In de analyse, een deelgebied van de wiskunde, wordt een reëelwaardige functie , gedefinieerd op een bepaald interval, een convexe functie genoemd over dat interval als voor twee willekeurige punten en in dat interval en voor elke in geldt dat

Convexe functie op interval

Een functie is convex dan en slechts dan als de verzameling van alle punten die op of boven de grafiek van de functie liggen een convexe verzameling is. Dat is hetzelfde als dat alle punten op de functie in het bedoelde interval onder het lijnstuk liggen dat deze twee punten met elkaar verbindt. Een convexe functie wordt ook een bolle functie genoemd.

Een functie wordt strikt convex genoemd als

voor alle in , waarbij .

Concave functie bewerken

Een functie   waarvoor de tegengestelde functie   een convexe functie is, wordt een concave of holle functie genoemd. De grafiek van een convexe functie heeft de vorm van een   en een concave functie de vorm van een  .

Eigenschappen bewerken

Als   convex is op het interval   en   het inwendige van   is, dus zodat eventuele randpunten worden weggelaten, dan heeft   op   overal een linkerafgeleide   en een rechterafgeleide  . Beiden zijn stijgende functies, en  . Ze zijn gelijk, dus is de afgeleide van   gedefinieerd, op hoogstens een aftelbaar aantal punten na.[1]

Een functie   is convex op het open interval   dan en slechts dan als   kan worden geschreven als integraal van een stijgende functie   op dat interval:[1]