Stelling van Lindemann-Weierstrass

(Doorverwezen vanaf Stelling van Hermite-Lindemann)

De stelling van Lindemann-Weierstrass gaat over een bepaald resultaat in de getaltheorie. De stelling zegt, dat algebraïsche lineaire combinaties van algebraïsche machten van e niet nul kunnen zijn. Uit deze stelling kan afgeleid worden dat e en π transcendent getallen zijn. De stelling is genoemd naar de wiskundigen Ferdinand von Lindemann en Karl Weierstrass.

Stelling

bewerken

Laat   verschillende algebraïsche getallen zijn en   willekeurige algebraïsche getallen, die niet alle gelijk zijn aan 0, dan geldt

 .

Met behulp van deze zeer algemene stelling bewees von Lindemann de duidelijk zwakkere resultaten dat e en π transcendent zijn.

Gevolgen

bewerken

De volgende resultaten zijn een direct gevolg van de stelling:

  • Zou   een algebraïsch getal zijn, dan zouden er gehele getallen   moeten zijn, niet alle gelijk aan nul, zodat
 
wat duidelijk in tegenspraak is met de bovengenoemde stelling.
  • Om de transcendentie van   af te leiden, veronderstelt men dat   een algebraïsch getal zou zijn. Omdat de algebraïsche getallen een lichaam vormen, moet dan ook   algebraïsch zijn, waarin   de imaginaire eenheid is. Voor   en   krijgt men een tegenspraak met de bovengenoemde stelling, want volgens de formule van Euler geldt:
 .
  • Duidelijk is dat de natuurlijke logaritme van een algebraïsch getal een transcendent getal is. Immers, stel dat   een algebraïsch getal is, dan geldt
 
en hierin zijn behalve   alle coëfficiënten algebraïsch.
  • Is   een van 0 verschillend algebraïsch getal, dan volgt uit de stelling ook dat de getallen  , sin(α), cos(α), tan(α), sinh(α), cosh(α) en tanh(α) transcendent zijn.

Korte tijd na het bewijs van de stelling van Lindemann-Weierstrass leverde David Hilbert een duidelijk vereenvoudigd bewijs voor de speciale gevallen van de transcendentie van de wiskundige constanten   en  , waaruit ook weer de algemene stelling af te leiden is.

Literatuur

bewerken
  • (de) Ferdinand Lindemann: Über die Zahl  . (1882) In: Mathematische Annalen 20, pp. 213 - 225.
  • (de) David Hilbert: Ueber die Transcendenz der Zahlen e und  . (1893) In: Mathematische Annalen 43, pp. 216 - 219.