Gebruiker:Gentenaar~nlwiki/Kladblok

Actuele gebeurtenis Dit artikel behandelt een actuele gebeurtenis.
De tekst kan daardoor snel veranderen of inmiddels verouderd zijn.
Iedereen kan bijdragen om de inhoud te verbeteren!

Op 18 maart 2019 vond er een beschieting plaats in de Nederlandse stad Utrecht. Hierbij vielen drie doden en zeker zeven gewonden. De beschieting werd uitgevoerd door één persoon, die dezelfde dag werd aangehouden.

Gentenaar~nlwiki/Kladblok
Gentenaar~nlwiki/Kladblok
Plaats Vlag van Nederland Utrecht, Nederland
Coördinaten 52° 5′ NB, 5° 5′ OL
Datum 18 maart 2019
Tijd Circa 10.45 uur
(lokale tijd)
Aanslagtype Beschieting
Wapen(s) Vuistvuurwapen
Doden 3
Gewonden 7 (3 zwaar- en 4 lichtgewonden)
Verdachte(n) 1 (in onderzoek)
Slachtoffer(s) 10
Gentenaar~nlwiki/Kladblok (Nederland)
Gentenaar~nlwiki/Kladblok

Verloop bewerken

Om ongeveer 10.45 uur (CET) werden diverse personen door één schutter beschoten in en rondom een sneltram op de kruising van het 24 Oktoberplein te Utrecht. De man was op de halte 24 Oktoberplein ingestapt en loste hierna enkele schoten met een vuurwapen.[1] Bij het schietincident kwamen drie mensen om het leven, daarnaast raakten drie mensen zwaargewond. In de hectiek die direct na het schieten ontstond raakten minstens nog vier mensen lichtgewond doordat zij bijvoorbeeld kwamen te vallen.[2] Vijf van de zeven gewonden werden overgebracht naar het Universitair Medisch Centrum Utrecht, waarvan de calamiteitenafdeling werd opengesteld. Zeker twee gewonden werden ter plekke behandeld.

Direct na de aanslag kaapte de dader een rode Renault Clio en ontvluchtte hij de plaats delict. De auto werd rond 13.40 uur aangetroffen aan de Tichelaarslaan in Utrecht. Omstreeks 14.20 uur werd er door de politie een urgent opsporingsbericht uitgebracht met betrekking tot de hoofdverdachte, een 37-jarige man van Turkse afkomst. Zowel de identiteit, een still uit de bewuste tram en het feit dat de verdachte reeds gekend was bij de politie werden hierin vermeld.[3] Rond zes uur 's avonds werd bekendgemaakt dat de verdachte was gearresteerd in een woning aan de Oudenoord in Utrecht, waarbij ook een vuurwapen werd aangetroffen.[4] Het gebruik van mobiel internetbankieren zou de politie naar de locatie van de verdachte geleid hebben.[5]

Op de dag van de aanslag werden ook twee broers van 23 en 27 jaar van Marokkaanse afkomst aangehouden voor verhoor, die de volgende dag weer werden heengezonden. Ze waren gearresteerd omdat een speurhond een geurspoor rook dat van de door de politie teruggevonden Renault Clio naar een woning liep waar op dat moment de twee mannen verbleven. De dag na de aanslag werd nog een persoon, een 40-jarige man uit Utrecht, door de Dienst Speciale Interventies (DSI) gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij het incident.[6] Bij hem thuis werd de vermoedelijke schutter aangehouden. Op 22 maart maakte het Openbaar Ministerie bekend dat de drie genoemde personen niet langer verdacht werden van betrokkenheid bij het incident.[7]

Veiligheidsmaatregelen bewerken

Direct na het incident kwamen allerlei hulpdiensten massaal in actie, er werd dan ook opgeschaald naar GRIP 2 en 3 om de coördinatie rondom de inzet te kunnen faciliteren.[8][9] Het openbaar bus- en tramverkeer in de stad Utrecht werd stilgelegd, de bussen maakten hun route wel nog af.[10][11] Het Rode Kruis stelde ikbenveilig.nl open voor bezorgde burgers.[12] Pieter-Jaap Aalbersberg, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, verhoogde omstreeks 14.00 uur het terreurdreigingsniveau voor de veiligheidsregio Utrecht naar schaal 5, het hoogste niveau. Het was de eerste keer dat dit gedaan werd in Nederland.[13] Vervolgens kregen alle inwoners van de stad Utrecht het advies om binnen te blijven. Scholen hielden de deuren dicht, leerlingen werden binnengehouden en de Universiteit Utrecht sloot de toegang tot al haar gebouwen. Veel winkels en bedrijven sloten op eigen initiatief en al snel was het centrum nagenoeg uitgestorven. Ook werden alle moskeeën gesloten en werden sporttrainingen afgelast, evenals alle rijexamens. Rond 16.15 uur werd het advies om binnen te blijven ingetrokken en kwam het leven in Utrecht weer langzaam op gang.[14]

De politie was zichtbaar aanwezig op treinstations in onder meer Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. In heel Nederland werden moskeeën en synagoges extra beveiligd.[15][16][17][18][19] Schiphol en andere luchthavens werden ook extra beveiligd. De Koninklijke Marechaussee was verhoogd aanwezig op het Binnenhof in Den Haag. Op het moment van de aanslag waren duizenden politieagenten nog onderweg naar het Malieveld in Den Haag om te staken voor betere arbeidsvoorwaarden, meer specifiek de pensioenleeftijd. Direct na het bekend worden van het nieuws over een mogelijke aanslag in Utrecht is deze actie afgeblazen en zijn de agenten retour naar het eigen inzetgebied en ter ondersteuning naar het incident in Utrecht gegaan.[20][21] De Duitse politie verhoogde de veiligheidsmaatregelen aan de Duits-Nederlandse grens.[22]

Motief bewerken

De politie zei op de dag van het incident een terroristisch motief niet uit te sluiten,[23][24][25][26] maar hield ook de mogelijkheid van een conflict in de relationele sfeer open. Zo gaf een van de getuigen aan dat hij de indruk had dat de aanval zich op één vrouw richtte en dat anderen door kogels werden geraakt omdat omstanders de vrouw probeerden te helpen. Volgens de getuige werden de omstanders vervolgens onder vuur genomen.[22] Het Openbaar Ministerie (OM) verklaarde de volgende dag dat er niets was gebleken van enige relatie tussen de dader en zijn slachtoffers, die volgens het OM geheel willekeurig door hem uitgekozen leken.[27] Onder meer een in de vluchtauto gevonden briefje en de aard van het feit gaven volgens het OM aanleiding ernstig rekening te houden met een terroristisch motief, doch andere motieven werden niet uitgesloten.[28][29] Drie dagen na het gebeuren gaf het OM aan dat de 37-jarige man voorlopig van drie strafbare feiten werd verdacht: meervoudige moord c.q. doodslag met een terroristisch oogmerk, poging daartoe en bedreiging met een terroristisch oogmerk. Verder werd onderzocht of hij handelde vanuit enkel een terroristisch motief, of dat zijn handelen voortkwam vanuit persoonlijke problematiek in combinatie met een geradicaliseerd gedachtegoed.

De hoofdverdachte was reeds meerdere malen veroordeeld voor meerdere delicten. In 2014 was hij wegens illegaal wapenbezit en een poging tot diefstal veroordeeld tot een gevangenisstraf van 150 dagen, waarvan 49 voorwaardelijk. Van een tevens te laste gelegde poging tot doodslag werd hij vrijgesproken. Hij was tevens de verdachte in een lopende zedenzaak, waarbij hij in voorlopige vrijheid was gesteld sinds 1 maart 2019. In deze laatste zaak was reeds bepaald dat er onderzoek verricht moest worden naar zijn persoonlijkheid, iets waar hij tot dan toe niet aan had meegewerkt.[30] Op 4 maart 2019 werd hij voor de diefstal van een fiets op 15 oktober 2018 veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, waarvan een week voorwaardelijk. Een dag later kreeg hij voor een inbraak op 13 september 2018 een celstraf van vier maanden opgelegd. Na de gebeurtenissen op 18 maart bepaalde de rechter-commissaris dat het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) de opdracht kreeg voor een onderzoek naar de persoonlijkheid van de verdachte.

Op 22 maart werd de andere aangehouden verdachte heengezonden en maakte het OM bekend dat de vermoedelijke schutter bij de rechter-commissaris "een bekentenis" zou hebben afgelegd. Ook gaf hij aan alleen te hebben gehandeld.[31][32]

Reacties bewerken

De verkiezingscampagnes van bijna alle landelijke politieke partijen voor de Provinciale Statenverkiezingen van 20 maart werden op 18 maart voor de rest van de dag stopgezet. Alleen het Forum voor Democratie (FvD) zette zijn campagne voort. Het EenVandaag-Erasmusdebat in Rotterdam dat op de dag van de beschieting gehouden zou worden en rechtstreeks op de landelijke televisie zou worden uitgezonden, werd vanwege het schietincident afgelast. Zes landelijke partijen hadden hun medewerking aan dit debat toegezegd.[33]

Vanuit het buitenland was Angela Merkel de eerste regeringsleider die solidariteit toonde met 'de mensen in Utrecht'. Ook Emmanuel Macron, Mike Pompeo en Recep Erdogan reageerden publiekelijk op het incident. Deze laatste (het medeleven was 'ongeacht de identiteit van de dader (...) en zijn motivatie') kondigde namens Turkije een onderzoek aan naar de motieven van de hoofdverdachte, vanwege zijn Turkse afkomst.[34]

De dag na de aanslag werd op last van premier Mark Rutte op Nederlandse overheidsgebouwen de nationale vlag halfstok gehangen.[35] De koninklijke standaard, die dagelijks op de paleizen van het Koninklijk Huis wordt gehesen als de Koning in het land is, werd die dag voorzien van een zwarte wimpel als teken van rouw.

Op 19 maart werden in de Tweede Kamer de slachtoffers herdacht. Dat gebeurde samen met die van een aanslag in het Nieuw-Zeelandse Christchurch, waarbij op 15 maart vijftig mensen om het leven waren gekomen. Geert Wilders, de fractievoorzitter in de Tweede Kamer voor de oppositiepartij PVV, verlangde dat de Tweede Kamer nog dezelfde dag een debat over het schietincident zou houden. Wilders hield minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie en Veiligheid verantwoordelijk voor het op 1 maart opheffen van de voorlopige hechtenis van de hoofdverdachte en kondigde alvast aan tijdens het debat een motie van wantrouwen tegen hem te willen indienen. Hoewel de andere partijen aangaven ook voorstander te zijn van een debat, kreeg Wilders onvoldoende steun om het debat op dezelfde dag te laten plaatsvinden, ofwel vooraf aan de Provinciale Statenverkiezingen van 20 maart. Alleen de oppositiepartij FvD steunde Wilders' voorstel voor een debat op dezelfde dag.[36]

Een buurvrouw van het dodelijke slachtoffer uit Vianen startte een crowdfunding om de kosten te dragen voor de uitvaart van de jonge vrouw. Na enkele uren was het doel (1000 euro) al ruimschoots bereikt en de actie werd zo'n groot succes dat in samenwerking met Slachtofferhulp Nederland een stichting werd opgezet om alle slachtoffers en hun nabestaanden te ondersteunen.[37][38] Op 20 maart was er meer dan 100.000 euro opgehaald.[39][38]

Naar schatting van de gemeente Utrecht liepen zo'n 16.000 mensen op 22 maart in Utrecht mee in een stille tocht, georganiseerd door enkele nabestaanden. Langs de route stonden ook veel mensen te kijken, 1 miljoen mensen hebben het begin van deze tocht gevolgd via een live-uitzending op de televisie.[40] De aanwezigen wandelden van het Jaarbeursplein naar het 24 Oktoberplein, ter afsluiting hebben de deelnemers rode en witte bloemen nabij de tramhalte op de locatie van het incident gelegd. Tot de deelnemers behoorden onder andere premier Rutte, Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib en burgemeester Femke Halsema van Amsterdam. Burgemeester Jan van Zanen van Utrecht liep voorop.[41]