Associatie van gewone dophei en veenmos
De associatie van gewone dophei en veenmos (Erico-Sphagnetum magellanici) is een associatie uit het hoogveenmos-verbond (Oxycocco-Ericion). Het is een vrij zeldzame plantengemeenschap die vooral voorkomt in hoogveengebieden.
Associatie van gewone dophei en veenmos | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||
Associatie van gewone dophei en veenmos met gewone dophei en veenmos op een kleine veenmosbult | |||||||
Syntaxonomische indeling | |||||||
| |||||||
Associatie | |||||||
Erico-Sphagnetum magellanici (Osvald. 1923) Moore 1968 |
Naamgeving en codering Bewerken
- Synoniem: Erico-Sphagnetum papillosi
- Duits: Hochmoorbult-Gesellschaft
- Syntaxoncode voor Nederland (rVvN): r11Ba01
De wetenschappelijke naam Erico-Sphagnetum magellanici is afgeleid van de botanische namen van twee veelal dominante soorten binnen de associatie, de gewone dophei (Erica tetralix) en het hoogveen-veenmos (Sphagnum magellanicum).
Symmorfologie Bewerken
De associatie van gewone dophei en veenmos wordt net als alle andere heidevegetatie gekenmerkt door de volledige afwezigheid van een boomlaag. De struiklaag is vertegenwoordigd door dwergstruiken als de gewone dophei en de lavendelhei.
De kruidlaag is soortenarm maar zeer specifiek, met onder andere eenarig wollegras (Eriophorum vaginatum) en ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia).
Er is een sterk ontwikkelde moslaag met praktisch uitsluitend verschillende soorten veenmossen.
Zoals de Duitstalige naam aangeeft, vormt deze vegetatie typische hoogveenbulten boven het maaiveld die meerdere meters in omtrek kunnen worden.
Ecologie Bewerken
De associatie van gewone dophei en veenmos is een typisch, zeer oligotrafent vegetatietype dat enkel voorkomt in en rond verlande vennen, veenputten, in hoogveen en op ongestoorde natte heiden. Het is een overgangsvegetatie; naarmate de verlanding verdergaat zullen andere soorten het veenmos verdringen. In tegenstelling tot bij de associatie van moeraswolfsklauw en snavelbies gaat de natuurlijke successie hier echter zeer langzaam en kan deze vegetatie meerdere jaren blijven bestaan.
Diagnostische taxa voor Nederland en Vlaanderen Bewerken
In de onderstaande tabel staan de belangrijkste diagnostische plantentaxa van de associatie van gewone dophei en veenmos voor Nederland en Vlaanderen.
Kruidlaag Bewerken
Kensoort | Differentiërende taxa | Abundantie | Triviale naam | Botanische naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
kO | F/O | lavendelhei | Andromeda polifolia | ||
kO | A/F | kleine veenbes | Vaccinium oxycoccos | ||
kK | F/O | gewone dophei | Erica tetralix | ||
kV | F/O | eenarig wollegras | Eriophorum vaginatum | ||
kK | F/O | ronde zonnedauw | Drosera rotundifolia |
Moslaag Bewerken
Kensoort | Differentiërende taxa | Abundantie | Triviale naam | Botanische naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
kV | F/O | hoogveen-veenmos | Sphagnum magellanicum | ||
kV | F/O | wrattig veenmos | Sphagnum papillosum | ||
F/O | kamveenmos | Sphagnum imbricatum | |||
F/O | bruin veenmos | Sphagnum fuscum | |||
kV | O | rood veenmos | Sphagnum rubellum |
Verspreiding Bewerken
Het verspreidingsgebied van de associatie van gewone dophei en veenmos is beperkt tot de Atlantische provincie: de kuststook van West-Europa, Groot-Brittannië en Ierland. Het is een typische vegetatie die zich thuis voelt in streken met een maritiem klimaat, met hoge luchtvochtigheid, niet te warme zomers en geen strenge winters.
In Vlaanderen is deze vegetatie nog sporadisch terug te vinden in de grote heidegebieden van de Antwerpse Kempen (onder andere in het Groot Schietveld in Brasschaat), en in Limburg (onder andere in de Hoge Kempen).
Verder is deze vegetatie in België ruim vertegenwoordigd in de Hoge Venen.
Bedreiging en bescherming Bewerken
De dophei-hoogveenmos-associatie is een vegetatie die enkel kan gedijen op natte, voedselarme bodems, in langdurig ongestoorde omstandigheden. De bedreigingen zijn:
- brand heeft als gevolg dat de levende veenmoslaag verdwijnt en er zich een nieuwe veenmosgemeenschap moet vormen, wat meerdere jaren in beslag kan nemen. Ook neemt de voedselrijkdom toe.
- ontwatering (onder andere voor turfsteken) leidt vrij snel tot het afsterven van de veenmossen, een toename van de voedselrijkdom en een dominantie van de soorten van de associatie van gewone dophei.
- een toename van de voedselrijkdom, door directe bemesting via het grondwater, door atmosferische stikstofdepositie of door ontwatering en branden, kan een algenbloei tot gevolg hebben met nadelige gevolgen voor de moslaag.
Om deze vegetatie te kunnen behouden, zijn verschillende soorten beleidsmaatregelen noodzakelijk:
- de beheersing van de grondwaterstand door waterbouwkundige maatregelen;
- beperken van menselijke activiteit, zoals turfstekerij en landbouw, en ronde hoogveengebieden;
- preventie tegen bosbranden;
Zie ook Bewerken
Externe links Bewerken
Bronnen, noten en/of referenties
|