Noordse combinatie op de Olympische Winterspelen

De olympische sportdiscipline noordse combinatie staat sinds de eerste editie van de Olympische Winterspelen in 1924 op het programma.

Het unieke aan de noordse combinatie is dat het de enige sport is, die geen onderdeel voor vrouwen heeft op de Olympische Winterspelen[1] Een nieuwe aanvraag om ook vrouwen te laten deelnemen is ingediend bij het Olympisch Comité, en aangezien in 2020 de eerste Wereldbeker voor de vrouwen is georganiseerd is de kans reëel dat er in 2026 ook een vrouwen aan de noordse combinatie mogen meedoen.

Samen met de olympische sportdisciplines alpineskiën, freestyleskiën, langlaufen, schansspringen en snowboarden wordt de noordse combinatie georganiseerd door de Fédération Internationale de Ski (FIS) onder auspiciën van het Internationaal Olympisch Comité.

Edities bewerken

Spelen Jaar Gaststad / Gastland Plaats Accommodatie(s) Datum Landen Sporters Ond. Winnaar medaillespiegel
Totaal M V
XXV 2026   Milaan en Cortina d'Ampezzo, Italië Predazzo
Tesero
  Stadio del salto "Giuseppe Dal Ben"
  Stadio del fondo di Lago di Tesero
6–22 februari 3
XXIV 2022   Peking, China Zhangjiakou   Snow Ruyi National Ski Jumping Centre
  National Cross-Country Centre Guyangshu
9–17 februari 19 55 55 3   Noorwegen
XXIII 2018   Pyeongchang, Zuid-Korea Pyeongchang   Alpensia Jumping Park
  Alpensia Cross-Country Skiing Centre
14–22 februari 16 55 55 3   Duitsland
XXII 2014   Sotsji, Rusland Krasnaja Poljana   RusSki Gorki
  Laura Biathlon & Ski Complex
12–20 februari 15 55 55 3   Noorwegen
XXI 2010   Vancouver, Canada Whistler   Whistler Olympic Park
  Whistler Olympic Park
14–25 februari 14 52 52 3   Verenigde Staten
XX 2006   Turijn, Italië Pragelato   Stadio del Trampolino
  Pragelato Plan
11–21 februari 15 59 59 3   Oostenrijk
XIX 2002   Salt Lake City, Verenigde Staten   Park City
  Midway
  Utah Olympic Park Jumps
  Soldier Hollow
9–22 februari 14 54 54 3   Finland
XVIII 1998   Nagano, Japan Hakuba   Hakuba schansspringstadion
  Snow Harp
13–20 februari 14 53 53 2   Noorwegen
XVII 1994   Lillehammer, Noorwegen Lillehammer   Lysgårdsbakken
  Birkebeineren-Skistadion
18–24 februari 16 53 53 2   Noorwegen
XVI 1992   Albertville, Frankrijk   Courchevel
  Hauteluce
  Tremplin du Praz
  Les Saisies
11–17 februari 12 46 46 2   Frankrijk
XV 1988   Calgary, Canada Calgary   Alberta Ski Jump Area
  Canmore Nordic Centre
23–28 februari 13 44 44 2   Zwitserland
XIV 1984   Sarajevo, Joegoslavië Hadžići   Igman Olympic Jumps
  Igman, Veliko Polje
11–12 februari 11 28 28 1   Noorwegen
XIII 1980   Lake Placid, Verenigde Staten Lake Placid   MacKenzie Intervale Ski Jumping Complex
  Cross Country Biathlon Center
18–19 februari 9 31 31 1   DDR
XII 1976   Innsbruck, Oostenrijk Seefeld in Tirol   Toni-Seelos-Olympiaschanze
  Olympiaregion Seefeld
8–9 februari 14 34 34 1   DDR
XI 1972   Sapporo, Japan Sapporo   Miyanomori-Schanze
  Makomanai-Park
4–5 februari 14 40 40 1   DDR
X 1968   Grenoble, Frankrijk Autrans-Méaudre en Vercors   Le Claret
  Autrans
10–12 februari 13 41 41 1   Bondsrepubliek Duitsland
IX 1964   Innsbruck, Oostenrijk Seefeld in Tirol   Toni-Seelos-Olympiaschanze
  Olympiaregion Seefeld
2–3 februari 11 32 32 1   Noorwegen
VIII 1960   Squaw Valley, Verenigde Staten Squaw Valley   Papoose Peak Jump
  McKinney Creek Stadium
21–22 februari 13 33 33 1   Duitsland
VII 1956   Cortina d'Ampezzo, Italië Pragelato   Stadio del Trampolino
  Stadio della neve
29 – 31 januari 12 36 36 1   Noorwegen
VI 1952   Oslo, Noorwegen Holmenkollen   Holmenkollenschans
  Holmenkollen
17–18 februari 11 25 25 1   Noorwegen
V 1948   Sankt Moritz, Zwitserland Sankt Moritz   Olympiaschanze
  Stazerwald
31 januari – 1 februari 13 39 39 1   Finland
- 1944 Toegekend aan Cortina d'Ampezzo, maar afgelast vanwege de Tweede Wereldoorlog
- 1940 Toegekend aan Sapporo, maar afgelast vanwege de Tweede Wereldoorlog
IV 1936   Garmisch-Partenkirchen, Duitsland Garmisch-Partenkirchen   Große Olympiaschanze
  Olympia-Skistadion
12–13 februari 16 51 51 1   Noorwegen
III 1932   Lake Placid, Verenigde Staten Lake Placid   Intervale Hill
  James B. Sheffield Olympic Skating Rink
10–11 februari 10 33 33 1   Noorwegen
II 1928   Sankt Moritz, Zwitserland Sankt Moritz   Olympiaschanze
  Olympia-Skistadion
17–18 februari 14 35 35 1   Noorwegen
I 1924   Chamonix-Mont-Blanc, Frankrijk Chamonix-Mont-Blanc   Le Mont
  Stade Olympique de Chamonix
2 – 4 februari 9 30 30 1   Noorwegen

Onderdelen bewerken

Onderdeel 24 28 32 36 48 52 56 60 64 68 72 76 80 84 88 92 94 98 02 06 10 14 18 22 Totaal
Individueel Normale schans 24
Grote schans 6
Landenwedstrijd 10
Totaal 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 40

Het individuele onderdeel heeft in loop der jaren een aantal wijzigingen ondergaan ten opzichte van de eerste uitvoering in 1924. Tot 1948 werd eerst 18 km gelopen en vervolgen gesprongen en werd per onderdeel punten gescoord, degene met het hoogst aantal punten werd winnaar. In 1952 werd de volgorde omgedraaid. In 1956 werd de loopafstand 15 km. Tot en met 1980 werd er op elke editie in de klassieke stijl gelopen, vanaf 1984 in de vrije stijl. Sinds 1988, ook het jaar dat de landenwedstrijd als tweede onderdeel werd toegevoegd, wordt de Gundersen-methode toegepast, dat wil zeggen dat de resultaten van het schansspringen in tijdsverschillen worden omgezet, en dat het langlaufonderdeel een achtervolgingswedstrijd is geworden. Daarvoor was het langlaufen een wedstrijd tegen de klok. Het schansspringonderdeel, steeds vanaf de normale schans, heeft alle technieken gevolgd van het specifieke schansspringen.

Op de edities van 2002 en 2006 stond een derde onderdeel op het programma. De (individuele) sprint. Vanaf de grote schans werd twee keer gesprongen en vervolgens 7,5 km gelopen. In 2010 werd verviel zowel de 7,5 km sprint als de individuele 15 km. Vanaf dit jaar wordt zowel vanaf de normale als grote schans eenmaal gesprongen en vervolgens 10 km gelopen.

Ook het landenwedstrijd heeft een verandering ondergaan. Bij de drie eerste edities bestond een team uit drie atleten, die ieder 10 km (in 1988, 1992) en 15 km (in 1994) moesten afleggen bij het langlaufen, sinds 1998 is het een wedstrijd met vier atleten, waarbij het langlaufen voor elke atleet over 5 km gaat.

Medaillewinnaars bewerken

  Zie Lijst van olympische medaillewinnaars noordse combinatie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Succesvolste olympiërs

Vier noordse combinatie skiërs staan in de lijst van 'succesvolste olympiërs'. De Fin Samppa Lajunen is hierbij met drie gouden en twee zilveren medailles de 'succesvolste'. De Oostenrijker Felix Gottwald is de meest gelauwerde met zeven medailles in totaal. De voor Oost-Duitsland uitgekomen Ulrich Wehling, in wiens actieve periode alleen de individuele wedstrijd werd georganiseerd, en de Duitser Eric Frenzel zijn de enige andere atleten in deze tak van sport die drie gouden medailles won.

P Olympiër Land Editie(s)       T Onderdeel
1 Samppa Lajunen   FIN 1988-2002 3 2 0 5 normale (2), grote (1), team (2)
2 Felix Gottwald   AUT 2002-2010 3 1 3 7 normale (2), grote (2), team (3)
3 Eric Frenzel   GER 2006-2018 3 1 2 6 normale (2), grote (1), team (3)
4 Ulrich Wehling   GDR 1972-1980 3 0 0 3 normale (3)
Meervoudige medaillewinnaars

Medaillewinnaars met vier of meer medailles in totaal.

Olympiër Land Editie(s) T       Onderdeel
Fred Børre Lundberg   NOR 1992-1998 4 2 2 0 normale (1), team (3)
Bjarte Engen Vik   NOR 1994-1998 4 2 1 1 normale (2), team (2)
Johannes Rydzek   GER 2010-2018 4 2 1 1 grote (1), team (3)
Mario Stecher   AUT 2002-2014 4 2 0 2 team (4)
Georg Hettich   GER 2002-2006 4 1 2 1 normale (1), grote (1), team (2)
Magnus Moan   NOR 2006-2010 4 1 2 1 normale (1), grote (2), team (1)
Fabian Rießle   GER 2014-2018 4 1 2 1 grote (2), team (2)
Klaus Sulzenbacher   AUT 1988-1992 4 0 1 3 normale (2), team (2)

Onderstaande deelnemers wonnen ten minste twee medailles individueel bij de Noordse combinatie toen dat nog het enige onderdeel was (1924-1988).

2-0-1 (1924-1932)   NOR Johan Grøttumsbråten (won bij het langlaufen (24-28) ook nog 1x goud, zilver en brons)
1-1-0 (1948-1952)   FIN Heikki Hasu
1-1-0 (1960-1964)   NOR Tormod Knutsen
1-0-1 (1960-1964)   EUA Georg Thoma
0-1-1 (1928-1932)   NOR Hans Vinjarengen
0-0-2 (1976-1980)   GDR Konrad Winkler

De Noor Thorleif Haug, die ook op de lijst van “succesvolste olympiërs” staat, won een van zijn drie gouden medailles in de Noordse combinatie.

Medaillespiegel bewerken

Tot en met de Olympische Winterspelen van 2018.

 Plaats  Land NOC   Goud   Zilver   Brons Totaal
1   Noorwegen NOR 13 10 8 31
2   Duitsland GER 5 5 4 14
3   Finland FIN 4 8 2 14
4   Oostenrijk AUT 3 2 10 15
5   DDR GDR 3 0 4 7
6   Japan JPN 2 3 0 5
7   Frankrijk FRA 2 1 1 4
8   Bondsrepubliek Duitsland FRG 2 1 0 3
9   Verenigde Staten USA 1 3 0 4
10   Zwitserland SUI 1 2 1 4
11   Duits eenheidsteam EUA 1 0 1 2
12   Sovjet-Unie URS 0 1 2 3
13   Zweden SWE 0 1 1 2
14   Italië ITA 0 0 1 1
  Polen POL 0 0 1 1
  Rusland RUS 0 0 1 1
Totaal 37 37 37 111