Het kabinet-Hitler kwam op 30 januari 1933 aan de macht in het Duitse Rijk. Sinds het aannemen van de Machtigingswet op 23 maart 1933 bezat rijkskanselier Adolf Hitler dictatoriale volmachten. Hoewel dit kabinet aanvankelijk slechts vier NSDAP-leden telde, werd dit aantal in de loop der jaren gestadig uitgebreid.

Kabinet–Hitler
Nazi-Duitsland
Kabinet in
Kabinet-Hitler
Premier Adolf Hitler (Rijkskanselier)
Partij(en) NSDAPDNV (1933)
Politieke kleur Nationaalsocialisme
(Extreemrechts)
1932–1933
1933–1945
Start 30 januari 1933
Eind 30 april 1945
Voorganger Schleicher
Opvolger Goebbels
Staatshoofd Paul von Hindenburg (1933–1934)
Adolf Hitler (1934–1945)
Nazi-Duitsland
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Met de machtsovername van Hitler eindigde de periode van de Weimarrepubliek en begon die van nazi-Duitsland.

Men kan van een kabinet spreken omdat dit orgaan in 1933 en 1934 inderdaad 42 maal bijeenkwam. In de jaren daarna was er vrijwel geen enkele vergadering van de ministerraad meer. De laatste vergadering was op 5 februari 1938. Men vergaderde of dineerde wel met enkele ministers om praktische zaken af te stemmen maar verder bestond de regeringspraktijk uit audiënties bij Hitler waar instructies werden gegeven.

De "Führer" geloofde hardnekkig in het principe van leiderschap. Zijn ministers moesten zelfstandig leiding kunnen geven en hèm gehoorzamen. Door meerdere ministers dezelfde werkgebieden te geven zorgde Hitler voor animositeit en concurrentie. De keerzijde van deze "verdeel en heers"-politiek was chaos, verspilling en verzwakking van de positie van de rijksregering ten faveure van de SS en de Gouwleiders van de NSDAP die als koninkjes regeerden en bevelen uit Berlijn soms negeerden.

In de door Albert Speer vergrote rijkskanselarij in Berlijn was een zaal voor de ministerraad ingericht. In zijn memoires schrijft Speer dat ministers hem soms vroegen of ze "hun" zetel eens mochten zien. Zij keken dan enige minuten zwijgend naar de blauwe map met hun naam. De met hout betimmerde zaal is nooit gebruikt[1].

De samenzweerders van de 20e juli 1944 zagen in het gebrek aan een politiek en administratief coördinerend orgaan een van de oorzaken voor de wanhopige toestand van Duitsland in het vijfde oorlogsjaar. In hun blauwdruk voor een nieuwe rijksregering zou de "Grote Generale Staf"[2] alle macht krijgen.

Kabinet–Hitler bewerken

Ambtsbekleder Functie(s) Ambtstermijn Partij(en)
  Führer
Adolf Hitler
(1889–1945)
[3]
Rijkskanselier 30 januari 1933 30 april 1945
[4]
NSDAP
  Erbsälzer
Franz von
Papen

(1879–1969)
Vicekanselier 30 januari 1933 7 augustus 1934
[5]
O
Vacant
  Reichsleiter
Wilhelm Frick
(1877–1946)
Rijksminister van
Binnenlandse
Zaken
30 januari 1933 20 augustus 1943
[6]
NSDAP
  Reichsführer-SS
Heinrich
Himmler

(1900–1945)
20 augustus 1943 29 april 1945
[7]
NSDAP
  Gauleiter
Paul Giesler
(1895–1945)
29 april 1945 5 mei 1945
[8]
NSDAP
  Gruppenführer
Freiherr
Konstantin
von Neurath

(1873–1956)
Rijksminister van
Buitenlandse
Zaken
1 juni 1932
[9]
4 februari 1938
[7]
O
(1933–37)
NSDAP
(1937–38)
  Obergruppenführer
Joachim von
Ribbentrop

(1893–1946)
4 februari 1938 30 april 1945
[7]
NSDAP
  Obergruppenführer
Arthur
Seyss-Inquart

(1892–1946)
30 april 1945 7 mei 1945
[8]
NSDAP
  Generaloberst
Werner von
Blomberg

(1878–1946)
Rijksminister
van Defensie
30 januari 1933 20 mei 1935 O
Bevelhebber van
de Reichswehr
  Generalfeldmarschall
Werner von
Blomberg

(1878–1946)
Rijksminister
van Oorlog
20 mei 1935 4 februari 1938
[7]
O
Opperbevelhebber
van de Wehrmacht
  Generalfeldmarschall
Wilhelm Keitel
(1882–1946)
Chef van de
Oberkommando
der Wehrmacht
4 februari 1938 13 mei 1945
[8]
NSDAP
  General der Artillerie
Freiherr
Kurt von
Hammerstein-
Equord

(1878–1943)
Bevelhebber van
de Reichsheer
1 november 1930 1 februari 1934 O
  General der Artillerie
Freiherr
Werner von
Fritsch

(1880–1939)
1 februari 1934 1 juni 1935 O
  Generaloberst
Freiherr
Werner von
Fritsch

(1880–1939)
Chef van de
Oberkommando
des Heeres
1 juni 1935 4 februari 1938
[7]
O
  Generalfeldmarschall
Walther von
Brauchitsch

(1881–1948)
4 februari 1938 19 december 1941
[7]
O
Functie door Hitler overgenomen tot aan zijn overlijden
  Reichsmarschall
Hermann Göring
(1893–1946)
Rijksminister van
Luchtvaart
5 mei 1933 23 april 1945
[7]
NSDAP
Chef van de
Oberkommando
der Luftwaffe
26 februari 1935
  Generalfeldmarschall
Ritter
Robert von Greim
(1892–1945)
25 april 1945 8 mei 1945
[8]
O
  Admiral
Erich Raeder
(1876–1960)
Bevelhebber van
de Reichsmarine
1 oktober 1928
[9]
1 juni 1935 O
  Großadmiral
Erich Raeder
(1876–1960)
Chef van de
Oberkommando
der Kriegsmarine
1 juni 1935 30 januari 1943
[5]
O
  Großadmiral
Karl Dönitz
(1891–1980)
30 januari 1943 1 mei 1945
[8]
O
(1943–44)
NSDAP
(1944–45)
  Graf
Lutz Schwerin
von Krosigk

(1887–1977)
Rijksminister van
Financiën
1 juni 1932
[9]
23 mei 1945
[8]
O
(1932–37)
NSDAP
(1937–45)
  Franz Gürtner
(1881–1941)
Rijksminister van
Justitie
1 juni 1932
[9]
29 januari 1941
[10]
DNVP
(1932–33)
O
(1933–37)
NSDAP
(1937–41)
  Franz
Schlegelberger

(1876–1970)
[11]
29 januari 1941 24 augustus 1942 NSDAP
  Otto Georg
Thierack

(1889–1946)
24 augustus 1942 5 mei 1945
[8]
NSDAP
  Alfred
Hugenberg

(1865–1951)
Rijksminister van
Economische
Zaken
30 januari 1933 29 juni 1933
[7]
DNVP
  Kurt Schmitt
(1889–1950)
29 juni 1933 3 augustus 1934
[7]
NSDAP
  Hjalmar
Schacht

(1877–1970)
[12]
3 augustus 1934 26 november 1937 O
  Generaloberst
Hermann Göring
(1893–1946)
26 november 1937 5 februari 1938
[5]
NSDAP
  Walther Funk
(1890–1960)
[13]
5 februari 1938 8 mei 1945
[8]
NSDAP
  SA-
Obergruppenführer

Fritz Todt
(1891–1942)
Rijksminister van
Bewapening en
Munitie
17 maart 1940 8 februari 1942
[10]
NSDAP
  Haupt-Befehlsleiter
Albert Speer
(1905–1981)
8 februari 1942 1 september 1943 NSDAP
Rijksminister van
Bewapening en
Oorlogsproductie
1 september 1943 30 april 1945
  Reichsleiter
Joseph
Goebbels

(1897–1945)
Rijksminister van
Volksvoorlichting en
Propaganda
15 maart 1933 30 april 1945 NSDAP
  SA-
Obergruppenführer

Franz Seldte
(1882–1947)
Rijksminister van
Arbeid
30 januari 1933 30 april 1945 DNVP
(1933)
NSDAP
(1933–45)
  Gauleiter
Bernhard Rust
(1883–1945)
Rijksminister van
Cultuur,
Wetenschap en
Onderwijs
1 mei 1934 30 april 1945 NSDAP
  Paul von
Eltz-Rübenach

(1875–1943)
Rijksminister van
Verkeer
1 juni 1932
[9]
2 februari 1937
[5]
O
  Julius
Dorpmüller

(1869–1945)
2 februari 1937 23 mei 1945
[8]
O
(1937–41)
NSDAP
(1941–45)
  Alfred
Hugenberg

(1865–1951)
Rijksminister van
Voedsel en
Landbouw
30 januari 1933 29 juni 1933
[7]
DNVP
  Reichsleiter
Walther Darré
(1895–1953)
29 juni 1933 23 mei 1942
[7]
NSDAP
  Reichsleiter
Herbert Backe
(1896–1947)
23 mei 1942 23 mei 1945
[8]
NSDAP
  Paul von
Eltz-Rübenach

(1875–1943)
Rijksminister van
Posterijen
1 juni 1932
[9]
2 februari 1937
[5]
O
  NSKK-
Obergruppenführer

Wilhelm
Ohnesorge

(1872–1962)
2 februari 1937 30 april 1945 NSDAP
  SA-
Obergruppenführer

Hanns Kerrl
(1887–1941)
Rijksminister van
Erediensten
15 juli 1935 15 december 1941
[10]
NSDAP
  Oberführer
Hermann Muhs
(1894–1962)
15 december 1941 8 mei 1945
[8]
NSDAP
  Reichsleiter
Alfred
Rosenberg

(1893–1946)
Rijksminister van
Oost-Europa
1 juli 1941 30 april 1945 NSDAP
Ministers zonder portefeuille
Ambtsbekleder Functie(s) Ambtstermijn Partij(en)
  SA-
Obergruppenführer

Hermann Göring
(1893–1946)
Rijksminister voor
Luchtvaart Zaken
30 januari 1933 27 april 1933 NSDAP
  Reichsleiter
Rudolf Hess
(1894–1987)
Minister zonder
portefeuille
1 december 1933 10 mei 1941
[7]
NSDAP
Stellvertreters
des Führers
  Reichsleiter
Ernst Röhm
(1887–1934)
Minister zonder
portefeuille
2 december 1933 1 juli 1934
[7]
NSDAP
Stabschef van de
Sturmabteilung
  Reichsleiter
Hans Frank
(1900–1946)
Minister zonder
portefeuille
19 december 1934 30 april 1945 NSDAP
Generalgouverneur
van het Generaal-
gouvernement
26 oktober 1939 19 januari 1945
  Obergruppenführer
Arthur
Seyss-Inquart

(1892–1946)
Minister zonder
portefeuille
1 mei 1939 30 april 1945 NSDAP
Reichskommissar
van het
Reichskommissariat
Niederlande
  Reichsleiter
Wilhelm Frick
(1877–1946)
Minister zonder
portefeuille
20 augustus 1943 30 april 1945 NSDAP
Reichsprotektor
van het
Protectoraat
Bohemen en Moravië
  Obergruppenführer
Hans Lammers
(1879–1962)
Minister zonder
portefeuille
26 november 1937 23 april 1945
[7]
NSDAP
Stafchef van de
Rijkskanselarij
  Otto Meißner
(1880–1953)
Minister zonder
portefeuille
1 december 1937 30 april 1945 NSDAP
Stafchef van de
Reichspräsident
  Hjalmar
Schacht

(1877–1970)
Minister zonder
portefeuille
26 november 1937 22 januari 1943
[7]
O
President van
de Reichsbank
20 januari 1939
[7]
  Reichsleiter
Martin Bormann
(1900–1945)
Minister zonder
portefeuille
29 mei 1941 30 april 1945 NSDAP
Secretaris van de
Parteikanzlei
  Reichsleiter
Konstantin Hierl
(1875–1955)
Minister zonder
portefeuille
24 augusus 1943 30 april 1945 NSDAP
Chef van de
Reichsarbeitsdienst
  Obergruppenführer
Karl Hermann
Frank

(1898–1946)
Staatssecretaris
voor het
Protectoraat
Bohemen en Moravië
20 augustus 1942 30 april 1945 NSDAP