Kunstrijden op de Olympische Winterspelen 2006

sportevenement op de Olympische Spelen

Het kunstrijden op de Olympische Winterspelen 2006 in Turijn werd georganiseerd door de Internationale Schaatsunie (ISU) onder auspiciën van het Internationaal Olympisch Comité (IOC). Het was de 22e keer dat het kunstrijden op het olympische programma stond. In 1908 en 1920 stond het op het programma van de Olympische Zomerspelen. De wedstrijden vonden plaats van 11 tot en met 23 februari in het Palavela.

Het podium bij de mannen.
Het Palavela, waar de kunstschaatswedstrijden gehouden werden.
De kunstijsbaan van het Palavela.

De olympische medailles waren te verdienen in de vier traditionele sportdisciplines; mannen, vrouwen, paren (sinds 1908 op het programma) en het ijsdansen (sinds 1976 op het programma).

Het Litouwse ijsdanspaar Margarita Drobiazko en Povilas Vanagas nam voor de vijfde keer deel aan de Olympische Spelen, een record bij het olympische kunstschaatsen in alle vier de disciplines. De soliste Elena Liasjenko en ijsdanseres Tatjana Navka namen voor de vierde keer deel. Zeventien personen namen voor de derde keer deel en 41 peresonen voor de tweede keer.

Drie personen veroverden hun tweede medaille. Bij de mannen won Jevgeni Pljoesjtsjenko na zijn zilveren medaille in 2002 nu de olympische titel. Irina Sloetskaja won na haar zilveren medaille in 2002 nu de bronzen medaille. Bij de paren werden Shen Xue / Zhao Hongbo net als in 2002 derde.

Programma bewerken

11 februari 13 februari 14 februari 16 februari 17 februari 19 februari 20 februari 21 februari 22 februari 23 februari
Paren korte kür lange kür Gala
Mannen korte kür lange kür
IJsdansen verplichte kür originele kür lange kür
Vrouwen korte kür lange kür

Medaillewinnaars bewerken

Discipline      
Mannen   Jevgeni Pljoesjtsjenko   Stéphane Lambiel   Jeffrey Buttle
Vrouwen   Shizuka Arakawa   Sasha Cohen   Irina Sloetskaja
Paren   Tatjana Totmjanina / Maksim Marinin   Zhang Dan / Zhang Hao   Shen Xue / Zhao Hongbo
IJsdansen   Tatjana Navka / Roman Kostomarov   Tanith Belbin / Benjamin Agosto   Olena Hroesjyna / Roeslan Hontsjarov

Uitslagen bewerken

Mannen bewerken

Vooraf was Evgeni Plushenko al de grote favoriet voor de titel. Tijdens de wedstrijd liet hij er dan ook geen gras over groeien. Al na de korte kür nam hij een voorsprong van meer dan 10 punten op zijn op dat moment naaste belager, de Amerikaan Johnny Weir. Met die prestatie kon de zege hem nauwelijks nog ontgaan. De lange kür van Plushenko was imponerend. Foutloos schaatste hij naar de overwinning en kwam tot een score van 167.67 wat hem een totaal van 258.33 opleverde, een persoonlijk record.

Het verschil met de concurrentie was groot, uiteindelijk meer dan 27 punten met de zilverenmedaillewinnaar. Johnny Weir die na de korte kür nog tweede stond maakte enkele foutjes tijdens zijn lange kür en zakte in het klassement naar de vijfde plaats. De strijd om het zilver en brons ging tussen een andere Amerikaan, Evan Lysacek, de Zwitser Stéphane Lambiel en de Canadees Jeffrey Buttle.

Van de drie had Lambiel de hoogste score bereikt in de korte kür, voor Buttle en Lysacek volgde al op 13 punten. Lysacek zette echter een goede lange kür neer en scoorde daarin 152.58 punten en nam zodoende op dat moment ruim de zilveren medaille in zijn bezit. Vervolgens was het de beurt aan Buttle, die een nog betere score neer wist te zetten. Zijn 154.30 was goed genoeg om Lysacek voorbij te gaan en om Lambiel onder druk te zetten.

Lambiel op zijn beurt zette de minste kür van de drie neer. De Zwitser wist de score te beperken en kwam tot een resultaat van 152.17 punten, wat hem op een eindtotaal bracht van 231.21. Die score leverde hem het zilver op, terwijl het brons was weggelegd voor Jeffrey Buttle.

rang sporter(s) land korte kür lange kür totaal
  Jevgeni Pljoesjtsjenko   RUS 90.66 167.67 258.33
  Stéphane Lambiel   SUI 79.04 152.17 231.21
  Jeffrey Buttle   CAN 73.29 154.30 227.59
4 Evan Lysacek   USA 67.55 152.58 220.13
5 Johnny Weir   USA 80.00 136.63 216.63
6 Brian Joubert   FRA 77.77 135.12 212.89
7 Matthew Savoie   USA 69.15 137.52 206.67
8 Daisuke Takahashi   JPN 73.77 131.12 204.89
9 Kevin Van der Perren   BEL 65.36 132.03 197.39
10 Zhang Min   CHN 67.39 128.88 196.27
11 Ilja Klimkin   RUS 61.61 130.19 191.80
12 Shawn Sawyer   CAN 67.20 123.63 190.83
13 Emanuel Sandhu   CAN 69.75 120.49 190.24
14 Gheorghe Chiper   ROU 67.66 118.53 186.19
15 Sergej Davydov   BLR 64.65 119.94 184.59
16 Li Chengjiang   CHN 60.23 121.98 182.21
17 Ivan Dinev   BUL 63.64 116.47 180.11
18 Tomáš Verner   CZE 59.71 120.36 180.07
19 Frédéric Dambier   FRA 61.17 116.42 177.59
20 Anton Kovalevski   UKR 63.41 109.43 172.84
21 Stefan Lindemann   GER 60.52 112.05 172.57
22 Viktor Pfeifer   AUT 62.17 101.70 163.87
23 Kristoffer Berntsson   SWE 59.55 102.40 161.95
24 Zoltán Tóth   HUN 55.07 90.40 145.47
vrije kür niet bereikt
25 Karel Zelenka   ITA 53.46
26 Trifun Zivanovic   SCG 53.40
27 Jamal Othman   SUI 52.18
28 Vachtang Moervanidze   GEO 49.68
29 Gregor Urbas   SLO 46.48
30 Han Jong-in   PRK 42.11

Vrouwen bewerken

rang sporter(s) land korte kür lange kür totaal
  Shizuka Arakawa   JPN 66.02 125.32 191.34
  Sasha Cohen   USA 66.73 116.63 183.36
  Irina Sloetskaja   RUS 66.70 114.74 181.44
4 Fumie Suguri   JPN 61.75 113.48 175.23
5 Joannie Rochette   CAN 55.85 111.42 167.27
6 Kimmie Meissner   USA 59.40 106.31 165.71
7 Emily Hughes   USA 57.08 103.79 160.87
8 Sarah Meier   SUI 55.57 100.56 156.13
9 Carolina Kostner   ITA 53.77 99.73 153.50
10 Elene Gedevanisjvili   GEO 57.90 93.56 151.46
11 Liu Yan   CHN 49.84 95.46 145.30
12 Mira Leung   CAN 50.61 94.55 145.16
13 Susanna Pöykiö   FIN 53.74 89.48 143.22
14 Jelena Sokolova   RUS 46.69 95.66 142.35
15 Miki Ando   JPN 56.00 84.20 140.20
16 Kiira Korpi   FIN 44.84 92.36 137.20
17 Elena Liasjenko   UKR 52.35 81.73 134.08
18 Júlia Sebestyén   HUN 49.58 79.68 129.26
19 Idora Hegel   CRO 47.06 80.01 127.07
20 Halina Fefremenko   UKR 41.25 84.12 125.37
21 Tugba Karademir   TUR 44.20 79.44 123.64
22 Silvia Fontana   ITA 42.47 77.90 120.37
23 Viktória Pavuk   HUN 46.40 73.45 119.85
24 Fleur Maxwell   LUX 44.53 65.04 109.57
vrije kür niet bereikt
25 Joanne Carter   AUS 40.86
26 Roxana Luca   ROU 39.37
27 Kim Yong-suk   PRK 39.16
28 Elena Glebova   EST 38.47
29 Anastasia Gimazetdinova   UZB 38.44

Paren bewerken

Kende het paarrijden in Salt Lake City 2002 een sensationele ontknoping met het dubbele goud na de omkoping van een jurylid, zo kende dezelfde discipline in 2006 opnieuw een merkwaardig en sensationeel slot. Dat het evenement werd gedomineerd door de Russen en de Chinezen stond op voorhand al min of meer vast.

Totmianina/Marinin reden hun laatste toernooi en zetten alles op alles om hun eerste Olympische medaille te veroveren. Nadat ze in de korte kür als eerste stonden op de ranglijst reden ze ook in de lange kür vrijwel foutloos en konden alleen de Chinezen Zhang/Zhang hen nog van het goud afhouden.

Bij de eerste weggeworpen sprong zakte Dan Zhang echter weg door haar knie en leek ze haar wedstrijd niet voort te kunnen zetten. Na een onderbreking van enkele minuten vervolgde ze onder luid applaus van het publiek toch haar kür. Het springen ging niet meer van harte, maar met enkele spectaculaire lifts behaalden ze toch nog een score die goed genoeg was voor het zilver.

rang sporter(s) land korte kür lange kür totaal
  Tatjana Totmjanina / Maksim Marinin   RUS 68.64 135.84 204.48
  Zhang Dan / Zhang Hao   CHN 64.72 125.01 189.73
  Shen Xue / Zhao Hongbo   CHN 62.32 124.59 186.91
4 Pang Qing / Tong Jian   CHN 63.19 123.48 186.67
5 Maria Petrova / Aleksej Tichonov   RUS 64.27 117.42 181.69
6 Aliona Savchenko / Robin Szolkowy   GER 60.96 119.19 180.15
7 Rena Inoue / John Baldwin   USA 61.27 113.74 175.01
8 Joelija Obertas / Sergej Slavnov   RUS 60.25 106.29 166.54
9 Dorota Zagórska / Mariusz Siudek   POL 56.10 109.85 165.95
10 Jessica Dubé / Bryce Davison   CAN 55.48 104.23 159.71
11 Valérie Marcoux / Craig Buntin   CAN 55.62 102.59 158.21
12 Tatjana Volosozjar / Stanislav Morozov   UKR 50.14 98.24 148.38
13 Marcy Hinzmann / Aaron Parchem   USA 49.58 97.47 147.05
14 Marylin Pla / Yannick Bonheur   FRA 44.24 88.60 132.84
15 Eva-Maria Fitze / Rico Rex   GER 43.83 76.37 120.23
16 Marina Aganina / Artem Knyazev   UZB 44.02 75.53 119.55
17 Diana Rennik / Aleksei Saks   EST 39.72 78.41 118.13
18 Joelia Belohlazova / Andrej Bech   UKR 43.85 71.77 115.62
19 Roemjana Spassova / Stanimir Todorov   BUL 37.27 73.98 111.25
- Phyo Yong-myong / Jong Yong-hyok   PRK 33.36 t.z.t. 33.36

IJsdansen bewerken

De verrassing van het IJsdansen van deze spelen was de eerste plaats van Barbara Fusar Poli en Maurizio Margaglio, het Italiaanse paar na de verplichte dans. Zij maakten na vier jaar afwezigheid hun rentree. Het Italiaanse publiek reageerde enthousiast na hun dans en beloonde hen met een omstreden eerste plaats.

Zij vergooiden hun kansen echter tijdens de originele dans. In de laatste vijf seconden van hun dans ging Margaglio onderuit en liet hij Fusar Poli uit zijn handen glippen. De leiding werd overgenomen door de favorieten en wereldkampioenen Tatjana Navka en Roman Kostomarov uit Rusland. Tanith Belbin en Benjamin Agosto uit de Verenigde Staten volgden op de tweede plaats, terwijl Olena Hroesjyna en Roeslan Hontsjarov uit Oekraïne op brons stonden. De originele dans werd gekenmerkt door de vele valpartijen, waardoor grote verschuivingen ontstonden.

Tijdens de vrije dans waren er minder grote verschuivingen, maar klommen enkele combinaties die eerder minder presteerden omhoog op de ranglijst. Dat was echter niet genoeg om invloed te hebben op de medailleverdelingen.

Tatiana Navka en Roman Kostomarov dansten op de muziek van Bizets Carmen en lieten met hun geografie aan de jury zien waar ze toe in staat waren. Deze performance werd met 101,37 punten beloond. De nieuwe puntentelling maakte het voor vele rijders moeilijker, echter voor de volgers leverde dit een uitdagendere strijd op.

rang sporter(s) land verplicht origineel vrij totaal
  Tatjana Navka / Roman Kostomarov   RUS 38.20 61.07 101.37 200.64
  Tanith Belbin / Benjamin Agosto   USA 37.36 60.53 98.17 196.06
  Olena Hroesjyna / Roeslan Hontsjarov   UKR 37.39 59.29 99.17 195.85
4 Isabelle Delobel / Olivier Schoenfelder   FRA 36.44 58.34 99.50 194.28
5 Albena Denkova / Maksim Staviski   BUL 37.65 55.85 96.03 189.53
6 Barbara Fusar Poli / Maurizio Margaglio   ITA 38.78 51.73 92.95 183.46
7 Margarita Drobiazko / Povilas Vanagas   LTU 35.23 52.79 95.19 183.21
8 Galit Chait / Sergei Sakhnovski   ISR 31.07 55.65 94.44 181.16
9 Oksana Domnina / Maksim Sjabalin   RUS 33.37 52.36 88.03 173.76
10 Sinead Kerr / John Kerr   GBR 31.58 50.28 85.57 167.43
11 Megan Wing / Aaron Lowe   CAN 31.42 49.17 85.81 166.40
12 Jana Chochlova / Sergej Novitski   RUS 30.90 47.15 86.43 164.48
13 Federica Faiella / Massimo Scali   ITA 33.20 43.25 87.92 164.37
14 Melissa Gregory / Denis Petukhov   USA 30.51 47.00 81.64 159.15
15 Nozomi Watanabe / Akiyuki Kido   JPN 27.95 46.59 78.87 153.41
16 Jamie Silverstein / Ryan O'Meara   USA 27.53 46.00 76.87 150.40
17 Nóra Hoffmann / Attila Elek   HUN 27.53 44.04 77.90 149.47
18 Nathalie Pechalat / Fabian Bourzat   FRA 28.59 44.07 76.65 149.31
19 Kristin Fraser / Igor Loekanin   AZE 27.27 43.83 77.14 148.24
20 Anastasia Grebenkina / Vazgen Azrojan   ARM 24.28 43.83 69.88 137.99
21 Aleksandra Kauc / Michał Zych   POL 24.93 42.06 69.61 136.60
22 Alexandra Zaretski / Roman Zaretski   ISR 23.51 42.21 71.08 135.80
23 Joelia Holovina / Oleg Voiko   UKR 23.88 39.92 64.69 128.49
- Marie-France Dubreuil / Patrice Lauzon   CAN 37.44 54.36 t.z.t. 91.80

Medaillespiegel bewerken

rang land       totaal
1   Rusland 3 0 1 4
2   Japan 1 0 0 1
3   Verenigde Staten 0 2 0 2
4   China 0 1 1 2
5   Zwitserland 0 1 0 1
6   Canada 0 0 1 1
  Oekraïne 0 0 1 1
Zie de categorie Figure skating at the 2006 Winter Olympics van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.