Wereldkampioenschap wegrace 1975

sportseizoen van een motorfietssportcompetitie

Het wereldkampioenschap wegrace seizoen 1975 was het 27e in de geschiedenis van het door de FIM georganiseerde wereldkampioenschap wegrace.

Wereldkampioenschap wegrace
seizoen 1975
Volgende: 1976
Vorige: 1974
Het podium na de 350cc-race in Assen: winnaar Dieter Braun en beste Nederlander Wil Hartog
Organisator Fédération Internationale de Motocyclisme
Aantal races Acht voor de 50cc- en de zijspanklasse, tien voor de 125-, 350- en de 500cc-klasse en elf voor de 250cc-klasse
500 cc
Rijderstitel Vlag van Italië Giacomo Agostini
Tweede Vlag van Verenigd Koninkrijk Phil Read
Derde Vlag van Japan Hideo Kanaya
Constructeurstitel Vlag van Japan Yamaha
350 cc
Rijderstitel Vlag van Venezuela Johnny Cecotto
Tweede Vlag van Italië Giacomo Agostini
Derde Vlag van Finland Pentti Korhonen
Constructeurstitel Vlag van Japan Yamaha
250 cc
Rijderstitel Vlag van Italië Walter Villa
Tweede Vlag van Frankrijk Michel Rougerie
Derde Vlag van Duitsland Dieter Braun
Constructeurstitel Vlag van Italië Aermacchi-Harley-Davidson
125 cc
Rijderstitel Vlag van Italië Paolo Pileri
Tweede Vlag van Italië Pier Paolo Bianchi
Derde Vlag van Duitsland Kent Andersson
Constructeurstitel Vlag van Italië Morbidelli
50 cc
Rijderstitel Vlag van Spanje Àngel Nieto
Tweede Vlag van Italië Eugenio Lazzarini
Derde Vlag van België Julien van Zeebroeck
Constructeurstitel Vlag van Duitsland Kreidler
Zijspan
Rijderstitel Vlag van Duitsland Rolf Steinhausen / Vlag van Duitsland Josef Huber
Tweede Vlag van Duitsland Werner Schwärzel / Vlag van Duitsland Andreas Huber
Derde Vlag van Zwitserland Rolf Biland / Vlag van Zwitserland Freddy Freiburghaus / Vlag van Duitsland Bernd Grube
Constructeurstitel König

Algemeen bewerken

FIM

Tijdens het FIM-congres in oktober 1974 was besloten dat de Formule 750 in 1975 zou worden verreden met motorfietsen van 300- tot 750 cc, waarvan er slechts 25 verkocht hoefden te zijn in plaats van 200. Voor de Grands Prix werden vaste tijden vastgesteld: 30 minuten voor de 50cc-klasse en 45 minuten voor de overige klassen. Vooral MV Agusta wilde langere races, omdat haar viertaktmotoren minder benzine verbruikten dan de tweetaktmotoren, die dus grotere (zwaardere) tanks moesten gebruiken óf tankstops moesten maken. De Snaefell Mountain Course en het circuit van Opatija werden definitief afgekeurd en zouden vanaf 1976 hun WK-status verliezen en de circuits van Imatra en Brno moesten ingrijpend verbeterd worden.

De FIM eiste van de organisatoren een minimum van vier klassen. Een aantal van hen nodigde dat aantal ook uit. Enerzijds was dat gunstig omdat nu in elk geval alle klassen op dezelfde dag konden worden afgewerkt, maar anderzijds werd hen ook wel verweten dat ze met een minimum aan kosten (start- en prijzengelden) een maximum aan inkomsten hadden.

Merken/ Teams

Nadat Van Veen gestopt was met haar race-activiteiten bood men de fabrieksracers te koop aan. De voormalige fabriekscoureurs konden de machines voor 26.000 gulden kopen, anderen voor 35.000 gulden. Ángel Nieto maakte van die gelegenheid gebruik, maar wilde er wel graag een monteur bij. Jan de Vries was echter niet beschikbaar omdat hij werkte aan de Van Veen-Kreidler crossmotoren en Jaap Voskamp was bezet door zijn werk aan het Van Veen OCR 1000-project. Toch hielp de Vries Nieto waar hij kon en de machine bleef onofficieel dan ook nog steeds "Van Veen-Kreidler" heten. Julien van Zeebroeck kocht een Van Veen-Kreidler met steun van de Belgische Kreidler-importeur.

Kawasaki was al actief in de 750cc-klasse, maar presenteerde voor het seizoen 1975 ook een 250cc-racer, een tandemtwin. De 500cc-Kawasaki H 1 R kreeg waterkoeling.

Harley-Davidson kwam in het seizoen 1975 ook met een tweecilinder tweetaktmotor in de 500cc-klasse uit. De fabrieksracer was voor Walter Villa, maar men maakte replica's voor Michel Rougerie en het Italiaanse talent Mimmo Cazzaniga. De 350cc-Harley’s waarmee Villa en Rougerie uitkwamen maten slechts 260 cc. Zij gebruikten de 350cc-races dan ook alleen als extra training voor de 250cc-races.

Bij Morbidelli had constructeur Jorg Möller, die in 1974 van Van Veen was overgekomen, nu eindelijk zijn eigen motorfietsen kunnen bouwen. In de 125cc-klasse waren die in handen van Paolo Pileri en Pier Paolo Bianchi sterk genoeg voor de eerste twee plaatsen in het wereldkampioenschap, vooral omdat de betrouwbaarheid verbeterd was. Na de eerste Grand Prix in Frankrijk vroeg Ángel Nieto tevergeefs om ook een Morbidelli te mogen rijden.

BMW werd in de zijspanklasse definitief afgetroefd door de tweetaktmotoren. Terwijl Klaus Enders in 1974 nog wereldkampioen was geworden, haalde de snelste BMW in de openings-GP in Frankrijk niet eens punten: Otto Haller/Erich Haselbeck werden met de ex-Auerbacher-BMW elfde.

Piovaticci trok Jan Thiel en Martin Mijwaart als constructeurs aan. Hun 50cc-racer kon vanaf het begin van het seizoen in handen van Eugenio Lazzarini goed meekomen, maar een 125cc-exemplaar kwam pas halverwege het seizoen in Assen aan de start. De machine was toen in elk geval nog veel te zwaar.

In november 1975 maakte Yamaha plotseling bekend te zullen stoppen met alle race-activiteiten. Dat betekende dat alle fabrieksrijders op straat stonden, maar velen konden verder als semi-fabrieksrijder, gesteund door hun importeur.

Kort na de mededeling dat Yamaha zou stoppen, kwam eenzelfde bericht van Suzuki. Dat sloeg de hoop van een aantal coureurs op een fabriekscontract bij Suzuki in de grond.

Coureurs

Al na enkele races was het duidelijk dat het contract met Phil Read door MV Agusta in 1976 niet verlengd zou worden. Read was zeer ontevreden over zijn machines en de sfeer in het team was zeer slecht. Daar stond tegenover dat Giacomo Agostini juist weer toenadering tot het team zocht. Tijdens de GP's was hij er regelmatig op bezoek en met name in Oostenrijk, waar hij in de zestiende ronde met zijn Yamaha was uitgevallen, zorgde hij nog tijdens de race voor wat gezelligheid bij het team van MV Agusta. In oktober 1975 reed Read in de Race of the South op de 750cc-Suzuki van Barry Sheene.

Patrick Pons ging niet op een aanbod van MV Agusta in omdat hij zich nog te onervaren achtte voor de zware 500cc-machines. Hij bleef voor de Franse Yamaha-importeur Sonauto in de 250cc-klasse rijden.

Teuvo Länsivuori testte al in december 1974 Suzuki's in de Verenigde Staten. Eind december tekende hij volgens de Finse krant Helsingin Sanomat ook een contract voor de 500- en de 750cc-klasse.

Boet van Dulmen kreeg opnieuw, net als in 1974, fabrieksracers van MZ. Ze werden zelfs persoonlijk aangeboden door ingenieur Walter Kaaden rijdens de motorrai. In het WK scoorde van Dulmen met de MZ's, waarmee hij op eigen verzoek alleen in de 250cc-klasse startte, geen enkel punt.

Gianfranco Bonera schakelde zichzelf voorlopig uit toen hij in Modena tijdens een voorjaarsrace een strobaal raakte waarbij zijn bovenbeen brak. Hij viel niet en kon nog rijdend de pit bereiken. Gedurende het eerste deel van het seizoen werd hij bij het team van MV Agusta vervangen door Armando Toracca.

Rudi Kurth had het hele seizoen 1974 gebruikt om zijn CAT-Crescent zijspancombinatie betrouwbaar te maken, maar was daar niet in geslaagd. Ook in 1975 was hij vaak bij de snelsten, maar hij viel steeds uit.

Hideo Kanaya was na het overlijden van Jarno Saarinen in 1973 naar Japan gereisd. Yamaha trok haar fabrieksteam voor dat jaar terug, maar in 1974 lag hij bijna het hele jaar in het ziekenhuis. In 1975 keerde hij als fabrieksrijder terug en werd derde in de 500cc-klasse.

Johnny Cecotto maakte indruk in de Daytona 200 en in de eerste races van het wereldkampioenschap met de productieracers die hij van de Venezolaanse Yamaha-importeur Venemotos kreeg. Yamaha Motor Company nam hem echter na de GP van Spanje op in haar fabrieksteam.

Henk van Kessel startte het seizoen met het Bridgestone-blok dat hij al een jaar eerder van Jos Schurgers had overgenomen. In de Grand Prix van Belgie had hij een "nieuwe" machine, nu AGV Condor genoemd.

Door het wegblijven van vrijwel alle WK-rijders op het eiland Man had Chas Mortimer een goede week: Hij won de Lightweight 250 cc TT, werd tweede in de Production TT en de Junior TT en derde in de Senior TT.

Races

De organisatie in Imola verliep bepaald niet zoals het hoorde. De 500cc-klasse startte met een uur en een kwartier vertraging. Het publiek, dat al de hele dag in de hete zon zat, vierde hierna de overwinning van Agostini door de baan op te lopen en toen hierdoor weer vertraging ontstond besloot men de zijspanrace gewoon af te gelasten.

Hoewel geen enkele toprijder naar het eiland Man reisde, had de Isle of Man TT over belangstelling niet te klagen. Er waren 78 inschrijvingen voor de Lightweight 250 cc TT, 85 voor de Junior TT en de Senior TT en ook 85 voor de beide (500- en 1.000 cc) Sidecar TT's.

De TT van Assen bestond in 1975 50 jaar, maar na de dood van Rolf Thiele in de 250cc-race werden de feestelijkheden op een laag pitje gezet.

Nadat ze in 1971 uit protest het enige toilet in het rennerskwartier in Finland in brand hadden gestoken, kwamen de coureurs in 1975 bijna in een vakantiepark terecht. Het rennerskwartier lag aan een rivier, er waren voldoende toiletten en douches en bovendien kon men na de bootreis van Zweden naar Finland een korte vakantie houden met uitstekend weer. Pas toen de trainingen begonnen begon het hevig te regenen.

De Masaryk-Ring in Tsjecho-Slowakije was op last van de FIM flink gewijzigd. De gevaarlijke stukken door dorpen en de stad Brno waren eruit en het was veel veiliger. Vreemd was wel dat juist de nieuwe ingevoegde stukken asfalt zodanig vol met bulten en kuilen zaten dat de coureurs na de eerste trainingen controleerden of hun frames niet gebroken waren. Bovendien stonden er nog steeds vangrails langs de baan en verbood de organisatie zonder aanwijsbare redenen het gebruik van slicks. Door het gedwongen gebruik van regenbanden op de droge baan vlogen twee zijspancombinaties van de baan nadat het loopvlak van de achterband had losgelaten. Hoe ondeskundig en eigenwijs de organisatie was bleek uit het feit dat Tony Mills van Dunlop Tyres en Claude Cortignie van Michelin een gezamenlijke brief opstelden waarin ze alle verantwoordelijkheid voor deze beslissing afwezen. De races in Tsjecho-Slowakije bleven flink bezocht: naar schatting 265.000 toeschouwers waarvan 150.000 uit de DDR. In deze race werden de wereldtitels in de 350- en de 500cc-klasse beslist.

Nadat alle wereldtitels vast stonden kwam er slechts drie fabrieksteams naar de GP van Joegoslavië: MZ, Piovaticci en Morbidelli. Dat laatste leek vreemd, want beide fabrieksrijders herstelden van beenbreuken: Paolo Pileri in het ziekenhuis van Pesaro en Pier Paolo Bianchi thuis. Ze werden echter vervangen door Dieter Braun en Luigi Conforti en die moesten Kent Andersson van de overwinning af houden om te zorgen dat Bianchi zijn tweede plaats in het wereldkampioenschap niet zou verliezen.

Overleden bewerken

Puntentelling bewerken

 1e   2e   3e   4e   5e   6e   7e   8e   9e   10e 
Punten: 15 12 10 8 6 5 4 3 2 1

Aantal (tellende) wedstrijden bewerken

Het vastgestelde aantal van tien wedstrijden per soloklasse was in 1975 weer losgelaten. In de 125-, 350- en 500cc-klasse waren er weliswaar tien wedstrijden, maar de 250cc-klasse kreeg er elf en de 50 cc en de zijspanklasse kregen slechts acht wedstrijden, maar door de afgelasting van de zijspanrace in Italië reden de zijspannen slechts zeven wedstrijden.

Om het aantal tellende resultaten te bepalen moest men bij een even aantal races dit aantal halveren en er één bij optellen. Bij een oneven aantal werd er eerst een bij opgeteld en dit getal werd dan gehalveerd.

Klasse Races Tellend
50 cc 8 5
125 cc 10 6
250 cc 11 6
350 cc 10 6
500 cc 10 6
zijspan 7 4

500cc-klasse bewerken

Het seizoen van de 500 cc-rijders begon met drie fabrieksteams: MV Agusta, Yamaha en Suzuki. Bij MV Agusta rommelde het omdat Phil Read niet tevreden was over zijn machines en Suzuki werd geplaagd door pech en valpartijen, vooral van Teuvo Länsivuori. Giacomo Agostini werd wereldkampioen, maar de titelstrijd werd pas in de laatste race beslist.

Frankrijk, Le Castellet

Bij de openingsrace in Frankrijk had Teuvo Länsivuori met zijn Suzuki RG 500 de snelste trainingstijd gereden. Hij nam ook de leiding in de race, maar viel na enkele ronden uit door een kapotte versnellingsbak. Toen ontstond een spannende race tussen de Yamaha-fabrieksrijders Giacomo Agostini en Hideo Kanaya, dat door Agostini met slechts een halve seconde voorsprong gewonnen werd. Phil Read (MV Agusta) kreeg weinig respect van zijn tijdelijke teamgenoot Armando Toracca, die mocht invallen voor de geblesseerde Gianfranco Bonera. Toracca dwong Read te vechten om de derde plaats. Daardoor lag dit duo ruim achter de beide Yamaha's, maar Read werd derde met 1,4 seconden voorsprong op Toracca.

Oostenrijk, Salzburgring

De start in Oostenrijk werd vertraagd omdat Barry Sheene, die van de wedstrijdarts een startverbod had gekregen omdat zijn been na een val in de Daytona 200 nog niet genezen was, toch aan de start verscheen. Toen Sheene na veel discussie verwijderd was bleek Agostini op een (verboden) slickband te staan. Een aantal coureurs wezen de organisatie hierop, maar Agostini mocht toch starten. Uiteindelijk verliep de start vrij rommelig omdat de machines zo koud geworden waren dat ze moeilijk aansloegen. De Yamaha's van Agostini en Kanaya waren in de training al twee volle seconden sneller geweest dan de concurrentie en Agostini ging zestien ronden lang aan de leiding van de race. Toen liep zijn Yamaha weer vast (dat was hem in de 350cc-race ook al overkomen) en Kanaya won onbedreigd. Länsivuori werd tweede en Phil Read werd derde.

Duitsland, Hockenheim

In Hockenheim had Teuvo Länsivuori als snelste getraind, maar hij had een erg slechte start. Invaller Armando Toracca was als eerste weg, maar werd al in de eerste ronde ingehaald door zijn kopman Phil Read. Toracca had ook geen antwoord op de aanvallen van Giacomo Agostini en viel in de zesde ronde zelfs uit. Tegen de verwachting in kon Read zelfs voor Agostini blijven, mogelijk omdat het in Hockenheim toch vooral op de pure snelheid van de MV Agusta aan kwam. Er ontstond een enorm gevecht om de leiding, waarbij zowel Agostini als Read soms aan de kop reden. Uiteindelijk reed Agostini een nieuwe snelste ronde en hij won vóór Read. Länsivuori had zijn slechte start toch nog redelijk goed gemaakt en werd derde.

Nations Grand Prix, Imola

Na de spannende race in Hockenheim was die in Imola weer enigszins saai: Agostini leidde van start tot finish. Phil Read was kansloos, maar kon wel tweede worden vóór Agostini's teamgenoot Hideo Kanaya. De Suzuki's deden het weer slecht: Barry Sheene viel uit door een kapotte versnellingsbak en Teuvo Länsivuori viel, waarbij hij een sleutelbeen brak.

Isle of Man Senior TT, Mountain Course

De Senior TT werd gewonnen door Mick Grant met de nu watergekoelde Kawasaki H 1 R. Dat had alles te maken met de boycot van de races op Man door de belangrijkste coureurs. John Williams (Yamaha) werd tweede en Chas Mortimer (Yamaha) werd derde. Tijdens de Senior TT verongelukte Phil Gurner bij Milntown.

Nederland, Assen

Phil Read had in Assen al in de trainingen zijn dag niet. Hij kwalificeerde zich als vijfde achter Barry Sheene, Giacomo Agostini, Teuvo Länsivuori en zelfs Gianfranco Bonera, die voor het eerst fit genoeg was na zijn beenbreuk in Modena in het voorjaar. Net als in de 350cc-klasse was er een bliksemstart voor Wil Hartog, die vanaf de derde startrij als eerste weg was, terwijl Länsivuori zijn Suzuki bijna als laatste aan de praat kreeg. Phil Read nam ondanks de wegliggingsproblemen die hij met de MV Agusta 500 4C ondervond al snel de leiding over, gevolgd door Sheene en Agostini. Na vier ronden passeerden Agostini en Sheene Phil Read en ze begonnen ook meteen van hem weg te lopen. Sheene scheen Agostini makkelijk te kunnen volgen: hij reed steeds rechtop zittend achter hem, maar als Sheene Ago passeerde kon die ook weer makkelijk in de slipstream blijven. Ze wisselden dus wel een aantal malen van positie, maar geen van tweeën konden ze echt het verschil maken. De race werd dan ook pas op de streep beslist: Barry Sheene haalde de eerste overwinning voor zijn Suzuki RG 500, Agostini werd tweede en Phil Read werd derde.

België, Spa-Francorchamps

In België kwam het minder op het weggedrag van de machines aan en meer op de pure snelheid. Phil Read en Gianfranco Bonera wisten binnen vier ronden al een voorsprong van acht seconden op te bouwen op Barry Sheene. Die begon echter meer gas te geven en terwijl Agostini bij de pit uitviel kwam Sheene bij de twee leiders. In de voorlaatste ronde kwam Read alleen door; zowel Sheene als Bonera vielen uit. Daardoor schoof John Newbold (Suzuki) onverwacht naar de tweede plaats en Jack Findlay (Yamaha), die een tankstop had gemaakt, werd derde.

Zweden, Anderstorp

Phil Read kon zijn puntentotaal alleen verbeteren door in Zweden eerste of tweede[1] te worden, maar Agostini hielp hem daarbij door op de tweede plaats liggend door een klapband te vallen. Barry Sheene lag toen al op kop en won de race ook. In de openingsfase had Teuvo Länsivuori aan de leiding gereden, maar hij viel toch wel vaak en dat gebeurde nu ook. Toen was Sheene intussen naar de leiding geklommen, want de beide Suzuki’s waren al in de trainingen de snelsten geweest. John Williams wist zijn tweecilinder Yamaha (een opgeboorde Yamaha TZ 350) nog voor Bonera als derde over de streep te brengen.

Finland, Imatra

Agostini won de Finse Grand Prix eigenlijk omdat iedereen rondom hem wegviel. De beide MV Agusta’s van Bonera en Read waren in de training het snelste, vóór Agostini, terwijl de tijd van Barry Sheene nogal tegenviel. Bij de start was Phil Read als eerste weg. Toen Agostini het gat had dicht gereden werd Read door Bonera in de rug gedekt. Sheene had al een achterstand, maar viel al vroeg in de race uit, waardoor Teuvo Länsivuori de vierde plaats overnam, ver achter de kopgroep. Agostini volgde Bonera op het oog rustig, haalde hem ook een paar keer in om vervolgens weer terug te vallen naar de derde plaats. Bij het begin van de tiende ronde was Phil Read plotseling verdwenen, uitgevallen door motorpech. Toen het gevecht tussen Bonera en Agostini om de leiding ging werd het ook feller. Men brak zelfs ronderecords, tot Bonera zich verremde en tegen zijn voormalige vervanger Armando Toracca (nu op een Suzuki onderweg) botste. Agostini kon de rest van de race op zijn gemak voltooien om te winnen. Länsivuori werd tweede en Jack Findlay werd derde.

Tsjecho-Slowakije, Brno

Toen bleek dat de race in Tsjecho-Slowakije over 17 ronden zou gaan brak er bij het team van Agostini enige paniek uit toen men ontdekte dat men de tankinstallatie niet had meegenomen. Een tankstop zou nodig zijn. Jack Findlay stelde zijn installatie én zijn monteur Derek Boot ter beschikking van het fabrieksteam. Hier trainden de Suzuki's van Länsivuori en Sheene het snelste, Read was derde en Agostini vierde. Read ging in de eerste ronde aan de leiding, maar Sheene haalde hem in om meteen daarna zijn Suzuki te parkeren. Länsivuori maakte jacht op Read, die om zijn laatste kleine kans op de wereldtitel vocht. Agostini bekeek het vanaf de derde plaats. Agostini ging in de tiende ronde tanken, maar Länsivuori reed zijn tank leeg, waardoor Ago vanzelf op de tweede plaats terechtkwam. Dat was genoeg om wereldkampioen te worden. Het was zijn vijftiende wereldtitel. Alex George werd ondanks een flinke schuiver toch nog derde.

Uitslagen 500 cc bewerken

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Poleposition Snelste ronde
1 30 maart   GP van Frankrijk Le Castellet Giacomo Agostini Hideo Kanaya Phil Read Teuvo Länsivuori Hideo Kanaya
2 4 mei   GP van Oostenrijk Salzburgring Hideo Kanaya Teuvo Länsivuori Phil Read Giacomo Agostini Giacomo Agostini
3 11 mei   GP van Duitsland Hockenheim Giacomo Agostini Phil Read Teuvo Länsivuori Teuvo Länsivuori Giacomo Agostini
4 18 mei   GP des Nations Imola Giacomo Agostini Phil Read Hideo Kanaya Giacomo Agostini Giacomo Agostini
5 1-7 juni   Isle of Man TT Mountain Course Mick Grant John Williams Chas Mortimer Tony Rutter Mick Grant
6 28 juni   TT van Assen Assen Barry Sheene Giacomo Agostini Phil Read Barry Sheene Barry Sheene
7 6 juli   GP van België Spa-Francorchamps Phil Read John Newbold Jack Findlay Barry Sheene Barry Sheene
8 20 juli   GP van Zweden Anderstorp Barry Sheene Phil Read John Williams Barry Sheene Barry Sheene
9 27 juli   GP van Finland Imatra Giacomo Agostini Teuvo Länsivuori Jack Findlay Gianfranco Bonera Giacomo Agostini
10 24 aug.   GP van Tsjecho-Slowakije Masaryk-Ring Phil Read Giacomo Agostini Alex George Teuvo Länsivuori Teuvo Länsivuori

Eindstand 500 cc bewerken

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1   Giacomo Agostini Yamaha 84
2   Phil Read MV Agusta 76 (96)
3   Hideo Kanaya Yamaha 45
4   Teuvo Länsivuori Suzuki 40
5   John Williams Yamaha 32
6   Barry Sheene Suzuki 30
7   Alex George Yamaha 30
8   John Newbold Suzuki 24
9   Armando Toracca MV Agusta 24
10   Jack Findlay Yamaha 23
11   Chas Mortimer Yamaha 23
12   Karl Auer Yamaha 17
13   Dieter Braun Yamaha 16
14   Mick Grant Kawasaki 15
15   Gianfranco Bonera MV Agusta 13
16   Stan Woods Suzuki 12
17   Horst Lahfeld König 11
18   Christian Léon König/Yamaha 9
19   Billie Guthrie Yamaha 8
20   Patrick Pons Yamaha 6
  Steve Tonkin Yamaha 6
  Steve Ellis Yamaha 6
  Olivier Chevallier Yamaha 6
24   Thierry Tchernine Yamaha 6
25   Peter McKinley (†) Yamaha 5
  Geoff Barry Yamaha 5
  Pentti Korhonen Yamaha 5
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
28   Michel Rougerie Harley-Davidson 4
  Charlie Williams Yamaha 4
  Alan North Harley-Davidson 4
  Gérard Choukroun Yamaha 4
  Thierry van der Veken Yamaha 4
  Marcel Ankoné Suzuki 4
34   Tom Herron Yamaha 3
  Tony Rutter Yamaha 3
  Hans Stadelmann Yamaha 3
  Francis Hollebecq Yamaha 3
  Edmar Ferreira Yamaha 3
  Johnny Bengtsson Yamaha 3
  Hans Braumandl Yamaha 3
41   Edu Celso-Santos Yamaha 2
  Bernard Fau Yamaha 2
  Helmut Kassner Yamaha 2
  Björn Hasli Yamaha 2
  Børge Nielsen Yamaha 2
46   Kjell Solberg Yamaha 1
  Ruedi Keller Yamaha 1
  Les Kenny Yamaha 1
  Piet van der Wal Yamaha 1
  Jean-François Baldé Yamaha 1
  Pekka Nurmi Yamaha 1
  Seppo Kangasniemi Yamaha 1
  Anssi Resko Yamaha 1

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 500 cc bewerken

 
Yamaha YZR 500 van Giacomo Agostini
 
Barry Sheene en Phil Read in 1975
Pos. Constructeur Ptn.
1   Yamaha 87 (131)
2   MV Agusta 78 (98)
3   Suzuki 76 (86)
4   König 20
7   Kawasaki 15

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

350cc-klasse bewerken

 
Harley-Davidson gebruikte in de 350cc-klasse deze machine, die slechts 260 cc mat. Voor Walter Villa was de 350cc-klasse meer bedoeld als training voor de 250 cc

Toen Harley-Davidson ook nieuwe 350cc-racers presenteerde, verwachtte men een strijd met de fabrieks-Yamaha van Giacomo Agostini. Walter Villa gebruikte de 350cc-races echter alleen als training voor de 250cc-klasse. Toch kreeg Agostini genoeg tegenstand om de wereldtitel mis te lopen: Johnny Cecotto was met zijn Yamaha TZ 350 sneller.

Frankrijk, Le Castellet

De Venezolaan Johnny Cecotto debuteerde in Frankrijk in het WK. Hij was bovendien de jongste van het veld en had al de 250cc-race gewonnen. Met zijn Yamaha nam hij ook in de 350cc-race meteen de leiding om die niet meer af te staan. Fabrieksrijder Giacomo Agostini kon hem niet volgen en werd tweede met 24 seconden achterstand. De Fransman Gérard Choukroun (Yamaha) werd in zijn thuiswedstrijd derde.

Spanje, Jarama

Zowel Víctor Palomo als Hideo Kanaya trainden in Jarama sneller dan Agostini, maar die leidde desondanks de race van start tot finish. Cecotto wist wel nog tweede te worden, voor Kanaya. Thuisrijder Victor Palomo werd met zijn SMAC-Yamaha vierde.

Oostenrijk, Salzburgring

De 350cc-race in Oostenrijk was weliswaar spannend, maar de grootste kanshebbers Cecotto en Agostini vielen al in de eerste ronde uit. Cecotto botste tegen de motor van de gevallen János Drapál. John Williams viel in dezelfde bocht tegelijkertijd met Drapál en hun machines schoven door de verkanting van de baan terug op het circuit. Er ontstond een gevaarlijke situatie doordat Drapál midden op het circuit terecht was gekomen en zich tussen de naderende coureurs door een weg naar veiligheid moest banen, terwijl Williams versuft op de baan lag. Drapál, die door een vastloper gevallen was, brak een arm en Williams brak een sleutelbeen. Agostini kreeg een vastloper. Hideo Kanaya nam voor Yamaha de honneurs waar, achtervolgd door Victor Palomo, tot die een lekke band kreeg. Toen nam Edu Celso-Santos met de door Ferry Swaep getunede Yamaha de tweede plaats over, maar hij moest Chas Mortimer en Jon Ekerold voorbij laten gaan. Mortimer kreeg ook een vastloper, Ekerold werd tweede en Celso-Santos werd derde.

Duitsland, Hockenheim

Ondanks zijn val in de 250cc-race in Hockenheim won Johnny Cecotto de 350cc-race. Dieter Braun had de beste start, maar in de tweede ronde passeerde Cecotto hem om niet meer bedreigd te worden. Victor Palomo nam de tweede plaats zelfs over van Braun, maar werd uiteindelijk zowel door Braun als door Patrick Pons weer ingelopen. Bij het ingaan van het Motodrome remde Palomo te laat en hij nam Pons in zijn val mee. Dieter Braun, tot dat moment vierde, kreeg zo de tweede plaats in de schoot geworpen. Pentti Korhonen (Yamaha) eindigde als derde.

Nations Grand Prix, Imola

Johnny Cecotto startte slecht in Imola, maar na een inhaalrace wist hij toch nog te winnen. Voor hij de eerste plaats veroverd had ging het gevecht om de leiding tussen Dieter Braun en Patrick Pons. Intussen reed Giacomo Agostini ook een geweldige race, want hij was als laatste vertrokken en wist nog tot vlak bij Cecotto te komen. Die bleek echter nog wat over te hebben en Agostini werd tweede vóór Patrick Pons.

Isle of Man Junior TT, Mountain Course

Charlie Williams won de Junior TT vóór Chas Mortimer en Tom Herron. De eerste 33 finishers reden een Yamaha TZ 350, maar de officiële teams waren niet op Man en dus ook geen machines van Harley-Davidson.

Nederland, Assen

Al tijdens de trainingen in Assen deden de privérijders het erg goed. Agostini was weliswaar de snelste, maar op de eerste startrij stonden ook Alex George, Dieter Braun, en Pentti Korhonen. Johnny Cecotto stond op de tweede startrij en had bovendien ook een slechte start. Wil Hartog had na problemen in de training slechts de 16e tijd, maar samen met George en Korhonen was hij bij de start als snelste weg en hij kwam na de eerste ronde als eerste door. Agostini had ook een slechte start en was toen slechts zevende. Hartog viel iets terug en kwam in een gevecht met Agostini terecht, terwijl de strijd om de leiding ging tussen George, Korhonen en Braun. Uiteindelijk won Dieter Braun, Korhonen werd tweede en George werd derde. De fabrieksrijders Agostini en Cecotto werden vierde en vijfde.

Finland, Imatra

Omdat België en Zweden geen 350cc-klasse hadden, hadden de 350cc-machines een maand rust gehad. Daardoor was de spanning in het WK ook gebleven, maar om nog kansen op de titel te houden moest Agostini in Finland wel winnen. Dat gebeurde niet: Johnny Cecotto was al in trainingen de snelste en startte ook het beste. Cecotto koos zijn ideale lijn op het stratencircuit van Imatra soms zelfs over het trottoir. Zijn voorsprong liep enorm op, mogelijk omdat de machine van Agostini niet goed liep. De slecht gestarte Patrick Pons kon hem zelfs nog passeren. In de zestiende ronde pakte Agostini de tweede plaats weer terug en hield die ook vast, maar Cecotto kon hij niet meer bereiken.

Tsjecho-Slowakije, Brno

Johnny Cecotto werd 350 cc-kampioen toen Agostini in de vijfde ronde van de Grand Prix van Tsjecho-Slowakije uitviel. In de negende ronde viel Cecotto door een gebroken schakelpedaal ook uit, maar de titel was toen al zeker. De strijd om de eerste plaats ging tussen Otello Buscherini (Yamaha), Dieter Braun, Tom Herron, Olivier Chevallier en Patrick Pons. Uiteindelijk was Buscherini de snelste, gevolgd door Chevallier en Víctor Palomo, die in de laatste ronden nog een aantal mensen had ingehaald.

Joegoslavië, Opatija

Nadat Dieter Braun in Joegoslavië de 250cc-klasse had gewonnen en als invaller bij Morbidelli ook de 125cc-klasse, was het mogelijk dat een coureur drie wedstrijden op één dag zou winnen. Dat was niet meer gebeurd sinds de dagen van Mike Hailwood. Tom Herron had de beste start, maar hij had een beetje geluk omdat hij voor een reparatie van zijn machine rechts voor de startplaatsten was gaan staan. Hij kon niet meer terug naar zijn officiële startpositie en duwde zijn machine dus vanuit de voorkant van het startveld aan. Hij werd al snel voorbij gegaan door Dieter Braun. Pentti Korhonen pakte de tweede plaats maar had enige achterstand. Hij begon in te lopen op Braun, maar in de 15e ronde viel die uit. Pentti Korhonen won zo zijn eerste Grand Prix, Otello Buscherini werd tweede en Chas Mortimer werd derde.

Uitslagen 350 cc bewerken

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Poleposition Snelste ronde
1 30 maart   GP van Frankrijk Le Castellet Johnny Cecotto Giacomo Agostini Gérard Choukroun Johnny Cecotto Johnny Cecotto
2 20 april   GP van Spanje Jarama Giacomo Agostini Johnny Cecotto Hideo Kanaya Víctor Palomo Johnny Cecotto
3 4 mei   GP van Oostenrijk Salzburgring Hideo Kanaya Jon Ekerold Edu Celso-Santos Hideo Kanaya Hideo Kanaya
4 11 mei   GP van Duitsland Hockenheim Johnny Cecotto Dieter Braun Pentti Korhonen Giacomo Agostini Johnny Cecotto
5 18 mei   GP des Nations Imola Johnny Cecotto Giacomo Agostini Patrick Pons Hideo Kanaya Giacomo Agostini
6 1-7 juni   Isle of Man TT Mountain Course Charlie Williams Chas Mortimer Tom Herron Tony Rutter Alex George
7 28 juni   TT van Assen Assen Dieter Braun Pentti Korhonen Alex George Walter Villa Johnny Cecotto
8 27 juli   GP van Finland Imatra Johnny Cecotto Giacomo Agostini Patrick Pons Johnny Cecotto Patrick Pons
9 24 aug.   GP van Tsjecho-Slowakije Masaryk-Ring Otello Buscherini Olivier Chevallier Víctor Palomo Johnny Cecotto Víctor Palomo
10 21 sept.   GP van Joegoslavië Opatija Pentti Korhonen Otello Buscherini Chas Mortimer Otello Buscherini Pentti Korhonen

Eindstand 350 cc bewerken

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1   Johnny Cecotto Yamaha 78
2   Giacomo Agostini Yamaha 59
3   Pentti Korhonen Yamaha 48 (49)
4   Dieter Braun Yamaha 47
5   Patrick Pons Yamaha 32
6   Chas Mortimer Maxton-Yamaha 31
7   Gérard Choukroun Yamaha 28
8   Otello Buscherini Bimota-Yamaha 27
9   Tom Herron Yamaha 26
10   Hideo Kanaya Yamaha 25
11   Víctor Palomo SMAC-Yamaha 22
12   Alex George Yamaha 20
13   Philippe Coulon Yamaha 16
14   Charlie Williams Maxton-Yamaha 15
15   Hans Stadelmann Yamaha 14
16   Jon Ekerold Yamaha 13
17   Olivier Chevallier Yamaha 12
18   Edu Celso-Santos Yamaha 12
19   Karl Auer Yamaha 12
20   Jean-Louis Guignabodet Yamaha 8
  Steve Tonkin Yamaha 8
  Bruno Kneubühler Yamaha 8
  Christian Huguet Yamaha 6
  Derek Chatterton Chatt-Yamaha 6
  Franz Kunz Yamaha 6
26   Jean-François Baldé Yamaha 5
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
  Toni Mang SMZ 5
  Giovanni Proni Yamaha 5
  Billie Guthrie Yamaha 5
  Wil Hartog Yamaha 5
  Billie Henderson Yamaha 5
32   Marco Lucchinelli Yamaha 4
  Gerry Mateer Yamaha 4
  Mario Lega Yamaha 4
35   Max Wiener Yamaha 4
36   Philippe Bouzanne Yamaha 3
  Walter Villa Harley-Davidson 3
  Geoff Barry Seeley-Yamaha 3
  Tony Rutter SMAC-Yamaha 3
  Boet van Dulmen Yamaha 3
  Tapio Virtanen Yamaha 3
42   Peter McKinley (†) Yamaha 3
43   Les Kenny Yamaha 2
  Guido Mandracci Yamaha 2
  Noel Clegg Yamaha 2
  János Reisz Yamaha 2
47   Kjell Solberg Yamaha 1
  John Williams Yamaha 1
  Martin Sharpe Yamaha 1
  John Dodds Yamaha 1
  Peter Baláž Yamaha 1

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 350 cc bewerken

Pos. Constructeur Ptn.
1   Yamaha 90 (145)
2   Dugdale Maxton Yamaha 15
3   Danfay-Yamaha 12

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

250cc-klasse bewerken

 
De 250cc-Harley-Davidson had in 1975 waterkoeling en bracht Walter Villa de wereldtitel
 
Deze Derbi 250cc-racer werd in 1975 slechts sporadisch ingezet

In de 250cc-klasse waren de Harley-Davidsons van Walter Villa en Michel Rougerie meestal de snelsten, maar daar kwam nog bij dat Yamaha geen fabriekssteun gaf en dat de Yamaha TZ 250's van Dieter Braun en Johnny Cecotto nogal wat betrouwbaarheidsproblemen kenden.

Frankrijk, Le Castellet

In Le Castellet won Johnny Cecotto (Yamaha) de 250cc-race, nadat hij al veel indruk had gemaakt door tijdens de Daytona 200 als laatste te starten en derde te worden. Een andere debutant in Europa, de Japanner Ikujiro Takaï, werd met zijn Yamaha tweede. Walter Villa viel met zijn Harley-Davidson uit, maar zijn teamgenoot Michel Rougerie werd derde.

Spanje, Jarama

In Jarama reed Walter Villa de snelste trainingstijd, maar in de race ging Cecotto aan de leiding tot zijn ketting brak. Benjamín Grau (Derbi), die in de 125cc-klasse indruk had gemaakt met de snelste trainingstijd en de snelste ronde, kwam opnieuw na een slechte start naar voren. Terwijl Villa onbedreigd won en Patrick Pons (Yamaha) tweede werd, passeerde Grau in de laatste ronde Rolf Minhoff (Yamaha) en Chas Mortimer (Yamaha) en werd nog derde.

Duitsland, Hockenheim

Walter Villa startte in Duitsland bijzonder slecht. Hij was na de duwstart al op zijn machine gesprongen, maar moest er weer af om opnieuw te duwen. Toen was het hele veld al lang vertrokken. In de zesde ronde was hij echter al derde. Johnny Cecotto nam de leiding, gevolgd door Ikujiro Takaï (Yamaha). Villa passeerde in de zevende ronde Takaï en in de tiende ronde ook Cecotto. Die probeerde Villa nog wel te volgen, maar moest dat bekopen met een val in de laatste ronde. Takaï viel ook uit en zo ging de tweede plaats naar Michel Rougerie en de derde naar Víctor Palomo (Yamaha).

Nations Grand Prix, Imola

In Italië ging Walter Villa aan de leiding, maar hij werd gevolgd door Johnny Cecotto die rustig leek te wachten op een fout van Villa. In de laatste vijf ronden begon Cecotto's Yamaha echter slecht te lopen en om de finish te halen deed hij het rustiger aan. Michel Rougerie, die Dieter Braun nog ingehaald had, kon hem echter niet meer bereiken en werd derde. Felice Agostini, Ago's jongere broer die in zijn motorsportcarrière was begonnen als motorcrosser, haalde met de achtste plaats zijn eerste WK-punten.

Isle of Man Lightweight 250 cc TT, Mountain Course

Chas Mortimer won de Lightweight 250 cc TT met een ruime voorsprong op Derek Chatterton en John Williams. John Lawley was de enige die de finish haalde op een ander merk dan Yamaha: Hij eindigde als 45e met zijn Honda en was de enige die meer dan twee uur had gereden.

Nederland, Assen

Johnny Cecotto startte in Assen als snelste en Harley-coureurs Walter Villa en Michel Rougerie konden hem niet volgen. De betrouwbaarheid van de Yamaha's begon echter een probleem te worden en Cecotto stopte dan ook toen zijn motor dreigde vast te lopen. Villa kwam nu weliswaar aan de leiding, maar bij Harley-Davidson bestonden kennelijk geen teamorders, want Rougerie wist hem zelfs te passeren. Rougerie viel echter waardoor Villa de race won. Michel Rougerie lag zo ver voor Dieter Braun, dat hij ondanks zijn val toch nog tweede werd, vóór Braun. In de derde ronde van deze race viel Rolf Thiele bij "de Bult". Hij overleed later die middag aan zijn verwondingen.

België, Spa-Francorchamps

Paolo Pileri, die net met een Morbidelli zijn wereldtitel in de 125cc-klasse had veiliggesteld, stond in de 250cc-klasse in België op de derde startplaats met een Yamaha TZ 250. Cecotto stond op de eerste en ook de beide Harley-Davidsons stonden op de eerste startrij. Na de start vormden Cecotto, Villa en Rougerie meteen een kopgroep, terwijl Pileri iets achterop raakte om even later uit te vallen. Tussen de drie koplopers ontstond een flink gevecht, waarbij Cecotto bij het remmen bij de La Source-hairpin tijd goed maakte, terwijl de Harley-Davidsons bergaf weer sneller waren. Door de beide Harley's bij la Source uit te remmen schoot Cecotto vlak voor de finish naar de eerste plaats en hij won met 0,4 seconden voorsprong op Rougerie, terwijl Villa derde werd. Hierdoor was de strijd om de wereldtitel weer enigszins open.

Zweden, Anderstorp

In Zweden nam Cecotto de leiding, maar opnieuw liet zijn Yamaha hem in de steek. De machine ging opnieuw op één cilinder lopen en Cecotto viel uit. Otello Buscherini reed nu aan de leiding, maar het leek wel of hij zijn landgenoot Walter Villa wilde helpen om wereldkampioen te worden. In werkelijkheid had Buscherini de Diemme-Yamaha gekregen om de inmiddels uitgevallen Cecotto te ondersteunen en verloor hij snelheid door een kapotte keerring. Villa passeerde zonder al te veel problemen en won, Buscherini werd tweede en Tapio Virtanen werd derde. Dat deed hij met de fabrieks-MZ die ter beschikking was gesteld aan Boet van Dulmen. Van Dulmen wilde er na de teleurstellende resultaten echter niet meer mee rijden.

Finland, Imatra

Walter Villa was vrijwel zeker van de wereldtitel, maar nog niet helemaal. In Finland startte zijn concurrent Johnny Cecotto als snelste, gevolgd door Villa. Bij de eerste doorkomst was Villa er echter niet meer bij. Hij was in een snelle bocht gevallen en werd naar het ziekenhuis vervoerd. Rougerie kreeg het signaal uit de pit dat Walter Villa was uitgevallen en hij begreep dat hij Cecotto moest aanvallen om de wereldtitel te redden. In de vierde ronde passeerde hij Cecotto en hij begon meteen zijn voorsprong te vergroten. Michel Rougerie won de race, Cecotto werd tweede en de derde plaats was voor Otello Buscherini. Walter Villa moest in het ziekenhuis vernemen dat hij wereldkampioen was geworden. Daar moest hij nog enkele dagen ter observatie blijven omdat hij zware kneuzingen had opgelopen.

Tsjecho-Slowakije, Brno

MZ had de betrouwbaarheid van de machine van Virtanen verbeterd door het Nikasil-procedé van fabrikant Mahle toe te passen, waardoor de vastloopneigingen verdwenen leken. Virtanen trainde in Tsjecho-Slowakije het snelste met de ex-van Dulmen machine. Bij de start vormde zich een kopgroep die bestond uit Rougerie, Buscherini, Braun en Virtanen. Cecotto was onderweg naar de kopgroep, maar stopte na drie ronden in de pit. Walter Villa kon geen rol van betekenis spelen: zijn Harley-Davidson sloeg pas aan toen de kop van het veld bijna een ronde voltooid had. De race werd gewonnen door Rougerie, Buscherini werd tweede en Braun werd derde.

Joegoslavië, Opatija

Dieter Braun startte het beste in Opatija, terwijl trainingssnelste Otello Buscherini meteen na de start een aantal plaatsen terugviel. In de vierde ronde was Buscherini echter alweer aan het jagen op Braun en in de negende ronde lag hij op kop. Een ronde later had hij een achterstand van 14 seconden op Braun. Het probleem werd veroorzaakt doordat de stekertjes van zijn ontsteking los raakten. Buscherini werd slechts vijfde, terwijl Braun naar de overwinning reed. Chas Mortimer wist zich los te maken uit de achtervolgende groep en werd tweede. Patrick Pons werd derde.

Uitslagen 250 cc bewerken

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Poleposition Snelste ronde
1 30 maart   GP van Frankrijk Le Castellet Johnny Cecotto Ikujiro Takaï Michel Rougerie Ikujiro Takaï Johnny Cecotto
2 20 april   GP van Spanje Jarama Walter Villa Patrick Pons Benjamín Grau Walter Villa Walter Villa
3 11 mei   GP van Duitsland Hockenheim Walter Villa Michel Rougerie Víctor Palomo Walter Villa Walter Villa
4 18 mei   GP des Nations Imola Walter Villa Johnny Cecotto Michel Rougerie Walter Villa Walter Villa
5 1-7 juni   Isle of Man TT Mountain Course Chas Mortimer Derek Chatterton John Williams Chas Mortimer Derek Chatterton
6 28 juni   TT van Assen Assen Walter Villa Michel Rougerie Dieter Braun Walter Villa Walter Villa
7 6 juli   GP van België Spa-Francorchamps Johnny Cecotto Michel Rougerie Walter Villa Walter Villa Johnny Cecotto
8 20 juli   GP van Zweden Anderstorp Walter Villa Otello Buscherini Tapio Virtanen Johnny Cecotto Otello Buscherini
9 27 juli   GP van Finland Imatra Michel Rougerie Johnny Cecotto Otello Buscherini Michel Rougerie Johnny Cecotto
10 24 aug.   GP van Tsjecho-Slowakije Masaryk-Ring Michel Rougerie Otello Buscherini Dieter Braun Michel Rougerie Otello Buscherini
11 21 sept.   GP van Joegoslavië Opatija Dieter Braun Chas Mortimer Patrick Pons Otello Buscherini Otello Buscherini

Eindstand 250 cc bewerken

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1   Walter Villa Harley-Davidson 85
2   Michel Rougerie Harley-Davidson 76 (91)
3   Dieter Braun Yamaha 56 (62)
4   Johnny Cecotto Yamaha 54
5   Patrick Pons Yamaha 48 (63)
6   Chas Mortimer Yamaha 46 (47)
7   Otello Buscherini Yamaha 40
8   Leif Gustafsson Yamaha 33 (34)
9   Bruno Kneubühler Yamaha 22
10   Tapio Virtanen Yamaha/MZ 20
11   Víctor Palomo Yamaha 18
12   Harald Bartol Yamaha 18
13   Tom Herron Yamaha 16
14   John Williams Yamaha 15
15   Ikujiro Takaï Yamaha 12
  Derek Chatterton Yamaha 12
17   Benjamín Grau Derbi 10
18   Alex George Yamaha 9
19   John Dodds Yamaha 9
20   Pentti Korhonen Yamaha 9
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
21   Tony Rutter Yamaha 8
22   Rolf Minhoff Yamaha 8
23   Edmar Ferreira Yamaha 8
24   Yvon Duhamel Kawasaki 6
  Paolo Pileri Yamaha 6
26   Gérard Choukroun Yamaha 5
  Mario Lega Yamaha 5
  Billie Henderson Yamaha 5
29   Neil Tuxworth Yamaha 4
30   Peter McKinley (†) Yamaha 3
  Felice Agostini Yamaha 3
  Helmut Kassner Yamaha 3
  Nico van der Zanden (†) Yamaha 3
  Olivier Chevallier Yamaha 3
35   Horst Lahfeld Yamaha 2
  Eddie Roberts Yamaha 2
  Jean-Louis Guignabodet Yamaha 2
38   Philippe Bouzanne Yamaha 1
  Vincenzo Cascino Harley-Davidson 1
  Jean-François Baldé Yamaha 1
  Clive Horton Yamaha 1

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 250 cc bewerken

Pos. Constructeur Ptn.
1   Harley-Davidson 90 (127)
2   Yamaha 81 (135)
3   Danfay-Yamaha 15
4   MZ 15
5   Chatt-Yamaha 12
6   Derbi 10
7   Kawasaki 6

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

125cc-klasse bewerken

Jorg Möller had in 1974 de leiding van het technische team van Morbidelli overgenomen, maar moest toen nog werken met de bestaande motorfietsen. In 1975 had hij zijn nieuwe machines klaar en die waren zo snel en betrouwbaar, dat er teamorders nodig waren om Paolo Pileri wereldkampioen te laten worden. In ruil daarvoor mocht Pier Paolo Bianchi kampioen van Italië worden. Kent Andersson kon daar met zijn Yamaha OW 15 niets tegen doen. Jan Thiel en Martin Mijwaart bouwden een 125cc-Piovaticci, maar die was te laat klaar om het seizoen mee te beginnen. Eugenio Lazzarini haalde er toch nog drie podiumplaatsen mee.

Frankrijk, Le Castellet

In Frankrijk stonden Kent Andersson (Yamaha), Bruno Kneubühler (Yamaha), Paolo Pileri (Morbidelli) en Pier Paolo Bianchi (Morbidelli) op de eerste startrij. Pileri had zelfs de snelste trainingstijd gereden, maar hij viel samen met zijn teamgenoot Bianchi al in de eerste ronde. Bianchi viel definitief uit, maar Pileri reed een geweldige inhaalrace die hem tot de derde plaats bracht. Andersson won na een fel gevecht met Leif Gustafsson (Yamaha), die tweede werd. Gustafsson reed de Yamaha van Andersson uit 1974.

Spanje, Jarama

In Spanje was lokale rijder Benjamín Grau (fabrieks-Derbi) de snelste in de training. Naast hem stonden de beide fabrieks-Morbidelli's op de eerste startrij. In de natte trainingen had Andersson grote problemen gehad en was slechts 13e. Tijdens de race was het echter droog. Andersson vond aansluiting bij de Morbidelli's, maar kon Pileri niet voorbij. Bianchi zakte wel wat af en werd in de zesde ronde ingehaald door Bruno Kneubühler. Die kwam zelfs nog dicht bij Andersson. Grau was erg slecht gestart maar reed dankzij een recordronde toch weer naar voren. Hij passeerde Andersson en Kneubühler zelfs, maar viel toen uit. Paolo Pileri won gemakkelijk en ook voor Andersson werd het wat makkelijker toen Kneubühler even viel. Andersson werd tweede maar Kneubühler was snel genoeg overeind om derde te worden.

Oostenrijk, Salzburgring

In Oostenrijk waren de Morbidelli's zo sterk, dat Bianchi en Pileri de hele race aan kop gingen. Teamorders waren er ook, want in de laatste ronde wachtte Bianchi op Pileri om hem te laten winnen. Kent Andersson leek derde te worden, maar in de laatste ronde moest hij vanwege benzinegebrek langzamer rijden. Hij had daarbij niet in de gaten dat Henk van Kessel hem met zijn Bridgestone-Yamaha al op de hielen zat en van Kessel werd dan ook derde.

Duitsland, Hockenheim

In Duitsland braken Bianchi en Pileri al in de trainingen alle records. Otello Buscherini kwam met een nieuwe tweecilinder Malanca naar Hockenheim en werd in de training vierde achter Kent Andersson. Bianchi leidde de race en was voor niemand te volgen, ook niet voor zijn teamgenoot Pileri, die door valpartijen enigszins uit vorm was. Pileri moest echter wereldkampioen worden en het team was net als in Oostenrijk druk met het aangeven aan Bianchi dat hij op zijn kopman moest wachten. Toen de voorsprong was opgelopen tot 7 seconden kneep Bianchi in de remmen om Pileri voorbij te laten. Ze kwamen vlak na elkaar over de finish maar hadden intussen meer dan een halve minuut voorsprong op derde man Andersson.

Nations Grand Prix, Imola

In de 125cc-race in Imola gingen de beide Morbidelli's er opnieuw samen vandoor, en weer in de voor het team "verkeerde" volgorde: kopman Pileri achter Bianchi. Men had het nu eenmaal zo afgesproken: Pileri moest wereldkampioen worden en daarom mocht Bianchi kampioen van Italië worden. Kent Andersson was eerst derde, maar kreeg te maken met een vastloper en viel uit. Dat bracht Henk van Kessel met zijn Bridgestone-Yamaha op de derde plaats. Bianchi wachtte weer demonstratief tot de laatste ronde voor hij Paolo Pileri voor liet gaan, tot ongenoegen van het Italiaanse publiek, dat de beste man de overwinning wel gegund had.

Nederland, Assen

Jan Huberts kreeg in Assen een Morbidelli, maar dat was nog een oud exemplaar uit 1974, uit de tijd dat Jorg Möller de machines nog niet had kunnen verbeteren. Huberts kon er weinig mee beginnen: tijdens de trainingen trilde de machine zo erg dat Huberts blaren onder zijn voetzolen kreeg en in de wedstrijd begon de motor over te slaan en moest Huberts opgeven. De nieuwe Morbidelli's van Bianchi en Pileri waren veel sneller dan de rest van het veld. In het begin van de race regende het nog lichtjes, waardoor Pileri iets wegliep van zijn teamgenoot. Toen het droog werd sloot Bianchi aan maar bleef Pileri volgens afspraak op enkele meters afstand volgen tot aan de finish. Jos Schurgers, die al enkele jaren eerder gestopt was maar elk jaar alleen in Assen met zijn oude Bridgestone aan de start kwam, was even derde, maar zakte terug. Bruno Kneubühler werd uiteindelijk derde.

België, Spa-Francorchamps

Kent Andersson moest in België winnen om zelfs nog maar een theoretische kans op de wereldtitel te houden. In de training was Pier Paolo Bianchi weliswaar langzamer dan Andersson, maar Paolo Pileri was juist sneller. Teamorders had men bij Morbidelli niet meer nodig: als Andersson maar niet won kon er niets fout gaan. Toch lag Pileri meestal aan de leiding en hij won de race ook. Hij kwam wel zonder benzine te staan, maar dat kwam omdat hij niet in de gaten had dat de race al afgelopen was. Bianchi werd tweede en Kent Andersson werd slechts derde, terwijl de nieuwe wereldkampioen Paolo Pileri op de bezemwagen moest wachten om terug te komen in het rennerskwartier.

Zweden, Anderstorp

Het leek wel of er in Zweden toch weer teamorders bij Morbidelli golden, terwijl de wereldtitel al binnen was. Bianchi ging de hele race aan de leiding, maar tegen het einde liet hij zich terugvallen en won Pileri. Hoewel Piovaticci-constructeurs Thiel en Mijwaart enkele weken eerder nog had verklaard dat de nieuwe 125cc-machine nog te zwaar was, hadden ze het probleem kennelijk al opgelost, want Lazzarini wist Kent Andersson zonder problemen te verslaan en hij werd derde.

Tsjecho-Slowakije, Brno

Paolo Pileri moest het in Tsjecho-Slowakije zonder zijn teamgenoot Pier Paolo Bianchi doen. Die was na een val in een nationale race in Pesaro in het ziekenhuis opgenomen. Pileri had na enkele ronden al tien seconden voorsprong op Henk van Kessel, die voor Kent Andersson reed. Pileri viel echter waardoor van Kessel op kop kwam, maar die moest met koppelingsproblemen in de pit stoppen. Kent Andersson was echter ook gepasseerd door Leif Gustafsson die de race won. Andersson werd tweede en Eugenio Lazzarini werd derde nadat hij Bruno Kneubühler achter zich had gelaten.

Joegoslavië, Opatija

Dieter Braun had de 250cc-race in Opatija al gewonnen, maar voor de 125cc-klasse mocht hij samen met Luigi Conforti invallen voor de geblesseerde fabrieksrijders van Morbidelli. De opdracht was om vóór Yamaha-coureur Kent Andersson te finishen. Na de eerste ronde lag Conforti al vóór Braun, Harold Bartol en Andersson. In de zevende ronde nam Braun de leiding over en won de race. Conforti werd tweede en Andersson werd ook nog verslagen door Eugenio Lazzarini, die slecht gestart was maar toch nog derde werd.

Uitslagen 125 cc bewerken

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Poleposition Snelste ronde
1 30 maart   GP van Frankrijk Le Castellet Kent Andersson Leif Gustafsson Paolo Pileri Pier Paolo Bianchi Paolo Pileri
2 20 april   GP van Spanje Jarama Paolo Pileri Kent Andersson Bruno Kneubühler Benjamín Grau Benjamín Grau
3 4 mei   GP van Oostenrijk Salzburgring Paolo Pileri Pier Paolo Bianchi Henk van Kessel Pier Paolo Bianchi Pier Paolo Bianchi
4 11 mei   GP van Duitsland Hockenheim Paolo Pileri Pier Paolo Bianchi Kent Andersson Pier Paolo Bianchi Pier Paolo Bianchi
5 18 mei   GP des Nations Imola Paolo Pileri Pier Paolo Bianchi Henk van Kessel Pier Paolo Bianchi Pier Paolo Bianchi
6 28 juni   TT van Assen Assen Paolo Pileri Pier Paolo Bianchi Bruno Kneubühler Paolo Pileri Paolo Pileri
7 6 juli   GP van België Spa-Francorchamps Paolo Pileri Pier Paolo Bianchi Kent Andersson Paolo Pileri Paolo Pileri
8 20 juli   GP van Zweden Anderstorp Paolo Pileri Pier Paolo Bianchi Eugenio Lazzarini Kent Andersson Paolo Pileri
9 24 aug.   GP van Tsjecho-Slowakije Masaryk-Ring Leif Gustafsson Kent Andersson Eugenio Lazzarini Paolo Pileri Paolo Pileri
10 21 sept.   GP van Joegoslavië Opatija Dieter Braun Pierluigi Conforti Eugenio Lazzarini Eugenio Lazzarini Dieter Braun

Eindstand 125 cc bewerken

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1   Paolo Pileri Morbidelli 90 (115)
2   Pier Paolo Bianchi Morbidelli 72 (80)
3   Kent Andersson Yamaha 67 (83)
4   Leif Gustafsson Yamaha 57 (72)
5   Eugenio Lazzarini Piovaticci 47 (51)
6   Bruno Kneubühler Yamaha 43 (51)
7   Henk van Kessel Bridgestone-Yamaha/Condor 38
8   Harald Bartol Suzuki 21
9   Johann Zemsauer Rotax 21
10   Pierluigi Conforti Malanca/Morbidelli 18
11   Dieter Braun Morbidelli 15
12   Hans Müller Yamaha 14
13   Cees van Dongen Yamaha 9
14   Peter Frohnmeyer Maico 8
15   Jos Schurgers Bridgestone 6
16   Horst Seel Seel 6
17   Maurice Maingret Yamaha 5
  Otello Buscherini Malanca 5
19   Matti Kinnunen Maico 5
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
20   Hans Hallberg Yamaha 4
  Patrick Fernandez Yamaha 4
  Gert Bender Bender 4
23   Pentti Salonen Yamaha 4
24   Vicenzo Novella Yamaha 2
  Rolf Thiele (†) Maico 2
  Alberto Ieva Derbi 2
  Roel Cornelis Yamaha 2
  José Lazo MZ 2
  Johnny Svensson Bastard 2
  Thierry Tchernine Yamaha 2
31   Xaver Tschannen Maico 1
  Ulrich Graf Yamaha 1
  Peter van Niel Yamaha 1
  Manuel Arias MZ 1
  Per-Edvard Carlsson Maico 1
  Zbyněk Havrda Ahra 1
  Hans-Jürgen Hummel Yamaha 1

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 125 cc bewerken

Pos. Constructeur Ptn.
1   Morbidelli 90 (130)
2   Yamaha 72 (104)
3   Piovaticci 47 (51)
4   Condor 38
5   Suzuki 26
6   Rotax 21
7   Malanca 11
8   Maico 11
9   Bridgestone 10

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

50cc-klasse bewerken

In 1975 was de rol van de Nederlandse coureurs in de 50cc-klasse vrijwel uitgespeeld, maar de winnende motorfietsen hadden allemaal een Nederlandse achtergrond. Ángel Nieto en Julien van Zeebroeck reden met Van Veen-Kreidlers uit 1974 en Eugenio Lazzarini met een Piovaticci die door Jan Thiel en Martin Mijwaart was gebouwd. Juist het enige écht Nederlandse merk, Jamathi, kwam er na het vertrek van Thiel en Mijwaart niet meer aan te pas.

Spanje, Jarama

De 50cc-race in Spanje was de eerste van het seizoen en Ángel Nieto reed hier voor het eerst met de Van Veen-Kreidler die hij met hulp van de Spaanse bond had kunnen kopen. Ángel won de race met gemak. Cees van Dongen draaide een blok stuk in de trainingen maar kreeg via Van Veen een reservemotor. Hij reed lang achter Nieto maar hij viel in de haarspeldbocht. Daardoor klom Julien van Zeebroeck (Van Veen-Kreidler) naar de tweede plaats. Stefan Dörflinger (Kreidler) kon van Zeebroeck nog even bedreigen, maar moest zich met de derde plaats tevreden stellen. De door oud-Jamathi-constructeurs Jan Thiel en Martin Mijwaart gebouwde Piovaticci van Eugenio Lazzarini was nog niet snel genoeg om de Kreidlers te kloppen. Lazzarini werd slechts vierde.

Duitsland, Hockenheim

In Hockenheim trainde Eugenio Lazzarini liefst 3,3 seconden sneller dan Julien van Zeebroeck en de andere concurrenten waren zelfs nog 2 seconden langzamer. Jan de Vries, nu monteur van Nieto, monteerde echter een sneller motorblok in de Kreidler en daarmee leidde die de race van start tot finish. Lazzarini startte slecht maar wist na twee ronden de tweede plaats van Van Zeebroeck over te nemen. Die wist hem nog enkele ronden te volgen maar moest toch tevreden zijn met de derde plaats.

Nations Grand Prix, Imola

In Imola trainde Lazzarini weer als snelste, maar in de race werd hij slechts tweede met meer dan een minuut achterstand op Ángel Nieto. Dat had alles te maken met het feit dat Lazzarini opnieuw slecht startte. Stefan Dörflinger en Ulrich Graf waren derde en vierde nadat ze Jan Huberts hadden ingehaald, maar uiteindelijk viel Graf terug en werd Dörflinger derde.

Nederland, Assen

In Assen waren de startproblemen van de Piovaticci van Lazzarini opgelost. Hij was snel weg, maar dit keer had hij vergeten zijn benzinekraan open te draaien, waardoor hij weer ver terugviel. Julien van Zeebroeck startte slecht en weet dat na de race aan "zenuwen". In de eerste ronde gingen Henk van Kessel (Kreidler) en Ángel Nieto aan de leiding. Lazzarini was toen 21e. Van Kessel moest iets lossen door een slippende koppeling en werd tiende. Lazzarini brak het ronderecord en vocht zich door het veld naar voren. Na vijf ronden reden Hans-Jürgen Hummel (Kreidler) en Herbert Rittberger (Kreidler) aan de leiding en zijn namen een kleine voorsprong op Nieto. Toen Lazzarini uiteindelijk ook Gerrit Strikker (Kreidler) passeerde, vocht het drietal Nieto, Lazzarini en Strikker zich een weg naar voren om Hummel en Rittberger te achterhalen. Hummel viel uit door een afgebroken ophanging van zijn uitlaat. In de laatste ronde reed Lazzarini aan de leiding, maar in de eindfase wist Nieto hem nog in te halen. Ángel Nieto won, Herbert Rittberger werd tweede en Eugenio Lazzarini werd derde. Nieto hoefde nog slechts 1 wedstrijd te winnen om wereldkampioen te worden.

België, Spa-Francorchamps

Hoewel de trainingstijd van Lazzarini in Spa-Francorchamps liefst 5,5 seconden sneller was dan die van de concurrentie, vormde zich na de start van de race een klein kopgroepje met Lazzarini, Nieto en van Zeebroeck. Toen Julien van Zeebroeck in zijn thuisrace de leiding nam concentreerde Nieto zich vooral op het afhouden van Lazzarini. Een tweede plaats was immers genoeg voor de wereldtitel en zo won Julien van Zeebroeck zijn tweede Grand Prix. Nieto werd tweede én wereldkampioen en Lazzarini eindigde als derde.

Zweden, Anderstorp

In Zweden had Lazzarini een goede start en hij liep ook meteen weg van zijn tegenstanders. Nieto kon zich als wereldkampioen ook gerust tevreden stellen met de tweede plaats. Julien van Zeebroeck kwam in duel met de Nederlander Nico Polane (Kreidler), die het hele seizoen al goed gepresteerd had. Van Zeebroeck maakte echter een ernstige val mee, waarbij hij zijn wervelkolom beschadigde en naar het ziekenhuis werd afgevoerd. Polane haalde bijna zijn eerste podiumplaats, maar toen zijn Kreidler vermogen begon te verliezen werd hij nog ingehaald door Hans-Jürgen Hummel.

Finland, Imatra

Nico Polane had in de natte vrijdagtraining in Finland de derde tijd gezet, maar in de droge kwalificatietraining lukte dat niet meer. Bovendien startte hij ruim een halve minuut later dan de rest van het veld doordat er een bougie stuk ging. Lazzarini begon al snel een voorsprong op te bouwen, die tot 7 seconden opliep. Nieto volgde en op de derde plaats lag Cees van Dongen met zijn Kreidler. Die werd gepasseerd door Rudolf Kunz en zou nog verder terugvallen door een onwillige koppeling. Lazzarini nam intussen wat gas terug, waarschijnlijk in de veronderstelling dat zijn voorsprong groot genoeg was. Dat bleek niet zo te zijn: toen Nieto hem weer in het vizier kreeg zette hij nog eens extra aan en uiteindelijk wist Nieto hem nipt te verslaan. Rudolf Kunz werd met grote achterstand derde, maar Nico Polane had zich teruggevochten tot de vierde plaats.

Joegoslavië, Opatija

In Opatija had Lazzarini de snelste trainingstijd, maar men ontdekte dat de borgpen van de zuiger van het snelste motorblok los zat. Het team besloot het risicio te nemen, maar Lazzarini viel in de 12e ronde uit door een vastloper. Ángel Nieto reed toen al aan de leiding en stond die niet meer af. Door het uitvallen van Lazzarini kwam Rudolf Kunz op de tweede plaats terecht. Aldo Pero werd derde.

Uitslagen 50 cc bewerken

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Poleposition Snelste ronde
1 20 april   GP van Spanje Jarama Ángel Nieto Julien van Zeebroeck Stefan Dörflinger Ángel Nieto Ángel Nieto
2 11 mei   GP van Duitsland Hockenheim Ángel Nieto Eugenio Lazzarini Julien van Zeebroeck Eugenio Lazzarini Ángel Nieto
3 18 mei   GP des Nations Imola Ángel Nieto Eugenio Lazzarini Stefan Dörflinger Eugenio Lazzarini Eugenio Lazzarini
4 28 juni   TT van Assen Assen Ángel Nieto Herbert Rittberger Eugenio Lazzarini Eugenio Lazzarini Eugenio Lazzarini
5 6 juli   GP van België Spa-Francorchamps Julien van Zeebroeck Ángel Nieto Eugenio Lazzarini Eugenio Lazzarini Julien van Zeebroeck
6 20 juli   GP van Zweden Anderstorp Eugenio Lazzarini Ángel Nieto Hans-Jürgen Hummel Eugenio Lazzarini Eugenio Lazzarini
7 27 juli   GP van Finland Imatra Ángel Nieto Eugenio Lazzarini Rudolf Kunz Eugenio Lazzarini Ángel Nieto
8 21 sept.   GP van Joegoslavië Opatija Ángel Nieto Rudolf Kunz Aldo Pero Eugenio Lazzarini Ángel Nieto

Eindstand 50 cc bewerken

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1   Ángel Nieto Van Veen-Kreidler 75 (114)
2   Eugenio Lazzarini Piovaticci 61 (79)
3   Julien van Zeebroeck Van Veen-Kreidler 43
4   Rudolf Kunz Kreidler 37 (39)
5   Herbert Rittberger Kreidler 31
6   Stefan Dörflinger Kreidler 31
7   Nico Polane Kreidler 28
8   Gerhard Thurow Kreidler 21
9   Hans-Jürgen Hummel Kreidler 20
10   Claudio Lusuardi Derbi 16
11   Theo Timmer Jamathi 13
12   Henk van Kessel Kreidler 12
13   Aldo Pero Kreidler 10
14   Ulrich Graf Kreidler 10
15   Gerrit Strikker Kreidler 8
16   Cees van Dongen Kreidler 8
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
17   Jan Huberts Kreidler/Jamathi 5
18   Jaime Alguersuari Derbi 4
  Ramón Galí Derbi 4
  Juup Bosman Jamathi 4
  Rolf Blatter Kreidler 4
  Wilhelm Werner Kreidler 4
23   Jan Bruins Kreidler 3
  Theo van Geffen DRM 3
  Kenneth Götesson Kreidler 3
26   Robert Lavér Kreidler 3
27   Ingo Emmerich Kreidler 2
  Carlo Guerrini Ringhini 2
29   Joaquín Galí Derbi 1
  Germano Zanetti Kreidler 1
  Pierre Audry ABF 1
  Günter Schirnhofer Kreidler 1

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 50 cc bewerken

Pos. Constructeur Ptn.
1   Kreidler 75 (117)
2   Piovaticci 61 (79)
3   Derbi 20
4   Jamathi 17
5   Kreidler RS 10

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Zijspanklasse bewerken

De zijspanklasse werd in 1975 vrijwel helemaal beheerst door machines die werden aangedreven door een tweetaktmotor van König. Er waren ook veel combinaties die vertrouwde op de motor van de Yamaha TZ 500 productieracer, waarbij die van Rolf Biland de meest opvallende was. Zijn Seymaz-Yamaha zat vol autotechniek en had een monocoque-frame.

Frankrijk, Le Castellet

De zijspanrace in Le Castellet opende het WK-seizoen van 1975 en werd gewonnen door het onbekende duo Hermann Schmid/Martial Jean-Petit-Matile met een Schmid-König. Werner Schwärzel/Andreas Huber (König) werden tweede doordat ze schakelproblemen hadden en Malcolm Hobson/Mick Burns (Yamaha) derde.

Oostenrijk, Salzburgring

Behalve het duo Schmid/Jean-Petit-Matile had in Frankrijk een tweede onbekende combinatie goed getraind: Angelo Pantellini/Freddo Mazzoni, eveneens uit Zwitserland. Zij waren toen slechts vijfde geworden, maar in Oostenrijk leverden ze met hun König een prachtig gevecht om de overwinning met Rolf Steinhausen/Josef Huber (Busch-König). Steinhausen won nipt. Er werd ook hard gevochten om de derde plaats, tussen Hobson/ Armstrong (Yamaha) en Prügl/Kußberger (König), tot Hobson in de voorlaatste ronde uitviel.

Duitsland, Hockenheim

In Duitsland nam de combinatie van Rolf Biland/Freddy Freiburghaus vanaf de derde ronde de leiding. Biland had een monocoque-Seymaz-combinatie waarin veel autotechniek was verwerkt, maar die werd aangedreven door een Yamaha TZ 500 tweetaktmotor. Schwärzel/Huber lagen eerst tweede, maar werden ingehaald door Schmid/Jean-Petit-Matile. Die vielen in de tiende ronde echter uit, waardoor Schwärzel toch tweede werd. De derde plaats was voor Steinhausen/Huber.

Nations Grand Prix, Imola (afgelast)

Nadat het publiek na de overwinning van Giacomo Agostini in de 500cc-race bezit van de baan had genomen, besloot de organisatie van de race in Imola al na korte tijd de zijspanklasse dan maar af te gelasten. Een domper voor de zijspanrijders, die de verre reis én de trainingen hadden volbracht. Start- en prijzengelden werden weliswaar uitbetaald, maar de zijspanklasse hield nu nog maar zeven wedstrijden over in plaats van de geplande acht.

Isle of Man Sidecar TT, Mountain Course

Rolf Steinhausen won de Sidecar TT met slechts 4 seconden voorsprong op de combinatie Malcolm Hobson/Gordon Russell (Yamaha). Hobson reed wel de snelste ronde. Dick Greasley en Cliff Holland werden met een Yamaha derde. Omdat alleen in de zijspanklasse de boycot van de Isle of Man TT niet algemeen was, kon Steinhausen belangrijke punten voor het WK scoren zonder dat zijn belangrijkste concurrenten er waren.

Nederland, Assen

Rolf Biland verloor tijdens de training in Assen zijn bakkenist Freddy Freiburghaus, die in de Veenslang uit het zijspan viel. Hij startte de race met invaller Bernd Grube, maar vergat dit te melden en zodoende wist de organisatie niet of Biland wel een startbewijshouder in zijn zijspan had. In de race waren Schwärzel/Huber niet te kloppen. In de eerste ronde namen ze al zes seconden voorsprong op George O'Dell/Alan Gosling (König). Er ontstond wel een flinke strijd om de tweede plaats, waarbij een aantal combinaties van de baan schoven. Uiteindelijk wist Malcolm Hobson zich wat van de rest af te scheiden en hij reed zelfs even een seconde per ronde sneller dan Schwärzel. Hobson/Russell gleden echter in de Ruskenhoek van de baan, waardoor Angelo Pantellini/Freddo Mazzoni met hun König op de tweede plaats kwamen. Pantellini werd uiteindelijk ingehaald door de sterk opkomende Biland, die zelfs nog met enige voorsprong tweede werd. Steinhausen viel uit, waardoor het wereldkampioenschap nog steeds spannend was.

België, Spa-Francorchamps

De wereldtitel bij de zijspannen werd beslist in België. Hoewel Schwärzel aanvankelijk de leiding had, viel hij uit, waardoor Steinhausen/Huber de race wonnen en onbereikbaar werden. Door de vele uitvallers werden Gustav Pape/Franz Kallenberg met hun König tweede en Mick Boddice/Clive Pollington (eveneens met een König) derde.

Tsjecho-Slowakije, Brno

Ondanks het verbod op slicks dat de organisatie van de Grand Prix van Tsjecho-Slowakije had uitgevaardigd, won Werner Schwärzel deze race met een opgesneden slick. Enkele andere rijders wezen daar weliswaar op, maar dienden geen protest in. Ze begrepen waarschijnlijk dat Schwärzel de enige was geweest die nog enigszins veilig over de baan was gegaan. De combinaties van Angelo Pantellini/Freddo Mazzoni en Gustav Pape/Franz Kallenberg waren bijna verongelukt toen het loopvlak van hun profielbanden was gelopen door de hitte. Siegfried Schauzu/Wolfgang Kalauch reden op de tweede plaats met de ARO-Fath, die nu in een door Hermann Schmid gebouwd frame zat. Ze vielen echter uit door een defecte versnellingsbak. Rolf Steinhausen werd in Tsjecho-Slowakije tweede en de combinatie Herbert Haller/Siegfried Neumann eindigde met hun König als derde.

Uitslagen zijspanklasse bewerken

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Poleposition Snelste ronde
1 30 maart   GP van Frankrijk Le Castellet Hermann Schmid/Martial Jean-Petit-Matile Werner Schwärzel/Andreas Huber Malcolm Hobson/Mick Burns Kurt Gerber/Jakob Epprecht Hermann Schmid/Martial Jean-Petit-Matile
2 4 mei   GP van Oostenrijk Salzburgring Rolf Steinhausen/Josef Huber Angelo Pantellini/Freddo Mazzoni Herbert Prügl/Johann Kußberger Rolf Biland/Freddy Freiburghaus Angelo Pantellini/Freddo Mazzoni
3 11 mei   GP van Duitsland Hockenheim Rolf Biland/Freddy Freiburghaus Werner Schwärzel/Andreas Huber Rolf Steinhausen/Josef Huber Rolf Biland/Freddy Freiburghaus Rolf Biland/Freddy Freiburghaus
4 18 mei   GP des Nations Imola afgelast Rolf Biland/Freddy Freiburghaus
5 1-7 juni   Isle of Man TT Mountain Course Rolf Steinhausen/Josef Huber Malcolm Hobson/Gordon Russell Dick Greasley/Cliff Holland Siegfried Schauzu/Wolfgang Kalauch Malcolm Hobson/Gordon Russell
6 28 juni   TT van Assen Assen Werner Schwärzel/Andreas Huber Rolf Biland/Bernd Grube Angelo Pantellini/Freddo Mazzoni Werner Schwärzel/Andreas Huber Malcolm Hobson/Gordon Russell
7 6 juli   GP van België Spa-Francorchamps Rolf Steinhausen/Josef Huber Gustav Pape/Franz Kallenberg Mick Boddice/Clive Pollington Werner Schwärzel/Andreas Huber Werner Schwärzel/Andreas Huber
8 24 aug.   GP van Tsjecho-Slowakije Masaryk-Ring Werner Schwärzel/Andreas Huber Rolf Steinhausen/Josef Huber Herbert Haller/Siegfried Neumann Werner Schwärzel/Andreas Huber Werner Schwärzel/Andreas Huber

Eindstand zijspanklasse bewerken

Pos. Coureur Bakkenist Motorfiets Ptn.
1   Rolf Steinhausen   Josef Huber Busch-König 57 (75)
2   Werner Schwärzel   Andreas Huber König 54
3   Rolf Biland   Freddy Freiburghaus en   Bernd Grube Seymaz-Yamaha 30
4   Angelo Pantellini   Freddo Mazzoni König 28
5   Malcolm Hobson   Mick Burns,   Jack Armstrong en   Gordon Russell Yamaha 22
6   Herbert Haller   Siegfried Neumann König 21
7   Hermann Schmid   Martial Jean-Petit-Matile Schmid-König/Schmid-Yamaha 20
8   Amedeo Zini   Andrea Fornaro König 18 (21)
9   Gustav Pape   Franz Kallenberg König 18
10   Otto Haller   Erich Haselbeck BMW 15
11   Helmut Schilling   Gerhard Lehmann,   Frank Knights en   Rainer Gundel BMW 14
12   George O'Dell   Alan Gosling Renwick-König 13
13   Herbert Prügl   Johann Kußberger König 11
14   Heinz Luthringshauser   Hermann Hahn BMW 11
15   Dick Greasley   Cliff Holland Yamaha 10
  Mick Boddice   Clive Pollington König 10
17   Gerry Boret   Nick Boret Renwick-König 10
18   Gilbert Aymé   Patrick Loiseau König 9
19   Dennis Keen   Roy Keen König 9
20   Siegfried Schauzu   Wolfgang Kalauch ARO[2]-Fath 8
21   Walter Ohrmann   Bernd Grube König 8
22   Ted Jansen   Noeler,   Peter Sales en   Erich Schmitz König/Yamaha 7
23   Derek Plummer   Chas Birks König 6
24   Siegfried Maier   Gerhard Lehmann SMS 5
25   Alex Campbell   John Pearson Yamaha 4
26   Cees Smit   Jan Smit König 4
27   Heinz Thevissen   Lorenzo Puzo König 3
  Robin Williamson   John McPherson Magnum-Yamaha 3
29   Ernst Trachsel   Christian Graf Suzuki 3
  Egon Schons   Karl Lauterbach BMW 3
31   Rudi Kurth   Dane Rowe CAT-Crescent 2
  Roger Dutton   Tony Wright Yamaha 2

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel zijspanklasse bewerken

Pos. Constructeur Ptn.
1   König 57 (87)
2   Busch-König 55 (63)
3  -  Seymaz-Yamaha 76 (86)
4   Yamaha 30
5   BMW 29 (33)
6   ARO-Fath 8

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Voetnoten bewerken

Externe link bewerken

Commons heeft mediabestanden in de categorie 1975 in Grand Prix motorcycle racing.