Vrijmetselarij in België

overzicht van de vrijmetselarij in België

De vrijmetselarij in België omvat een een groot aantal obediënties ofwel koepelorganisaties van vrijmetselaarsloges. De oudste en grootste is het Grootoosten van België welke anno 2025 ongeveer 10.000 leden heeft. Daarnaast zijn er nog verschillende kleinere obedientiës, gezamenlijk hebben zij ongeveer 25.000 leden.

De basis wordt gevormd door die obediënties waar de basisgraden van leerling, gezel en meester worden verleend. Daarnaast zijn er diverse obediënties voor de vervolgpaden of hogere graden, waarin aspecten van de drie basisgraden verder worden uitgewerkt. De vervolgpaden - ook wel voortgezette werkwijzen genaamd - kennen daarbij hun eigen inwijdingen en gradenstelsel.

De situatie van de Belgische vrijmetselarij staat in sterk contrast met de situatie in de meeste andere landen. Een kleine minderheid van de loges in België behoort tot de zogenaamde reguliere vrijmetselarij, de meer traditionele vorm die er een deïstische visie op nahoudt. De meerderheid van de Belgische obediënties behoort echter tot de irreguliere vrijmetselarij, welke een atheistische en adogmatische visie heeft. De meerderheid van de obediënties is gemengd.

Tenslotte zijn er ook enkele para-maconnieke organisaties in België. Dit .zijn organisaties die qua organisatie en werkwijze lijken op de vrijmetselarij, maar niet als zodanig gekenmerkt worden.

Beknopte geschiedenis

bewerken
  Zie Geschiedenis van de vrijmetselarij in België voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De geschiedenis van de vrijmetselarij op wat vandaag Belgische bodem is, begint in de periode van de Oostenrijkse Nederlanden en het prinsbisdom Luik (1713 -1789). De eerste vrijmetselaarsloge op Belgische bodem werd in 1721 in Bergen gesticht onder de naam 'Parfaite Union Mons', daarna volgden in 1730 loges in Gent en Doornik.

Vanaf 1740 werden verschillende loges opgericht door buitenlandse militairen of burgers, die in België vertoefden en voornamelijk afkomstig waren uit Engeland en Frankrijk. De vrijmetselarij verspreidde zich gestaag en verschillende buitenlandse obediënties trachtten voet aan de grond te krjgen zoals de Grootloge van Holland, de Grand Lodge of England en de Grand Lodge of Scotland.

In 1776 wordt François Markies de Gages namens de Grande Loge de France benoemd tot Grand maître provincial et inspecteur général des loges rouges et bleues pour les provinces de Flandres, de Brabant et de Hainaut. Hij trachtte de verschillende loges onder een centraal gezag te groeperen en te doen aansluiten bij de Grande Loge de France, maar was in eerste instantie weinig succesvol. Concurrentie ondervond de Gages hierbij van de Fransman Jean de Vignoles, Provincial Grand Master for the Foreign Lodges, die in opdracht van de Grand Lodge of England de ontluikende vrijmetselarij op het vasteland opvolgde. Nadat beiden gingen samenwerken verliet de Gages het Franse kamp en in 1770 werd hij Provincial Grand Master for the Austrian Netherlands, een provinciale grootloge van de Grand Lodge of England. Deze poging had meer succes, in 1786 waren 26 loges lid van de provinciale grootloge. De Gages introduceerde ook de hogere graden vrijmetselarij in de Oostenrijkse Nederlanden.

Nadat Jozef II in 1780 aan de macht kwam als keizer van het Roomse Rijk en heerser werd over de Oostenrijkse Nederlanden, hervormde hij de vrijmetselarij dramatisch. In 1785 verbood hij tegelijkertijd het lidmaatschap van een loge bij een buitenlandse obediëntie, schafte de hogere graden vrijmetselarij af en beperkte het aantal vrijmetselaarsloges tot drie loges te Brussel. In 1786 verbood hij alle maçonnieke activiteit en bleef er bijna niets meer over van de eerder sterk gegroeide vrijmetselarij.

In 1789 vond de Franse Revolutie en als uitvloeisel daarvan worden de Oostenrijkse Nederlanden in 1794 geannexeerd door Frankrijk. Gedurende de zogeheten Franse tijd (1794-1815) is er sprake van een nieuwe bloeiperiode van de vrijmetselarij. Slapende loges werden heropgericht, nieuwe loges ontstonden en er waren ook een groot aantal veldloges die door militairen werden opgericht. Eind 1813 waren er opnieuw 34 vrijmetselaarsloges in de Zuidelijke Nederlanden.

Na de nederlaag van Napoleon in Waterloo werden de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden in 1815 samengesmolten tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, met koning Willem I der Nederlanden als vorst van de eenheidsstaat. Het Grootoosten der Nederlanden, onder grootmeester Prins Frederik der Nederlanden, werd geherstructureerd en opgedeeld in twee provinciale grootloges. In de praktijk bleef een wezenlijke integratie echter achterwege. De Aloude en Aangenomen Schotse Ritus deed zijn intrede en op 6 maart 1817 werd te Brussel een Opperraad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus geconstitueerd, de Supréme Conseil pour le Royaume des Pays Bas.

Na de Belgische Revolutie in 1830 werd op 23 februari 1833 het Grootoosten van België opgericht onder auspiciën van koning Leopold I van Saksen-Coburg-Gotha. Het Grootoosten werd formeel als reguliere obediëntie erkend door de United Grand Lodge of England. In 1872 schrapte het Grootoosten echter, onder invloed van antiklerikale sentimenten, elke verwijzing naar de Opperbouwmeester van het Heelal uit de statuten. Niet veel later werd ook de aanwezigheid van de Bijbel uit de loges gebannen. Op het einde van de 19e eeuw verloor het Grootoosten van België daardoor definitief zijn erkenning als reguliere obediëntie.

Op 21 november 1910 hield Georges Martin, oprichter en grootmeester van de Ordre Maçonnique Mixte International Le Droit Humain een voordracht in de loge 'Les Amis Philantropes (nº 1)' te Brussel. Als gevolg hiervan werd op 22 februari 1911 de eerste Belgische Droit Humain loge opgericht, nº 45 'Egalité Bruxelles'. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de maçonnieke activiteit in bijna alle loges stilgelegd.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden op last van de Duitse bezetter alle loges gesloten en alle.maçonnieke activiteiten verboden. Na de bevrijding in 1945 kwam de vrijmetselarij moeilijk terug op gang, het Grootoosten richtte slechts de eerste nieuwe loges op vanaf 1956. Op 4 december 1959 besloten enkele loges zich af te splitsen van het Grootoosten van België en richtten twee dagen later te Luik de Grootloge van België op, in een poging de maçonnieke regulariteit opnieuw te verwerven. De Grootloge van België werd in 1965 officieel erkend als reguliere obediëntie door de United Grand Lodge of England, andere buitenlandse obediënties volgden.

In 1979 verbrak de United Grand Lodge of England echter weer haar banden met de Grootloge van België, hierin snel gevolgd door vele andere obediënties. Op 15 juni 1979 scheurden als uitvloeisel daarvan zich negen loges af van de Grootloge om de Reguliere Grootloge van België te vormen. De Reguliere Grootloge van België is anno 2025 de enige Belgische obediëntie die wordt erkend door de United Grand Lodge of England.

Vanaf het midden van de 20e eeuw vonden verschillende reguliere vervolgpaden hun plaats in het Belgische maçonnieke landschap, zoals de Orde van het Heilig Koninklijk Gewelf en de Orde van Merkmeesters. Op 20 april 1974 richtte de Grand Loge Féminine de France een eerste loge in Brussel op, gevolgd door loges in Luik, Brussel en Charleroi. In 1981 werd onder een Frans charter de Vrouwengrootloge van België opgericht.

Op 11 november 2006 werd te Brussel de gemengde obediëntie Lithos Confederatie van Loges opgericht. De initiatiefnemers kwamen uit het Grootoosten van België, Droit Humain, de Grootloge van België en het Grootoosten van Luxemburg.

Organisatie

bewerken

Basisgraden

bewerken

Er opereerden de laatste decennia minstens vijftien obediënties op Belgische bodem die de drie symbolieke of basisgraden van leerling, gezel en meester vergeven, waarvan drie reguliere en twaalf irreguliere.

Exclusief voor mannen

bewerken
  • Het Grootoosten van België (G.O.B.) is de grootste irreguliere koepel van loges, en heeft ruim 10.000 leden in 108 werkplaatsen. Ze werd opgericht in 1833. Deze obediëntie is aangesloten bij de vrijzinnige vrijmetselaarskoepel S.I.M.P.A. en C.L.I.P.S.A.S..
  • De Grand Lodge of Scotland (G.L.S.) is een reguliere koepel van vrijmetselaarsloges. De hoofdzetel is in Schotland, maar kent ook afdelingen in België, waar ze aanwezig is aanwezig sedert 1933 en beschikt over een loge in Brussel en Antwerpen, die samen maximaal 100 leden tellen. Ze werd opgericht in 1736 en wordt erkend door de United Grand Lodge of England (U.G.L.E.)
  • De Grootloge van België (G.L.B.) is een irreguliere koepel van loges en heeft ongeveer 3.500 leden verspreid over 60 werkplaatsen. Ze werd opgericht in 1959 als afsplitsing van het Grootoosten van België. Deze obediëntie is aangesloten bij de vrijzinnige vrijmetselaarskoepel S.I.M.P.A..
  • De Reguliere Grootloge van België (R.G.L.B.) is een reguliere koepel van vrijmetselaarsloges. Ze telt maximaal ongeveer 1.850 logebroeders, verdeeld over 60 werkplaatsen. Ze werd op 15 juni 1979 opgericht als een afscheuring van de Grootloge van België en wordt erkend door de United Grand Lodge of England (U.G.L.E.).
  • De Grande Loge Traditionnelle et Symbolique Opéra (G.L.T.S.O.) is een irreguliere Franse Koepel. In België had ze in de tachtiger jaren één loge, die is overgegaan op de G.L.B. Deze obediëntie is aangesloten bij de vrijzinnige vrijmetselaarskoepel C.L.I.P.S.A.S. Actueel zijn er twee zij het, Franstalige, loges in België aangesloten. Eén in Brussel en één in Kortrijk.
  • De Grande Loge Nationale Française (G.L.N.F.) is een Franse reguliere koepel. In België had ze enkele loges, die bij of kort na de stichting van de R.G.L.B. zijn overgegaan.

Exclusief voor vrouwen

bewerken

Inclusief voor mannen en vrouwen

bewerken
  • De internationale koepel van irreguliere gemengde vrijmetselaarsloges Le Droit Humain (D.H.) werd opgericht in Frankrijk in 1893 en kent een Belgische federatie. Deze obediëntie is actief in België sedert 1912. Ze heeft ongeveer 6.500, voornamelijk vrouwelijke, leden in 61 werkplaatsen. Deze obediëntie is aangesloten bij de vrijzinnige vrijmetselaarskoepel S.I.M.P.A..
  • De Gran Oriente Latinoamericano (G.O.L.A.) is een irreguliere Latijns-Amerikaanse koepel. In België heeft ze een loge, loge nº 28 Francisco De Miranda-Pensamiento Libertariote Aalst. Deze obediëntie is aangesloten bij de vrijzinnige vrijmetselaarskoepel C.L.I.P.S.A.S..
  • Het Grootoosten van Luxemburg (G.O.L.) is irreguliere gemengde koepel van loges en heeft een kleine 1.000 leden in 10 werkplaatsen, waarvan ook in België sedert 1999, met 2 loges in Vlaanderen en 1 in Wallonië. Ze werd voor het eerst opgericht in 1959. Deze obediëntie is aangesloten bij de vrijzinnige vrijmetselaarskoepel C.L.I.P.S.A.S. en S.I.M.P.A..
  • Het Souveräner Grossorient von Deutschland (S.G.O.v.D.) is een irreguliere gemengde koepel van loges, die werd opgericht in 2002 onder medewerking van G.O.B. en G.L.B. Zij telt 6 werkplaatsen en had tot eind 2007 een Belgische werkplaats, loge nummer 4 Lessing - Europäische Wanderloge te Brussel. Deze loge heeft ondertussen de obediëntie verlaten en is toegetreden tot Lithos Confederatie van Loges.
  • De Gran Logia Simbólica Española (G.L.S.E.) is een irreguliere gemengde Spaanse koepel van loges. De koepel werd opgericht in 1979. In België heeft deze obediëntie één loge, nummer 4 La Luz te Gent. Deze obediëntie is aangesloten bij de vrijzinnige vrijmetselaarskoepel C.L.I.P.S.A.S..
  • De Grande Loge Régulière Française (G.L.R.F.) is een Franse irreguliere koepel. In België heeft ze één loge, nº 27 Iona Bruxelles.
  • Lithos Confederatie van Loges (L.C.L.) is een gemengde irreguliere koepel, die in 2006 werd opgericht. De confederatie is voornamelijk samengesteld uit leden die oorspronkelijk behoorden tot Le Droit Humain en tot het Grootoosten van België. Ze staat open voor loges die ofwel exclusief heren, exclusief dames en inclusief heren en dames opnemen en telt meer dan 1000 leden in 32 loges in België en het buitenland.
  • Het Belgische Grootloge van de Aloude en Primitieve Ritus van Memphis-Misraïm is een korps dat uitsluitend onder de eigen leden rekruteert, en de 96 hogere graden van de Oude en Primitieve Ritus Memphis-Misraïm verleent. De Grootloge kent enkele werkplaatsen en enkele tientallen leden.
  • De Ordre Initiatique et Traditionnel de l'Art Royal is een Franse orde, en die uitsluitend werkt met de Operatieve Ritus van Salomon. In België heeft ze twee werkplaatsen, Le Sceau d'Erasme Bruxelles en ... Dinant.
  • De Grande Loge Mixte de France (G.L.M.F.) beschikt sedert 2009 over 1 werkplaats te Brussel. Er worden momenteel pogingen ondernomen om tot een Grande Loge Mixte de Belgique (G.L.M.B.) te komen.

Hogere graden

bewerken

De Aloude en Aangenomen Schotse Ritus is veruit het populairste hogere gradensysteem in België. Historisch werd deze ritus vaak in de irreguliere vrijmetselarij gehanteerd. Daarnaast zijn er nog enkele andere systemen in zwang, die uit de Angelsaksische vrijmetselarij stammen. circa 20 % van de vrijmetselaars afkomstig uit de basisgraden werken ook in hogere graden.

Er opereerden de afgelopen decennia minstens tien korpsen op Belgische bodem, die hogere graden toekenden:

Exclusief voor mannen

bewerken

Exclusief voor vrouwen

bewerken

Inclusief voor mannen en vrouwen

bewerken

Werkzaamheden

bewerken

Over de doelstellingen en de werkzaamheden van de leden die behoren tot deze discrete genootschappen bestaat een uitgebreide literatuur. Ook op het internet zijn talrijke sites van loges te vinden, die de doelstellingen en het streven van de vrijmetselarij nader toelichten. Vroeger was het ongewoon dat loges met een gemeenschappelijk standpunt naar buiten traden. Vandaag stellen we vast dat diverse ordes en loges stelling nemen en die stellingen in de media en op het internet verspreiden.

De meest vooruitstrevende werkplaats op dit gebied is de Loge Georges Beernaerts Antwerpen (G.O.B.), genoemd naar een voormalig generaal en opperbevelhebber van de Belgische Strijdkrachten en ex-Grootmeester van het Grootoosten van België. Voorts stelt de Belgische Federatie van Le Droit Humain het artikel 37, van de Europese Conventie, in vraag omdat het in tegenspraak is met de scheiding van Kerk en Staat. Le Droit Humain spoort aan voor het organiseren van een dialoog tussen de 'Kerken' en de instellingen van de Unie.

De diverse verklaringen van maçons in de media (onder andere in Knack, De Standaard, La Dernière Heure en Trends) beamen deze zienswijze. Via zoekrobots als Google zijn ook ritualen, teksten, tekens en afbeeldingen in zowat alle talen voor iedereen bereikbaar. Hierbij dient wel gemeld dat de aanwezigheid van deze informatie niet dankzij, maar ondanks de medewerking van de georganiseerde vrijmetselarij beschikbaar is.

Diverse maçonnieke sites geven trouwens een uitgebreid overzicht van hyperlinks naar andere verwante ordes en loges.

Voorts zijn ook de doelstellingen van Lithos Confederatie van Loges via het internet voor iedereen beschikbaar.

Enkele liberale loges zoals het Grootoosten en Le Droit Humain benadrukken dat de vrijmetselarij ook een levenshouding is buiten de muren van hun ‘tempel’. Aldus leest men op de website van de orde Le Droit Humain de volgende passage: Buiten die principes, eigen aan elke Vrijmetselarij, heeft de Belgische federatie van Le Droit Humain een paar eigen kenmerken: (…) niet willen dat de maçonnieke benadering ophoudt bij de Tempelpoort. (…) Het uitdragen van Vrijmetselaarsideeën buiten de Tempel is een persoonlijk engagement dat men in volle vrijheid en onafhankelijkheid neemt, maar waarbij men discreet blijft over de herkomst van de ideeën.

Maçonnieke verenigingen

bewerken

Maçonnieke verenigingen zijn verenigingen die uitsluitend uit vrijmetselaars bestaan en zich uitsluitend tot de vrijmetselarij richten en opereren binnen de vrijmetselarij.

Er bestaan of bestonden in België een aantal verenigingen die de studie en het onderzoek van de vrijmetselarij beoefenen. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Vrijmetselaarsvereniging Testimonia Macionica (TEMA) te Gent (G.O.B., D.H. en G.L.B.): tijdschrift Testimona Macionica
  • Vrijmetselaarskring Eureka te Brussel (…)
  • Vrijmetselaarskring Bartholdi te Brussel (G.O.B., D.H. en G.L.B.): tijdschrift Praxis
  • Vrijmetselaarskring Agora te … (…)
  • Fonds Marcel Hofmans (G.O.B.): uitgeverij
  • Stichting Fama Fraternitatis (G.O.N.): uitgeverij
  • Leerstoel Théodore Verhaegen aan de ULB en VUB (G.O.B, D.H. en G.L.B.)
  • Studieloge Ars Macionica te Brussel (RGLB): tijdschrift Acta Macionica
  • Tijdschrift Logos (G.O.B.)
  • Tijdschrift Thoth (G.O.N.)

Broederkringen

bewerken

Andere voorbeelden hiervan zijn broederkringen of fraternelles. Fraternelles bestaan uitsluitend uit vrijmetselaars die samen één bepaalde kwaliteit gemeenschappelijk hebben. Zo is er de fraternelle van de parlementsleden, de broederkring Bartholi, de fraternelle van de advocaten. Vanuit eenzelfde achtergrond of beroepsinteresse wordt samengekomen. Deze fraternelles kunnen binnen één en dezelfde obediëntie opereren, of interobediëntieel zijn.

Over broederkringen schrijft historicus Andries Van den Abeele het volgende:

Ook al zijn veel loges, zoals we bij herhaling hebben aangetoond, vaak in meerderheid samengesteld uit broeders die eenzelfde of een soortgelijk beroep uitoefenen, toch tellen ze allemaal leden die uiteenlopende activiteiten vertegenwoordigen. Dit wordt door de leden niet alleen als een noodzaak, maar vooral ook als een verrijking beschouwd. Loges die, zoals in de achttiende en negentiende eeuw, of zoals thans nog sommige Angelsaksische loges, één enkele beroepscategorie zouden groeperen - militairen, advocaten, magistraten, politie-ambtenaren - komen op het continent niet voor. Dit belet niet dat men een middel gevonden heeft om te voldoen aan een behoefte, nl. bij tijd en wijle samenkomen met beoefenaars van eenzelfde beroep of leden met eenzelfde doelstelling. Naar het Franse model is men broederkringen of fraternelles gaan organiseren. Zij hebben tot doel de banden nauwer aan te halen tussen broeders uit eenzelfde beroep, of uit eenzelfde sportieve, artistieke, culturele of maatschappelijke belangstellingssfeer. Een Unie van de broederkringen zorgt voor de coördinatie tussen de verenigingen en voor de verbinding met de obediënties. De broederkringen groeperen vrijmetselaars uit de verschillende obediënties. Soms zijn ze uitsluitend voor mannen toegankelijk. Zelfs leden van de Reguliere Grootloge, die nochtans geen formele contacten mogen onderhouden met de irregulieren, maken van deze broederkringen deel uit. Ze beschouwen die als informele contacten, want de irregulieren zijn in hun ogen immers geen echte vrijmetselaars. […] Wanneer politici, kabinetsleden, journalisten, magistraten, ambtenaren, letterkundigen, architecten, professoren, advocaten, geneesheren, en veel andere beroepsgroepen mekaar op louter professionele basis ontmoeten, kan men zich de vraag stellen of niet in deze vorm van informele samenkomsten het gevaar of minstens het risico aanwezig is van de noyautage en van preferentiële diensten waar men vaak, terecht of ten onrechte, de vrijmetselaars van beschuldigt. Buiten de loges gelooft niemand dat de vrijmetselarij zich zou onthouden van interventies in de professionele promotie van haar leden en daarin heeft men gelijk, schrijft professor [Leo] Apostel. Hiermee raken we een van de tere punten aan, die de rechtzinnige maçons ongetwijfeld moeten bekommeren en waarover zij zowel binnen de vrijmetselarij als tegenover de buitenwereld klare wijn zouden moeten schenken.[1]

Van den Abeele wordt bijgetreden door onderzoeksjournalist Jan Puype, die stelt:

Terwijl de onschuld van de broeders die samenkomen omdat ze verzot zijn op boten en jachten overduidelijk is, is het anders gesteld met een aantal van de beroepsmatige Fraternelles. Want naast architecten, professoren, bankiers, verzekeraars, advocaten en geneesheren blijken ook de magistraten, militarien, kabinetsleden, politici, journalisten en ambtenaren hun onderonsjes te hebben.[2]

Ook vrijmetselaar Jan De Zutter, voormalig journalist van De Morgen en socialistisch technocraat bevestigt het reële gevaar van deze broederkringen:

Wanneer er binnen de vrijmetselarij zaken zouden gebeuren die niet door de beugel kunnen, dan lenen Broederkringen zich daar uitstekend voor. Daarom ben ik er ook nooit naartoe gegaan omdat ik vind dat daar een grote kans op beïnvloeding bestaat, dus invloed vanuit de maçonnerie op het profane leven.[2]

Dr. Pierre Simon voormalig grootmeester van de Grande Loge de France, een irreguliere obediëntie, bevestigde onlangs niet enkel de abstracte werking van broederkringen, maar gaf uitsluitsel over de praktische verwezenlijkingen van de broederkring die werkzaam is in de schoot van de Franse Assemblée Nationale:

Depuis 40 ans, le combat que nous menons a toujours été le même: contraception, libératoin des comportements sexuels, avortement, homosexualité et euthanasie... Nous avions l’appui d’une grande fraternelle parlementaire souhaitant arracher l’homme à l’oscurantisme multi-séculaire et le faire descendre du ciel à la terre.[3]

Ook in België bestaat er een broederking van parlementairen.

Paramaçonnieke verenigingen

bewerken

Het begrip paramaçonnieke vereniging heeft meerdere betekenissen. De exacte definitie is niet eenduidig.

Eerste betekenis

bewerken

Sommige auteurs alluderen op verenigingen die de vrijzinnigheid maatschappelijk uitdragen en die – meestal - de vorm van rechtspersonen aannemen. Zij staan formeel los van de georganiseerde vrijmetselarij, maar hun materiële doelstelling, initiële beslissing tot oprichting, personele invulling op bestuursvlak en algemeen beleid wordt in belangrijke mate, maar niet uitsluitend, door vrijmetselaars gestuurd. Ze werken binnen de profane wereld en zijn daarin maatschappelijk actief.

Het zijn verenigingen die de humanistische vrijzinnigheid genegen zijn en uitdragen. Door hun gedachtegoed is in de afgelopen anderhalve eeuw de vrijzinnigheid in België politiek en maatschappelijk gerealiseerd.

Een historisch overzicht van tientallen van dergelijke verenigingen is terug te vinden in de ‘Dictionnaire historique de la laïcité en Belgique’.[4] Hierin worden tevens de maçonnieke wortels van dergelijke verenigingen aangeduid.

Voorbeelden hiervan zijn:

Tweede betekenis

bewerken

De term paramaçonniek heeft ook betrekking op de zogenaamde broederkringen of fraternelles, verenigingen die enkel bestaan uit vrijmetselaars en wiens doelstellingen zich uitsluitend beperken tot de vrijmetselarij. Het zijn verenigingen van maçons met dezelfde interesses. De Belgische maçonnoloog René Pieyns stelt dat de vrijzinnigheid enerzijds bestaat uit para-maçonnieke verenigingen en anderzijds uit broederkringen:

Men kan de talloze broederkringen (per beroep of interesse) van de Belgische en Franse VM tot de vrijzinnigheid rekenen, evenals de meeste paramaçonnieke organisaties: caritatieve, wetenschappelijke, culturele, ethische, filosofische, sociale, pedagogische verenigingen, in beide landen meestal gesticht en bemand door maçons.[5]

Dat de meeste vrijmetselaars het gedachtegoed van de vrijzinnigheid steunen is een feit. De georganiseerde vrijzinnigheid heeft echter geen uitstaans met de vrijmetselarij.

De Belgische maçonnoloog Andries Van den Abeele bevestigt Pieyns' stelling:

De vrijmetselarij trad ook op als inspirator en initiatiefnemer van wat we para-maçonnieke organisaties kunnen noemen. … het Humanistisch Verbond, Het Vrije Woord, de Vereniging voor Nederlandstalig vrijzinnig onderwijs, het Vrijzinnig Laïciserend Centrum, de Vrienden van de VUB, de Vrienden van De Morgen, de Ouderverereniging voor de moraal, het Lentefeest van de vrijzinnige jeugd, de Vereniging voor Crematie, de Oudstudentenbond van de VUB, de Centra voor gezinsplanning en seksuele opvoeding alsook sommige meer lokale initiatieven. Ook in het Willemsfonds, het Vermeylenfonds en de Liga voor de Mensenrechten wordt maçonnieke aanwezigheid nagestreefd. … De ‘’Ligue de l’Enseignement’’, die niet alleen opkwam voor de verdediging van het rijksonderwijs maar in dit onderwijs de volledige laïcisering wilde doorvoeren, werd in 1864 door vrijmetselaars gesticht. Prominente liberale politici zoals Pieter Van Humbeeck (1829-1890) … en Jules Bara (1835-1900) bereidden binnen de loges en de liga de onderwijswet voor, die ze in 1879 in het parlement goedgekeurd kregen. ... Om de burgerlijke begrafenissen waardig te kunnen organiseren, richtten vrijmetselaars in 1863 ‘’La Libre Pensée’’ op.[6]
In de vrijzinnige organisaties … heerst een latente onvrede over de ‘’greep’’ van de loges op de vrijzinnigheid. Sommigen beschouwen dit als ‘’een staat in de staat’’ en vrezen dat de broeders binnen deze organisaties mekaar bevoordelen de invloedrijkste functies onder elkaar verdelen.[7]

Ook voormalig adjunct-grootmeester van de Reguliere Grootloge van België, Piet van Brabant (christen en tegenstander van de irreguliere vrijmetselarij) bevestigt uitdrukkelijk het bestaan en de werking van paramaçonnieke verenigingen:

Door toedoen van allerlei laïciserende organisaties (Unie van Vrijzinnige Verenigingen, Humanistisch Verbond, Oudervereniging voor de Moaal) werden na de Tweede Wereldoorlog zelfs initiatieven genomen ter vervanging van de al te religieus getinte riten. Zo kent het ‘Feest van de Vrijzinnige Jeugd’, de tegenhanger van het [katholieke] Communiefeest, een groeiend succes.[8]

De Belgische vrijmetselaar Urbain Langenaken uit Limburg stelt in De Standaard het volgende:

Ook de vrijzinnige ontmoetingscentra zitten in de lift. Nu al kunnen vrijdenkende Limburgers terecht in Tongeren, Maaseik en Hasselt. Maar binnenkort openen antennecentra hun deuren in Bilzen en Sint-Truiden. In Genk bestaan plannen voor een nieuw ontmoetingscentrum. Toch zijn vrijzinnige ontmoetingscentra geen synoniem voor maçonnieke tempels. "’’Er is een band tussen de ontmoetingscentra en de loges, maar die is zeker niet rechtstreeks’’, zegt Langenaken.[9]

Ook Frans vrijmetselaar en maçonnoloog Daniel Morfouace bevestigt het bestaan en de werking van paramaçonnieke verenigingen:

(Vraag vanwege journalist Matthieu Fauroux van het Franse tijdschrift L’Express) Quelles ont été les grandes luttes menées par les franc-maçons à Lille? (Antwoord vanwege Daniel Morfouace, vrijmetselaar en maçonnoloog, lid van de Conseil de l’Ordre du Grand Orient de France) Comme sur le plan national, la franc-maçonnerie s’engage fortement dans le combat pour la séparation des Eglises et de L’Etat, qui n’intervient effectiviement qu’en 1905. Les loges soutiennent ainsi la création de la Ligue de l’enseignement.. Elles s’impliquent en faveur de la révision du proces de Dreyfus et lancent la Ligue des droits de l’homme à Lille.[10]

Hij wordt bijgetreden door Alain Bauer, voormalig grootmeester van de Grand Orient de France:

En 2003, les célébrations du 275e anniversaire de la franc-maçonnerie en France ont constituées un succès indéniable, mais exceptionelle … Le Grand Orient [de France], première obedience française, a, en fait, peur de lui-même et de sa place dans la société. Ses membres s’investissent dans la Ligue de l’enseignement, dans la Ligue des droits de l’homme ou au sein du mouvement mutualiste …[11]

Bekend is dat Belgische vrijmetselaars aan de basis lagen van de oprichting van de VUB-ULB, teneinde de gewetensvrijheid te garanderen. In het buitenland treedt de para-maçonnerie op de voorgrond in de vorm van armenzorg, ziekenhuizen, bejaardentehuizen en scholen. Wel is het zo dat in België behoorlijk wat vrijmetselaars lid zijn van zowel caratitieve, culturele als vrijzinnige kringen. De liberale maçonnerie mag dan wel het vrijzinnig humanistisch gedachtegoed genegen zijn, toch heeft maçonnerie geen uitstaans met vrijzinnigheid.

Derde betekenis

bewerken

Een derde betekenis van para-maçonnieke verenigingen slaat op die verenigingen die de maçonnieke structuren hanteren maar qua inhoud (soms) ver verwijderd zijn van het maçonnieke gedachtegoed. Voorbeelden hiervan zijn: de neo-Rozenkruisers, de Martinisten, de Tempeliersordes, de Odd Fellows, enz.

Zie ook

bewerken

Appendix

bewerken


Zie de categorie Freemasonry in Belgium van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.