Wet natuurbescherming
De Wet natuurbescherming is de Nederlandse wet die de bescherming van natuurgebieden, soorten en bos regelt. De wet is sinds 1 januari 2017 van kracht. De wet vervangt drie wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en Faunawet.
Wet natuurbescherming | ||||
---|---|---|---|---|
Citeertitel | Wet natuurbescherming | |||
Titel | Wet van 16 december 2015, houdende regels ter bescherming van de natuur | |||
Soort regeling | Wet in formele zin | |||
Toepassingsgebied | ![]() | |||
Rechtsgebied | milieurecht | |||
Status | Geldend | |||
Grondslag | Geen | |||
Goedkeuring en inwerkingtreding | ||||
Ingediend op | 20 augustus 2012 | |||
Aangenomen door | Tweede Kamer op 1 juli 2015; Eerste Kamer op 15 december 2015 | |||
Ondertekend op | 16 december 2015 | |||
Gepubliceerd op | 19 januari 2016 | |||
Gepubliceerd in | Stb. 2016, 34 | |||
In werking getreden op | 1 januari 2017 | |||
Geschiedenis | ||||
Opvolger van | Natuurbeschermingswet 1998, Boswet, Flora- en Faunawet | |||
Wijzigingen | Externe lijst | |||
Lees online | ||||
Wet natuurbescherming | ||||
|
Aanleiding en doelBewerken
Toen staatssecretaris Bleker, verantwoordelijk voor natuurbeleid, de Wet Natuur in 2012 indiende, was een van zijn doelstellingen de verantwoordelijkheid voor natuurbeleid meer dan voorheen bij lagere overheden en maatschappelijke organisaties te leggen. Hij wilde 'economie en ecologie meer verbinden', de wetgeving beter laten aansluiten op internationale afspraken en bezuinigen op de uitgaven voor natuurbeleid. De natuurbeschermingsinspanningen van de Nederlandse rijksoverheid moesten beperkt worden tot datgene waartoe Europese regelgeving verplichtte. In de wet zijn deze elementen terug te vinden.
De Wet natuurbescherming heeft drie subdoelen. Naast de bescherming van de biodiversiteit in Nederland gaat het om decentralisatie van natuurbescherming en om de vereenvoudiging van regels. De provincies worden met de nieuwe wet voor een groot deel verantwoordelijk voor natuurbeleid. Verder worden vergunningen en ontheffingen in een document geregeld. In de wet worden gebiedsbescherming, soortbescherming en bosbescherming in afzonderlijke delen behandeld, voortbouwend op de drie vervangen wetten.
GebiedsbeschermingBewerken
De wet regelt de bescherming van de in het kader van Europees natuurbeleid aangewezen Natura 2000-gebieden op een soortgelijke manier als in de voorgaande wetgeving. Zogenaamde Beschermde Natuurmonumenten krijgen anders dan in vorige wetten geen wettelijke bescherming meer.
SoortbeschermingBewerken
De wet regelt de bescherming van planten- en diersoorten, op soortgelijke manier als in de voorgaande wet. Er zijn echter enkele verschillen. Zo is verstoren niet meer strafbaar als dit zonder opzet gebeurt. Ook is opzettelijke verstoring van vogels soms mogelijk. Verder is in de wet de lijst van beschermde soorten aangepast. Het aantal beschermde vaatplanten, libellen en vlinders wordt uitgebreid, terwijl de bescherming van mieren komt te vervallen.
BosbeschermingBewerken
De wet regelt bescherming van bos en houtopstanden, ongeveer op dezelfde manier als in voorgaande wetgeving. Zo is er een meldingsplicht en herplantplicht: wie wil kappen moet dat melden en eenzelfde areaal herplanten. De provincies gaan dit volgens de wet nu regelen. Wanneer het gaat om natuurontwikkeling bij een Natura 2000-gebied, geldt de herplantplicht niet meer.