Elk woord in een taal behoort tot een bepaalde woordsoort, woordklasse ofwel lexicale categorie. Een lexicale categorie wordt over het algemeen gedefinieerd op grond van syntactische en morfologische kenmerken.

Een lexicale categorie kan open of gesloten zijn. Daarnaast worden inhoudswoorden onderscheiden van functiewoorden.

In de computationele taalkunde worden de woorden van tekst met behulp van part-of-speech tagging automatisch tot een bepaalde woordsoort (‘part of speech’) gerekend.

Alle talen bewerken

Het aantal lexicale categorieën, evenals de manier waarop ze precies worden ingedeeld, verschilt per taal en nog meer per taalfamilie. Zo wordt in veel niet-Indo-Europese talen geen onderscheid gemaakt tussen bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden, tussen bijwoorden en werkwoorden (zie statief werkwoord) of tussen bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandige naamwoorden. Anderzijds kent het Japans drie verschillende categorieën bijvoeglijke naamwoorden, waar de meeste andere talen er maar één hebben. Ook worden in het Japans, Koreaans en de Chinese talen telwoorden als een aparte categorie beschouwd.

Veel van de hier genoemde begrippen blijken onbruikbaar bij het beschrijven van de syntactische structuur van veel niet-Indo-Europese talen.

Nederlands bewerken

In de ontleding onderscheidt men in het Nederlands de volgende woordsoorten:

Voorbeeldzin bewerken

Het paard is overgevoelig geworden door het galopperen over harde straten.

Andere talen bewerken

In andere talen kent men ook de woordsoorten:

Zie ook bewerken

Zoek woordsoort op in het WikiWoordenboek.