Kunstrijden op de Olympische Winterspelen 1998

sportevenement op de Olympische Spelen

Het kunstrijden is een van de sporten die beoefend werden tijdens de Olympische Winterspelen 1998 in Nagano. Het was de twintigste keer dat het kunstrijden op het olympische programma stond. In 1908 en 1920 stond het op het programma van de Olympische Zomerspelen. De wedstrijden vonden plaats van 8 tot en met 20 februari in de White Ring in Mashima.

Geschiedenis

bewerken

In totaal namen 145 deelnemers (73 mannen en 72 vrouwen) uit 37 landen deel aan de vier disciplines.

Paarrijdster Peggy Schwarz nam voor de vierde keer aan de Olympische Spelen deel, in 1988, 1992 en 1994 nam ze deel met Alexander König en deze editie met Mirko Müller. Een groep van 20 deelnemers nam voor de derde keer deel: twee mannen, vier vrouwen, zeven paarrijders (alleen Danielle Carr / Stephen Carr als paar) en zeven ijsdansers (drie paren en de olympisch kampioene Oksana Grisjtsjoek). Zeven mannen, drie vrouwen, vijf paarrijders (waaronder één paar) en twaalf ijsdansers (waaronder acht paren) namen voor de tweede keer deel.

De olympisch kampioen bij de paren, de Rus Artoer Dmitrijev met Oksana Kazakova als partner, veroverde zijn derde olympische medaille. In 1992 behaalde hij eveneens de olympische titel, in 1994 de zilveren medaille, beide keren met partner Natalja Misjkoetjonok. Bij de mannen behaalden Elvis Stojko op plaats twee en Philippe Candeloro op plaats drie, de posities die ze ook in 1994 bereikten, hun tweede medaille. Bij de vrouwen stond Lu Chen net als in 1994 weer op plaats drie. Bij het ijsdansen prolongeerde het paar Oksana Grisjtsjoek / Jevgeni Platov hun olympische titel.

Uitslagen

bewerken
Eindrangschikking
Elk van de negen juryleden rangschikte de solisten/de paren per fase van hun te schaatsen programma van plaats 1 tot en met de laatste plaats. Deze rangschikking geschiedde op basis van het toegekende puntentotaal door het jurylid gegeven. De uiteindelijke rangschikking per fase geschiedde bij een meerderheidsplaatsing. Wanneer een deelnemer/paar als enige bij meerderheid als eerste was gerangschikt, kreeg deze de eerste plaats toebedeeld. Vervolgens werd voor elke volgende positie deze procedure herhaald, waarbij het aantal plaatsingen voor die positie werd bepaald door het aantal keren dat diezelfde positie of hogere positie werd behaald (dus, voor plaats 2 telden alle top 2 plaatsen, voor plaats 3 alle top 3 plaatsen, enz.). Wanneer geen meerderheidsplaatsing kon worden bepaald dan werd de procedure voor de volgende positie ingezet. Wanneer meerdere deelnemers een gelijk aantal meerderheidsplaatsingen hadden dan waren de beslissende factoren: 1) de laagste som van de meerderheidsplaatsingen, 2) laagste som van plaatsingcijfers van alle juryleden.

Na elke fase werd het plaatsingcijfer per fase vermenigvuldigd met een factor:

bij de solisten en paren:
x0.5 (33,3%) voor de korte kür en
x1.0 (66,7%) voor de vrije kür.
bij het ijsdansen:
x0.2 (10%) voor de verplichte figuren #1,
x0.2 (10%) voor de verplichte figuren #2,
x0.6 (30%) voor de originele kür en
x1.0 (50%) voor de vrije kür.

De som van de factorplaatsingcijfers per fase bepaalde de eindrangschikking. Wanneer meerdere solisten/paren dezelfde factorplaatsingcijfer behaalden, was het laagste plaatsingcijfer van de vrije kür beslissend.

Op 12 (korte kür) en 14 februari (vrije kür) streden 29 mannen uit 24 landen om de medailles.

pc = som plaatsingcijfers per fase, pc/kk = plaatsingcijfer/korte kür (x0.5; 33,3%), pc/vk = plaatsingcijfer/vrije kür (x1.0; 66,7%),
rang sporter(s) land pc pc/kk pc/vk
  Ilia Kulik   RUS 1.5 0.5 1.0
  Elvis Stojko   CAN 4.0 1.0 3.0
  Philippe Candeloro   FRA 4.5 2.5 2.0
4 Todd Eldredge   USA 5.5 1.5 4.0
5 Aleksej Jagoedin   RUS 7.0 2.0 5.0
6 Steven Cousins   GBR 10.0 3.0 7.0
7 Michael Weiss   USA 11.5 5.5 6.0
8 Zhengxin Guo   CHN 14.0 5.0 9.0
9 Michael Tyllesen   DEN 15.5 4.5 11.0
10 Viatsjeslav Zahorodnjoek   UKR 16.0 8.0 8.0
11 Ivan Dinev   BUL 17.5 3.5 14.0
12 Jeffrey Langdon   CAN 18.5 8.5 10.0
13 Szabolcs Vidrai   HUN 19.0 6.0 13.0
14 Dmitri Dmitrenko   UKR 20.0 4.0 16.0
15 Takeshi Honda   JPN 21.0 9.0 12.0
16 Igor Pasjkevitsj   AZE 21.5 6.5 15.0
17 Yamato Tamura   JPN 24.5 7.5 17.0
18 Michael Shmerkin   ISR 25.0 7.0 18.0
19 Roman Skorniakov   UZB 29.0 10.0 19.0
20 Margus Hernits   EST 29.5 9.5 20.0
21 Cornel Gheorghe   ROU 31.5 10.5 21.0
22 Patrick Meier   SUI 33.0 11.0 22.0
23 Gilberto Viadana   ITA 35.0 12.0 23.0
24 Lee Kyu-hyun   KOR 35.5 11.5 24.0
25 Anthony Liu   AUS 12.5 12.5
26 Róbert Kažimír   SVK 13.0 13.0
27 David Liu   TPE 13.5 13.5
28 Yuri Litvinov   KAZ 14.0 14.0
29 Patrick Schmit   LUX 14.5 14.5

Vrouwen

bewerken

Op 18 (korte kür) en 20 februari (vrije kür) streden 28 vrouwen uit 21 landen om de medailles.

pc = som plaatsingcijfers per fase, pc/kk = plaatsingcijfer/korte kür (x0.5; 33,3%), pc/vk = plaatsingcijfer/vrije kür (x1.0; 66,7%),
rang sporter(s) land pc pc/kk pc/vk
  Tara Lipinski   USA 2.0 1.0 1.0
  Michelle Kwan   USA 2.5 0.5 2.0
  Lu Chen   CHN 5.0 2.0 3.0
4 Maria Boetyrskaja   RUS 5.5 1.5 4.0
5 Irina Sloetskaja   RUS 7.5 2.5 5.0
6 Vanessa Gusmeroli   FRA 10.0 4.0 6.0
7 Jelena Sokolova   RUS 12.0 5.0 7.0
8 Tatiana Malinina   UZB 12.5 4.5 8.0
9 Elena Liasjenko   UKR 13.5 3.5 10.0
10 Surya Bonaly   FRA 14.0 3.0 11.0
11 Joelia Lavrentsjoek   UKR 16.5 7.5 9.0
12 Joanne Carter   AUS 17.5 5.5 12.0
13 Shizuka Arakawa   JPN 21.0 7.0 14.0
14 Julia Lautowa   AUT 23.5 10.5 13.0
15 Júlia Sebestyén   HUN 24.5 9.5 15.0
16 Joelija Vorobjova   AZE 25.0 9.0 16.0
17 Nicole Bobek   USA 25.5 8.5 17.0
18 Lenka Kulovaná   CZE 26.0 8.0 18.0
19 Anna Rechnio   POL 26.5 6.5 20.0
20 Laetitia Hubert   FRA 27.0 6.0 21.0
21 Alisa Drei   FIN 29.0 10.0 19.0
22 Marta Andrade   ESP 34.0 12.0 22.0
23 Mojca Kopač   SLO 34.0 11.0 23.0
24 Shirene Human   RSA 35.5 11.5 24.0
25 Ivana Jakupčević   CRO 12.5 12.5
26 Helena Grundberg   SWE 13.0 13.0
27 Tony Bombardieri   ITA 13.5 13.5
28 Sofia Penkova   BUL 14.0 14.0

Op 8 (korte kür) en 10 februari (vrije kür) streden 20 paren uit veertien landen om de medailles.

pc = som plaatsingcijfers per fase, pc/kk = plaatsingcijfer/korte kür (x0.5; 33,3%), pc/vk = plaatsingcijfer/vrije kür (x1.0; 66,7%),
rang sporter(s) land pc pc/kk pc/vk
  Oksana Kazakova / Artoer Dmitrijev   RUS 1.5 0.5 1.0
  Yelena Berezhnaya / Anton Sikharulidze   RUS 3.5 1.5 2.0
  Mandy Wötzel / Ingo Steuer   GER 4.0 1.0 3.0
4 Kyoko Ina / Jason Dungjen   USA 6.0 2.0 4.0
5 Xue Shen / Hongbo Zhao   CHN 9.0 4.0 5.0
6 Sarah Abitbol / Stéphane Bernadis   FRA 9.5 3.5 6.0
7 Marina Eltsova / Andrei Bushkov   RUS 9.5 2.5 7.0
8 Jenni Meno / Todd Sand   USA 12.0 3.0 9.0
9 Peggy Schwarz / Mirko Müller   GER 12.5 4.5 8.0
10 Dorota Zagórska / Mariusz Siudek   POL 16.0 5.0 11.0
11 Evgenia Filonenko / Igor Martsjenko   UKR 16.5 6.5 10.0
12 Kristy Sargeant / Kris Wirtz   CAN 17.5 5.5 12.0
13 Danielle Carr / Stephen Carr   AUS 20.5 7.5 13.0
14 Marina Khalturina / Andrei Krukov   KAZ 22.0 8.0 14.0
15 Katerina Berankova / Otto Dlabola   CZE 22.0 7.0 15.0
16 Marie-Claude Savard-Gagnon / Luc Bradet   CAN 22.0 6.0 16.0
17 Sabrina Lefrançois / Nicolas Osseland   FRA 25.5 8.5 17.0
18 Inga Rodionova / Alexander Anichenko   AZE 27.5 9.5 18.0
19 Maria Krasiltseva / Alexander Chestnikh   ARM 28.0 9.0 19.0
20 Marie Arai / Shin Amano   JPN 30.0 10.0 20.0

IJsdansen

bewerken

Op 13 (verplichte figuren), 15 (originele kür) en 16 februari (vrije kür) streden 24 ijsdansparen uit zestien landen om de medailles.

pc = som plaatsingcijfers per fase, pc/vf1 = plaatsingcijfer/verplichte figuren #1 (x0.2; 10%), pc/vf2 = plaatsingcijfer/verplichte figuren #2 (x0.2; 10%), pc/ok = plaatsingcijfer/originele kür (x0.6; 30%), pc/vk = plaatsingcijfer/vrije kür (x1.0; 50%),
rang sporter(s) land pc pc/vf1 pc/vf2 pc/ok pc/vk
  Oksana Grisjtsjoek / Jevgeni Platov   RUS 2.0 0.2 0.2 0.6 1.0
  Anzhelika Krylova / Oleg Ovsyannikov   RUS 4.0 0.4 0.4 1.2 2.0
  Marina Anissina / Gwendal Peizerat   FRA 7.0 0.6 0.6 1.8 4.0
4 Shae-Lynn Bourne / Victor Kraatz   CAN 7.2 1.0 0.8 2.4 3.0
5 Irina Lobacheva / Ilia Averbukh   RUS 9.8 0.8 1.0 3.0 5.0
6 Barbara Fusar-Poli / Maurizio Margaglio   ITA 12.0 1.2 1.2 3.6 6.0
7 Elizabeth Punsalan / Jerod Swallow   USA 14.0 1.4 1.4 4.2 7.0
8 Margarita Drobiazko / Povilas Vanagas   LTU 16.2 1.6 1.8 4.8 8.0
9 Irina Romanova / Igor Jaroshenko   UKR 18.4 1.8 1.6 6.0 9.0
10 Kati Winkler / Rene Lohse   GER 19.8 2.2 2.2 5.4 10.0
11 Sophie Moniotte / Pascal Lavanchy   FRA 22.2 2.0 2.0 7.2 11.0
12 Sylwia Nowak / Sebastian Kolasiński   POL 23.4 2.4 2.4 6.6 12.0
13 Kateřina Mrázová / Martin Šimeček   CZE 26.0 2.6 2.6 7.8 13.0
14 Galit Chait / Sergei Sakhnovski   ISR 28.6 3.4 2.8 8.4 14.0
15 Olena Hroesjyna / Roeslan Hontsjarov   UKR 30.2 3.0 3.2 9.0 15.0
16 Tatjana Navka / Nikolai Morozov   BLR 32.0 2.8 3.0 10.2 16.0
17 Diane Gerencser / Pasquale Camerlengo   ITA 33.2 3.2 3.4 9.6 17.0
18 Albena Denkova / Maksim Staviski   BUL 36.0 3.6 3.6 10.8 18.0
19 Chantal Lefebvre / Michael Brunet   CAN 38.0 3.8 3.8 11.4 19.0
20 Dominique Deniaud / Martial Jeffredo   FRA 40.8 4.0 4.2 12.6 20.0
21 Jessica Joseph / Charles Butler   USA 41.4 4.4 4.0 12.0 21.0
22 Yelizaveta Stekolnikova / Dmitry Kazarlyga   KAZ 44.2 4.6 4.4 13.2 22.0
23 Aya Kawai / Hiroshi Tanaka   JPN 45.6 4.2 4.6 13.8 23.0
24 Xenia Smetanenko / Samuel Gezolian   ARM 48.0 4.8 4.8 14.4 24.0

Medaillespiegel

bewerken
rang land       totaal
1   Rusland 3 2 0 5
2   Verenigde Staten 1 1 0 2
3   Canada 0 1 0 1
4   Frankrijk 0 0 2 2
5   China 0 0 1 1
5   Duitsland 0 0 1 1
4 4 4 12