Wereldhandelsorganisatie

intergouvernementele handelsorganisatie

De Wereldhandelsorganisatie (Engels: World Trade Organization, WTO; Frans: Organisation Mondiale du Commerce, OMC; Spaans: Organización Mundial de Comercio, OMC) is een intergouvernementele organisatie die toeziet op de naleving van afspraken over de handel tussen landen. Veel van die afspraken zijn van belang voor het internationale zakendoen.

Wereldhandelsorganisatie
 Leden
 Leden, gerepresenteerd door de EU
 Waarnemend
 Niet-leden
Bestuurscentrum Genève, Zwitserland
Oprichting 1 januari 1995
Werktaal Engels, Frans en Spaans
Lidmaatschap 164 lidstaten
Directeur-Generaal Ngozi Okonjo-Iweala
Website www.wto.org

Algemeen bewerken

De Wereldhandelsorganisatie werd opgericht in 1995. Ze kwam voort uit het General Agreement on Tariffs and Trade (GATT, Algemene Overeenkomst over Tarieven en Handel), dat in 1947 in Genève werd ondertekend door 23 landen. Het hoofdkantoor van de Wereldhandelsorganisatie bevindt zich eveneens in Genève.

De taken van de WTO zijn bevordering van internationale handel, beslechting van handelsconflicten en opheffing van handelsbarrières. De basisfilosofie van de organisatie is dat internationale handel de beste en snelste manier is om de wereld welvarender te maken en dat daarom elk obstakel voor internationale vrijhandel uit de weg moet worden geruimd.

Met 153 lidstaten en dertig aspirant-leden, vertegenwoordigde de WTO in 2002 95% van de wereldhandel. Twintig maanden na de oprichting van de WTO waren er 122 lidstaten. Sinds 29 juli 2016 zijn er 164 leden.[1]

GATT bewerken

Oorspronkelijk was de voorloper van de WTO, de GATT, nooit bedoeld als een organisatie, maar slechts als een verdrag dat ondergebracht zou worden onder de International Trade Organization (ITO). De GATT bleef na het falen van de ITO een belangrijk platform voor onderhandelingen over het reduceren van importbeperkingen in de vorm douanetarieven (quota). Tijdens de Uruguay-ronde is de WTO opgericht, omdat de GATT niet langer voldeed. Van begin af aan werden bij de GATT landbouw, grondstoffen en diensten buiten beschouwing gelaten. Bovendien was er geen rechtbank of iets vergelijkbaars om overtredingen aan te pakken. Het was een multilateraal verdrag, dus werd er alleen actie ondernomen als alle lidstaten dit wilden. De GATT is dan ook nu een van de onderliggende WTO-verdragen. Nieuwe liberaliseringen over diensten, intellectuele eigendomsrechten en investeringen, konden niet worden behandeld binnen de GATT. Daar waren afzonderlijke verdragen voor, zoals de GATS. Met de oprichting van de WTO werden deze verdragen samengevoegd en kan een lidstaat niet langer het ene verdrag wel, maar het andere verdrag niet ondertekenen. Met ondertekening van het nieuwe oprichtingsverdrag van de WTO verplichten de lidstaten zich tot alle verdragen en worden sindsdien al deze verdragen als één beschouwd.

Het verschil met de GATT is vooral dat de WTO een groter internationaal secretariaat heeft (met 629 werknemers), het aantal sectoren waarover onderhandeld wordt (niet alleen goederen zoals bij GATT, maar ook diensten en intellectuele eigendomsrechten), en dat het binnen de WTO mogelijk is voor lidstaten om andere lidstaten aan te klagen wegens het overtreden van WTO-regels. De WTO kent hiervoor een geschillenbeslechtingsorgaan (Dispute Settlement Body). Bij dit orgaan kunnen de lidstaten afdwingen dat nieuwe handelsbelemmeringen ongegrond worden verklaard, waarna zij tegenmaatregelen mogen nemen in de vorm van legitieme handelsbeperkingen ter hoogte van een bepaald bedrag. Bij de GATT was er ook een geschillencommissie, maar uitspraken hiervan konden worden geblokkeerd en gingen minder ver.

Onderhandelingsrondes bewerken

De WTO blijft in feite een permanent onderhandelingsforum, met het hoofdkantoor in Genève, dat wel een staf en een bureaucratie heeft en is dus een organisatie zoals de ITO bedoeld was. Onderhandelingen over handelsliberaliseringen vinden plaats in zogenoemde 'rondes'.

De rondes, tot 1994 onder auspiciën van GATT, zijn:

  1. de Genève-ronde, 1947,
  2. Annecy-ronde, 1949,
  3. Torquay-ronde, 1950-1977,
  4. Genève-ronde, 1956,
  5. Dillon-ronde, 1960-1962,
  6. Kennedy-ronde, 1962-1967,
  7. Tokyo-ronde, 1973-1979,
  8. Uruguay-ronde, 1986-1994,
  9. Doha-ronde, 2001-2013.

Eens in de twee jaar komen de lidstaten bijeen in het kader van deze rondes, tijdens de Ministeriële Conferenties. Men probeert dan te komen tot gemeenschappelijke regels over nieuwe liberaliseringen van handel, het beslechten van belemmeringen voor handel. De Ministeriële Conferentie is het wetgevende orgaan van de WTO en daarmee is de WTO dus een organisatie die regels voorschrijft en wetten maakt waaraan haar leden zich dienen te houden.

Handelsoverleg in de 21e eeuw bewerken

De regels en procedures van de WTO stammen uit de jaren '90, en waren afgestemd op een globale economie waarin goederen en diensten overwegend in het industriële noorden werden geproduceerd. Sedertdien echter wordt de productie meer en meer uitbesteed aan lage-loonlanden. Hierdoor zijn voor de internationale handel naast de tariefbarrières andere kwesties belangrijker geworden, zoals de bescherming van investeringen, intellectuele eigendomsrechten (patenten enzomeer), en het op elkaar afstemmen van regulering.

In de praktijk evolueert het internationale handelsoverleg mede daarom naar een tweesporenstructuur, met de WTO als koepeloverleg, aangevuld met een reeks gedecentraliseerde (mega)regionale overeenkomsten zoals NAFTA, TPP, TTIP en TISA.[2][3] Daarnaast bestaat nog een hele reeks bilaterale investeringsbeschermings-overeenkomsten. De vrees bestaat echter wel dat hiermee afbreuk wordt gedaan aan het wereldwijde overleg binnen de WTO. Met name ontwikkelingslanden dreigen hierdoor uit de boot te vallen, omdat hun onderhandelingspositie verzwakt wordt.[4]

Besluitvorming binnen de WTO bewerken

Binnen de structuur van de WTO nemen de lidstaten besluiten over liberaliseringen van de handel die moeten gelden voor alle leden. De WTO is eigenlijk een forum, of zoals Maes (2002) stelt in een artikel over besluitvorming in de WTO, liever een arena, "waar alle leden hun eigen handelsbelangen verdedigen".

De WTO-arena bevindt zich vooral in het hoofdkantoor te Genève, waar ook de Algemene Raad (General Council) zetelt, die bestaat uit ambassadeurs en hoofden van delegaties.

In diverse werkgroepen, zoals de Goederen Raad (Goods Council), Diensten Raad (Services Council) en Intellectuele Eigendom Raad (Intellectual Property Council), onderhandelen de permanente afgevaardigden over voorbereidingen voor de tweejaarlijkse Ministeriële Conferenties.

Daarnaast zijn er talloze onderwerpen en comités over onder meer handel en milieu, handel en ontwikkeling, en de toetreding van nieuwe leden.

Voorbereidend op de Ministeriële Conferentie zijn er in het verleden ook miniconferenties geweest, waar -gecoördineerd door het WTO-secretariaat- door hogere afgevaardigden van een select groepje lidstaten over de ontwerpteksten wordt onderhandeld. Dit vindt plaats zodra men er in Genève zelf niet uitkomt en er geen overeenstemming is over een onderhandelingstekst voor de Ministeriële Conferenties.

Een van de veel genoemde bezwaren tegen de WTO is haar wijze van werken, en dan in het bijzonder haar 'consensus building'. Dit besluitvormingsproces is ondoorzichtig en niet democratisch, zo vinden critici. Onder deze kritiek ging ook de GATT gebukt. In theorie hebben alle lidstaten een gelijke stem. Hoewel officieel mogelijk, is stemmen nog nooit voorgekomen. De lidstaat die zich tijdens de vergaderingen niet tégen een voorstel uitspreekt, wordt automatisch geacht vóór te zijn.

Deze vorm van consensus building vindt plaats buiten de formele vergaderingen, in de zogenaamde 'achterkamertjes'. Dit informele overleg wordt beschouwd als noodzakelijk inherent aan de WTO en "neemt de overhand als de tijd begint te dringen of belangrijke beslissingen moeten worden genomen".

Directeur-generaal bewerken

 
Ngozi Okonjo-Iweala, de huidige directeur-generaal.

De directeur-generaal heeft weinig macht over beleidskwesties, zijn of haar rol is in de eerste plaats adviserend en leidinggevend van aard. De directeur-generaal houdt toezicht op het secretariaat van de WTO met ongeveer 700 medewerkers, en wordt door de WTO-leden – zo mogelijk bij consensus – benoemd voor een periode van vier jaar. De benoemingsprocedure werd in januari 2003 bijgewerkt.[5] Naast de directeur-generaal functioneren nu ook vier adjunct-directeuren-generaal.

Lijst van directeuren-generaal (WTO) bewerken

Naam Land Periode
Peter Sutherland   Ierland 1995
Renato Ruggiero   Italië 1995–1999
Mike Moore   Nieuw-Zeeland 1999–2002
Supachai Panitchpakdi   Thailand 2002–2005
Pascal Lamy   Frankrijk 2005–2013
Roberto Azevêdo   Brazilië 2013–2021
Ngozi Okonjo-Iweala   Nigeria 2021–

Arbitrage bewerken

Geschillenbeslechting wordt door de WTO beschouwd als de centrale pijler van het multilaterale handelsstelsel en als een "unieke bijdrage aan de stabiliteit van de wereldeconomie". WTO-leden zijn het erover eens dat, als zij menen dat medeleden handelsregels overtreden, zij het multilaterale systeem van geschillenbeslechting zullen gebruiken in plaats van unilateraal actie te ondernemen. De hoogste instantie bij het beslechten van handelsgeschillen binnen de wereldhandelsorganisatie is het "Appellate Body".[6]

Op 10 december 2019 verloor het hoogste beroepsorgaan van de WTO twee van zijn laatste drie juristen. Door de weigering van de Verenigde Staten om nieuwe leden te benoemen, werd het college waar handelsgeschillen in laatste instantie behandeld werden, de facto buiten werking gesteld. Als gevolg hiervan verloor de WTO veel van haar slagkracht. Het „licht gaat uit”, zei de Chinese ambassadeur bij de WTO. De EU-ambassadeur zei te vrezen dat het wereldhandelssysteem dreigt te vervallen in „economische relaties die gebaseerd zijn op macht”.[7]

Leden bewerken

Nederland bewerken

Nederland is actief bij de onderhandelingen betrokken via de Europese Unie. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is de verantwoordelijke bewindspersoon en richt zich op duurzame globalisering, met aandacht voor het milieu en eerlijke handel.

België bewerken

In België is de federale staatssecretaris voor Buitenlandse Handel de verantwoordelijke politicus. Buitenlandse handel valt onder de koepel van de FOD Buitenlandse Zaken.[8]

Sedert de staatshervormingen is de buitenlandse handel echter een gemengde materie, waarvoor zowel de federale regering als de gewesten bevoegd zijn. Zo is het economisch beleid in ruime zin reeds sedert de 3e staatshervorming een gewestelijke bevoegdheid. De federale regering blijft nochtans bevoegd voor cruciale sectoren, voor reglementering en consumentenbescherming.[9]

Bevoegde instellingen in Vlaanderen zijn het agentschap Flanders Investment and Trade en het Departement internationaal Vlaanderen,[10] in Wallonië het departement AWEX. Ook het Brussels Gewest beschikt over een staatssecretaris, bevoegd voor Buitenlandse Handel.[11]

Europese Unie bewerken

De Europese Unie is sedert 1 januari 1995 lid van de WTO, en onderhandelt via de Europese Commissie namens de EU-lidstaten in praktisch alle WTO-bijeenkomsten.[12][13]

China bewerken

Na 15 jaar praten en onderhandelen werd op 11 december 2001 de Volksrepubliek China lid van de WTO. Overigens kreeg China hierbij niet de status van markteconomie.[14] China moest hiermee instemmen anders was de toetreding tot de WTO geblokkeerd. De andere WTO leden wilden hun industrieën kunnen beschermen tegen een toevloed van goedkope producten uit het land.[14] Bij antidumpingzaken ligt daarmee een groot deel van de bewijslast bij China waarbij niet de Chinese kostprijs de uitkomst van de meeste zaken bepaalt, maar internationale prijzen. Dit maakt voor Europese en Amerikaanse concurrenten eenvoudiger om te stellen dat Chinese producten onder de kostprijs worden verkocht en dat hiertegen actie moet worden genomen. Deze regeling bestaat in principe voor een periode van 15 jaar en loopt tot eind 2016.[14]

Rusland bewerken

Op 16 december 2011 stemden de 153 lidstaten van de WTO unaniem in met de toetreding van Rusland.[15] Het lidmaatschap moet de kwakkelende Russische economie met de grootste handelspartner, de Europese Unie, een impuls geven. Het lidmaatschap vormt het sluitstuk na 18 jaar onderhandelen.[15] Nu Rusland deel uitmaakt van de WTO kan zij goedkoper Europese producten aanschaffen en olie en aardgas efficiënter verkopen. Rusland was het enige G20-land dat niet was aangesloten bij de WTO.[15] Het aandeel van Rusland in de wereldeconomie is ongeveer 2,8%; na de toetreding van Rusland nemen de leden van de handelsorganisatie 97% van de wereldhandel voor hun rekening.[15]

Lijst van leden bewerken

De volgende tabel geeft een overzicht van de huidige leden en hun toetredingsdatum. Er zijn 164 leden op 29 juli 2016.

Land Datum van toetreding
  Albanië 8 september 2000
  Angola 23 november 1996
  Antigua en Barbuda 1 januari 1995
  Argentinië 1 januari 1995
  Armenië 5 februari 2003
  Australië 1 januari 1995
  Bahrein 1 januari 1995
  Bangladesh 1 januari 1995
  Barbados 1 januari 1995
  België 1 januari 1995
  Belize 1 januari 1995
  Benin 22 februari 1996
  Bolivia 12 september 1995
  Botswana 31 mei 1995
  Brazilië 1 januari 1995
  Brunei 1 januari 1995
  Bulgarije 1 december 1996
  Burkina Faso 3 juni 1995
  Burundi 23 juli 1995
  Cambodja 13 oktober 2004
  Canada 1 januari 1995
  Centraal-Afrikaanse Republiek 31 mei 1995
  Chili 1 januari 1995
  China 11 december 2001
  Colombia 30 april 1995
  Congo-Brazzaville 27 maart 1997
  Congo-Kinshasa 1 januari 1997
  Costa Rica 1 januari 1995
  Cuba 20 april 1995
  Cyprus 30 juli 1995
  Denemarken 1 januari 1995
  Djibouti 31 mei 1995
  Dominica 1 januari 1995
  Dominicaanse Republiek 9 maart 1995
  Duitsland 1 januari 1995
  Ecuador 21 januari 1996
  Egypte 30 juni 1995
  El Salvador 7 mei 1995
  Estland 13 november 1999
  Europese Unie[16] 1 januari 1995
  Fiji 14 januari 1996
  Filipijnen 1 januari 1995
  Finland 1 januari 1995
  Frankrijk 1 januari 1995
  Gabon 1 januari 1995
  Gambia 23 oktober 1996
  Georgië 14 juni 2000
  Ghana 1 januari 1995
  Grenada 22 februari 1996
  Griekenland 1 januari 1995
  Guatemala 21 juli 1995
  Guinee 25 oktober 1995
  Guinee-Bissau 31 mei 1995
  Guyana 1 januari 1995
  Haïti 30 januari 1996
  Honduras 1 januari 1995
  Hongarije 1 januari 1995
  Hongkong 1 januari 1995
  Ierland 1 januari 1995
  IJsland 1 januari 1995
  India 1 januari 1995
  Indonesië 1 januari 1995
  Israël 21 april 1995
  Italië 1 januari 1995
  Ivoorkust 1 januari 1995
  Jamaica 9 maart 1995
  Japan 1 januari 1995
  Jemen 26 juni 2014
  Jordanië 11 april 2000
  Kaapverdië 23 juli 2008
  Kameroen 13 december 1995
  Kenia 1 januari 1995
  Kirgizië 20 december 1998
  Koeweit 1 januari 1995
  Kroatië 30 november 2000
  Laos 2 februari 2013
  Lesotho 31 mei 1995
  Letland 10 februari 1999
  Liechtenstein 1 september 1995
  Litouwen 31 mei 2001
  Luxemburg 1 januari 1995
  Macau 1 januari 1995
  Noord-Macedonië 4 april 2003
  Madagaskar 17 november 1995
  Malawi 31 mei 1995
  Malediven 31 mei 1995
  Maleisië 1 januari 1995
  Mali 31 mei 1995
  Malta 1 januari 1995
  Marokko 1 januari 1995
  Mauritanië 31 mei 1995
  Mauritius 1 januari 1995
  Mexico 1 januari 1995
  Moldavië 26 juli 2001
  Mongolië 29 januari 1997
  Montenegro 29 april 2012
  Mozambique 26 augustus 1995
  Myanmar 1 januari 1995
  Namibië 1 januari 1995
  Nederland 1 januari 1995
    Nepal 23 april 2004
  Nicaragua 3 september 1995
  Nieuw-Zeeland 1 januari 1995
  Niger 13 december 1996
  Nigeria 1 januari 1995
  Noorwegen 1 januari 1995
  Oeganda 1 januari 1995
  Oekraïne 16 mei 2008
  Oman 9 november 2000
  Oostenrijk 1 januari 1995
  Pakistan 1 januari 1995
  Panama 6 september 1997
  Papoea-Nieuw-Guinea 9 juni 1996
  Paraguay 1 januari 1995
  Peru 1 januari 1995
  Polen 1 juli 1995
  Portugal 1 januari 1995
  Qatar 13 januari 1996
  Roemenië 1 januari 1995
  Rusland 22 augustus 2012
  Rwanda 22 mei 1996
  Saint Kitts en Nevis 21 februari 1996
  Saint Lucia 1 januari 1995
  Saint Vincent en de Grenadines 1 januari 1995
  Salomonseilanden 26 juli 1996
  Samoa 10 mei 2012
  Saoedi-Arabië 11 december 2005
  Senegal 1 januari 1995
  Seychellen 26 april 2015
  Sierra Leone 23 juli 1995
  Singapore 1 januari 1995
  Slovenië 30 juli 1995
  Slowakije 1 januari 1995
  Spanje 1 januari 1995
  Sri Lanka 1 januari 1995
  Suriname 1 januari 1995
  Swaziland 1 januari 1995
  Tadzjikistan 2 maart 2013
  Taiwan 1 januari 2002
  Tanzania 1 januari 1995
  Thailand 1 januari 1995
  Togo 31 mei 1995
  Tonga 27 juli 2007
  Trinidad en Tobago 1 maart 1995
  Tsjaad 19 oktober 1996
  Tsjechië 1 januari 1995
  Tunesië 29 maart 1995
  Turkije 26 maart 1995
  Uruguay 1 januari 1995
  Vanuatu 24 augustus 2012
  Venezuela 1 januari 1995
  Verenigd Koninkrijk 1 januari 1995
  Verenigde Arabische Emiraten 10 april 1996
  Verenigde Staten 1 januari 1995
  Vietnam 11 januari 2007
  Zambia 1 januari 1995
  Zimbabwe 5 maart 1995
  Zuid-Afrika 1 januari 1995
  Zuid-Korea 1 januari 1995
  Zweden 1 januari 1995
  Zwitserland 1 juli 1995

Zie ook bewerken

Externe links bewerken

Op andere Wikimedia-projecten