Jan de Koning (CDA)
Jan de Koning (Zwartsluis, 31 augustus 1926 – Leiden, 9 oktober 1994) was een Nederlands politicus van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) en het Christen-Democratisch Appèl (CDA).
Jan de Koning | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Jan de Koning in 1981
| ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Jan de Koning | |||
Geboren | 31 augustus 1926 | |||
Geboorteplaats | Zwartsluis (Overijssel) | |||
Overleden | 8 oktober 1994 | |||
Overlijdensplaats | Leiden (Zuid-Holland) | |||
Partij | ARP (tot 1980) CDA (vanaf 1980) | |||
Titulatuur | drs. | |||
Politieke functies | ||||
1969–1971 | Lid Eerste Kamer | |||
1971–1977, 1981, 1982, 1986 |
Lid Tweede Kamer | |||
1971–1977 | Lid Europees Parlement | |||
1973–1975 | Partijvoorzitter van de ARP | |||
1977–1981 | Minister voor Ontwikkelingssamenwerking | |||
1978 | Minister van Defensie | |||
1981–1982 | Minister van Landbouw en Visserij | |||
1982–1989 | Minister voor Nederlands-Antilliaanse Zaken | |||
1982–1987, 1987–1989 |
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | |||
1987 | Minister van Binnenlandse Zaken | |||
1990–1994 | Lid van de Raad van State (Buitengewone Dienst) | |||
Biografie op Parlement.com | ||||
|
Hij was lid van de Eerste Kamer en Tweede Kamer der Staten-Generaal en was vervolgens minister op verschillende beleidsterreinen in de achtereenvolgende kabinetten Van Agt I, Van Agt II, Van Agt III, Lubbers I en Lubbers II. De Koning was lid van Anti-Revolutionaire Partij en vanaf 1980 van het Christen-Democratisch Appèl.
LevensloopBewerken
Jan de Koning wordt geboren in het Overijsselse Zwartsluis, waar zijn vader Dirk de Koning gemeentesecretaris was en van 1936 tot 1942 en van 1945 tot 1962 burgemeester. De Koning raakt tijdens de Tweede Wereldoorlog betrokken bij het verzet. Vanaf 1943 is hij betrokken bij wapendroppings en helpt bij de verspreiding van illegale kranten. Na de Tweede Wereldoorlog meldt de Koning zich vrijwillig als soldaat voor de strijd in Nederlands-Indië. In de rang van korporaal fungeert hij hier enige tijd als pelotonscommandant. Vanaf 1948 studeert De Koning sociale geografie aan de Rijksuniversiteit Utrecht en in 1958 doet hij doctoraalexamen. Hierop werkte hij als wetenschapper in Den Haag en Amsterdam (VU). In 1964 wordt hij secretaris van de Christelijke Boeren- en Tuindersbond (CBTB). Later werd De Koning lid van het parlement: tussen 1969 en 1971 in de Eerste Kamer voor de ARP (tegelijkertijd nog steeds secretaris van de CBTB) en tussen 1971 en 1977 in de Tweede Kamer. In de Tweede Kamer hield hij zich bezig met landbouw en ontwikkelingssamenwerking. In de periode van zijn Tweede Kamerlidmaatschap zat hij ook in het Europees Parlement. Daarnaast was hij tussen 1969 en 1974 vicevoorzitter en waarnemend voorzitter van de ARP.
De Koning was een voorstander van christendemocratische samenwerking, tussen KVP, ARP en CHU. Hij was voorstander van het kabinet-Den Uyl, maar besefte dat dit de christendemocratische samenwerking in de weg kon staan: KVP en ARP zaten wel in dit kabinet, de CHU niet. De Koning moest er daarom voor zorgen dat de KVP en de ARP niet van de CHU af zouden drijven. De Koning treedt meerdere malen op als bruggenbouwer op weg naar het CDA. De Koning is in de jaren '80 drie maal informateur. Hierbij komen zijn samenbindende capaciteiten ook van pas.
Bij het aantreden van het kabinet-Van Agt I in december 1977 wordt De Koning minister voor Ontwikkelingssamenwerking. In Van Agt II en III (1981-82) is hij minister van Landbouw en Visserij, namens het CDA.
Tijdens de kabinetsformatie van 1982 geeft Dries van Agt onverwacht aan dat hij niet langer beschikbaar is als premier. Van Agt wilde De Koning naar voren schuiven als premier. De Koning vond echter dat Lubbers meer geschikt was als premier. Bovendien vond zijn vrouw het premierschap fysiek te zwaar voor haar man. De Koning zelf zag zich meer geschikt als 'tweede man', waarmee hij meer het belang van het land zou kunnen dienen. Lubbers wordt premier. In deze periode is De Koning een invloedrijk politicus. Net als Lubbers is De Koning voorstander van ingrijpende bezuinigingsmaatregelen.
In de eerste twee kabinetten-Lubbers (1982-89) werd hij minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Vanaf het kabinet-Van Agt III had hij ook Nederlands-Antilliaanse Zaken (en later ook Arubaanse Zaken) in zijn portefeuille. In die functie was hij verantwoordelijk voor het verkrijgen van de status aparte van Aruba in 1986. Hij legde daarbij de voorwaarde op, dat Aruba na tien jaar het Koninkrijk moest verlaten. Deze consequentie van de status aparte werd door De Konings opvolger op Antilliaanse Zaken, Ernst Hirsch Ballin, weer ongedaan gemaakt.
In 1989 komt er een einde aan zijn ministerschap. Na die tijd is De Koning onder andere staatsraad in buitengewone dienst bij de Raad van State, buitengewoon hoogleraar aan de Sociologische Faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen, en in 1992 is hij voorzitter van een externe kamercommissie die over kiesstelsel en kabinetsformatie moest rapporteren (Commissie-De Koning). Bij het verlaten van Lubbers II kreeg hij het Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau opgespeld.
De Koning was een bevlogen, maar ook een nuchter, pragmatisch en krachtdadig politicus. Hij was sterk verknocht aan het politieke bedrijf, maar kende geen persoonlijke geldingsdrang. Hij viel op door zijn taalgebruik, met veel aan de landbouw ontleende uitdrukkingen, maar ook doordat hij erg veel rookte.
PersoonlijkBewerken
De Koning is van huis uit gereformeerd, maar stapt in de jaren '60 over naar de Nederlandse Hervormde Kerk. De Koning overleed op 68-jarige leeftijd in de herfst van 1994. Hij was getrouwd en had twee zoons.
Voorganger: J.P. Pronk |
Minister voor Ontwikkelingssamenwerking 1977-1981 |
Opvolger: C.P. van Dijk |
Voorganger: R. Kruisinga |
Minister van Defensie 1978 (5-8 maart) |
Opvolger: W. Scholten |
Voorganger: G.J.M. Braks |
Minister van Landbouw en Visserij 1981-1982 |
Opvolger: G.J.M. Braks |
Voorganger: J.M. den Uyl |
Minister voor Nederlands-Antilliaanse Zaken 1982-1989 |
Opvolger: R.F.M. Lubbers |
Voorganger: L. de Graaf |
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1982-1987 |
Opvolger: L. de Graaf |
Voorganger: C.P. van Dijk |
Minister van Binnenlandse Zaken 1987 |
Opvolger: C.P. van Dijk |
Voorganger: L. de Graaf |
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1987-1989 |
Opvolger: B. de Vries |