Grondster-associatie
De grondster-associatie (Digitario-Illecebretum) is een associatie uit het dwergbiezen-verbond (Nanocyperion). De associatie omvat pioniervegetatie van kale, vochtige en zandige bodems in de heide, vooral bestaande uit eenjarige pionierssoorten.
Grondster-associatie | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Grondster-associatie met onder meer grondster | |||||||
Syntaxonomische indeling | |||||||
| |||||||
Associatie | |||||||
Digitario-Illecebretum Diem., Siss. & Westh., 1940 |
Naamgeving en coderingBewerken
- Synoniem: Digitario-Illecebretum verticillati Diem., Siss. et Westh. 1940, Digitario ischaemi-Illecebretum verticillati Diem., Siss. & Westh. 1940 nom. mut. propos.
- Syntaxoncode voor Nederland (RVvN): r29Aa04
De wetenschappelijke naam Digitario-Illecebretum is afgeleid van de wetenschappelijke namen van twee veel voorkomende soorten binnen de associatie, het glad vingergras (Digitaria ischaemum) en de kensoort grondster (Illecebrum verticillatum).
SymmorfologieBewerken
De grondster-associatie worden gekenmerkt door een zeer open, laagblijvende vegetatiestructuur met volledige afwezigheid van de boom- en de struiklaag.
In de kruidlaag zijn laagblijvende, eenjarige rozetvormende planten als de grondster dominant, samen met hogere grassen als struisgras en tredplanten als gewoon varkensgras en straatgras.
De moslaag is weinig soortenrijk met het gewoon broedpeermos als meest gevonden soort.
EcologieBewerken
Deze plantengemeenschap is voornamelijk te vinden op onbegroeide, vochtige voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure tot neutrale bodems. Voorbeelden zijn vochtige, weinig belopen zandpaden, in de zomer droogvallende sloten en plassen, randen van duinplassen en vennen, zandgroeven en plagplekken in vochtige heide.
Het substraat is meestal leemarm, kalkarm grof zand, waar door opeenhoping van organisch materiaal en/of spoorvorming stagnatie van water optreedt.
Subassociaties in Nederland en VlaanderenBewerken
Van de grondster-associatie worden in Nederland en Vlaanderen twee subassociaties onderscheiden.
Subassociatie met glad vingergrasBewerken
Een subassociatie met glad vingergras (Digitario-Illecebretum digitarietosum) gekenmerkt door de opvallende aanwezigheid van glad vingergras (Digitaria ischaemum). De syntaxoncode voor Nederland is r29Aa04a.
Subassociatie met waterposteleinBewerken
Een subassociatie met waterpostelein (Digitario-Illecebretum peplidetosum) gekenmerkt door de opvallende aanwezigheid van waterpostelein (Lythrum portula, synoniem: Peplis portula). De syntaxoncode voor Nederland is r29Aa04b.
Diagnostische taxa voor Nederland en VlaanderenBewerken
De associatie heeft in Nederland en Vlaanderen twee kensoorten, waarvan de grondster dikwijls een dominante rol speelt en de rode schijnspurrie op het tweede plan komt. Ze onderscheidt zich van de andere associaties binnen het verbond door de aanwezigheid van gewoon struisgras, schapenzuring en glad vingergras. In de onderstaande tabel staan de belangrijkste diagnostische taxa van de grondster-associatie voor Nederland en Vlaanderen.
Kensoort | Diff.soort | Presentie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking | Afbeelding |
---|---|---|---|---|---|---|
Boomlaag | ||||||
Geen soorten | ||||||
Struiklaag | ||||||
Geen soorten | ||||||
Kruidlaag | ||||||
kA | - | > 90% | grondster | Illecebrum verticillatum | ||
kA | - | > 40% | rode schijnspurrie | Spergularia rubra | ||
kV | - | > 10% | liggend hertshooi | Hypericum humifusum | ||
kV | - | > 10% | waterpostelein | Lythrum portula | ||
kO | - | > 60% | moerasdroogbloem | Gnaphalium uliginosum | ||
kK | - | > 60% | greppelrus | Juncus bufonius | ||
dA | > 60% | gewoon struisgras | Agrostis capillaris | tov. andere associaties in het verbond | ||
dA | > 50% | schapenzuring | Rumex acetosella | tov. andere associaties in het verbond | ||
dA | > 40% | glad vingergras | Digitaria ischaemum | tov. andere associaties in het verbond | ||
dA | riempjes | Corrigiola litoralis | tov. andere associaties in het verbond | |||
bg | > 60% | straatgras | Poa annua | |||
bg | > 30% | gewoon varkensgras | Polygonum aviculare | |||
bg | > 30% | gewone spurrie | Spergula arvensis | |||
bg | > 30% | moerasstruisgras | Agrostis canina | |||
bg | > 20% | getande weegbree | Plantago major subsp. intermedia | |||
bg | > 20% | tormentil | Potentilla erecta | |||
bg | > 20% | gestreepte witbol | Holcus lanatus | |||
bg | > 20% | tengere rus | Juncus tenuis | |||
bg | > 20% | waterpeper | Persicaria hydropiper | |||
bg | > 20% | liggende vetmuur | Sagina procumbens | |||
bg | > 20% | pijpenstrootje | Molinia caerulea | |||
bg | pitrus | Juncus effusus | ||||
Moslaag | ||||||
kV | - | > 10% | gewoon broedpeermos | Pohlia annotina | ||
kV | - | < 10% | bolletjespeermos | Pohlia bulbifera | ||
- | > 20% | zandhaarmos | Polytrichum juniperinum |
VerspreidingBewerken
De grondster-associatie heeft een beperkt verspreidingsgebied binnen atlantische en subatlantisch Europa. Ze is bekend van België, Nederland en Duitsland.
In Nederland komt deze associatie vooral voor in heidegebieden in het oosten van het land (drents-, subcentreuroop-, Gelders- en kempens district), waar ze vrij zeldzaam is. In Vlaanderen is ze, buiten de leemstreek, meer verspreid maar eveneens zeldzaam.
Bronnen, noten en/of referenties
|