Belgische wetgevende verkiezingen 1910

Op zondag 22 mei 1910 werden wetgevende verkiezingen gehouden in België.

Verkiezingen 1910
Datum 22 mei 1910
Land Vlag van België België
Te verdelen zetels 85 van de 166 (Kamer)
Nieuwe regering Schollaert
Vorige regering Schollaert
Opvolging verkiezingen
1908     1912
Portaal  Portaalicoon   Politiek
België

85 van de 166 zetels in de Kamer van volksvertegenwoordigers waren te verkiezen, namelijk deze in de provincies Antwerpen, Brabant, Luxemburg, Namen en West-Vlaanderen. Deze reeks werd vier jaar eerder, in 1906, voor het laatst verkozen.

Er werden 49 katholieken, 24 liberalen en 12 socialisten verkozen (waarvan 9 liberalen en 6 socialisten op kartellijsten; enkel in Antwerpen en Brussel kwamen beide partijen apart op). Dit was één katholiek minder (Emile de Lalieux de La Rocq in Nijvel) en één socialist meer (Joseph Bologne in Namen) dan ervoor. De zittende regering-Schollaert behield zo haar katholieke meerderheid in het parlement, die dus echter kromp van acht tot zes zetels in de Kamer.

De verkozen volksvertegenwoordigers legden de eed af op 9 en 10 november 1910, bij de opening van de zitting 1910-1911. Daarbij rees heftige discussie rond de regelmatigheid van de verkiezingen, vooral vanwege de katholiek Arthur Verhaegen betreffende het arrondissement Nijvel, waar de liberaal Adolphe May won van de katholiek Emile de Lalieux de La Rocq. Verhaegen beschuldigde May ervan enkel door macht van het geld gewonnen te hebben. Pas verkozen katholiek Frans Van Cauwelaert meende dat de heftige tegenreactie van de antiklerikale zijde kwam doordat ze ontgoocheld waren in het resultaat: ze waren ervan overtuigd de katholieke meerderheid, die al jarenlang aan de macht was, te kunnen breken.[1]

Verkozen volksvertegenwoordigers bewerken

Provincie Antwerpen (20)
Provincie Brabant (31)
Provincie Luxemburg (5)
Provincie Namen (9)
Provincie West-Vlaanderen (20)

Zie ook bewerken