Resolutie 1776 Veiligheidsraad Verenigde Naties

resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

Resolutie 1776 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 19 september 2007 aangenomen door de VN-Veiligheidsraad. De resolutie werd met veertien stemmen voor goedgekeurd. Rusland onthield zich; naar eigen zeggen omdat "de kwestie over onderschepping op zee nog uitgeklaard moest worden".[1] De resolutie verlengde de autorisatie van de NAVO-troepenmacht in Afghanistan met een jaar.

Resolutie 1776
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 19 september 2007
Nr. vergadering 5744
Code S/RES/1776
Stemming
voor
14
onth.
1
tegen
0
Onderwerp Afghaanse Oorlog
Beslissing Verlengde de autorisatie van de NAVO ISAF-macht met 12 maanden.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2007
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van België België · Vlag van Congo-Brazzaville Congo-Brazzaville · Vlag van Ghana Ghana · Vlag van Indonesië Indonesië · Vlag van Italië Italië · Vlag van Panama Panama · Vlag van Peru Peru · Vlag van Qatar Qatar · Vlag van Zuid-Afrika Zuid-Afrika · Vlag van Slowakije Slowakije
De verdeling van de verschillende ISAF-contingenten in Afghanistan zoals in november 2006.

Achtergrond bewerken

  Zie Afghaanse Oorlog (2001-heden) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1979 werd Afghanistan bezet door de Sovjet-Unie, die vervolgens werd bestreden door Afghaanse krijgsheren. Toen de Sovjets zich in 1988 terugtrokken raakten ze echter slaags met elkaar. In het begin van de jaren 1990 kwamen ook de Taliban op. In september 1996 namen die de hoofdstad Kabul in. Tegen het einde van het decennium hadden ze het grootste deel van het land onder controle en riepen ze een streng islamitische staat uit.

In 2001 verklaarden de Verenigde Staten met bondgenoten hun de oorlog en moesten ze zich terugtrekken, waarna een interim-regering werd opgericht. Die stond onder leiding van Hamid Karzai die in 2004 tot president werd verkozen.

Inhoud bewerken

Waarnemingen bewerken

De verantwoordelijkheid voor de veiligheid in Afghanistan lag bij de Afghaanse autoriteiten die daarvoor samenwerkten met de ISAF-veiligheidsbijstandsmacht van de NAVO.

De uitdagingen in Afghanistan bleven veiligheid, bestuur, ontwikkeling en drugsbestrijding. Verdere samenwerking van de VN-missie UNAMA en de ISAF-macht ter zake bleef noodzakelijk. Men was bezorgd om het vele geweld en terreur door de Taliban, Al Qaida, illegale gewapende groepen en drugshandelaars.

De Veiligheidsraad veroordeelde alle aanvallen, waaronder bomaanslagen, zelfmoordaanslagen en ontvoeringen, tegen de bevolking en Afghaanse en internationale troepen en verder ook de Taliban en andere extremistische groeperingen die de bevolking als menselijk schild gebruikten.

Handelingen bewerken

De Veiligheidsraad verlengde de autorisatie van ISAF opnieuw met een periode van 12 maanden. De deelnemende landen werden ook verder geautoriseerd om alle nodige middelen aan te wenden om hun mandaat ten uitvoer te brengen. Voorts moesten de Afghaanse veiligheidsdiensten verder versterkt worden en werden ISAF en andere partners aangespoord daarvoor in te staan.

Verwante resoluties bewerken

Originele werken bij dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 1776 op de Engelstalige Wikisource.