Gouw (Germaans)

bestuurlijke eenheid in het Frankische Rijk

Een gouw (Fries: goa, Gronings: go, Limburgs: goew) was een bestuurlijke eenheid in het Frankische Rijk en de Frankische deelrijken. Deze koninkrijken bestreken de huidige Benelux, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en delen van Italië. Soms herinneren streeknamen nog aan de verdwenen gouwen, zoals "Haspengouw" en "Henegouwen". In Duitsland komen eveneens veel streeknamen voor die eindigen op -gau (niet te verwarren met -au dat wijst op een rivierlandschap).

Vermoedelijke indeling van het Frankische Rijk omstreeks 840 (Vidal-Lablache, 1898)

De gouwen worden schriftelijk vermeld van de 7e eeuw tot de 10e eeuw. In het Latijn wordt "gouw" gewoonlijk vertaald als pagus, het woord dat aan het einde van het Romeinse Rijk gebruikt werd in de ruime betekenis van "de omgeving rond een stadje". De Frankische gouwen waren daarentegen bestuurlijke entiteiten, en hierdoor nauwkeuriger afgelijnd. Meestal gaf de koning ze in leen aan een edelman, in dit geval een "gouwgraaf" genoemd. Veel gouwen werden ook als beneficie toegekend aan de Kerk. Dan fungeerde een bisschop, abt of abdis als wereldlijke leider over het gebied.

Wanneer gouwgraven verschillende gouwen bezaten, konden hun gouwen versmelten tot graafschappen en hertogdommen. Gouwen konden echter ook uiteenvallen in kleinere landjes (de latere heerlijkheden, eigengoederen en koningsgoederen). De gouwen van kerkelijke instanties, als ze erin slaagden onafhankelijk te blijven ten aanzien van naburige gouwgraven, evolueerden tot prinsbisdommen, abdijvorstendommen en voogdijen.

Binnen nazi-Duitsland (1939–1945) werd "gouw" tijdelijk opnieuw gebruikt als benaming voor de bestuurlijke eenheden (de zogenaamde Reichsgaue).

Functies

bewerken

Bestuurlijke functie

bewerken

Ten tijde van het Romeinse Rijk heetten de kleinste bestuurlijke eenheden civitates. Het woord pagus bestond maar werd gebruikt als een niet-afgelijnd gebied rond de hierin gelegen stadjes. In het Frans bestaat het woord pagus nog in de vorm van pays: een "streek" of "landje". Tegen het jaar 500 waren de meeste civitates in Gallië onder controle gekomen van de Franken. Meer nog dan de Romeinen, verdeelden de Franken en andere Germaanse volkeren de gemeenschappelijke ruimte in private domeinen. De civitates versnipperden tot gouwen, elk met een plaatselijke heerser.

In de meeste gevallen bestreken de gouwen volledige valleien, waarbij de hoger gelegen, dun bevolkte, beboste stroken rond de waterscheiding fungeerden als een logisch grensgebied. Kenmerkend voor dit principe waren de Henegouw (aan weerszijden van de Hene), de Maasgouw (Maas) en de Gulikgouw (Roer). In vlakke landschappen vormden echter niet zozeer waterscheidingen een natuurlijk obstakel, maar brede rivieren en moerassen. Een voorbeeld hiervan is de Schelde, aangeduid als west- en noordgrens van de Brabantgouw.

De koning beloonde zijn trouwste vazallen met de heerschappij en de inkomsten uit de gouwen. Bij het overlijden van een gouwgraaf – of bij een confiscatie in geval van wangedrag of ontrouw – viel de gouw terug aan de koning, die ze opnieuw in leen gaf aan een andere vazal. Aanvankelijk kon hij de nieuwe gouwgraaf vrij kiezen; gouwen waren als publiek bezit niet onderworpen aan het erfrecht. Bij privébezittingen speelde het erfrecht wél een rol. Na enige tijd werden de gouwen eveneens beschouwd als erfelijk, waarbij de erfgenamen zich uit eigen beweging tot de koning wendden (de leenverheffing) om het leengoed te mogen overnemen (de belening). Uit deze erfelijkheid ontstond het feodalisme.

Wetgevende en rechterlijke functie

bewerken
 
Een gouwding (Brütt, ± 1920)

Van oudsher beschikten Germaanse gemeenschappen over een volksvergadering, de ding. Dit was een bijeenkomst van alle vrije en weerbare mannen (de "dinggenoten") in een bepaald gebied. De ding kwam elk jaar samen op vaste dagen. Vanwege het hoge aantal dinggenoten verzamelde men op een vaste plaats in de openlucht. De ding besprak belangrijke zaken, nam besluiten en vaardigde wetten uit. Indien er een misdaad gepleegd was en bij geschillen, kwam de ding samen om een vonnis te vellen volgens een oud, plaatselijk gewoonterecht.

Voor de Frankische koningen was het aanstellen van gouwgraven een manier om gebieden onder controle te brengen van vazallen die hen rechtstreeks trouw verschuldigd waren. De dinggenoten werden ondergeschikt aan hun gouwgraaf en de ding geraakte in onbruik. Ten tijde van Karel de Grote was het de gewoonte dat de gouwgraaf de wetgeving en rechtspraak in zijn gouw uitbesteedde aan een ambtenaar, de scabinus oftewel "schepen". Doordat er later andere schepenen bij kwamen, ontstonden uiteindelijk de permanente schepenbanken, in de Nederlanden voornamelijk gedurende de 12e eeuw.

Lijst van bekende gouwen

bewerken

In de schriftelijke bronnen vóór het jaar 1000 worden gouwen aangeduid aan de hand van hun hoofdplaats (bijv. de pagus Bononiensis), een rivier (bijv. de Maasgouw), een windstreek (bijv. de Oosterbant) of een bevolkingsgroep (bijv. de Vermandois). Soms is in de bronnen slechts sprake van "de gouw van graaf X", of van een totaal aantal gouwen in een bepaalde regio. In dat geval berust het bestaan van de gouw op hypothesen van historici, en blijft enige voorzichtigheid geboden bij de reconstructies.

De buitengrenzen van de Frankische gouwen zijn meestal nog na te volgen, doordat de meeste grenzen nog eeuwenlang dienstdeden als politieke grenzen tussen feodale staten, of als interne grenzen tussen meierijen, ambachten, kasselrijen enz. Vaak wordt ook teruggegrepen op kerkelijke indelingen, in het bijzonder de grenzen tussen oude (aarts)dekenaten. Voor het gemak worden de gouwen hieronder gesitueerd aan de hand van tegenwoordige steden en gebieden, hoewel de bewoning en streeknamen zeer verschillend waren in de periode 500–1000.

Nederland

bewerken
 
Mogelijke reconstructie van de gouwen in Nederland (Brinkman, 1890)
 
De vermoedelijke gouwen in Friesland en Oost-Friesland

België en Luxemburg

bewerken
 
Gouwen aan de oorsprong van het graafschap Vlaanderen
 
Mogelijke omvang van de Brabantgouw

Frankrijk

bewerken
 
Vermoedelijke gouwen in het koninkrijk Bourgondië

Duitsland

bewerken
 
Vermoedelijke indeling van het Heilige Roomse Rijk rond het jaar 1000 (Droysen, 1886)

Zwitserland

bewerken
 
Vermoedelijke gouwen in het 10e-eeuwse Zwitserland

Oostenrijk en Noord-Italië

bewerken
bewerken

Voetnoten

bewerken
  1. a b c d e f g h i j k l m Handboek tot de staatkundige geschiedenis der Nederlanden: De Middeleeuwen (1979) door Prof. Dr. I. H. Gosses, geheel omwerkt door Prof. Dr. R. R. Post. Uitgeverij Martinus Nijhoff bv, 's-Gravenhage.
  2. a b Ommervechtdagen.nl Hanzestad in het Vechtdal - een verslag van de handel en wandel in het middeleeuwse Ommen en omgeving.