Portaal:Nederlands/Dialectmaand

Deze pagina geeft een overzicht van alle uitgelichte artikels en/of afbeeldingen op het portaal Nederlands. Voor elke maand van het jaar is er zo'n artikel en/of afbeelding. Voel u vrij om deze te bewerken door de bijhorende bewerk-link te volgen.
Uitgelicht deze maand

Het Twents is een dialect van het Nedersaksisch. Nedersaksisch is een van de twee erkende streektalen in Nederland (de ander is het Limburgs). Daarnaast is het Fries al verheven tot de tweede officiële taal van Nederland. Het gebruik van het Twents wordt minder van generatie op generatie, omdat veel ouders hun kinderen bij voorkeur in het Nederlands opvoeden. In de drie steden Enschede, Hengelo en Almelo is veel meer dialectverlies dan op het platteland.

Taal/dialect bewerken

Twents wordt gesproken in de meeste Twentse gemeenten, maar niet overal: de meest westelijke plaatsen (o.a. Hellendoorn en Nijverdal) hebben een Sallands dialect. Sprake van één homogeen dialect in de rest van het gebied is er evenmin. Woorden en uitdrukkingen kunnen per dorp of stad verschillen. Het meest afwijkend is het Vriezenveens, dat veel van het Sallands heeft maar eigenlijk noch bij het Twents, noch bij het Sallands kan worden ingedeeld. Het Vriezenveens is beïnvloed door het Fries vanwege Friese immigranten. De meest oostelijke plaatsen (Denekamp, Oldenzaal etc.) kennen nog doe voor "jij" (elders in Twente: iej). Een ander verschil, dat ook in west-oosttegenstelling voorkomt, is neet (westelijk) tegenover nich (oostelijk) voor niet. Almelo, Hengelo en Enschede liggen alle drie ten westen van de doe/iej-lijn maar oostelijk van de neet/nich-lijn.

Meer...

Ga naar maand

Januari - Februari - Maart - April - Mei - Juni

Juli - Augustus - September - Oktober - November - December


Januari
Het Harlingers is het stadsdialect van de Nederlandse stad Harlingen.

Het Harlingers behoort tot het Stadsfries: een groep Nederlandse dialecten met sterke Friese invloeden. Die invloeden uiten zich in de grammatica, in de woordenschat en in de uitspraak (herkenbaar als een "Fries accent"; zie voorts het hoofdartikel). Twee stopwoordjes die als typisch Harlings worden gezien zijn juh en seun, wat vaak aan een zin wordt toegevoegd.

Sommige zinnen zijn typisch streekgebonden. Zo wordt iemand die voor gek wordt verklaard, spottend gevraagd of hij uit Franeker komt of daar heen zou moeten gaan, aangezien daar de instellingen zijn voor mensen met psychische aandoeningen.

Hieronder enkele voorbeeldzinnen met veel Harlinger woordjes:

Nederlands Harlingers
Waar ga je heen? Waa gaast heen (jûh/seun)?
Je moet naar school jongen. Dou must naar skool jonge.
Dat is mijn moeder. Dat i mien moeke.

Meer...

[bewerk]

Februari
Snekers is het dialect van de stad Sneek in Friesland.

Het is geen variant van het Fries, maar van het Hollands. Het dialect komt sterk overeen met dat van de steden Leeuwarden, Bolsward, Harlingen, Franeker, Stavoren, Dokkum en de dorpen Kollum en Heerenveen, die gezamenlijk als 'Stadsfries' bekend staan. Sterk hierop gelijkende dialecten zijn het Bildts, Midslands op Terschelling en het Amelands, die net als het Stadsfries terug te voeren zijn op Hollandse spreektalen van voor 1700, waarschijnlijk al van voor 1600.

Geschiedenis bewerken

Tot 1900 had het Snekers een zeker prestige: ook de maatschappelijke bovenlaag sprak Snekers. Buiten Holland was het aantal sprekers van Standaard Nederlands nog zeer beperkt. Net als in Vlaanderen tot ver na de oorlog het geval was, sprak iedereen thuis nog dialect.

Het dialect zal ontstaan zijn als taal van de elite, maar werd rond 1800 in alle bevolkingslagen gesproken. In Sneek was het Fries toen nauwelijks aanwezig, dit in tegenstelling tot kleinere steden als Bolsward en Dokkum. Overigens hebben veel dialectsprekers nog altijd een zeker dédain ten opzichte van het Fries, dat inmiddels maatschappelijk een veel hogere status gekregen heeft dan het Snekers.

In de loop van de twintigste eeuw gleed het dialect snel af in aanzien. Door de druk van scholing, mobiliteit en de media is - zoals overal - de rol van het dialect als omgangstaal veel minder belangrijk geworden. In het geval van Sneek komen daar de sterke instroom van plattelanders en vreemdelingen nog eens bij. Men spreekt tegen onbekenden Nederlands, soms Fries, maar zelden Snekers.

Meer...

[bewerk]

Maart
Onder Brabants verstaat men de meeste dialecten van de Nederlandse provincie Noord-Brabant en van de Belgische provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant. Verder vallen, ruim gedefinieerd, ook het Zuid-Gelders en de dialecten van noordelijk Limburg, en het land van Hulst en westelijk Belgisch-Limburg onder het Brabants. In het noordwesten van Noord-Brabant (Willemstad) spreekt men een Hollands dialect, terwijl de taal van de dorpen Budel, Maarheeze en Soerendonk in essentie Limburgs is.

Het Brabants is, in tegenstelling tot het Limburgs sinds 1997 (Nederland), noch in België noch in Nederland als minderheidstaal erkend. Het is immers samen met het nauw verwante Hollands de belangrijkste pijler onder de Nederlandse standaardtaal – de eerste belangrijke standaardisering van het Nederlands vond in de 16e eeuw plaats in Antwerpen – en vandaar is er geen behoefte aan een standaardisering van de Brabantse dialecten tot een taal náást het Nederlands.

De belangrijkste kenmerken zijn het woordje gij tegenover het Hollandse jij en het Limburgse diech, dich, dow, doe, geer en geej, de vorming van verkleinwoorden op -(s)ke en de mogelijkheid tot verdubbeling van het persoonlijk voornaamwoord in de tweede persoon als het na de persoonsvorm komt ([H]edde gij da ook gezien?). In de westelijke dialecten, waaronder o.a. de meeste in België gesproken varianten vallen, valt consequent de h weg. Hierin sluit het Brabants zich aan bij het Zeeuws en het Oost- en West-Vlaams. De oostelijke dialecten kennen, net als het Limburgs, umlaut in verkleinwoorden en in de vervoeging van sterke werkwoorden. Langs het zuidoosten van het dialectgebied loopt de niet precies met de provinciegrens samenvallende Uerdinger Linie: in de dialecten van de streek rond Tienen wordt ich, mich en oech gezegd in plaats van ik, mij en u; deze worden daarom wel tot het Limburgs gerekend.

Meer...

[bewerk]

April
Het Twents is een dialect van het Nedersaksisch. Nedersaksisch is een van de twee erkende streektalen in Nederland (de ander is het Limburgs). Daarnaast is het Fries al verheven tot de tweede officiële taal van Nederland. Het gebruik van het Twents wordt minder van generatie op generatie, omdat veel ouders hun kinderen bij voorkeur in het Nederlands opvoeden. In de drie steden Enschede, Hengelo en Almelo is veel meer dialectverlies dan op het platteland.

Taal/dialect bewerken

Twents wordt gesproken in de meeste Twentse gemeenten, maar niet overal: de meest westelijke plaatsen (o.a. Hellendoorn en Nijverdal) hebben een Sallands dialect. Sprake van één homogeen dialect in de rest van het gebied is er evenmin. Woorden en uitdrukkingen kunnen per dorp of stad verschillen. Het meest afwijkend is het Vriezenveens, dat veel van het Sallands heeft maar eigenlijk noch bij het Twents, noch bij het Sallands kan worden ingedeeld. Het Vriezenveens is beïnvloed door het Fries vanwege Friese immigranten. De meest oostelijke plaatsen (Denekamp, Oldenzaal etc.) kennen nog doe voor "jij" (elders in Twente: iej). Een ander verschil, dat ook in west-oosttegenstelling voorkomt, is neet (westelijk) tegenover nich (oostelijk) voor niet. Almelo, Hengelo en Enschede liggen alle drie ten westen van de doe/iej-lijn maar oostelijk van de neet/nich-lijn.

Meer...

[bewerk]

Mei
Het Limburgs is de zuidoostelijke dialectgroep van het Nederlands taalgebied. Het wordt gesproken in het overgrote deel van zowel Belgisch als Nederlands Limburg. Het precieze spraakgebied is afhankelijk van de definitie. Enkele in de aangrenzende gebieden in Duitsland traditioneel gesproken dialecten zijn ook nog Limburgs, maar deze dialecten groeien sinds de 19e eeuw steeds meer naar de Duitse cultuurtaal toe.

De term "Limburgs" slaat taalkundig op de Nederfrankische dialecten gesproken tussen de Benrather linie (maken/machen) en de Uerdinger linie (ik/ich), die hoofdzakelijk worden gekenmerkt door een beperkte deelname aan de Tweede Germaanse klankverschuiving en het gebruik van stoot- en sleeptonen; beide unieke ontwikkelingen binnen het Nederfrankisch. Meer...

[bewerk]

Juni
Gronings (Gronings-Oostfries, Grunnegs, Grönnegs of Grunnegers) is een verzamelnaam voor een aantal variëteiten van de streektaal Nedersaksisch die in en rond de Nederlandse provincie Groningen worden gesproken. Het Gronings en de verwante variëteiten uit Oost-Friesland vormen gezamenlijk, door het Friese substraat, een opvallende subgroep binnen het Nedersaksische dialectcontinuüm. De streektaal wordt vooral gekenmerkt door zijn typisch eigen accent en woordenschat, die sterk afwijken van de andere Nedersaksische dialecten.

Het begrip Gronings kan strak geografisch worden gedefinieerd. Door de vloeiende overgang met de variëteiten die in de kop van Drenthe worden gesproken, worden de dialecten in en om Zuidlaren, Peize en Roden ook wel als Gronings aangeduid. Het Veenkoloniaals gaat zelfs in ongewijzigde vorm de grens over naar Drenthe en wordt gesproken in het gebied ten oosten van de Hondsrug. Meer...

[bewerk]

Juli

Het Leids is het stadsdialect dat gesproken wordt in Leiden. Het behoort tot de Zuid-Hollandse dialecten.

Het Leids is een Hollands dialect dat in de loop van de zestiende en vooral de zeventiende eeuw steeds verder af kwam te staan van de dialecten van de omliggende dorpen en steden. Dat wordt toegeschreven aan de grote immigratie vanuit Vlaanderen en Brabant, maar ook uit Frankrijk en Wallonië.

Het Leids vertoonde vroeger opvallend veel diversiteit voor een stadsdialect, zowel in klank als in woordkeuze. Er waren feitelijk twee dialecten, een van Hollandse en een van West-Vlaamse herkomst. Dat laatste is allang verdwenen, maar in de negentiende eeuw werd het nog opgetekend. Ook was er toen al een vrij grote groep mensen met een hogere sociale status die het dialect hadden laten vallen.

Leids|Meer...

[bewerk]

Augustus
Zeeuws is de overkoepelende term voor een groep Friso-Frankische taalvariëteiten die in het zuidwesten van Nederland - met name delen van de provincie Zeeland - een dialectcontinuüm vormen dat door sommige taalkundigen als een variant van de Nederlandse taal en door anderen als een aparte streektaal gezien wordt (zie Status als taal, dialect of variant).

De naam Zeeuws is al oud: het woord stamt uit de Middeleeuwen en is zélf een zuidwestelijk dialectwoord. In de talige betekenis treft men het ook al vroeg aan. Een door deskundigen van het Zeeuws vaak aangehaald citaat van Jacob van Maerlant (uit zijn heiligenleven van Sint-Franciscus) luidt:

Men moet om de rime te souken
Misselike tonghe [verscheidene talen] in bouken:
Duuts, Diets, Brabants, Vlaemsch, Zeeus;
Walsch, Latijn, Griex ende Hebreeus

Meer...

[bewerk]

September
Taalgebied

Het Nedersaksisch is een in Nederland en Duitsland officieel erkende streektaal die bestaat uit een groep niet-gestandaardiseerde West-Germaanse Nederduitse dialecten. Deze worden voornamelijk gesproken in het noordelijk deel van Duitsland en in het noordelijk en oostelijk deel van Nederland (de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel, de Gelderse gewesten Veluwe en Achterhoek, en de Stellingwerven in het zuiden van Friesland).

Nederland erkent het Nedersaksisch officieel als streektaal en zegt er beperkte steun aan toe, zoals geformuleerd in hoofdstuk 2 van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. Duitsland heeft het Europees handvest voor regionale en minderheidstalen niet geratificeerd, in de Europese Unie is het echter een officieel erkende streektaal. De taalcode (ISO 639-2) van het Nedersaksisch is nds. Meer...

[bewerk]

Oktober
Verspreidingsgebied van het West-Vlaams

Het West-Vlaams of Westvlams is de streektaal die globaal gesproken wordt in de provincie West-Vlaanderen en door een deel van de bevolking van de Henegouwse gemeente Komen-Waasten (Comines-Warneton), waarvan het grondgebied in 1963 is afgescheiden van de provincie West-Vlaanderen. Ook in het westen van Oost-Vlaanderen worden op West-Vlaams gelijkende dialecten gesproken, bijvoorbeeld rond Maldegem in het Meetjesland of Zulte. Daarnaast wordt het ook nog gesproken in het westen van Zeeuws-Vlaanderen (hoewel deze dialecten vaak bij het Zeeuws worden gerekend) en in Frans-Vlaanderen (Vlaemsch), zie ook Nederlands in Frankrijk. Het Frans-Vlaams wordt echter met uitsterven bedreigd; slechts enkele duizenden ouderen op het platteland spreken het nog.

In ruime zin wordt met West-Vlaams ook de zuidwestelijke dialectgroep van het Nederlands bedoeld. Aldus is het de verzamelnaam voor het West-Vlaams (inclusief Frans- en Zeeuws-Vlaams) én het Zeeuws.

Meer...

[bewerk]

November
Het Rotterdams is het stadsdialect dat gesproken wordt in Rotterdam. Het behoort tot de Zuid-Hollandse dialecten.

In grammaticaal opzicht wijkt het Rotterdams slechts in bescheiden mate af van het Standaardnederlands. Dit komt voornamelijk doordat de standaardtaal, die rond 1600 is ontstaan, sterk beïnvloed is door de Zuid-Hollandse tongvallen. Bovendien werd de standaard vrij snel in het gehele Hollandse Zuiderkwartier door de bovenlaag van de bevolking overgenomen, wat ertoe leidde dat de lagere klassen zich daaraan gingen aanpassen.

Als stadsdialect is het Rotterdams, net als bijvoorbeeld het Amsterdams, bovendien al eeuwenlang onderhevig aan allerlei invloeden. Zeker sinds de negentiende eeuw kent de stad een lange immigratiegeschiedenis, waarbij iedere nieuwe bevolkingsgroep nieuwe elementen toevoegde aan de taal. In de negentiende en een deel van de twintigste eeuw kwamen de immigranten vooral uit andere delen van het Nederlandse taalgebied, zodat het Rotterdamse stadsdialect ook invloeden heeft ondergaan van het Zeeuws en het Brabants. De laatste jaren zijn er nieuwe invloeden gekomen van onder meer het Papiaments, het Sranan Tongo en het Arabisch.

Er is van het oude Rotterdams weinig bewaard gebleven; de weinige bronnen geven echter wel aan dat het Rotterdams vroeger meer van het Nederlands afweek en dat bovendien tot halverwege de negentiende ook de bovenlaag iets sprak wat volgens de huidige maatstaven een dialect genoemd zou worden.

Lees verder...

[bewerk]

December
Het Schiermonnikoogs (Eilauners) is het door de bewoners van Schiermonnikoog gesproken dialect. Het behoort tot het Westerlauwers Fries, maar wijkt daar zodanig van af, dat het slecht te verstaan is voor Friezen van de vaste wal. Het dialect is vaak bestudeerd.

Schiermonnikoog ligt meer ten noorden van Groningen dan van Friesland, dat wil zeggen ten oosten van het Lauwersmeer. Daar lag voor 1500 de grens tussen Westerlauwers en Oosterlauwers Fries. Dit heeft zijn consequenties voor het dialect van Schiermonnikoog: woorden als jo en so voor zij (enk.) en zo tegenover het Standaarfriese hja en sa zijn van Oosterlauwerse origine. Ook is de woordenschat wat oostelijker gekleurd. Dit heeft sommige vroege onderzoekers ertoe gebracht dit dialect bij het Gronings in te delen. Ten onrechte, omdat het Gronings tegenwoordig meer Nedersaksische kenmerken vertoont dan Friese.

Een ander onderscheidend verschil met andere Friese dialecten is het ontbreken van verkleinwoorden: de voor eilander woningen karakteristieke voorhuisjes worden bijvoorbeeld aangeduid met "lytje hus" in plaats van "huske" zoals op de vaste wal. De meeste Ingweoons (Noordzeegermaanse) talen kennen geen verkleinwoorden; het Engels alsmede de meeste Friese talen en dialecten ontberen ze. Het Westerlauwers Fries van de vaste wal kent ze echter wel. Lees verder...

[bewerk]