De raap

literair werk

De raap is een sprookje uit Kinder- und Hausmärchen, de verzameling van de gebroeders Grimm, met als nummer KHM146. De oorspronkelijke naam is Die Rübe.

Het verhaal bewerken

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Een rijke en arme broer zijn beiden soldaat. De arme broer wil een eind aan de ellende en wordt boer, hij zaait rapen. Eén raap wordt enorm groot, het is de koning der rapen. De raap vult een hele kar en deze moet door twee ossen getrokken worden. De boer weet niet of dit nu zijn geluk of ongeluk is en twijfelt of hij de raap moet verkopen of zelf moet opeten. Hij besluit de raap naar de koning te brengen en deze vraagt zich af of de boer een gelukskind is. De broer vertelt over de manier waarop hij de bijzondere raap heeft gekregen, hij had geen eten en besloot het land te bewerken. Hij vertelt ook over zijn rijke broer met zijn vele bezittingen. De koning krijgt medelijden en belooft de arme boer te verlossen uit de armoede. De arme broer wordt zelfs veel rijker dan zijn rijke broer met de geschenken van de koning. De rijke broer wil het slimmer aanpakken en neemt goud en paarden mee naar de koning. Hij verwacht een fortuin te krijgen, omdat goud en paarden meer waard zijn dan één raap. De broer krijgt inderdaad het zeldzaamste wat de koning bezit, hij krijgt de grote raap. De rijke broer neemt de raap van zijn arme broer mee naar huis en wordt erg kwaad. Hij besluit zijn broer te vermoorden en huurt moordenaars in.

De rijke broer vertelt over een verborgen schat en wil deze opgraven. De arme broer gaat met zijn rijke broer mee en wordt door de moordenaars vastgebonden. Net voordat de arme broer wordt opgehangen aan de boom, horen de moordenaars hoefgetrappel. De moordenaars stoppen de arme boer in een zak en takelen hem naar boven en gaan er snel vandoor. De boer kan zijn hoofd uit de zak krijgen en ziet een student te paard. Hij roept de student en vertelt dat hij veel heeft geleerd vanuit de boomkruin. Hij zit in de zak der wijsheid en wordt daarin wijzer dan de andere mensen. Hij kent de sterren en tekens van de dierenriem, hij kent de windrichtingen en het zand in de zee. Hij kan zieken genezen en kent de kracht van de kruiden, vogels en stenen. De student wil graag in de zak, maar de boer zegt dat hij nog een uur moet wachten. De student wil graag in de bijzondere zak en haalt de boer naar beneden. De boer stopt de jongen ondersteboven in de zak en bindt hem dicht. Hij hijst de wijsheidsstudent in de boom en zegt dat hij rustig moet blijven zitten, totdat hij wijzer wordt. De boer springt op het paard van de student en rijdt weg. Na een uur stuurt de boer iemand om de student te bevrijden uit de boom.

Achtergronden bij het verhaal bewerken

Bronnen bewerken

  • Grimm, volledige uitgave (vertaald door Ria van Hengel)