Zevenblad-associatie

associatie uit het verbond van look-zonder-look

De zevenblad-associatie (Urtico-Aegopodietum) is een associatie uit het verbond van look-zonder-look (Galio-Alliarion).

Zevenblad-associatie
Een vegetatieaspect in eind mei
Een vegetatieaspect in eind mei
Syntaxonomische indeling
Klasse:Galio-Urticetea
(klasse van nitrofiele zomen)
Orde:Glechometalia
(orde van nitrofiele zomen)
Verbond:Galio-Alliarion
(verbond van look-zonder-look)
Associatie
Urtico-Aegopodietum
Oberd. ex Oberd. et al. 1967
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons

Naamgeving en codering bewerken

 
Een bovenaanzicht van de zevenblad-associatie; hier met de twee naamgevende soorten grote brandnetel en zevenblad.

De wetenschappelijke naam Urtico-Aegopodietum is afgeleid van de botanische namen van twee belangrijke diagnostische soorten binnen de associatie. Het betreft de klassekensoort grote brandnetel (Urtica dioica) en de associatiekensoort zevenblad (Aegopodium podagraria).

Fysiognomie bewerken

Net zoals bij de meeste andere associaties uit het verbond van look-zonder-look zijn het in de zevenblad-associatie dikwijls witbloemige (ruigte)kruiden die het vegetatieaspect bepalen. In het bijzonder is de associatiekensoort zevenblad de dominerende en veelal de aspectbepalende soort waaraan de associatie relatief makkelijk te herkennen is.

Symmorfologie bewerken

De zevenblad-associatie manifesteert zich doorgaans in de formatie van een lage ruigte. Afhankelijk van de trofiegraad kan de vegetatiehoogte variëren van ongeveer 0,20–1,50 m. De associatie vormt richting haar fenologisch optimum een zeer dichte vegetatiestructuur met een volledig gesloten kruidlaag.

De associatie kan zowel lintvormig als vlakdekkend optreden. Meestal komt zij lintvormig voor als zoom; daarnaast is zij ook vaak lintvormig ontwikkeld in bermen, op greppeltaluds en langs kleine watergangen. Vlakdekkend ontwikkelt de associatie zich vooral in tuinen, boomgaarden, boomweiden en in open plekken in loofbossen.

Ecologie bewerken

De zevenblad-associatie komt voor op humeuze, mesotrofe tot (zeer) eutrofe, vochthoudende minerale gronden. De associatie kan zich ook op veengronden ontwikkelen wanneer deze sterk zijn veraard en met zand of klei zijn vermengd. In het bijzonder geeft deze gemeenschap de voorkeur aan fosfaatrijke standplaatsen. De relatief hoge trofiegraad van de bodem waarbij deze associatie gebaat is kan zowel het gevolg zijn van natuurlijke als antropogene standplaatsfactoren. Lichte verstoringen van de bodem, zoals lichte grondbewerking, komen deze associatie ten goede.

Vegetatie van de zevenblad-associatie kan voor veel algemeen voorkomende kleine dieren en schimmels een belangrijk habitat vormen. Zo is de zevenblad-associatie vaak een belangrijke plek waar veel algemene vlindertaxa opgroeien. Schimmelsoorten waaronder bijvoorbeeld zevenbladpuntkogeltje, zevenbladroest en zevenbladgist worden relatief vaak in de associatie aangetroffen.

Subassociaties in Nederland en Vlaanderen bewerken

Van de zevenblad-associatie worden in Nederland en Vlaanderen vier subassociaties onderscheiden. Deze worden hieronder nader beschreven.

Subassociatie met look-zonder-look bewerken

 
Close-up van een laat voorjaarsaspect van de subassociatie met look-zonder-look.

Een subassociatie met look-zonder-look (Urtico-Aegopodietum alliarietosum) komt veel voor bij lanen en bosranden op eutrofe bodems. Differentiërende soorten voor deze subassociatie zijn look-zonder-look, klimop, geel nagelkruid, robertskruid en drienerfmuur. De vegetatie vertoont een opvallende floristische en symmorfologische verwantschap met de subassociatie van look-zonder-look en dolle kervel met geel nagelkruid (Alliario-Chaerophylletum geetosum). In Nederland (conform de rVvN) gebruikt men voor deze subassociatie de syntaxoncode r34Aa05a.

Subassociatie met witbol bewerken

 
Vroeg zomeraspect van de subassociatie met witbol, hier als zoom van een bos.

Een subassociatie met witbol (Urtico-Aegopodietum holcetosum) wordt gekenmerkt door een meer mesotrafent karakter en bezet dan ook de standplaatsen met de laagste zuur- en trofiegraad binnen de ecologische amplitude van de associatie. Ze komt vooral voor in relatief schrale, beschaduwde bermen op zand- en leemgronden. De subassociatie staat veelal in contact met gemeenschappen uit de glanshaver-orde en/of de klasse van gladde witbol en havikskruiden. Van alle subassociaties van de zevenblad-associatie heeft deze het meest grazige vegetatieaspect. Differentiërende soorten zijn gestreepte witbol, rood zwenkgras, veldzuring, heermoes, gewoon struisgras, duizenblad en gewoon reukgras. Ten opzichte van de subassociatie met look-zonder-look en de arme subassociatie zijn hier ook gladde witbol, scherpe boterbloem, smalle weegbree, veldbeemdgras en vogelwikke differentiërend. De syntaxoncode van deze subassociatie voor Nederland (conform de rVvN) is r34Aa05b.

Arme subassociatie bewerken

Een arme subassociatie (Urtico-Aegopodietum inops) heeft geen differentiërende taxa en is zeer soortenarm. Deze subassociatie komt veel voor in tuinen en bij beschaduwde akkerranden. In Nederland (conform de rVvN) gebruikt men voor deze subassociatie de syntaxoncode r34Aa05c.

Subassociatie met groot hoefblad bewerken

Een subassociatie met groot hoefblad (Urtico-Aegopodietum petasitetosum) wordt gedifferentieerd door groot hoefblad, die hier vaak dominant is en een zeer hoge bedekking kan bereiken. Deze subassociatie vindt men vooral langs beken en overige kleine watergangen met stromend water. De syntaxoncode voor Nederland (rVvN) voor deze subassociatie is r34Aa05d.

Verspreiding bewerken

Het exacte verspreidingsgebied van de zevenblad-associatie op Aarde is nog niet bekend. Men veronderstelt dat de associatie een groot Europees en West-Aziatisch verspreidingsgebied kent, waarin de associatie hoogstwaarschijnlijk ontbreekt in gebieden met een toendraklimaat of mediterraan klimaat. Veel vegetatiekundigen vermoeden dat de verspreiding van de zevenblad-associatie ruwweg overeen zal komen met het natuurlijke verspreidingsgebied van zevenblad.

In Nederland en Vlaanderen is de zevenblad-associatie een zeer algemene verschijning in alle floradistricten. Het is alhier de meest voorkomende associatie uit de klasse van nitrofiele zomen en bovendien een van de meest voorkomende associaties in het cultuurlandschap van West- en Centraal-Europa. Buiten het winterbed van de rivieren duidt de associatie altijd op antropogene factoren waaronder de aanvoer van nutriënten of ruderale invloeden.

Vegetatiezonering bewerken

In de vegetatiezonering kan de zevenblad-associatie als contactgemeenschap worden aangetroffen met een zeer groot aantal andere syntaxa. Het vaakst, en tevens in haar meest natuurlijke zoneringspatroon, komt de associatie voor als zoom langs gemeenschappen van de sleedoorn-orde en de klasse van eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond. Echter kan de zevenblad-associatie onder invloed van bemesting ook zoomvormend optreden langs vegetatie van de brummel-klasse en de klasse van eiken- en beukenbossen op voedselarme grond. In het bijzonder de subassociatie met witbol staat vaak in contact met de glanshaver-orde en/of de klasse van gladde witbol en havikskruiden. Verder kan de zevenblad-associatie contactgemeenschappen vormen met andere gemeenschappen uit haar klasse.

Diagnostische taxa voor Nederland en Vlaanderen bewerken

In de onderstaande lijst staan de belangrijkste diagnostische taxa van de zevenblad-associatie voor Nederland en Vlaanderen.

Kruidlaag bewerken

Kentaxon Diff.soort Presentie Triviale naam Botanische naam Opmerking Afbeelding
kA - 100% zevenblad Aegopodium podagraria  
kK - 82% grote brandnetel Urtica dioica  
kK - 48% kleefkruid Galium aparine  
kK - 47% hondsdraf Glechoma hederacea  
kK 11% look-zonder-look Alliaria petiolata  
kK 4% gevlekte dovenetel Lamium maculatum  
bg 54% kropaar Dactylis glomerata  
bg 50% ruw beemdgras Poa trivialis  
bg 48% fluitenkruid Anthriscus sylvestris  
bg 44% kweek Elymus repens  
bg 42% kruipende boterbloem Ranunculus repens  
bg 30% ridderzuring Rumex obtusifolius  
bg 28% witte dovenetel Lamium album  
bg 26% gewone berenklauw Heracleum sphondylium  
bg - 24% glanshaver Arrhenatherum elatius  
bg - 22% gestreepte witbol Holcus lanatus
bg - 22% paardenbloem Taraxacum spp.  
bg - 19% gladde witbol Holcus mollis  
bg - 18% heermoes Equisetum arvense  
bg - 18% vogelmuur Stellaria media  
bg - 17% haagwinde Convolvulus sepium  
bg - 17% akkerdistel Cirsium arvense  

Moslaag bewerken

Kentaxon Diff.soort Presentie Triviale naam Botanische naam Opmerking Afbeelding
bg - - gewoon dikkopmos Brachythecium rutabulum  

Fotogalerij bewerken

Zie ook bewerken

Zie de categorie Urtico-Aegopodietum van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.