Toledo (plantage)
Toledo is een voormalige plantage gelegen langs de Surinamerivier in Suriname. Er is respectievelijk koffie, suiker en cacao verbouwd. In de volksmond werd de plantage ook wel Bigi Bon (Grote Boom) genoemd vanwege twee enorme cederbomen die stonden aan weerszijden van haar grenzen aan de rivier.[1]
Toledo | |
Land | Suriname |
Waterlichamen | Suriname |
Produceert | Rietsuiker |
Beschreven op | www.surinameplantages.com |

Geschiedenis
bewerkenIn 1819 was plantage Toledo in bezit van Richard O'Ferrall senior. Hij zat in het kerkbestuur van de katholieken te Paramaribo en overleed in 1833. In 1821 bezocht missionaris Wennekers de plantage, alwaar hij alle 'slavenkinderen' katholiek doopte.
In 1827 was Toledo 120 hectare groot (280 Surinaamse akkers).
Plantage Toledo heeft waarschijnlijk niet lang zelfstandig gefunctioneerd: In het emancipatieregister van 1863 komt de naam 'Toledo' alleen nog terug als familienaam. De toegekende voornaam van deze persoon, in 1820 geboren op plantage Toledo, is O'Farrell, een verwijzing naar de voormalige plantage-eigenaar. Deze totslaafgemaakte verhuisde van Toledo naar Mary's Hope en daarna naar suikerrietplantage Boxel (ook wel: Boxtel) aan dezelfde Surinamerivier.
In 1915 kwam Toledo in bezit van voormalig totslaafgemaakten: Frederik Weegman en zijn vrouw Bertholina Deekman stichtten op Toledo hun gezin. Deekman was een kleindochter van de vermaarde vrijheidsstrijder Broos wiens nakomelingen bij plantage Rac à Rac woonden, ook aan de Surinamerivier.[1]
- Surinameplantages.com/archief/t/toledo
- Nationaalarchief.nl Emancipatieregister door Okke ten Hove en Heinrich Helstone
- ↑ a b Het Broos Instituut, Broos Instituut lanceert archeologisch onderzoek op voormalige plantage in Suriname, Afromagazine.nl, 22 januari 2025