Associatie van wegedoorn en eenstijlige meidoorn

associatie uit het liguster-verbond

De associatie van wegedoorn en eenstijlige meidoorn (Rhamno-Crataegetum) is een associatie uit het liguster-verbond (Berberidion vulgaris). Het is een plantengemeenschap die voorkomt in kalkrijke duinen, en die gekenmerkt wordt door een hoog opgaande, dichte struiklaag met dominantie van eenstijlige meidoorn, wegedoorn, duindoorn en zuurbes.

Associatie van wegedoorn en eenstijlige meidoorn
Associatie van wegedoorn en eenstijlige meidoorn met zuurbes
Associatie van wegedoorn en eenstijlige meidoorn met zuurbes
Syntaxonomische indeling
Klasse:Rhamno-Prunetea
(klasse van doornstruwelen)
Orde:Prunetalia spinosae
(sleedoorn-orde)
Verbond:Berberidion vulgaris
(liguster-verbond)
Associatie
Rhamno-Crataegetum
Sloet van Oldruitenborgh ex Haveman, Schaminée & Weeda ass. nov.

Deze associatie is in Nederland plaatselijk algemeen in de kustduinen, en in Vlaanderen zeldzaam.

Naamgeving en codering bewerken

De wetenschappelijke naam Rhamno-Crataegetum is afgeleid van de botanische namen van de dominante soorten van de associatie, de wegedoorn (Rhamnus cathartica) en de eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna).

Fysiognomie bewerken

De associatie van wegedoorn en eenstijlige meidoorn vormt een dicht, tot twaalf meter hoog struweel, waarin vaak een hoge en een lage struiklaag te onderscheiden zijn. Deze is goed ontwikkeld en zeer gedifferentieerd. De kruidlaag en de moslaag zijn meestal goed ontwikkeld. Een beperkte boomlaag met zomereik kan aanwezig zijn.

Ecologie bewerken

De associatie van wegedoorn en eenstijlige meidoorn komt voor in kalkrijke midden- en binnenduinen, in niet al te natte duinvalleien en aan de voet van (meestal noord-)hellingen waar door erosie humusrijk zand is afgezet. De A1-horizont is goed ontwikkeld, met 10%–15% humus, en de kalkrijkdom van de bodem zorgt voor een snelle mineralisatie van het aangevoerde organische materiaal, wat nitrofieten aantrekt.

Ontstaan en successie bewerken

De associatie van wegedoorn en eenstijlige meidoorn ontwikkelt zich uit de duingraslanden van de duin-paardenbloem-associatie, al dan niet via de tussenstap van de associatie van duindoorn en vlier of de associatie van duindoorn en liguster, en dat door het terugvallen van de beweiding en bij onvoldoende begrazing door onder andere konijnen. Deze evolutie gaat meestal ten koste van de grote soortendiversiteit van deze graslanden.

De associatie kan uiteindelijk verder evolueren naar een beuken-zomereikenbos met lelietje-van-dalen.

Door een toename van de begrazing wordt het struweel teruggedrongen en kunnen terug duingraslanden van de duin-paardenbloem-associatie ontstaan.

Verspreiding bewerken

Het Europese verspreidingsgebied van de associatie van wegedoorn en eenstijlige meidoorn omvat de Atlantische kusten van Normandië tot in Noord-Holland, met fragmenten tot aan de Duitse Oostzeekust en op de Waddeneilanden, en langs de kusten van Groot-Brittannië.

In Nederland kent deze associatie haar grootste areaal in de duinen van Voorne, de Wassenaarse duinen en bij Haarlem.

In Vlaanderen is deze associatie zeer zeldzaam, daar de meeste struwelen nog niet goed ontwikkeld zijn.

Diagnostische taxa voor Nederland en Vlaanderen bewerken

 
Wilde liguster
 
Duindoorn
 
Egelantier
 
Eenstijlige meidoorn
 
Wegedoorn
 
Gewone vlier
 
Asperge
 
Heggenrank
 
Dauwbraam
 
Grote brandnetel
 
Drienerfmuur

De associatie van wegedoorn en eenstijlige meidoorn heeft geen specifieke kensoorten, maar wordt vooral gekenmerkt door de aanwezigheid en zelfs dominantie van de klasse-kensoorten eenstijlige meidoorn, wegedoorn, duindoorn, wilde kardinaalsmuts, zuurbes, hondsroos en Gelderse roos. De kruidlaag telt een aantal ruigtesoorten als de dauwbraam, grote brandnetel, veldhondstong, bitterzoet, boskruiskruid en koninginnekruid.

De associatie onderscheidt zich van de lager blijvende associatie van duindoorn en vlier en associatie van duindoorn en liguster door het voorkomen van een boomlaag met vooral zomereik, drienerfmuur, robertskruid, geel nagelkruid en bleeksporig bosviooltje in de kruidlaag, en gewoon knopjesmos in de moslaag.

In de onderstaande tabel staan de belangrijkste diagnostische taxa van de associatie van wegedoorn en eenstijlige meidoorn voor Nederland en Vlaanderen.

Kensoort Diff.soort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Opmerking
Boomlaag
dA > 20% zomereik Quercus robur t.o.v. andere associaties
Struiklaag
kV > 70% wilde liguster Ligustrum vulgare
kV > 40% duindoorn Hippophae rhamnoides
kV > 40% egelantier Rosa rubiginosa
kV > 30% zuurbes Berberis vulgaris
kK > 90% eenstijlige meidoorn Crataegus monogyna
kK > 60% wegedoorn Rhamnus cathartica
kK > 60% hondsroos Rosa canina
kK > 50% gewone vlier Sambucus nigra
kK > 40% wilde kardinaalsmuts Euonymus europaeus
> 20% Gelderse roos Viburnum opulus
> 30% kruipwilg Salix repens
Kruidlaag
kV > 10% asperge Asparagus officinalis
kK > 40% heggenrank Bryonia dioica
kK < 10% hop Humulus lupulus
> 80% dauwbraam Rubus caesius
> 80% grote brandnetel Urtica dioica
dA > 70% drienerfmuur Moehringia trinervia t.o.v. andere associaties
> 60% duinriet Calamagrostis epigejos
> 50% wilde kamperfoelie Lonicera periclymenum
> 50% veldhondstong Cynoglossum officinale
> 40% veldbeemdgras Poa pratensis
> 40% boskruiskruid Senecio sylvaticus
> 40% welriekende salomonszegel Polygonatum odoratum
> 30% jakobskruiskruid Jacobaea vulgaris
> 30% zandzegge Carex arenaria
> 30% geel walstro Galium verum
> 20% bitterzoet Solanum dulcamare
dA >20% robertskruid Geranium robertianum t.o.v. andere associaties
> 20% rood zwenkgras Festuca rubra
> 20% mannetjesvaren Dryopteris filix-mas
> 20% hondsdraf Glechoma hederacea
> 20% kleine veldkers Cardamine hirsuta
dA >20% Geel nagelkruid Geum urbanum t.o.v. andere associaties
> 20% kleefkruid Galium aparine
dA bleeksporig bosviooltje Viola riviniana t.o.v. andere associaties
koninginnekruid Eupatorium cannabinum
Moslaag
> 60% gewoon dikkopmos Brachythecium rutabulum
> 40% fijn snavelmos Eurhynchium praelongum
> 30% rondbladig boogsterrenmos Plagiomnium affine
> 30% groot laddermos Pseudoscleropodium purum
> 30% gewoon gaffeltandmos Dicranum scoparium
dA > 20% gewoon knopjesmos Aulacomnium androgynum t.o.v. andere associaties
> 20% gedrongen kantmos Lophocolea heterophylla
> 20% gewoon kantmos Lophocolea bidentata