Gebruiker:Kleon3/Kladblok/Caestert

De eerste middeleeuwse stadsmuur van Maastricht is de gangbare aanduiding voor de eerste stenen stadsmuur of stadsomwalling, die tijdens de middeleeuwen in de Nederlandse stad Maastricht tot stand kwam. De 2,4 km lange muur werd vanaf 1229 gebouwd ter bescherming van de toenmalige stad op de linker Maasoever. Die omvatte toen een gebied van circa .. hectare, min of meer overeenkomend met de huidige CBS-buurt Binnenstad en een deel van het Jekerkwartier. Na de bouw van de tweede middeleeuwse omwalling in de veertiende eeuw, bleef de oudere muur nog enkele eeuwen functioneren als secundaire verdedigingslinie.

Eerste middeleeuwse stadsmuur
Zuidoostelijk deel van de 1e stadsmuur: v.l.n.r. Helpoort, Jekertoren en Onze-Lieve-Vrouwewal
Locatie Maastricht, Vlag van Nederland Nederland
Algemeen
Type stadsmuur
Bouwmateriaal kolenzandsteen
Eigenaar Gemeente Maastricht; particulieren
Huidige functie toeristische bezienswaardigheid
Gebouwd in vanaf 1229
Gesloopt in 17e-20e eeuw (deels)
Monumentale status rijksmonument
Gebeurtenissen Beleg van Maastricht (1267), Beleg van Maastricht (1303), Beleg van Maastricht (1334)
Bijzonderheden ca. 750 m bewaard gebleven
Kleon3/Kladblok/Caestert
Portaal  Portaalicoon   Maastricht

Van de muur resteren nog aanzienlijke delen, waaronder de Helpoort, de oudste stadspoort van Nederland, een complete waltoren en enkele tientallen grotere en kleinere muurfragmenten met een totale lengte van ruim 700 meter. Deze zijn beschermd als rijksmonument.[1]

Geschiedenis bewerken

Bouw eerste stadsmuur bewerken

Over het precieze bouwjaar van de oudste middeleeuwse stadsmuur van Maastricht is geen duidelijkheid. In 1229 gaf de hertog van Brabant toestemming om een stenen muur om de stad te bouwen. Daarvoor, mogelijk in de twaalfde eeuw of eerder, was er al een aarden wal opgeworpen met daarop een houten palissade.[noot 1] In 1204 werd de aarden wal verwoest door de bisschop van Luik, medeheer van het tweeherige Maastricht, tijdens het Beleg van Maastricht (1204). In 1229 of kort daarna werd begonnen met de bouw van stenen stadspoorten en waltorens, die aanvankelijk nog met elkaar verbonden waren door de herstelde aarden wallen, maar die in de loop van de dertiende eeuw geleidelijk versteend werden. De nieuwe muur op de linker Maasoever bestond uit kolenzandsteen, strekte zich uit over een lengte van ongeveer 2,4 kilometer, was 5,5 tot 9 meter hoog en had in totaal dertien stadspoorten (waarvan acht Maaspoorten), twee waterpoorten (bij de Jeker) en vermoedelijk twaalf muurtorens.[2][4][5]

De eerste stadsmuur als primaire verdedigingsmuur bewerken

De eerste stadsmuur als secundaire verdedigingsmuur bewerken

Na het gereedkomen van de tweede middeleeuwse stadsmuur omstreeks 1350 fungeerde de eerste muur als reserve-verdedigingslinie. Ook al was het belang ervan verminderd, men bleef de oude stadsmuur zeker tot de zestiende eeuw onderhouden. Zo werden rond 1500 de kantelen op de muren vervangen door een bakstenen borstwering. De borstwering was toegankelijk via de poorten en torens. In de middeleeuwen mochten de bogen van de oude stadsmuur in vredestijd gebruikt worden als bergplaats. Ook werd er op sommige plaatsen handel onder gedreven en verschenen er hier en daar bouwwerken op de muur.

Tot omstreeks 1655 mocht tegen de veldzijde van de muur niet gebouwd worden.[6] Daarna werden de oude stadsgrachten gedempt en werden op veel plaatsen huizen gebouwd tegen de veldzijde van de muur. Het gebied van de Boichgraeve bleef echter grotendeels onbebouwd. Op de plattegrond van Maastricht in de Atlas van Loon uit 1652 is te zien dat het muurgedeelte langs de Boichgraeve aan de veldzijde geheel vrij ligt. Ook op de Franse maquette van Maastricht uit het midden van de achttiende eeuw zijn vrijwel alle terreinen grenzend aan de westelijke muur nog onbebouwd. Wellicht lag hier een openbare weg, die in de 19e eeuw verdween. Het gebied werd al sinds 1420 gebruikt als oefenterrein voor de handboogschutters, later ook van de voetboogschutters.[7]

Sloop stadspoorten, ontmanteling vesting, behoud en restauratie muurdelen bewerken

Tussen 1655 en 1660 werden de Gevangenpoort en de Leugenpoort gesloopt voor de bouw van het nieuwe stadhuis van Maastricht. In de achttiende eeuw verdwenen ook de meeste andere poorten van de eerste omwalling: in 1734 werden de Tweebergenpoort, de Lenculenpoort en de Minderbroederspoort, wegens bouwvalligheid afgebroken. In 1772 viel ook de Looierspoort onder de slopershamer.[8]

In 1867 werd de vestingstatus van Maastricht opgeheven. In de jaren daarna werden grote delen van met name de tweede middeleeuwse stadsmuur en de buitenwerken in opdracht van het Ministerie van Oorlog geslecht. Alle landpoorten van de tweede omwalling - ook die in Wyck - werden tussen 1867 en 1874 gesloopt, zodat de Helpoort, onderdeel van de eerste omwalling, als enige overbleef. Hoewel Victor de Stuers en enkele anderen zich inzetten voor behoud van het historisch erfgoed, hield de sloopwoede nog tot begin twintigste eeuw aan. Een van de laatste stuiptrekkingen van deze sloopwoede was de sloop van de ronde poorttoren van de Tweebergenpoort in 1926. Desalniettemin bleef nog relatief veel van de eerste muur gespaard, wellicht doordat deze voor een groot deel was opgenomen in de binnenstedelijke bebouwing en daar soms letterlijk deel van uit maakte.

Erfgoed bewerken

Muurrestanten bewerken

Van 2,4 km lange dertiende-eeuwse walmuur zijn nog aanzienlijke delen bewaard, in totaal circa 750 m. Sommige delen bevinden zich op particulier terrein; de rest is eigendom van de Gemeente Maastricht. Een dertigtal onderdelen van de muur zijn (afzonderlijk) geclassificeerd als rijksmonument; slechts enkele kleinere of ondergrondse fragmenten zijn niet beschermd.[1] Van de grotere delen kunnen genoemd worden (met de klok mee):

Herbouwde stadsmuur tussen Pater Vincktoren en Helpoort met kantelen en schietgaten
Muurrestant aan de Looiersgracht bij de brug over de Jeker. Een deel van de muur is aan de veldzijde weggebroken, waardoor de spaarbogen aan de stadszijde zichtbaar zijn. Het linker muurdeel is geïncorporeerd in het Protestants Weeshuis, thans Conservatorium
Gehavende muur achter het Theater aan het Vrijthof. De huizen liggen aan de Grote Gracht
  • Onze-Lieve-Vrouwewal: ca. 150 meter lange en zeven meter hoge walmuur van kolenzandsteen met een 1,75 m hoge borstwering van baksteen. De wal is het enige bewaard gebleven onderdeel van de stadsmuur langs de Maas, alhoewel deze hier door de aanwezigheid van de Jekermonding en het Bat (een laad- en loskade) op enige afstand van de rivier ligt.
  • Grotendeels gereconstrueerde muur aan weerszijden van de Helpoort tussen Jekertoren en Pater Vincktoren (die zelf onderdeel is van de tweede omwalling). Dit gedeelte, inclusief de Helpoort, heeft een lengte van circa 80 meter. Dit muurdeel bevat als enige een weergang met kantelen.
  • Muurrestant bij het Oude Minderbroedersklooster. Bij de restauratie van het kloostercomplex (thans Historisch Centrum Limburg) in 1986-1996 werd een deel van de muur, die dwars door het complex loopt, opgegraven en aan de zuidzijde van de pandhof zichtbaar gemaakt. Het betreft een ongeveer vijftien meter lange fundering met wat opgaand muurwerk. Aan de kant van de Sint Pieterstraat werd in een achttiende-eeuwse kloostermuur een grote, verticale 'scheur' aangebracht, die de plek aangeeft waar de stadsmuur en de kloostermuur elkaar kruisen.
  • Lang Grachtje: circa 125 meter stadsmuur, inclusief waltoren, aan de zuidzijde van dit straatje, dat geen gracht is. Alleen de stadszijde van de muur is zichtbaar vanaf de straat; aan de veldzijde bevinden zich privétuinen. Kemerkend zijn de spaarbogen aan de stadszijde, die de muur versterkten.
  • Klein Grachtje plus Jekermuur: circa 150 meter stadsmuur, waarvan iets minder dan de helft gelegen aan de zuidzijde van het Klein Grachtje, in het verlengde van het Lang Grachtje. Van dit deel is vanaf de publieke ruimte alleen de stadszijde te zien. Naar het westen zet de muur zich voort over privéterreinen langs de oever van de noordelijke Jekertak. De stadszijde van de muur is onder andere te zien vanaf de tuin van het conservatorium. De veldzijde is pas vanaf 2016 zichtbaar geworden door sloop en nieuwbouw van het project Looiershof.
  • Muurrestant Looiersgracht-Lenculenstraat: dit circa 70 m lange muurdeel sluit met een rechte hoek aan op de muur op het terrein van de Looiershof. Alleen het zuidoostelijk deel, aan de Looiersgracht waar deze de Jeker overkluist (zie afbeelding hiernaast). De rest van de muur is aan het oog onttrokken, opgenomen in het laat-zeventiende-eeuwse Protestants Weeshuis (Lenculenstraat 33), thans Conservatorium Maastricht. In het café Tribunal, op de hoek Lenculenstraat-Ezelmarkt en grenzend aan het Protestants Weeshuis, is de muur zichtbaar in het café-interieur.
  • Boichgraeve: vrij goed bewaard gebleven, circa 120 m lange en 5,5 m hoge stadsmuur ten westen van de straat Sint Servaasklooster. Het zuidelijk gedeelte ligt aan de openbare weg (Minderbroedersberg, oostelijk van het koor van de voormalige Tweede Minderbroederskerk, thans bestuurszetel UM); de rest bevindt zich in de kloostertuin van de Zusters Onder de Bogen en enkele andere privétuinen. Tegen de veldzijde van de muur zijn op verschillende plaatsen steunmuren gemetseld. Van de oorspronkelijke weergang zijn hier en daar nog restanten over. Een van de bewoners van de kanunnikenhuizen aan het Sint Servaasklooster heeft, waarschijnlijk in de negentiende eeuw, een tuinprieeltje boven op de muur gebouwd.[9]
  • Muurrestant westelijk deel Grote Gracht: de zwaargehavende muur van nauwelijks 20 m lente ligt achter de bebouwing aan de zuidzijde van de Grote Gracht. Alleen de stadszijde is zichtbaar vanaf de parkeerplaats achter het Theater aan het Vrijthof, toegankelijk via de dienstingang aan de Statenstraat. De diversiteit aan bouwmaterialen is het gevolg van de vele reparaties en verbouwingen, maar twee spaarbogen zijn nog goed te herkennen.
  • Muurrestant oostelijk deel Grote Gracht (Preekherengang): ook dit muurdeel van circa 75 m ligt achter de bebouwing van de Grote Gracht en is getekend door de vele reparaties. Sommige spaarbogen bevatten nissen met schietgaten. Ten tijde van de oude Entre Deux liep aan de stadszijde van de muur een openbare weg, de Preekherengang, maar na vernieuwing van het winkelcentrum is deze straat afgesloten door een hekwerk.

Waltorens bewerken

De Jekertoren is de enige complete waltoren van de eerste stadsmuur. De toren markeert de zuidoostelijke hoek van de toenmalige ommuurde stad. Begin twintigste eeuw resteerde nog slecht een 2,5 m hoge romp. In 1911 werd de toren heropgebouwd met een hoogte van ruim 15 m en een doorsnede van 4,6 m. De muren van kolenzandsteen zijn ongeveer 80 cm dik. Het kegeldak is gedekt met leien.[10] Halverwege het Lang Grachtje bevindt zich een restant van een waltoren, dat vanaf de straat gezien nauwelijks als zodanig te herkennen is. Van bovenaf gezien heeft de toren een U-vormige plattegrond, van binnen hol en versterkt met spaarbogen. Nog minder herkenbaar als toren is zijn de muurrestanten die een hoek van 90° graden vormen op de hoek van de Looiersgracht en de nieuwe straat Looiershof.

Poorten en poternes bewerken

De eerste omwalling op de linker Maasoever telde dertien poorten, waarvan zeven 'landpoorten'. Van de landpoorten is alleen de Helpoort overgebleven. De poort uit het tweede kwart van de dertiende eeuw is de oudste nog bestaande stadspoort van Nederland. De poort is opgetrokken uit kolenzandsteen, de daklijst is van mergelsteen, het gewelf van de poortdoorgang van baksteen en de daken zijn bekleed met leisteen. De twee halfronde torens zijn bijna 24 m hoog en bevatten beide een wenteltrap. De poortdoorgang is ongeveer 4 m breed. Aan de veldzijde is de sleuf voor het valhek nog te zien. De poort is een rijksmonument.[11][12] De Maaspoorten, waarvan de functie na het gereedkomen van de tweede omwalling niet veranderde, zijn alle in de loop van de negentiende gesloopt. Alleen van de Onze-Lieve-Vrouwepoort resteert nog het achttiende-eeuwse wachthuis en een hardstenen pijler van een in de negentiende eeuw buiten de poort gebouwde tamboer. Ook bleef de sleutel van deze poort bewaard. In de iets zuidelijker gelegen Onze-Lieve-Vrouwewal bevinden zich een drietal poternes. Niet duidelijk is of deze een functie bij de verdediging van de stad hadden of alleen bedoeld was voor het laden en lossen van schepen op de Maaskade. Ook elders bevinden zich poortopeningen in bewaard gebleven stadsmuren, maar in vrijwel alle gevallen betreft het poorten

De eerste stadsmuur in de kunst en populaire cultuur bewerken

De oudste schilderijen, tekeningen en gravures waarop de eerste middeleeuwse stadsmuur is te zien zijn stadspanorama's van Maastricht, waarop delen van de muur 'toevallig' zijn afgebeeld. Pas vanaf de negentiende eeuw wordt de muur, waarvan het grootste deel toen al verdwenen was, door kunstenaars gezien als een 'waardig' onderwerp. Wellicht het vaakst gefotografeerde, geschilderde of getekende stadsgezicht van Maastricht is de in het groen ingebedde omgeving Pater Vincktoren, Helpoort en Jekertoren.

Zie ook bewerken