Palissade

Een palissade (of codicis, soms ook geschreven als pallissade of foutief als palisade) is een aaneengesloten rij van in de grond geslagen palen of staken, die vaak dienstdoet als omheining. Een losse paal heet een palissadepaal en een van tevoren aan elkaar gemonteerde rij palen heet een palissadeband. Een synoniem van een palissade is een staketsel.

Geschiedenis en etymologieBewerken
Ze werden onder andere in de Romeinse tijd en de middeleeuwen gebruikt als verdedigingswerk voor onder andere militaire kampen, omdat ze snel te bouwen zijn, doordat ze van hout gemaakt werden. Het Nederlandse woord is een leenwoord uit het Frans en is verwant met het Italiaanse palizzata en het Latijnse palus (paal).
Kenmerken en toepassingBewerken
Aan de bovenkant worden de pallisadepalen vaak aan elkaar verbonden met een dwarslat of -paal, om de stevigheid te vergroten, aan de onderkant zijn de palen zo diep ingegraven, dat de omheining voldoende weerstand tegen indringers biedt. Aan de bovenkant werden de palen vaak van punten voorzien, om eroverheen klimmen te bemoeilijken.
In tuinen worden palissades (veelal lage van 20 tot 50 cm boven het maaiveld) toegepast om hoogteverschillen te realiseren of als lage omheining. Hiertoe worden zowel houten als stenen palissadebanden gebruikt, die tot 1/3 of meer van de totale hoogte in de grond worden geplaatst zodat ze van één zijde (of beide zijdes) de druk van de grond erachter kunnen opvangen. Palissadebanden en ook losse palissadepalen worden in tuincentra verkocht.