Hecht en Sterk

plantage in Suriname

Hecht en Sterk, ook wel Storkoe,[1] was een koffieplantage aan de Commewijnerivier in het district Commewijne in Suriname. Zij lag links bij het opvaren, stroomafwaarts naast plantage Frederiksburg en stroomopwaarts naast plantage La Singularité.

Hecht en Sterk
Land Suriname
Waterlichamen Commewijne
Produceert Koffieboon
Beschreven op www.surinameplantages.com
Kaart

Geschiedenis bewerken

In 1747 werd het Fort Nieuw-Amsterdam opengesteld. Hierdoor werd het moerasgebied aan de beneden-Commewijne beschermd tegen vijandelijke invallen, en werd het uitgegeven voor de aanleg van plantages. Hiervan werd 500 akkers uitgegeven aan Jacob Mottet. Hij overleed in 1761.[2]

Daarna kwam de plantage in het bezit van Isaac Stolkert. Een paar jaar later overleed hij. Zijn echtgenote, Elisabeth Buys, nam de plantage over. Na het overlijden van Elisabeth Buys werden haar drie zonen erfgenaam. De bekendste was Frederic Cornelis Stolkert die was gehuwd met Susanna du Plessis. In 1770 werd de plantage met 500 akkers uitgebreid. Dit was meer dan de gebruikelijke 225 akkers van veel andere plantages langs de Commewijne.

Tijdens de emancipatie in 1863 was Adolf Tielenius Kruythoff de eigenaar. Hij was pakhuismeester en lid van de Raad van Justitie. De plantage heeft daarna nooit contractanten aangeworven, en werd waarschijnlijk al kort na de emancipatie buiten productie gesteld.

In 1910 werd de plantage opgekocht door het Gouvernement om er, samen met Frederiksburg, een gouvernementsplantage van te maken. Zij werd ingericht voor de uitgifte van gronden aan contractarbeiders. Hun contracten liepen af en het Gouvernement wilde niet dat zij het land zouden verlaten. Vanaf 1916 werd vermeld dat er koffie, maïs, rijst, aardvruchten, (bak)bananen en sinaasappels werd geteeld. De directeur was Wilco van Genderen.