Een diplont is een eukaryoot organisme, met alleen een diploïde generatie. Na de vorming van de haploïde geslachtscellen of gameten, versmelten deze tijdens de geslachtelijke voortplanting tot een diploïde zygote, die vervolgens uitgroeit tot een meercellig organisme. In een dergelijke diplofasische levenscyclus is er slechts één generatie.

Eenhuizige diplont met monogenetische cyclus

Van alle lichaamscellen zijn bij diplonten alleen de gameten haploïde. Diplonten zijn organismen die een levenscyclus hebben waarbij de meiose plaatsvindt direct vóór de bevruchting, en dus bij de vorming van de gameten. Men spreekt ook wel van gametische meiose. Bij dit type cyclus is er geen sprake meer van een morfologische generatiewisseling.

Monogenetische diplont bewerken

Diplont met monogenetische cyclus[1]
  kernfase  
    diplofase
(2n)

haplofase
(1n)
 
Ge-
ne-
ra-
tie
 
zygote
 bevruch- 
 ting 
B! {
 ♂ gameten
♀ gameten  
↑ ↑
 gameto- 
fyt
R!  gametische 
meiose
→ 
 →
↗↗ 
 

De diploïde zygote ontwikkelt zich door gewone celdeling (mitose) tot een eveneens diploïde gametofyt, die gameten vormt na een reductiedeling (meiose). Dit type cyclus komt voor bij verschillende algengroepen (Heterokontophyta, Chlorophyta), en schimmels (Oomycota en Ascomycota).

Digenetische diplont bewerken

Diplont met digenetische cyclus[1]
  kernfase  
    diplofase
(2n)

haplofase
(1n)
 
Ge-
ne-
ra-
ties
 
zygote
 bevruch- 
 ting 
B! {
  ♂ gameten
♀ gameten  
mito-
 sporofyt
 
↑↑
mitospore
 gameto- 
fyt
R!  gametische 
meiose
→ 
 →
↗↗ 
 

In enkele gevallen worden bij een diplont met een digenetische cyclus (een cyclus met twee generaties) de diploïde mitosporen gevormd door mitose bij een mitosporofyt. De gametofyt is dan ook diploïde, en vormt door meiose zijn haploïde gameten. Een voorbeeld is hier het groenwier Cladophora glomerata.[2]

Dieren bewerken

Diplont met monogenetische cyclus (bij dieren)[1]
  kernfase  
    diplofase (2n)
haplofase (1n)  
Ge-
ne-
ra-
tie
♀ zygote
 
 
♂ zygote

}  bevruch- 
 ting 
B! {
  (♂) zaadcellen
(♀) eicellen  
↑ ↑
♀ dier
R!  gametische 
meiose
↗  ↑
♂ dier
R!  gametische 
meiose
 ↗

Ook bij dieren is er slechts één, diploïde, generatie; de levenscyclus bij dieren is dus monogenetisch. In de geslachtsorganen, de testis van het mannelijke, en de eierstok van het vrouwelijke diploïde dier, worden via meiose respectievelijk de haploïde zaadcellen en de haploïde eicellen gevormd.

De bevruchte eicel (zygote) is weer diploïde.

Overzicht bewerken

Biologische levenscyclus van organismen met geslachtelijke voortplanting
Cyto-
logische
kernfase-
wisseling
Organisme: → Haplont Diplont Diplohaplont (Haplodiplont)
Kernfasen: → Haplofase Diplofase Haplofase en diplofase afwisselend
Levenscyclus: → Haplofasisch Diplofasisch Diplohaplofasisch = Heterofasisch
Meiose: → Zygotisch Gametisch Sporisch = Intermediair
Morfo-
logische

generatie-
wisseling
Monogenetisch:
(monofasisch) →
Monogenetische
haplont
Monogenetische
diplont
Digenetisch:
(difasisch) →
Digenetische
diplont
Digenetische diplohaplonten
Isomorf ↓ Heteromorf ↓
isospoor heterospoor
Trigenetisch:
(trifasisch) →
Trigenetische diplohaplont

Zie ook bewerken