Soera De Buit is een soera van de Koran.

الأنفال
De Buit
Soera 8
Transcriptie Al-An'fal
Geopenbaard in     Medina
Aantal aya's 75
Djuz' dag 9 (tot aya 40)en dag 10
Geopenbaard na De Koe

De soera is vernoemd naar de buit die in de eerste aya wordt genoemd. Het gaat om de vraag wat er moet gebeuren met de behaalde buit na de strijd bij Badr. Deze soera handelt voornamelijk om de strijd tegen de ongelovigen tussen de tijd van Badr en de strijd bij Uhud.

Bijzonderheden bewerken

Ayaat 30 t/m 36 daalde volgens de islamitische overlevering neer in Mekka. Wellicht vormt het samen met Soera Het Berouw één geheel.

De Arabische naam van de soera الأنفال is meervoud, maar een Nederlands meervoud van buit bestaat niet.

Aya's 39 en 60 zijn twee van de vijf aya's die door de Nederlandse politicus Geert Wilders in zijn film Fitna werden opgevoerd als bewijs voor het gewelddadige en intolerante karakter van de Koran. Islamoloog Fred Leemhuis heeft in een programma van VARA 'gehakt' gemaakt van de verzen die Geert Wilders, gezien deze verzen uit hun context zijn gehaald, woorden verkeerd vertaald waren en zelfs woorden weggelaten zijn in zijn film Fitna.

Arabist Hans Jansen pakte 8:55 als het bewijs voor de gevaarlijke kant van de Islam:

Voorzeker, voor Allah zijn de ongelovigen de meest slechte van de levende schepselen want ze zullen niet geloven[1]

Echter, als we de context lezen (vanaf vers 52) zien wij dat dit om een specifieke groep ongelovigen praat. Namelijk de ongelovigen, zoals het volk van Fir'aun (farao) die onheil, moorden pleegden, slaven hadden en toch wonderen en tekenen kregen van God. Dit verworpen zij en zij worden gezien als een van de slechtste schepselen van de mensheid. Daarnaast zijn de volgende verzen zeer duidelijk over welke ongelovigen het gaat, namelijk de ongelovigen die de vredesverbond schonden.

Dat zijn degenen met wie jij een verbond bent aangegaan. Vervolgens verbreken ze hun verbond iedere keer, omdat ze Allah niet vrezen[2]

Het gaat duidelijk om ongelovigen die de moslims aanvielen, vermoordden, met name de afgodendienaren van Mekka. In vers 61 wordt aangegeven dat als deze afgodendienaren neigen tot vrede, neig dan ook tot vrede.

Externe link bewerken