Veldloge
Een veldloge is een begrip uit de vrijmetselarij en kan twee dingen betekenen: een ambulante (militaire) loge behorende bij een legeronderdeel, dan wel de uitvoering van een ritueel door logebroeders buiten het eigen logegebouw.
Een ambulante (militaire) logeBewerken
Vanaf de achttiende eeuw kwam het voor dat een aantal militairen welke toegevoegd waren aan een legeronderdeel, samen een eigen vrijmetselaarsloge stichtten. Deze loge hield vervolgens bijeenkomsten op de plaats waar het legeronderdeel zich op dat moment bevond.
Napoleon zag in de vrijmetselarij een middel om het leger te verenigen, met als gevolg dat tijdens zijn regering het aantal vrijmetselaarsloges in Frankrijk toenam van 300 naar ruim 1200. Hieronder waren een groot aantal veldloges[1]. In de Franse Tijd waren verschillende van deze loges ook in de Nederlanden actief.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog waren er verschillende Duitse veldloges actief in België[2]. Hierna is de veldloge in deze vorm vrijwel verdwenen.
Een ritueel buiten het logegebouwBewerken
Heden ten dage wordt met een veldloge een bijeenkomst bedoeld, waarbij een vrijmetselaarsloge het ritueel opvoert wat bij een Open Loge behoort, op een locatie buiten haar eigen logegebouw. Hiervoor wordt een besloten locatie gezocht, doorgaans in de open lucht. Dit kan bijvoorbeeld een afgeschut stuk bos of een veld zijn.
Vanuit praktische overwegingen wordt vaak de viering van de zomerzonnewende (in vrijmetselaarsjargon Zomer Sint Jan) gekozen om een veldloge te houden.
AppendixBewerken
Referenties
Literatuur
|