Lgbt
Lgbt (of LGBT; in het Nederlands ook wel lhbt) is een afkorting van de Engelse woorden lesbian (lesbisch), gay (homoseksueel, hier doorgaans in verwijzing naar mannen), bisexual (biseksueel) en transgender.

Gebruik
Voornamelijk in Nederland wordt naast lgbt ook de vertaling lhbt gebruikt, waarin de g van gay vervangen is door de h van homoseksueel. LGBT wordt in het Engels gewoonlijk in hoofdletters geschreven, maar zowel lgbt als lhbt zijn inmiddels in de Nederlandse Van Dale opgenomen met kleine letters. Ook hoofdletters worden echter in veel publicaties gebruikt. De afkorting wordt vaak gebruikt als een voorvoegsel (bijvoorbeeld in lhbt-rechten) maar kan ook zelfstandig verwijzen naar mensen, met als meervoud lgbt's of lhbt's. Vaker gebruikt men in die betekenis lgbt'er, met als meervoud lgbt'ers.[1]
Ook de afkorting holebi is gebruikelijk, vooral in Vlaanderen, maar transgenders vallen daar niet onder. Men heeft het dan ook doorgaans over "holebi's en transgenders".
Ontwikkeling
Halverwege de jaren negentig van de twintigste eeuw verenigde de brede homobeweging zich eerst met de gemeenschap van biseksuelen en geleidelijk aan werd het rijtje LGBT uitgebreid. De volgende extra letters worden soms aan de afkorting toegevoegd:
- Q voor queer of questioning (twijfelend). Dat laatste betreft (vaak jonge) mensen die zich (nog) niet op een seksuele voorkeur hebben vastgelegd of nog zoekend zijn;
- I voor intersekseconditie;[2]
- A voor aseksualiteit;
- P voor panseksualiteit;[3]
- S voor straight allies, heteroseksuele cisgenderbondgenoten (bestrijders van homofobie).[4] Deze letter wordt minder frequent toegevoegd en door velen binnen de gemeenschap als overbodig en tegen het doel ingaand beschouwd.
Ook komen vaak varianten als LGBT+ (met een plus aan het eind) voor. Die omvat alle andere mogelijke seksuele en genderidentiteiten die ook bij de gemeenschap worden gerekend.
In 2016 adviseerde de Amerikaanse belangenorganisatie GLAAD de media om LGBT aan te vullen met de Q van queer en dus voortaan de term LGBTQ te gebruiken. Dit omdat met name jongere mensen zich steeds vaker als queer identificeren omdat ze termen als homoseksueel, lesbisch en biseksueel als te beperkend ervaren, dan wel zich niet kunnen verenigen met de culturele achtergrond daarvan.[5]
De Nederlandse belangenorganisatie COC hanteert daarentegen de term LHBTI, met de I voor intersekse.[6] Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam[7] en de organisator van de Amsterdam Gay Pride.[8]
Voor de betreffende thema's zijn er rond 2020 ook afkortingen in gebruik gekomen:
Symbolen
Als symbool voor de lgbt-gemeenschap wordt sinds de laatste decennia van de 20e eeuw vrijwel algemeen de regenboogvlag gebruikt. Deze in 1978 in de Verenigde Staten ontworpen vlag staat doorgaans symbool voor zowel homoseksuele mannen en vrouwen (lesbiennes) en biseksuelen als transgenders. Sinds de jaren negentig zijn nog meer vlaggen ontworpen:
Vlag voor biseksualiteit
Vlag voor aseksualiteit
Vlag voor panseksualiteit
Non-binaire vlag (sinds 2014)
Regenboogvlag met toegevoegde driehoek met kleuren van de transgendervlag en bruine en zwarte banen (sinds 2018).
Zie ook
Externe links
Noten
|