Kosovo-oorlog
De Kosovo-oorlog was een gewapend conflict op de Balkan dat uit drie fases bestond:
- 1998-1999: gevechten tussen het Joegoslavische leger en de Albanese guerrilla's om Kosovo.
- 1999: Bombardementen en luchtaanvallen op Servië door NAVO-vliegtuigen tussen 24 maart en 10 juni.
- 1999-2000: Massale asielstroom vanuit Kosovo naar het westen, zowel etnische Albanezen als etnische Serviërs.
Kosovaarse Oorlog
| ||||||
Onderdeel van Oorlogen in Joegoslavië | ||||||
![]() | ||||||
Datum | 28 februari 1998 - 11 juni 1999 | |||||
Locatie | Kosovo | |||||
Resultaat | • Terugtrekking Joegoslavisch leger, • Kosovo komt onder VN-toezicht, • Albanië en Servië verbreken onderling de politieke banden. | |||||
Casus belli | Albanese opstand in Kosovo na vermeende onderdrukking door de Servische regering. | |||||
Verdrag | Verdrag van Kumanovo | |||||
Strijdende partijen | ||||||
| ||||||
Leiders en commandanten | ||||||
Troepensterkte | ||||||
| ||||||
Verliezen | ||||||
|
Het conflictBewerken
De Kosovaarse burgeroorlog was het gevolg van de opgelopen spanning tussen etnische Albanezen en etnische Serviërs in de toenmalige Joegoslavische staat Kosovo. Het Albanees-Servisch conflict kent haar geschiedenis al vanaf de middeleeuwen. Het verschil in taal, cultuur, tradities, religie en politieke standpunten tussen de twee groeperingen beleefde eind jaren 90 een nieuw dieptepunt.
De Albanese meerderheid in Kosovo voelden zich al lange tijd onderdrukt door de Joegoslavische regering onder leiding van de Serviër Slobodan Milošević. De Albanezen creëerden een guerrilla-beweging (onder leiding van Adem Jashari) genaamd het UÇK dat enorm gesteund werd door de Albanese diaspora, de Albanese bevolking en Albanese politica. Zij werden gezien als vrijheidsstrijders door de Albanezen en raakten onder anderen in strijd met Servische politieagenten.
De leider over het toenmalige Joegoslavische provincie Milošević zag zijn populariteit al geruime tijd dalen onder de Servische bevolking, vooral door de eerdere oorlogen in Bosnië en Kroatië waarin Servië het gedroomde Groot-Servië niet wist te realiseren.
Uit eindelijk besloot Milošević het leger in te zetten in Kosovo. De Serviërs waren destijds onderdeel van het veel rijkere Joegoslavië, zij beschikten over meer mankracht en modernere wapens dan de Albanezen die het veelal moesten hebben van jonge mannen met geringe millitaire ervaring en van de nationalistische Albanezen uit de diaspora. Wel werden zij als groepering financieel en in munitie gesteund door Albanië. Het Albanese UÇK had op zijn piek 50.000 guerrilla-strijders en nam verschillende Servische kazernes en posten in Kosovo over. Ook het UÇK zou zich schuldig gemaakt hebben aan diverse bloedbaden en zouden zij minderheden in Kosovo verdreven hebben uit de Kosovaarse dorpen, hoofdzakelijk de Serviërs en Roma's.
Het Joegoslavische leger viel uiteindelijk Kosovo binnen maar intussen waren er ook andere organisaties in Kosovo, zoals de nationalistische Servische troepen, bijvoorbeeld De Schorpioenen. Steeds meer vielen er Albanese burgerslachtoffers waardoor de Verenigde Naties zich genoodzaakt voelde de Serviërs uit te schakelen van verdere genocide en verdrijving van de Albanezen uit Kosovo. Na een paar veldslagen tussen Albanezen en Serviërs viel de NAVO uiteindelijk Kosovo binnen en schakelde het Servische leger uit en kreeg het toezicht over Kosovo. Grote zege[bron?] van de NAVO was Operatie Allied Force.
Gedurende de Kosovo-oorlog kregen de Albanezen steun van de Verenigde Staten en organisaties die aangesloten waren bij de NAVO. De Serviërs kregen steun van enkele Russische en andere slavische bewegingen.
Joegoslavische oorlogen |
---|
Sloveense Oorlog (1991) · Kroatische Oorlog (1991-95) · Bosnische Burgeroorlog (1992-95) · Kroatisch-Bosniakse Oorlog (1992-94) · Kosovo-oorlog (1998-99) · Operatie Allied Force (1999) · Conflict in de Preševo-vallei (2001) · Macedonisch conflict (2001) |
Zie de categorie Kosovo War van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |