Hipposideros diadema
Hipposideros diadema is een vleermuis uit het geslacht Hipposideros die voorkomt in Zuidoost-Azië, Melanesië en Noordoost-Australië. Het is een van de meest wijdverbreide soorten van zijn familie, de bladneusvleermuizen van de Oude Wereld (Hipposideridae).[2]
Hipposideros diadema IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2021) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||
Onderzijde van een geprepareerd exemplaar uit de collectie van Naturalis Biodiversity Center | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Hipposideros diadema É. Geoffroy, 1813 | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
Hipposideros diadema op ![]() | |||||||||||||
|
Het dier onderscheidt zich van andere Hipposideriae door de vorm van het neusblad, de grote puntige oren en de kleine ogen. Hij voedt zich vooral met grotere insecten en foerageert in diverse omgevingen. De soort Hipposideros diadema omvat een groot aantal ondersoorten; de geldigheid van veel van deze ondersoorten is echter onduidelijk.
NaamgevingBewerken
De geslachtsnaam Hipposideros komt van de Griekse woorden voor "paard" (ἳππος, hippos) en "ijzer" (σίδηρος, sideros) en betekent "hoefijzer", een verwijzing naar het ingewikkelde neusblad waar soorten van dit geslacht door gekenmerkt worden. De soortnaam diadema is Latijn voor "hoofdband" of "diadeem".[3]
Uiterlijke kenmerkenBewerken
Hipposideros diadema is een zeer grote bladneusvleermuis; in veel delen van zijn verspreidingsgebied is H. diadema de grootste van alle daar voorkomende Hipposideridae. De vorm van het neusblad verschilt van die van andere soorten: er zitten drie kleine neusbladen aan de zijkant en in het midden is een grote ronde knop te zien.[3] Bij volwassen exemplaren zijn mannetjes meestal wat groter dan vrouwtjes.[4] De rug is veelal donker- of goudbruin, zoals in de Filipijnen; de Australische exemplaren hebben daarentegen een lichtbruine rug. De onderkant van de vleermuis is wit of lichtbruin. Op de schouders en de rug komen vaak witte vlekken voor. De H. diadema heeft grote, puntige oren en zeer kleine ogen.[5][6]
Afmetingen en lichaamsgewichtBewerken
In onderstaande tabel zijn minimale en maximale waarden vermeld van de lengtematen en het lichaamsgewicht van H. diadema; de meetwaarden zijn afgerond op hele eenheden. Een gedetailleerde opgave naar verspreidingsgebied is opgenomen onder het kopje "Taxonomie".
Kop-romplengte | Staartlengte | Voorarmlengte | Tibialengte | Oorlengte | Lichaamsgewicht |
---|---|---|---|---|---|
74–96 mm | 41–60 mm | 65–93 mm | 31–36 mm | 23–35 mm | 31-53 g |
KaryotypeBewerken
Exemplaren van Hipposideros diadema uit zowel Borneo als Leyte hebben een karyotype (rangschikking van chromosomen) van 2n=32, FN=60, net als veel andere Hipposideros-soorten.[7]
Leefwijze en gedragBewerken
Net als veel andere vleermuizen zijn ook de leden van deze soort 's nachts actief. In Australië brengt de vleermuis de dag door in grotten, mijnen of gebouwen; in de Filipijnen gebruikt hij grotten, boomholtes en tunnels.[5][8] Op Nieuw-Ierland en Nieuw-Brittannië is deze soort in grotten gevonden. De dieren hangen daar apart, op 30 tot 50 centimeter van elkaar; vaak zijn ze de enige vleermuissoort in een grot.[3]
Vanuit zijn slaapplaats vliegt het dier maximaal 10 kilometer naar het gebied waar het foerageert.[9] Zoals de meeste vleermuizen eet H. diadema vliegende insecten, die op de vleugel worden gevangen.[5] Hij voedt zich vooral met grotere insecten, als sprinkhanen, nachtvlinders en kevers.[10] Het dier kan de gevangen prooi in zijn wangzakken opslaan.[9] In Australië zoekt en vindt de vleermuis voedsel in allerlei habitats, van regenwoud tot eucalyptusstruiken.[5] In de Filipijnen is het dier actief in diverse omgevingen; het foerageert zowel in de bergen als in laaglandbossen, zelfs in de meest door de mens verstoorde gebieden, en ook in landbouwgebieden.[4]
Per nest wordt er één jong geboren. In Australië komt het in november of december ter wereld.[5] In Maleisië verzamelen de vrouwtjes zich in maart en april voor de geboorte van hun jongen.[11] In de Filipijnen zijn in maart en mei zwangere vrouwtjes gevonden.[4]
VerspreidingsgebiedBewerken
Hipposideros diadema komt voor van Myanmar en Vietnam tot de Filipijnen, de Soenda-eilanden, Nieuw-Guinea, de Salomonseilanden en Noordoost-Australië. In sommige landen is de soort algemeen, zoals in en rondom Nieuw-Guinea en in de Filipijnen; in Australië is de soort minder algemeen.[3][5][8][9] Over sommige verspreidingsgebieden is gedetailleerde informatie gepubliceerd.
In Nieuw-Guinea is de soort gevonden op een groot aantal locaties over het hele eiland heen.[9] In de omgeving van Nieuw-Guinea is de soort aangetroffen op Batjan, Batanta, Biak en Supiori, Bougainville, Buka, Buru, Ceram, Choiseul, Fauro, Guadalcanal, Halmahera, Japen, de Kei-eilanden, de Talaudeilanden, Kiriwina (Kiriwina-eilanden), Malaita, Manus, Misima, Nieuw-Brittannië, Nieuw-Ierland, de Florida-eilanden, Rennell, Sanana, Sangihe-eilanden, San Jorge, Santa Isabel, Vella Lavella en Waigeo.[3]
In de Filipijnen komt de H. diadema voor op Bohol, Busuanga, Calauit, Catanduanes, Cebu, Dinagat, Guimaras, Leyte, Luzon, Mindanao, Mindoro, Negros, Palawan, Panay, Polillo, Samar en Siquijor.[8] In Australië is deze vleermuis alleen aangetroffen in het noordoostelijke deel, vanaf het Kaap York-schiereiland tot Townsville.[5] In Vietnam is deze soort gezien in de provincies Quảng Trị en Lâm Đồng, op de archipel Côn Đảo en op het eiland Phú Quốc.[6] Verder is de soort onder andere aangetroffen op de Soenda-eilanden Bali, Borneo, Celebes, Java, de Tanimbar-eilanden en Timor.[12][13]
TaxonomieBewerken
Hipposideros diadema is waarschijnlijk het nauwste verwant aan H. demissus uit San Cristóbal in de Salomonseilanden en H. inornatus uit het Australische Noordelijk Territorium, twee vormen die voorheen als ondersoorten van H. diadema werden gezien.[2] Volgens een fylogenetische analyse van morfologische kenmerken is de soort daarnaast het nauwst verwant aan H. lylei, H. pratti en H. turpis, die allemaal in Zuidoost-Azië voorkomen. Deze groep was verwant aan een grote clade die andere grote Aziatische, Australische en Afrikaanse Hipposideros-soorten, de drietandbladneusvleermuis (Asellia tridens) en leden van de fossiele geslachten Palaeophyllophora en Pseudorhinolophus omvatte.[14]
OndersoortenBewerken
De soort Hipposideros diadema omvat een groot aantal ondersoorten, onderstaand opgesomd met auteur en verspreidingsgebied:[2][3][9]
Wetenschappelijke naam | Auteur | Verspreidingsgebied |
---|---|---|
Hipposideros diadema ceramensis | Laurie & Hill, 1954 | Ceram en Buru |
Hipposideros diadema custos | K. Andersen, 1918 | Kai-eilanden |
Hipposideros diadema diadema | É. Geoffroy, 1813 | oostelijke Kleine Soenda-eilanden |
Hipposideros diadema euotis | K. Andersen, 1905 | Halmahera en omliggende eilanden |
Hipposideros diadema griseus | Meyen, 1833 | Nieuw-Guinea en de Filipijnen |
Hipposideros diadema masoni | Dobson, 1872 | Zuidoost-Azië |
Hipposideros diadema mirandus | Thomas, 1914 | Manus |
Hipposideros diadema natunensis | Chasen, 1940 | Natuna en Bungaran |
Hipposideros diadema nicobarensis | Dobson, 1871 | Nicobaren |
Hipposideros diadema nobilis | Horsfield, 1823 | Borneo, Java, Bali en westelijke Kleine Soenda-eilanden |
Hipposideros diadema oceanitis | Andersen, 1905 | Salomonseilanden, Bismarck-archipel |
Hipposideros diadema reginae | Troughton, 1937 | Queensland |
Hipposideros diadema speculator | K. Andersen, 1918 | Celebes |
Hipposideros diadema trobrius | Troughton, 1937 | Trobriand-eilanden |
De geldigheid van veel van deze ondersoorten (bijvoorbeeld H. d. trobrius) is echter onduidelijk, en sommige populaties (zoals die uit Sumatra en Misima) zijn niet in een ondersoort geplaatst.[2][15]
Afmetingen en lichaamsgewicht naar gebiedBewerken
In onderstaande tabel zijn de lengtematen en het lichaamsgewicht van H. diadema uit verschillende gebieden opgenomen; ter vergelijking zijn ook gegevens over de verwante soorten H. demissus en H. inornatus in de tabel geplaatst. Het gemiddelde wordt tussen haakjes na de extremen gegeven. Voor de meetwaarden uit Nieuw-Guinea en Nieuw-Brittannië en voor H. demissus zijn de gemiddelden voor mannetjes en vrouwtjes apart aangegeven. Enkele waarden zijn niet in de tabel opgenomen omdat er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn. Dat geldt voor de lichaamslengte, die alleen voor H. d. natunensis is gepubliceerd (144 mm) en de achtervoetlengte, die alleen voor Nieuw-Guinese populaties (10,8-17,7, gemiddelde voor vrouwtjes 15,4 en voor mannetjes 14,6) en de populatie op Mount Isarog op Luzon is gepubliceerd (17-19, gemiddeld 18).
Populatie | Aantal exemplaren | Kop-romplengte (mm) | Staartlengte (mm) | Voorarm- lengte (mm) |
Tibialengte (mm) | Oorlengte (mm) | Lichaamsgewicht (g) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Natuna (H. d. natunensis)[16] |
1 (holotype) | - | 48 | 88 | 33,5 | 23 | - |
Borneo (H. d. nobilis)[17] |
1 | - | - | 81 | 33 | - | - |
Bali (H. d. nobilis)[12] |
7 | - | - | 87,5-93,0 (90,3) | - | - | - |
Java (H. d. nobilis)[13] |
24 | - | - | 80,0-90,7 | - | - | - |
Timor (H. d. diadema)[12] |
2 | 81-95 | 54-55 | 82,3-86,2 | - | 30-31 | - |
Tanimbar-eilanden (H. d. diadema)[13] |
7 | - | - | 77,4-83,4 | - | - | 39,0-42,0 |
Noord-Celebes (H. d. speculator)[13] |
2 | - | - | 85,3-86,5 | - | 33,4-34,3 | 31,5 |
Sangihe-eilanden (H. d. speculator)[13] |
1 | - | - | 79,1 | - | 32,4 | - |
Talaud-eilanden (H. d. speculator)[13] |
1 | - | - | 85,1 | - | 33,0 | - |
Nieuw-Guinea (H. d. griseus)[9] |
7 (2 ♀ en 5 ♂) |
81-89 (♀: 84,4; ♂: 82,2) |
41-52,4 (♀: 51,8; ♂: 48,8) |
75,4-81,2 (♀: 81,1; ♂: 77,7) |
- | 26-29,8 (♀: 29,1; ♂: 28,1) |
33,5-43 (♀: 38,8; ♂: 36,5) |
Luzon (H. d. griseus)[18] |
3 | - | 45-50 (47) | 78-83 (81) | - | 28-30 (29) | 31-50 (39,7) |
Australië (H. d. reginae)[5] |
- | 74-96 (84) | - | 77-85 (82) | - | 25-30 (26) | 34-53 (44) |
Misima (H. d. ssp.)[15] | 8 | - | - | 65-72 | - | - | - |
Kiriwina (H. d. trobrius)[15] |
3 | - | - | 72-75 | - | - | - |
Nieuw-Brittannië (H. d. oceanitis)[3] |
10 (5 ♀ en 5 ♂) |
77,1-90,5 (♀: 84,4; ♂: 82,2) |
46,0-59,8 (♀: 50,5; ♂: 58,7) |
72,5-92,0 (♀: 76,3; ♂: 78,0) |
31,2-36,0 (♀: 33,5; ♂: 34,2) |
25,2-29,0 (♀: 27,4; ♂: 27,7) |
34,0-42,0 (♀: 38,6; ♂: 34,8) |
H. demissus[3] | 10 (5 ♀ en 5 ♂) |
64,8-70,3 (♀: 67,6; ♂: 68,2) |
34,1-42,6 (♀: 38,4; ♂: 36,9) |
64,0-67,6 (♀: 65,2; ♂: 66,3) |
26,5-28,1 (♀: 27,1; ♂: 27,6) |
20,6-24,5 (♀: 23,1; ♂: 22,7) |
22,3-27,0 (♀: 24,8; ♂: 24,9) |
H. inornatus[5] | - | 75-79 (77) | - | 68-73 (71) | - | 23-27 (25) | 22-35 (26,5) |
BronvermeldingBewerken
Referenties
Literatuur
|
Dit artikel is op 21 oktober 2006 in deze versie opgenomen in de etalage. |