Beekdonderpad

soort uit het geslacht Cottus

De beekdonderpad (Cottus rhenanus) is een inheemse vis in de Lage Landen. In de literatuur (en in de Flora- en faunawet) van voor 2005 wordt deze donderpad nog (samen met Cottus perifretum) abusievelijk Cottus gobio genoemd. Cottus gobio komt voor in het Oostzeegebied en Midden-Europa, maar ontbreekt in Nederland en België.[2][3] Beide soorten zoetwatervissen zijn uit een familie van zowel zoet- als zoutwatervissen, de donderpadden.

Beekdonderpad
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2008)
Beekdonderpad
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Superklasse:Osteichthyes (Beenvisachtigen)
Klasse:Actinopterygii (Straalvinnigen)
Orde:Scorpaeniformes (Schorpioenvisachtigen)
Familie:Cottidae (Donderpadden)
Geslacht:Cottus
Soort
Cottus rhenanus
Freyhof, Kottelat & Nolte, 2005
Beekdonderpad op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vissen

Beschrijving bewerken

Het onderscheid tussen de rivier- en de beekdonderpad is de aanwezigheid van stekeltjes op de flanken. Deze stekeltjes kan men zien, maar beter is om te voelen met de vinger. Een rivierdonderpad voelt dan ruw aan. De beekdonderpad heeft veel minder stekels, het grootste deel van de flank voelt glad aan. Op plaatsen waar beide donderpadsoorten naast elkaar voorkomen kan hybridisatie optreden. De hybriden hebben evenals de rivierdonderpad stekeltjes verspreid over de flank.[3] De beekdonderpad plant zich voor het eerst voort op een leeftijd van 2 tot 4 jaar. De vis legt één keer eieren per jaar en voor een periode van 2 tot 3 jaar. Het leggen van de eitjes gebeurt in de periode maart-april wanneer de temperatuur boven de 12°C stijgt.[1]

Verspreiding bewerken

De beekdonderpad komt voor in kiezelige beken in het stroomgebied van de Maas en de Rijn (tot Mannheim), inclusief de Main en de Neckar en in zijbeken van de Maas.[2][1]

Uit onderzoek door RAVON blijkt dat in Nederland de beekdonderpad voorkomt in de Zuid-Limburgse Geul, de Berkel en de Aa-strang. Daarnaast zijn er beekdonderpadden net over de grens in de Roer gevonden.[3] De grootste populatie beekdonderpadden van Nederland komt voor in de Geul. Als gevolg van een sterk verslechterde waterkwaliteit als gevolg van industriële en huishoudelijke lozingen was de soort hier vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw bijna verdwenen.[4] Omstreeks 1996 bleek de soort nog op enkele plekken in twee zijbeken van de Geul voor te komen. Maar na een aanzienlijke waterkwaliteitsverbetering,[(sinds) wanneer?] is de populatie zich gaan herstellen en anno 2023 is het een van de meest abundante en wijdverspreide vissoorten.

Natuurbescherming in Nederland bewerken

In de Flora- en faunawet staat de soort nog als Cottus gobio als beschermde diersoort vermeld. Deze soort staat niet op de Nederlandse rode lijst (2004). De beekdonderpad (C. rhenanus) komt wel in aanmerking voor een rodelijststatus omdat deze soort uitsluitend voorkomt in beekjes in Limburg.[5] Op de rode lijst (2015) geldt de soort nu als gevoelig.