iets anders may be liked door iemand anders).
    A tulipánokat szereti Margit. It's tulips that Margit likes (and not iets anders).

    Opmerkingen bewerken

    Voor bepalingen geldt in het Hongaars dat men eerst het meest significante weergeeft, terwijl een verdere precisering of detaillering consequent later volgt.

    Persoonsnamen bewerken

    Bij de geboorte krijgen de kinderen een voornaam (utónév, keresztnév), die gekozen moet worden uit een standaard lijst of die een vernoeming is van een verwante (zoals ouder, grootouder, oom, tante). De familienaam (vezetéknév, családnév) krijgen de kinderen gewoonlijk van hun vader. Aangezien een voornaam als een nadere precisering wordt opgevat bij een familienaam, aangezien een individu een onderdeel is van een familie, staan persoonsnamen vanuit Nederlands gezichtspunt in "omgekeerde" volgorde. Dit doet men in Hongarije alleen voor de namen van in Hongarije geboren inwoners, bij andere namen blijf de oorspronkelijke volgorde bewaard.

    Voorbeelden: Béla Bartók heet in het Hongaars Bartók Béla, de in Hongarije geboren József Kiprich heet daar Kiprich József, Johan Cruijff heet ook zo in het Hongaars.

    Bij een huwelijk kunnen vrouwen kiezen hoe ze ingeschreven willen worden. Als Kiss Katalin huwt met Nagy Antal zijn er een aantal mogelijkheden (waarbij aangeeft: de vrouw van):

    • Nagy Antal Kiss Katalin
    • Nagy Antal Katalin
    • Nagy Antal
    • Nagy Kiss Katalin
    • Nagy Katalin
    • Kiss Katalin

    Datums bewerken

    In datums schrijft men eerst het jaartal, dan de maand, dan de dag. Zo staat 1973 május 27., 1973.V.27. of 1973.05.27. voor 27 mei 1973 (de punt achter de dag betekent dat het om een rangtelwoord gaat).

    Zie ook bewerken