Sjabloon:Tabel voorkomen vogels

Broedvogels jaarvogel = het hele jaar aanwezig
zomervogel = buiten het broedgebied overwinterend
standvogel = broedvogel die geen trek vertoont
Gastvogels
(niet-broedvogels) 
jaargast = het hele jaar aanwezig
wintergast = in het winterhalfjaar aanwezig
zomergast = in het zomerhalfjaar aanwezig
doortrekker = alleen in de trektijd aanwezig
onregelmatige gast = niet elke winter voorkomend
dwaalgast = slechts bij uitzondering gesignaleerd
invasiegast = zelden, maar dan talrijk voorkomend