Gebruiker:DennisPeeters/Uitgelicht


Uitgelichte artikels voor op de GP

Uitgelicht

Deze week uitgelicht(18) bewerken

Paul Joseph Goebbels (Rheydt bij Mönchengladbach, 29 oktober 1897 - Berlijn, 1 mei 1945) was een Duits politicus en publicist. Hij was de minister van propaganda van Adolf Hitler en wellicht de eerste spindoctor in de moderne tijd.

In 1926 werd hij door Hitler benoemd tot Gauleiter van Groot-Berlijn. Hij gaf in 1927 het blad Der Angriff uit als tegenpool voor het toen dominantere communisme in Berlijn. Goebbels werd in 1929 als parlementslid gekozen en werd Reichsleiter für Propaganda van de Nazipartij en na de machtsovername van Hitler in 1933 werd hij zelfs minister van Openbare Voorlichting en Propaganda. Hij kreeg als zodanig steeds meer macht en beheerste ten slotte alle pers, radio, kunsten enz. Hij werd een van Hitlers naaste medewerkers.

Als enige minister pleegde hij zelfmoord in Hitlers bunker, samen met zijn vrouw Magda - nadat ze eerst hun zes kinderen hadden vermoord.
(lees verder)

Week 1 bewerken

De Bierkellerputsch of Hitlerputsch vond plaats in de avond/nacht van 8 november op 9 november 1923. Op dat moment probeerden Adolf Hitler, enkele vooraanstaande nazi's en de SA, samen met generaal Erich Ludendorff van de Conservatieve Nationalisten, in München de macht te grijpen.

Hitler hoopte vanuit München de regering van de Duitse Weimarrepubliek omver te werpen. Hij kreeg echter niet voldoende steun en de poging werd uiteindelijk door politie en leger neergeslagen. Vier politieagenten en zestien demonstranten kwamen om bij deze gebeurtenis, die plaatsvond in de Bürgerbräukeller; vandaar de naam Bierkellerputsch.

Voor zijn aandeel in deze putsch werd Hitler gedurende 1 jaar in de Landsberggevangenis geworpen. Na de putsch bleek Hitler populairder dan ooit, mede doordat hij in de gevangenis zijn boek Mein Kampf schreef. Na zijn vrijlating begon zijn opmars naar de macht.
(lees verder)

Week 2 bewerken

De Slag om Koersk of Operatie Citadel was de grootste tankslag in de geschiedenis en een beslissende slag aan het oostfront in de Tweede Wereldoorlog. Deze slag kende tevens de dag met de meeste verliezen in de geschiedenis van de luchtoorlog.

De slag vond plaats van 4 juli tot 22 juli 1943 tussen Duitsland en de Sovjet-Unie bij de stad Koersk. Bij de slag werden aan Duitse zijde 800.000 man infanterie, 2700 tanks en 2000 vliegtuigen ingezet en aan de Sovjetzijde 1.300.000 man infanterie, 3600 tanks en 2400 vliegtuigen.

De Sovjettroepen onder leiding van veldmaarschalk Zjoekov groeven zich in in een salliant rond Koersk, waarna het Duitse leger onder leiding van Erich von Manstein de aanval openden. De slag resulteerde na achttien dagen in een grote Sovjetoverwinning en luidde het begin in van één van de succesvolste campagnes van het Rode Leger.
(lees verder)

Week 3 bewerken

Operatie Crusader (18 november 1941 - 30 december 1941) was een Britse aanval met als doel het zoveel mogelijk vernietigen van Duitse tanks en tegelijk Tobroek (Libië) ontzetten.

Het Britse Achtste leger was hervormd naar een leger met zeven divisies, ondersteund door 770 tanks. Als het nodig was, kon er door ongeveer duizend vliegtuigen tactische luchtsteun worden verleend.
De oppositie van de geallieerden waren de getrainde en in strijd geharde troepen van Erwin Rommels Afrikakorps. De troepen van het Duitse Afrika Korps werden aangevuld met zes zwakke Italiaanse divisies, dat 153 tanks telde. De As-mogenheden konden in de lucht maar weinig weerstand te bieden.

Op 21 november ziet Rommel een kans om de constante druk op de belegerde Italianen enigszins te verminderen, nadat de Britse aanval al was vastgelopen en de troepen grote nederlagen hadden geleden. Nadat Cunningham vervangen was door Ritchie trachtten ze de Duitsers terug te dringen naar de stellingen bij El Agheila (28-30 december), waar ze hun eerste offensief in maart 1941 waren gestart.
(lees verder)

Week 4 bewerken

De Slag om Stalingrad (23 augustus 1942 - 2 februari 1943), is een van de keerpunten in de Tweede Wereldoorlog. Een heel Duits leger werd aan de Wolga verslagen door het Rode Leger, dat nog maar enkele maanden eerder nagenoeg overwonnen leek. Stalingrad werd het symbool voor de wederopstanding van het Rode Leger en de morele doodsteek voor de Duitse Wehrmacht. Bij deze stad begon het tij zich voor de Asmogendheden definitief te keren.

In november lokten de Sovjets 270.000 soldaten (waaronder 220.000 Duitse, 40.000 Russische HIWI's en 10.000 Roemenen en Kroaten) in de val en omsingelden hen. Slechts 40.000 Duitsers wisten de omsingeling te ontlopen. Vanaf 18 november tot eind december probeerden de Duitsers er alles aan te doen om de mannen te redden maar het was tevergeefs. Op 2 februari 1943 werd de Duitse overgave getekend. Naar schatting 35.000-40.000 Duitsers werden uit de pocket gevlogen en 91.000 gaven zich, de meesten halfdood, over.
(lees verder)

Week 5 bewerken

De Slag om de Ardennen (of Ardennenoffensief) was het laatste grote offensief van het Duitse leger aan het westelijk front in de Tweede Wereldoorlog. De slag vond plaats van 16 december 1944 tot 27 januari 1945. In de Engelstalige wereld staat deze strijd bekend onder de naam Battle of the Bulge, zo genoemd vanwege de vorm van de frontlijn (een uitstulping of zak).

Het Duitse offensief, met als codenaam Wacht am Rhein begon op 16 december 1944. De bedoeling was een snelle doorstoot vanuit de Ardennen om de geallieerde opmars in tweeën te splijten, waarna in noordelijke richting moest worden doorgestoten om Antwerpen in te nemen. De Duitse aanval verliep eerst succesvol, mede door het verrassingseffect, maar liep daarna vast in een tekort aan brandstof, de hardnekkige Amerikaanse tegenstand en het slechte weer.
(lees verder)

Week 6 bewerken

Het beleg van Leningrad (Russisch: блокада Ленинграда; Blokada Leningrada) was de langdurige belegering van de Sovjet-Russische stad Leningrad (tegenwoordig Sint-Petersburg) door Duitse troepen aan het oostfront van de Tweede Wereldoorlog (in de voormalige Sovjet-Unie en Rusland bekend als Grote Vaderlandse Oorlog) en een van de bloedigste episodes daarin. Het Duitse aanvalsplan dat tot het beleg leidde heette Operation Nordlicht (Operatie Noorderlicht). De Duitsers slaagden er evenwel niet in de stad te veroveren; hun beleg duurde vanaf 8 september 1941 tot 27 januari 1944 en eindigde met hun terugtrekking, waarna de stad definitief buiten het schootsveld van de Duitse artillerie kwam te liggen.
(lees verder)

Week 7 bewerken

De Slag om Cherbourg was een onderdeel van de Slag om Normandië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen de geallieerden plannen maakten voor een invasie in Frankrijk, kwamen ze tot de conclusie dat een zeehaven zeer belangrijk was voor het aanvoeren van troepen en materieel.

Op 6 juni, de dag van de landing, begon het gevecht om de belangrijke havenstad. Amerikaanse troepen wisten de stad te omsingelen en trachtten deze stad snel te veroveren. De Duitsers boden echter veel weerstand en brachten de Amerikanen gevoelige verliezen toe. Uiteindelijk zegevierden de Amerikanen, door de stad na drie weken alsnog in te nemen.
(lees verder)

Week 8 bewerken

De Slag bij Gazala was een belangrijke slag in Noord-Afrika tijdens de Tweede Wereldoorlog. De slag vond plaats nabij Tobroek (Libië) vanaf 26 mei tot 21 juni 1942. Het achtste Britse leger, onder leiding van generaal Neil Ritchie, stond tegenover de strijdkrachten van het Afrikakorps, bestaande uit Duitse en Italiaanse eenheden, onder bevel van de Duitse generaal Erwin Rommel.

Onder druk de Duitse aanval in januari van 1942, hadden de geallieerden zich moeten terugtrekken tot vlak voor Tobroek en de stad Bir Hakeim. Rommel probeerde door middel van een list de Britten uit hun stellingen te lokken en dan via een snelle aanval diep door te stoten in de Britse linies. De Asmogendheden gebruikte bij hun aanval de Britse mijnenvelden om hun flanken te dekken. Uiteindelijk wisten de Asmogenheden een strategisch belangrijke overwinning te boeken.
(lees verder)

Week 9 bewerken

Operatie Dragoon was de geallieerde amfibische landing op de Franse Middellandse Zeekust op 15 augustus 1944, met als doel het openen van een tweede front in Frankrijk om de geallieerde opmars te versnellen. Operatie Dragoon werd grotendeels gebaseerd op de geannuleerde Operatie Anvil.

De geallieerden versterkten het gevoel van de Duitsers dat er landingen kwamen nabij Marseille en Genua, door rubber poppen als parachutisten te droppen nabij de Rhônemonding, zoals eerder al was gebeurt bij St. Mere Eglise. Bovendien werden de kuststroken bij deze steden flink gebombardeerd, waardoor de Duitse leiding ervan overtuigd was dat de invasie plaats zou vinden nabij deze twee steden. Ze lieten het zware geschut en een groot deel van de troepen richting Marseille en Genua trekken, waardoor de plaats van de werkelijke invasie onderbezet was aan Duitse zijde.

Dit verrassingseffect zorgde ervoor dat de landing succesvol verliep en het tweede front in Frankrijk was geopend.
(lees verder)

Week 10 bewerken

Operatie Brevity was de eerste, onsuccesvolle Britse poging om te Tobroek te ontzetten. Sinds 31 maart was de havenstad Tobroek omsingeld door Duitse en Italiaanse troepen. In april en begin mei werd er een plan uitgewerkt dat de omsingeling zou moeten doorbreken en de stad ontzetten.

Aanvankelijk verliep de aanval van de Britten goed, maar doordat ze niet voldoende druk zetten op de terugtrekkende troepen, kregen deze de kans om zich te reorganiseren en een verdedigingslinie op te zetten. Bij een nieuwe aanval op deze verdedigingslinie liepen de Britten vast. De Duitsers lanceerden direct een tegenaanval en dreven de Britten terug naar hun oude stellingen.

Tijdens deze eerste poging om Tobroek te onzetten, verloren de Britten veel manschappen, voertuigen en voorraden.
(lees verder)

Week 11 bewerken

De Normandy American Cemetery and Memorial is een Amerikaanse militaire begraafplaats en monument ter nagedachtenis aan de overleden Amerikaanse soldaten ten tijde van de Slag om Normandië, Tweede Wereldoorlog. De begraafplaats ligt in het dorp Colleville-sur-Mer, Calvados, Frankrijk. Op de begraafplaats liggen 9.386 Amerikaanse soldaten begraven. Er zijn 307 ongeïdentificeerde mensen begraven. De Normandy American Cemetery and Memorial wordt beheerd door de American Battle Monuments Commission.

Op 8 juni 1944 stichtte het Amerikaanse 1e leger de eerste tijdelijke begraafplaats in St. Laurent. Dit was de eerste Amerikaanse begraafplaats op Europese bodem ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog werd de huidige begraafplaats gevestigd op een korte afstand ten zuiden van de originele plaats.
(lees verder)

Week 12 bewerken

Het complot van 20 juli 1944 was een poging om een staatsgreep te plegen en Adolf Hitler te vermoorden. Het plan werd in werking gesteld op 20 juli 1944 door officieren van de Wehrmacht en andere organisaties. De eigenlijke leider van het complot was Henning von Tresckow, maar deze kon niet actief deelnemen aan de opstand. De leiding werd vanaf dat moment door Oberst (kolonel) Claus von Stauffenberg gevoerd.

Von Stauffenberg zou zelf de aanslag op Hitler uitvoeren tijdens een militaire stafbespreking in het hoofdkwartier de Wolfsschanze bij Rastenburg in Oost-Pruisen, een enorm groot en goed beveiligd bunkercomplex.

De aanslag op de Führer mislukte echter en de samenzweerders werden in een snel schijnproces tot de dood veroordeeld. Adolf Hitler was woedend na de aanslag en liet, in de maanden erna, duizenden mensen oppakken en executeren die werden verdacht betrokken te zijn geweest bij de aanslag.
(lees verder)

Week 13 bewerken

Organisation Todt (OT) was een Duitse bouwmaatschappij tijdens het bestaan van nazi-Duitsland, genoemd naar de oprichter Fritz Todt. De organisatie werd in 1938 opgericht. In 1945, toen het Derde Rijk was gevallen, werd de organisatie opgeheven.

Organisation Todt was een Duitse overheidsorganisatie en aanvankelijk onderdeel van het Duitse Ministerie voor Bewapening en Munitie. Na het uitbreken van de oorlog kreeg de organisatie steeds meer bevoegdheden. In het kader van "Bouwen aan een nieuw Duitsland" gaf ze leiding aan de bouw van de Atlantikwall. Op vrijwillige basis en in het kader van de Arbeitseinsatz werden arbeiders aan het werk gezet. Ze bouwden onder andere bunkers, kustversterkingen en wegen.
(lees verder)

Week 14 bewerken

Hermann Wilhelm Göring (Rosenheim, Beieren, 12 januari 1893Neurenberg, 15 oktober 1946) was een van de belangrijkste politici en militaire leiders tijdens het dictatoriale regime van Adolf Hitler in Duitsland.
Al in 1922 werd hij lid van de nationaalsocialistische NSDAP, de Nazipartij van Hitler. Hij werd een van de sleutelfiguren van het nazisme in Duitsland en werkte hard aan het vergroten van de macht van de partij. Hij was daarbij een van belangrijkste adviseurs van Hitler. In 1928 werd hij verkozen tot een van de twaalf afgevaardigden van de NSDAP in de Rijksdag, het Duitse parlement. In 1932 werd hij voorzitter van het parlement.

Hij was eerste minister van Pruisen, Minister van Binnenlandse Zaken en tussen 1933, het jaar dat Hitler aan de macht kwam, en 1935 minister voor de luchtmacht. In die laatste functie zorgde hij voor de (geheime) heropbouw van de Duitse luchtmacht, de Luftwaffe. Als luchtmaarschalk (sinds 1935) voerde hij het bevel over alle Duitse aanvalsoorlogen. Bij de Anschluss van Oostenrijk speelde hij een belangrijke rol, door de toenmalige Oostenrijkse president Wilhelm Miklas te bedreigen met bomaanvallen als deze niet met Hitler meewerkte.
(lees verder)

Week 15 bewerken

Operatie Crusader (18 november 1941 - 30 december 1941) was een Britse aanval met als doel het zoveel mogelijk vernietigen van Duitse tanks en tegelijk Tobroek (Libië) ontzetten.

Het Britse Achtste leger was hervormd naar een leger met zeven divisies, ondersteund door 770 tanks. Als het nodig was, kon er door ongeveer duizend vliegtuigen tactische luchtsteun worden verleend.
De oppositie van de geallieerden waren de getrainde en in strijd geharde troepen van Erwin Rommels Afrikakorps. De troepen van het Duitse Afrika Korps werden aangevuld met zes zwakke Italiaanse divisies, dat 153 tanks telde. De As-mogenheden konden in de lucht maar weinig weerstand te bieden.

Op 21 november ziet Rommel een kans om de constante druk op de belegerde Italianen enigszins te verminderen, nadat de Britse aanval al was vastgelopen en de troepen grote nederlagen hadden geleden. Nadat Cunningham vervangen was door Ritchie trachtten ze de Duitsers terug te dringen naar de stellingen bij El Agheila (28-30 december), waar ze hun eerste offensief in maart 1941 waren gestart.
(lees verder)

Week 16 bewerken

De Slag om Stalingrad (23 augustus 1942 - 2 februari 1943), is een van de keerpunten in de Tweede Wereldoorlog. Een heel Duits leger werd aan de Wolga verslagen door het Rode Leger, dat nog maar enkele maanden eerder nagenoeg overwonnen leek. Stalingrad werd het symbool voor de wederopstanding van het Rode Leger en de morele doodsteek voor de Duitse Wehrmacht. Bij deze stad begon het tij zich voor de Asmogendheden definitief te keren.

In november lokten de Sovjets 270.000 soldaten (waaronder 220.000 Duitse, 40.000 Russische HIWI's en 10.000 Roemenen en Kroaten) in de val en omsingelden hen. Slechts 40.000 Duitsers wisten de omsingeling te ontlopen. Vanaf 18 november tot eind december probeerden de Duitsers er alles aan te doen om de mannen te redden maar het was tevergeefs. Op 2 februari 1943 werd de Duitse overgave getekend. Naar schatting 35.000-40.000 Duitsers werden uit de pocket gevlogen en 91.000 gaven zich, de meesten halfdood, over.
(lees verder)

Week 17 bewerken

Operatie Overlord was tijdens de Tweede Wereldoorlog de codenaam voor de invasie door de westerse geallieerden in het door Duitsland bezet West-Europa. Operatie Overlord begon begon op 6 juni en eindigde op 25 augustus, toen Parijs werd veroverd.

De operatie begon met luchtlandingen en een massale amfibische aanval in de vroege morgen van 6 juni. Na de landing werden allereerst gepoogd het Normandische bruggenhoofd te behouden en uit te breiden. Diverse operaties werden hiervoor ondernomen en tijdens Operatie Cobra braken de geallieerden definitief door de Duitse linies. Toen de Duitsers in de val kwamen bij Falaise, was de strijd in geallieerd voordeel beslist. De weg naar Parijs lag open en de Franse hoofdstad aan de Seine werd ingenomen. Men beschouwt de bevrijding van Parijs over het algemeen als het einde van Operatie Overlord.

Het is een van de meest bekende campagnes uit de Tweede Wereldoorlog en de uitdrukking 'D-Day' wordt vrijwel altijd geassocieerd met deze operatie. (lees meer)

Week 18 bewerken

Paul Joseph Goebbels (Rheydt bij Mönchengladbach, 29 oktober 1897 - Berlijn, 1 mei 1945) was een Duits politicus en publicist. Hij was de minister van propaganda van Adolf Hitler en wellicht de eerste spindoctor in de moderne tijd.

In 1926 werd hij door Hitler benoemd tot Gauleiter van Groot-Berlijn. Hij gaf in 1927 het blad Der Angriff uit als tegenpool voor het toen dominantere communisme in Berlijn. Goebbels werd in 1929 als parlementslid gekozen en werd Reichsleiter für Propaganda van de Nazipartij en na de machtsovername van Hitler in 1933 werd hij zelfs minister van Openbare Voorlichting en Propaganda. Hij kreeg als zodanig steeds meer macht en beheerste ten slotte alle pers, radio, kunsten enz. Hij werd een van Hitlers naaste medewerkers.

Als enige minister pleegde hij zelfmoord in Hitlers bunker, samen met zijn vrouw Magda - nadat ze eerst hun zes kinderen hadden vermoord.
(lees verder)

Week 19 bewerken

De Waffen-SS was de militaire tak van de SS (Schutzstaffel is de Duitse term voor beschermende afdeling) en werd opgericht in 1935 als SS-Verfügungstruppe, later als Waffen-SS aangeduid. De Waffen-SS was een aanvulling op de Wehrmacht, het reguliere Nazi-Duitse leger en was van begin af aan in het grijsgroen gekleed, in tegenstelling tot de andere SS formaties die zwarte uniformen droegen.

Vanaf 1940 konden ook niet-Duitsers vrijwillig dienstnemen bij de Waffen-SS. In eerste instantie alleen vrijwilligers van 'Germaanse' komaf, maar later werden ook vrijwel alle 'niet-Germaanse' volkeren toegelaten. Procentueel kwamen de meeste vrijwilligers uit Nederland (meer dan 30.000, waarvan er meer dan 12.000 sneuvelden, grotendeels aan het Oostfront). De bekendste Nederlandse Waffen-SS vrijwilliger was Gerard Mooyman. Zie ook het artikel Nederlandsche SS.
(lees verder)

Week 20 bewerken

De Duitse term Anschluss (tot 1998 gespeld als Anschluß) betekent letterlijk aansluiting, verbinding of insluiting, figuurlijk annexatie en wordt meestal specifiek gebruikt om de Duitse annexatie van Oostenrijk in een "Groot-Duitsland" (1938) aan te duiden.

Dit in tegenstelling tot de Ausschluss, de uitsluiting van Oostenrijk uit Duitsland, meestal geïmpliceerd onder Pruisische dominantie van Duitsland. De Anschluss was het onderwerp van een debat dat voorafging aan de oorlog tussen Oostenrijk en Pruisen 1866. Het verlies van Oostenrijk maakte het Otto von Bismarck in 1871 mogelijk een door Pruisen gedomineerd Duits Rijk op te richten. Na de Eerste Wereldoorlog viel Oostenrijk-Hongarije uiteen. Op 12 november 1918 werd de Oostenrijkse republiek uitgeroepen. Het Verdrag van Versailles uit 1918/1919 verbood nadrukkelijk iedere aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland. Aanvankelijk hield Oostenrijk nog verkiezingen, alleen voor mannen.
(lees verder)

Week 21 bewerken

La Coupole is een betonnen ondergronds bunkercomplex gelegen in de Franse gemeente Helfaut, in de buurt van Sint-Omaars, in het departement Pas-de-Calais. Het bunkercomples is gebouwd door de Duitsers, meer bepaald door de Organization Todt en lokale dwangarbeiders, met als doel het bouwen van V-2-raketten en ook het afvuren ervan.

Het volledige complex werd nooit afgebouwd. Hetgeen er nu nog staat, de koepel van 71 meter doorsnee en 7 km onderaardse gangen werden gebouwd in 9 maanden. Toen de geallieerden ontdekten wat er gaande was, bombardeerden ze het complex verscheidene malen, vooral in de laatste 5 maanden van de bouw. In juli 1944 werd het bouwen gestaakt, er was dan al 100.000 m³ beton gebruikt. Ondanks het harde werk is er nooit een V-2 gelanceerd.
(lees verder)

Week 22 bewerken

Mein Kampf (Mijn Strijd) is een boek geschreven door Adolf Hitler in 1924 tijdens zijn gevangenschap in Landsberg aan de Lech en later bewerkt door zijn secretaris Rudolf Hess en andere medegedetineerden, waaronder Ernst Hanfstaengl, Bernhard Stempfle en Emil Maurice. Het bevat de ideeën die Hitler had over Duitsland, ras en politiek. Hoewel verboden in sommige landen, is het vrij eenvoudig te vinden en te lezen op internet.

Veel mensen verwachten een geweldig boek dat zal boeien. Ze komen echter bedrogen uit na het lezen van dit sterk gedateerde boek dat grotendeels ageerde tegen het Verdrag van Versailles. Door dit verdrag had de Duitse bevolking erg te lijden en hier speelde Hitler handig op in.
Ook zette hij zijn theorieën over de superioriteit van het Germaanse ras uiteen. Prominent aanwezig in Mein Kampf zijn Hitlers gewelddadige antisemitisme en zijn redeneringen op de grens van het obsessionele.
(lees verder)

Week 23 bewerken

De Slag om Engeland (Engels: Battle of Britain) was een luchtoorlog tijdens de Tweede Wereldoorlog tussen de Duitse Luftwaffe en de Britse Royal Air Force. De luchtoorlog startte op 10 juli 1940 en verliep in vijf fasen tot het ten einde kwam op 31 oktober 1940.

3080 jongemannen met 14 nationaliteiten hadden de slag gewonnen. Meer dan één op vijf verloor hierbij zijn leven en minder dan de helft zou de oorlog overleven. Winston Churchill zei over die kerels: "Nooit hebben zovelen zo veel te danken gehad aan zo weinigen" (Engels: "Never was so much owed by so many to so few").

Een belangrijke reden waarom de Duitse verliezen aan vliegtuigen belangrijker hoger waren dan de Britse, was dat de Britten beschikten over een geheim wapen: de radar. Daardoor waren zij vrij goed op de hoogte van de positie van de Duitse vliegtuigen, terwijl de Duitsers geen idee hadden waar de Britse vliegtuigen zich ophielden.
(lees verder)

Week 24 bewerken

Dwight Ike Eisenhower (14 oktober 1890 - 28 maart 1969) was een Amerikaans militair en politicus. Hij werd geboren in Denison, Texas. Tijdens de Eerste Wereldoorlog commandeerde hij een oefenkamp voor tanks.
Tussen de beide wereldoorlogen was hij vier jaar verbonden aan het Onderministerie van Oorlog.In 1942 voerde hij de eerste geslaagde geallieerde landing in Europa uit, op Sicilië. Hij werd echter het meest bekend door zijn commando over operatie Overlord, de landing in Normandië. Na de oorlog werd hij stafchef van het Amerikaanse leger en kort daarna de 34e president van de Verenigde Staten (1953-1961), met de verkiezingsslogan "I Like Ike", wat tevens zijn bijnaam was. Tijdens zijn ambtstermijn probeerde hij onder meer om de spanning van de Koude Oorlog te verminderen, waar hij gedeeltelijk in slaagde onder meer door zijn staatsbezoek aan Chroejtsjov, maar het tegenbezoek werd afgelast nadat een Amerikaans spionagetoestel neergehaald werd boven Rusland. Hij stierf in een ziekenhuis in Washington, op 79-jarige leeftijd.
(lees verder)

Week 25 bewerken

De Enigma was een Duitse codeermachine uit de Tweede Wereldoorlog. Het toestel werd in de jaren '20 van de twintigste eeuw gecommercialiseerd door Chiffriermaschinen AG en in gebruik genomen door verscheidene Europese bedrijven, diplomatieke diensten en legers, maar werd vooral berucht als codeermachine van de Wehrmacht vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nazi-Duitsland.

Nadat eerst de Poolse en nadien, tijdens de Tweede Wereldoorlog, de Britse inlichtingendienst erin slaagde de Enigmacodes te breken, bleek het toestel een Paard van Troje voor de Duitse oorlogsmachine. De informatie, verkregen via ontcijfering van de geheime Duitse berichten, kreeg de codenaam "Ultra" en speelde een uiterst belangrijke rol in het verloop van de Tweede Wereldoorlog, vooral in de U-bootoorlog in de Atlantische Oceaan, de veldslagen in Afrika en de Landing in Normandië.
(lees verder)

Week 26 bewerken

Alpenfestung (Nederlands: Alpenvesting) is de term voor de gevreesde terugtocht in de Alpen van Duitse troepen in de Tweede Wereldoorlog. Gevreesd werd dat de Alpen dienst zou doen als laatste Nazi-bolwerk.

In 1944 merkten de Amerikanen opmerkelijke ontwikkelingen op in en rondom de Alpen. De Alpenfestung zou voor de Nazi's het laatste bolwerk zijn, wat de geallieerde troepen alsnog de kop zou kunnen kosten. Er zouden enorme wapenopslagplaatsen gebouwd worden en SS-eenheden zouden zich overal in het bergachtig gebied verstoppen. Tevens zouden Duitsers in geallieerde uniformen achter de vijandelijke linies opereren.

Week 27 bewerken

Adolf Hitler (Braunau-am-Inn (Oostenrijk-Hongarije), 20 april 1889Berlijn, 30 april 1945) was een Duits politicus en dictator. Hij was de leider van het Duitse Derde Rijk. Tijdens zijn bewind vonden de Holocaust en diverse andere genocides plaats. Hitler droeg hiervoor de eindverantwoordelijkheid. Hitler ontketende een wereldoorlog toen hij zijn lebensraum-ideaal, zoals beschreven in zijn boek Mein Kampf, wou verwezenlijken. Eerst behaalde hij sucessen, maar uiteindelijk werd hij verslagen door een coalitie van alle democratische landen.

In de Holocaust werden circa 6 miljoen Joden vermoord. Hoewel Hitler nooit veroordeeld is voor oorlogsmisdaden, omdat hij zelfmoord pleegde voor hij terecht kon staan, wordt hij over het algemeen beschouwd als een van de grootste oorlogsmisdadigers in de geschiedenis van de mensheid.
(lees verder)

Week 28 bewerken

Auschwitz was een vernietigings- en concentratiekamp dat door Nazi-Duitsland nabij de Poolse stad Auschwitz (Pools: Oświęcim, Jiddisch: Oshpitzin) werd opgezet.

De naam Auschwitz is symbolisch geworden voor de vernietigings- en concentratiekampen van de nazi's die op vele plaatsen in Europa verschenen voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Miljoenen mensen, merendeels Joden maar ook personen uit andere minderheden en politieke gevangenen, zijn in dergelijke kampen massaal om het leven gekomen. Naar Auschwitz werden in totaal meer dan 1,5 miljoen mensen gedeporteerd. Hiervan zijn er ongeveer 1,1 miljoen om het leven gekomen, waarvan de meerderheid werd vergast.

Doordat Auschwitz het grootste vernietigingskamp uit zijn tijd was, is het een symbool geworden voor de Holocaust (of Shoah), waarvan tussen de vijf en zes miljoen Joden het slachtoffer werden. Het totale aantal doden was veel hoger dan zes miljoen, doordat er naast Joden nog talrijke andere slachtoffers waren zoals Slaven, krijgsgevangenen, verzetsstrijders, gehandicapten, homoseksuelen, zigeuners en andersdenkenden (zoals Jehova's getuigen).
(lees verder)

Week 29 bewerken

Op 30 juni 1934 vond de Nacht van de Lange Messen plaats. Tijdens die bewuste nacht werd de hele top van de SA, het partijleger van de Duitse nazipartij, de NSDAP, vermoord door de SS van Heinrich Himmler. Dit onder verschillende voorwendselen: het zouden homo's zijn, of men zou samengezworen hebben tegen de nieuwe rijkskanselier Adolf Hitler. In de werkelijkheid wou hij zijn greep op de Duitse samenleving nog verstevigen door andere machthebbers, die zouden kunnen uitgroeien tot tegenstanders, preventief uit te schakelen. Daarom werden ook invloedrijke figuren, zoals generaal Kurt von Schleicher, of oude tegenstanders gedood. De meeste slachtoffers hadden geen idee dat Hitler hier achter zat, en stierven met Heil Hitler op hun lippen.
Tot op vandaag wordt de term Nacht van de Lange Messen nog metaforisch gebruikt wanneer een vereniging, regime of partij een interne afrekening houdt.
(lees verder)

Week 30 bewerken

Chiang Kai-shek (pinyin: Jiang Jieshi; trad. Chin.: 蔣介石) (31 oktober 1887Taiwan, 5 april 1975), was een Chinees nationalistisch politicus. Hij was afkomstig uit de gezeten burgerij. Hij sloot zich aan bij de Revolutionaire Liga van Sun Yat-sen, die later werd omgedoopt (1911) tot Kwomintang (in het Westen dikwijls afgekort als KMT).

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd China aangevallen door de Japanners, die hun oog hadden laten vallen op Mantsjoerije. Omdat het Chinese leger van de nationalisten niet sterk genoeg was om de aanval het hoofd te bieden, moest Chiang Kai-shek toenadering zoeken tot de Communistische leider Mao Zedong. In 1943 werd Chiang Kai-shek president van China, maar in 1945 vielen de Communisten en de Nationalisten elkaar weer aan. In 1949 vluchtte hij naar Taiwan, maar in 1950 werd hij opnieuw president van China. Hij overleed 25 jaar later op Taiwan.
(lees verder)

Week 31 bewerken

Auschwitz was een vernietigings- en concentratiekamp bij de Poolse stad Auschwitz (Pools: Oświęcim). Het kamp lag in Zuid-Polen, enkele tientallen kilometers westelijk van de stad Kraków.
Het kamp Auschwitz bestond uit drie hoofdkampen en 39 satelliet-werkkampen. De hoofdkampen waren: Auschwitz I, Auschwitz II (Birkenau) en Auschwitz III (Monowitz).
Naar Auschwitz werden ongeveer 1,3 miljoen mensen gedeporteerd. Hiervan zijn er ongeveer 1,1 miljoen om het leven gekomen, waarvan het grootste deel werd vergast.
(lees verder)

Week 32 bewerken

Fat Man was de atoombom die op 9 augustus 1945 door de Verenigde Staten boven Nagasaki in Japan werd afgeworpen.

Het 3,25 m lange massavernietigingswapen was met 4545 kg iets zwaarder dan de atoombom Little Boy, die enkele dagen eerder boven Hiroshima was afgeworpen. Vanwege slecht zicht kwam de bom ongeveer vijf kilometer (drie mijl) van het doelwit terecht. Daardoor explodeerde hij boven gedeeltelijk dunbevolkt gebied. Bij de aanval vielen ongeveer 40.000 doden en 25.000 gewonden, minder dan bij de aanval op Hiroshima. (Lees verder)

Week 33 bewerken

Gebruiker:DennisPeeters/Uitgelicht/33

Week 34 bewerken

De T-34 was een middelzware tank ingezet door het Rode Leger tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tijdens die oorlog was het de meest geproduceerde tank ter wereld. Het voertuig wordt algemeen gezien als een mijlpaal in de tankontwikkeling.
De tank werd voor het gebouwd in 1939 door Michail Kosjikin, een ingenieur uit Leningrad. Na de Duitse overwinningen tijdens de Blitzkrieg besloot het Rode Leger onmiddellijk een groot aantal T-34's aan te kopen. In 1941 werd beslist om een order van 2800 exemplaren te plaatsen. Toen de tanks ingezet werden, kwamen ze als een onprettige verrassing voor de Duitsers, wiens 37 mm-kanon nutteloos bleek tegen het schuine pantser van de T-34. Het enige wapen dat echt hielp was het, oorspronkelijk bedoeld voor luchtafweer, 88 mm-kanon. Door dit onverwachte succes werd de Duitse legerleiding gedwongen om het volledige tankarsenaal om te bouwen. Dit was het begin van een productieslag die uitdraaide in een overwinning voor de Sovjet-Unie. Na de oorlog werd de tank uitgevoerd naar een groot aantal landen.
(lees verder)

Week 35 bewerken

Dresden, een Duitse stad in Saksen, werd in de nacht van 13 februari en op 14 februari 1945 door de geallieerden gebombardeerd. Dresden was nog nooit tevoren gebombardeerd. Dresden was een stad met een historisch belangrijk centrum, vele Duitsers dachten dat dit niet aangevallen zou worden en vluchtten naar deze stad. De vluchtelingen waren grotendeels afkomstig uit het oosten van Duitsland dat in die periode door de Sovjet-Unie werd veroverd.

Begin 1945 maakten de geallieerden zich op voor het eindoffensief tegen Duitsland. Onderdeel van het plan was het uitvoeren van zogenaamde 'tapijtbombardementen' op steden met als doel het maximaliseren van de schade en het aantal slachtoffers en het breken van de Duitse moraal. Dresden was begin 1945 een zeer belangrijk knooppunt van spoorlijnen, onder meer richting het oosten van Duitsland.
De aanval werd uitgevoerd in 3 golven die ongeveer 30.000 slachtoffers maakten, mede door de grote branden die ontstonden.
(lees verder)

Week 36 bewerken

Het Proces van Neurenberg (eig.: 'Major war criminals of European Axis') is het in de Duitse stad Neurenberg gehouden proces tegen 22 kopstukken van het nazi-regime uit de Tweede Wereldoorlog. Het proces begon op 20 november 1945 en duurde tot 1 oktober 1946, toen het vonnis werd uitgesproken. Het proces werd geleid door de Grote Vier, de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. De overige geallieerde landen stuurden waarnemers. Tijdens dit proces waren verschillende betrokkenen actief.

De Grote Vier baseerden dit proces in grondslag op de Verklaring van Moskou. Deze verklaring maakt onderscheid tussen grote oorlogsmisdadigers, waaronder verstaan werd diegenen wier misdrijven niet aan een bijzondere aardrijkskundige plaats verbonden waren. De uitslag van het proces was dat van de 22 beklaagden er 12 ter dood veroordeeld, 3 vrijgesproken en 7 tot gevangenisstraffen veroordeeld variërend van 10 jaar tot levenslang.
(lees verder)

Week 37 bewerken

Gebruiker:DennisPeeters/Uitgelicht/37

Week 38 bewerken

Gebruiker:DennisPeeters/Uitgelicht/38

Week 39 bewerken

Gebruiker:DennisPeeters/Uitgelicht/39

Week 40 bewerken

Benito Amilcare Andrea Mussolini (Dovia di Predappio bij Forlì in de Emilia-Romagna, 29 juli 1883 - Giulino di Mezzegra bij Dongo aan het Comomeer, 28 april 1945) was een Italiaans fascistisch dictator van 1922 tot 1943. Hij creëerde een antidemocratisch, fascistisch regime, gebruikmakend van propaganda. Door volledige controle over de media nam hij de bestaande democratische regering over.

In 1933 kwam Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Aanvankelijk lagen de twee elkaar niet. Toen nazi's in Oostenrijk tevergeefs een coup pleegden tegen de persoonlijke vriend van Mussolini, bondskanselier Engelbert Dollfuss - die daarbij overigens wel om het leven kwam - mobiliseerde Italië tegen Duitsland. Hitler, toen nog niet bij machte om een oorlog te beginnen, trok zijn plannen met Oostenrijk tijdelijk in.

De Tweede Wereldoorlog verliep dramatisch voor de Italianen. De Italiaanse opmars in Afrika richting Egypte, werd door de Engelsen tot staan gebracht. Pas toen de Duitsers het Afrikakorps van Erwin Rommel stuurden wisten de Italianen weer terrein te maken.
(lees verder)

Week 41 bewerken

Hermann Wilhelm Göring (Rosenheim, Beieren, 12 januari 1893Neurenberg, 15 oktober 1946) was een van de belangrijkste politici en militaire leiders tijdens het dictatoriale regime van Adolf Hitler in Duitsland.
Al in 1922 werd hij lid van de nationaal-socialistische NSDAP, de Nazipartij van Hitler. Hij werd een van de sleutelfiguren van het nazisme in Duitsland en werkte hard aan het vergroten van de macht van de partij. Hij was daarbij een van belangrijkste adviseurs van Hitler. In 1928 werd hij verkozen tot een van de twaalf afgevaardigden van de NSDAP in de Rijksdag, het Duitse parlement. In 1932 werd hij voorzitter van het parlement.

Hij was eerste minister van Pruisen, Minister van Binnenlandse Zaken en tussen 1933, het jaar dat Hitler aan de macht kwam, en 1935 minister voor de luchtmacht. In die laatste functie zorgde hij voor de (geheime) heropbouw van de Duitse luchtmacht, de Luftwaffe. Als luchtmaarschalk (sinds 1935) voerde hij het bevel over alle Duitse aanvalsoorlogen. Bij de Anschluss van Oostenrijk speelde hij een belangrijke rol, door de toenmalige Oostenrijkse president Wilhelm Miklas te bedreigen met bomaanvallen als deze niet met Hitler meewerkte.
(lees verder)

Week 42 bewerken

De Kriegsmarine was de Duitse naam voor de Duitse zeemacht van 1935 tot 1945. De marine heette sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog Reichsmarine, de opvolger van de in 1898 door Alfred von Tirpitz opgerichte Kaiserliche Marine.

Tussen 1918 en 1933 werd de Reichsmarine ontbonden en van praktisch al haar grotere oorlogsschepen ontdaan. De Reichsmarine mocht tijdens deze periode alleen een kustwacht-functie vervullen. U-boten en aanverwante schepen werden zonder meer verboden. Ook mocht de marine niet meer dan 100.000 man tellen.

Toen Adolf Hitler in 1933 aan de macht kwam werd de Kriegsmarine weer opgebouwd en werd admiraal Erich Raeder de nieuwe opperbevelhebber. Na diens ontslag, begin 1943, werd Karl Dönitz bevelhebber. De Kriegsmarine was tijdens deze periodes een van de onderdelen van de Wehrmacht. In die periode groeide de marine weer uit tot een zeemacht die naam waardig.
(lees verder)

Week 43 bewerken

Dresden, een Duitse stad in Saksen, werd in de nacht van 13 februari en op 14 februari 1945 door de geallieerden gebombardeerd. Dresden was nog nooit tevoren gebombardeerd. Dresden was een stad met een historisch belangrijk centrum, vele Duitsers dachten dat dit niet aangevallen zou worden en vluchtten naar deze stad. De vluchtelingen waren grotendeels afkomstig uit het oosten van Duitsland dat in die periode door de Sovjet-Unie werd veroverd.

Begin 1945 maakten de geallieerden zich op voor het eindoffensief tegen Duitsland. Onderdeel van het plan was het uitvoeren van zogenaamde 'tapijtbombardementen' op steden met als doel het maximaliseren van de schade en het aantal slachtoffers en het breken van de Duitse moraal. Dresden was begin 1945 een zeer belangrijk knooppunt van spoorlijnen, onder meer richting het oosten van Duitsland.
De aanval werd uitgevoerd in 3 golven die ongeveer 30.000 slachtoffers maakten, mede door de grote branden die ontstonden.
(lees verder)

Week 44 bewerken

Auschwitz was een vernietigings- en concentratiekamp dat door Nazi-Duitsland nabij de Poolse stad Auschwitz (Pools: Oświęcim, Jiddisch: Oshpitzin) werd opgezet.

De naam Auschwitz is symbolisch geworden voor de vernietigings- en concentratiekampen van de nazi's die op vele plaatsen in Europa verschenen voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Miljoenen mensen, merendeels Joden maar ook personen uit andere minderheden en politieke gevangenen, zijn in dergelijke kampen massaal om het leven gekomen. Naar Auschwitz werden in totaal meer dan 1,5 miljoen mensen gedeporteerd. Hiervan zijn er ongeveer 1,1 miljoen om het leven gekomen, waarvan de meerderheid werd vergast.

Doordat Auschwitz het grootste vernietigingskamp uit zijn tijd was, is het een symbool geworden voor de Holocaust (of Shoah), waarvan tussen de vijf en zes miljoen Joden het slachtoffer werden. Het totale aantal doden was veel hoger dan zes miljoen, doordat er naast Joden nog talrijke andere slachtoffers waren zoals Slaven, krijgsgevangenen, verzetsstrijders, gehandicapten, homoseksuelen, zigeuners en andersdenkenden (zoals Jehova's getuigen).
(lees verder)

Week 45 bewerken

De Slag om de Ardennen (of Ardennenoffensief) was het laatste grote offensief van het Duitse leger aan het westelijk front in de Tweede Wereldoorlog. De slag vond plaats van 16 december 1944 tot 27 januari 1945. In de Engelstalige wereld staat deze strijd bekend onder de naam Battle of the Bulge, zo genoemd vanwege de vorm van de frontlijn (een uitstulping of zak).

Het Duitse offensief, met als codenaam Wacht am Rhein begon op 16 december 1944. De bedoeling was een snelle doorstoot vanuit de Ardennen om de geallieerde opmars in tweeën te splijten, waarna in noordelijke richting moest worden doorgestoten om Antwerpen in te nemen. De Duitse aanval verliep eerst succesvol, mede door het verrassingseffect, maar liep daarna vast in een tekort aan brandstof, de hardnekkige Amerikaanse tegenstand en het slechte weer.
(lees verder)

Week 46 bewerken

De term Holocaust duidt op de systematische Jodenvervolging door de Nazi's voor en in de Tweede Wereldoorlog. Zij is in zwang gekomen vanuit de Verenigde Staten, waar eind jaren zeventig de gelijknamige televisieserie grote aandacht trok. Onder Holocaust (of de Shoah) (van het Griekse holokauston - 'ολοκαυστον = brandoffer aan een godheid) verstaat men voornamelijk de moord op ongeveer zes miljoen Europese joden en andere groeperingen, zoals homoseksuelen, Esperantisten, zigeuners, economisch onwaardigen, Polen, gehandicapten en mensen die zich verzetten tegen de nazi's, grotendeels in concentratiekampen, door de Duitse nazi's en hun handlangers gedurende de Tweede Wereldoorlog.
(lees verder)

Week 47 bewerken

De Bierkellerputsch of Hitlerputsch vond plaats in de avond/nacht van 8 november op 9 november 1923. Op dat moment probeerden Adolf Hitler, enkele vooraanstaande nazi's en de SA, samen met generaal Erich Ludendorff van de Conservatieve Nationalisten, in München de macht te grijpen.

Hitler hoopte vanuit München de regering van de Duitse Weimarrepubliek omver te werpen. Hij kreeg echter niet voldoende steun en de poging werd uiteindelijk door politie en leger neergeslagen. Vier politieagenten en zestien demonstranten kwamen om bij deze gebeurtenis, die plaatsvond in de Bürgerbräukeller; vandaar de naam Bierkellerputsch.

Voor zijn aandeel in deze putsch werd Hitler gedurende 1 jaar in de Landsberggevangenis geworpen. Na de putsch bleek Hitler populairder dan ooit, mede doordat hij in de gevangenis zijn boek Mein Kampf schreef. Na zijn vrijlating begon zijn opmars naar de macht.
(lees verder)

Week 48 bewerken

Baron Carl Gustaf Emil Mannerheim (4 juni 186728 januari 1951) was Finlands beroemde chef-staf en later president van Finland (1944–1946). Eerder, van 1918 tot 1919, was hij regent van Finland. Tijdens de Finse burgeroorlog (1918-1919) was hij legeraanvoerde van het Witte Leger dat tegen het Rode Leger van de Bolsjewisten (communisten) vocht. Hij werd geboren op een kasteel in Askainen, als derde zoon. In 1882 ging Mannerheim naar de militaire academie in Hamina. In 1906 werd hij trainingsinstructeur van een cavalerieschool.

In de Tweede Wereldoorlog werd Mannerheim benoemd tot Fins opperbevelhebber. Onder zijn leiding verweerde het Finse leger zich dapper tijdens de Winteroorlog tegen de Sovjets. In het voorjaar van 1940 echter moesten de Finnen zich overgeven, maar enkele leidende politici dachten toen al aan revanche. In 1941 verklaarden de Finnen opnieuw de Sovjet-Unie de oorlog, maar vanaf 1943 moesten de Finnen zich gestaag terugtrekken. Een maand na het aftreden van president Ryti (4 augustus 1944) sloot Mannerheim in zijn hoedanigheid als president vrede met de Sojvet-Unie.
(lees verder)

Week 49 bewerken

Chiang Kai-shek (pinyin: Jiang Jieshi; trad. Chin.: 蔣介石) (31 oktober 1887Taiwan, 5 april 1975), was een Chinees nationalistisch politicus. Hij was afkomstig uit de gezeten burgerij. Hij sloot zich aan bij de Revolutionaire Liga van Sun Yat-sen, die later werd omgedoopt (1911) tot Kwomintang (in het Westen dikwijls afgekort als KMT).

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd China aangevallen door de Japanners, die hun oog hadden laten vallen op Mantsjoerije. Omdat het Chinese leger van de nationalisten niet sterk genoeg was om de aanval het hoofd te bieden, moest Chiang Kai-shek toenadering zoeken tot de Communistische leider Mao Zedong. In 1943 werd Chiang Kai-shek president van China, maar in 1945 vielen de Communisten en de Nationalisten elkaar weer aan. In 1949 vluchtte hij naar Taiwan, maar in 1950 werd hij opnieuw president van China. Hij overleed 25 jaar later op Taiwan.
(lees verder)

Week 50 bewerken

Karl Adolf Eichmann (Solingen, 19 maart 1906Ramla, 1 juni 1962) was een Duits nazi-functionaris in het Derde Rijk en werd in 1962 door een Israëlische rechtbank als oorlogsmisdadiger veroordeeld en daarop geëxecuteerd. Hij werkte ruim 8 jaar direct voor Heinrich Himmler en Reinhard Heydrich.

In 1937 raakte Eichmann ervan overtuigd dat het 'Joodse probleem' kon worden opgelost door Joden uit het Duitse territorium te verbannen. In dat jaar bezocht hij de Palestijnse gebieden (toen nog als mandaatgebied in het bezit van Engeland) om te kijken of het mogelijk was de Joden uit Duitsland hiernaar toe te deporteren.

Met de Anschluss van Oostenrijk in 1938 kreeg Eichmann de kans om zijn deportatietheorie in de praktijk te brengen. In Wenen startte hij een verplicht emigratieprogramma.
Na de Tweede Wereldoorlog namen de Amerikanen Eichmann gevangen. Hij wist echter te ontsnappen en verbleef vervolgens een paar jaar in een bosrijk gebied in Noord-Duitsland. Uiteindelijk vluchtte hij naar Argentinië, waar hij opgepakt werd door de Mossad in 1962 en na een proces ter dood veroordeeld in Israël.
(lees verder)

Week 51 bewerken

De Supermarine Spitfire is een jachtvliegtuig dat door de RAF tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ingezet en in dienst bleef tot in de jaren vijftig. Van dit door R.J. Mitchell ontworpen toestel werden er ongeveer 23.000 gebouwd door de Supermarine Division van Vickers Armstrong Ltd.

Het vliegtuig is vooral bekend door de rol die het speelde tijdens de Slag om Engeland. De Spitfire valt op door zijn stroomlijn en ellipsvormige vleugels. De versie Mk. XIV haalde een maximum snelheid van 721 km/h op een hoogte van 8000 meter.

Experts zeggen dat de vliegeigenschappen van de Spitfire en zijn Duitse tegenstander, de Messerschmitt Bf 109 elkaar maar weinig ontliepen. Een voordeel van de Spitfire was het betere zicht vanuit de cockpit, een kwestie van leven of dood voor een jachtpiloot. De bolvormige kap bood de mogelijkheid om zowel naar beneden, naar boven als in het rond te kijken.
(lees verder)

Week 52 bewerken

Hermann Wilhelm Göring (Rosenheim, Beieren, 12 januari 1893Neurenberg, 15 oktober 1946) was een van de belangrijkste politici en militaire leiders tijdens het dictatoriale regime van Adolf Hitler in Duitsland.
Al in 1922 werd hij lid van de nationaalsocialistische NSDAP, de Nazipartij van Hitler. Hij werd een van de sleutelfiguren van het nazisme in Duitsland en werkte hard aan het vergroten van de macht van de partij. Hij was daarbij een van belangrijkste adviseurs van Hitler. In 1928 werd hij verkozen tot een van de twaalf afgevaardigden van de NSDAP in de Rijksdag, het Duitse parlement. In 1932 werd hij voorzitter van het parlement.

Hij was eerste minister van Pruisen, Minister van Binnenlandse Zaken en tussen 1933, het jaar dat Hitler aan de macht kwam, en 1935 minister voor de luchtmacht. In die laatste functie zorgde hij voor de (geheime) heropbouw van de Duitse luchtmacht, de Luftwaffe. Als luchtmaarschalk (sinds 1935) voerde hij het bevel over alle Duitse aanvalsoorlogen. Bij de Anschluss van Oostenrijk speelde hij een belangrijke rol, door de toenmalige Oostenrijkse president Wilhelm Miklas te bedreigen met bomaanvallen als deze niet met Hitler meewerkte.
(lees verder)

Week 53 bewerken

Charles André Joseph Marie de Gaulle (Rijsel, 22 november 1890Colombey-les-Deux-Églises, 9 november 1970) was een Frans militair en politicus. Hij was de leider van het Franse verzet in de Tweede Wereldoorlog en de eerste president van de Vijfde Republiek (1959-69) .

Charles De Gaulle was de tweede zoon en werd geboren in Lille/Rijsel. Als klein kind toonde hij al een bijzondere interesse in militaire zaken. Hij studeerde aan de militaire school van Saint-Cyr en in 1913 voegde hij zich bij de infanteriedivisie onder leiding van kolonel Philippe Pétain.
In de Tweede Wereldoorlog kreeg hij tijdens Fall Gelb op 15 mei 1940 het bevel over een provisorische pantserdivisie, de 4e Division Cuirassée de Réserve, waarmee hij zonder veel effect tegen de Duitse invallers vocht. Tijdens het Vichy-regime voerde hij het commando over het Franse verzet en werd daarvoor in absentia ter dood veroordeeld.
(lees verder)