Gotisch (taal)

uitgestorven Oost-Germaanse taal

Het Gotisch is een uitgestorven Oost-Germaanse taal, de enige taal uit deze tak waarover redelijk veel bekend is. De vierde-eeuwse Gotische Bijbelvertaling van bisschop Wulfila is het eerste overgeleverde literaire werk in een Germaanse taal en daarom van groot belang voor de taalwetenschap. Met onder andere vier of vijf naamvallen, een dualis en een synthetische lijdende vorm vertoont het Gotisch veel archaïsche kenmerken.

Gotisch
*gutisko razda
Gesproken in Grote delen van Europa
Sprekers geen
Uitgestorven in 8e eeuw, Krim-Gotisch 16e(?) eeuw
Taalfamilie
Dialecten
Alfabet Gotisch alfabet
Taalcodes
ISO 639-2 got
ISO 639-3 got
Portaal  Portaalicoon   Taal

Het Gotisch werd gesproken door het volk der Goten en verspreidde zich na de derde eeuw vanuit het gebied ten noorden van de Zwarte Zee naar het huidige Italië, Frankrijk en Spanje, maar stierf na de val van de Gotenrijken in de achtste eeuw in West-Europa uit. Op de Krim bleef een variant van het Gotisch, het Krim-Gotisch, in ieder geval tot in de zestiende eeuw bestaan. Er zijn toen tachtig woorden en een liedje aangetroffen bij mensen die de taal toen nog spraken.[1]

Bronnen

bewerken

Verreweg de belangrijkste bron voor het Gotisch is Wulfila's Bijbelvertaling. Hiervan is het grootste gedeelte verloren gegaan. Bewaard gebleven zijn meer dan de helft van de evangeliën, in de Codex Argenteus, de brieven van Paulus en een deel van Nehemia. Het enige andere belangrijke Gotische document is de Skeireins, een commentaar op Johannes. Er zijn daarnaast een tiental andere fragmenten bekend. In 2016 vonden Russische onderzoekers een korte Gotische tekst ingekrast op brokstukken van een middeleeuwse kerk.[1] Het bleken twee tekstregels uit psalm 77 te zijn, met een hulpverzoek "Heer help uw dienaar" (in het Gotisch Frauja hilp skalkis einis).

Alfabet

bewerken
  Zie Gotisch alfabet voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Wulfila ontwierp voor zijn bijbel zelf een op het Griekse alfabet gebaseerd schrift. Voorheen schreven de Goten in runen. Men mag aannemen dat het alfabet grotendeels fonematisch is, met waarschijnlijk de volgende op de uitspraak van het Grieks gebaseerde uitzonderingen: <ei> = [iː]?, <au> = [ɔ]?, <ai> = [ɛ]? en <gg> = [ŋ]?. In de wetenschap wordt vrijwel uitsluitend met de transliteratie naar het Latijnse alfabet gewerkt.

Letter                            
Transliteratie a b g d e q z h þ i k l m n
Getalswaarde 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 20 30 40 50
Uitspraak [a, aː]? [b]? [g]? [d, ð]? [e, eː]? [kʷ]? [z]? [h]? [θ]? [i, iː]? [k]? [l]? [m]? [n]?

Letter                          
Transliteratie j u p r s t w f x ƕ o
Getalswaarde 60 70 80 90 100 200 300 400 500 600 700 800 900
Uitspraak [j]? [u, uː]? [p]? [r]? [s]? [t]? [w, y]? [f]? [kʰ]? [ʍ]? [o, oː]?
 
Een pagina uit de Codex Argenteus

Klanken

bewerken

Klinkers

bewerken
Monoftongen
 
Diftongen
 

Medeklinkers

bewerken
  Labialen Dentalen Alveolaren Palatalen Velaren Labiovelaren Laryngalen
Plosieven [p]? [b]?   [t]? [d]?   [ɟː]? [k]? [g]? [kʷ]? [gʷ]?  
Fricatieven [ɸ, f]? [β]? [θ]? [ð]? [s]? [z]?   [x]? [ɣ]? [ʍ]?   [h]?
Approximanten         [j]?     [w]?  
Nasalen   [m]?     [n]?     [ŋ]?    
Lateralen       [l]?        
Trillen       [r]?        

Morfologie

bewerken

Het Gotisch vertoont een relatief complexe morfologie met veel archaïsche Indo-Europese kenmerken die in de huidige Germaanse talen zijn verdwenen.

Verbuiging

bewerken

Naamwoorden worden in het Gotisch verbogen naar naamval, getal en geslacht.

Het Gotisch kent vier of vijf naamvallen: nominatief, genitief, datief, accusatief en vocatief, waarbij de laatste in vorm altijd gelijk is aan de nominatief of accusatief. Bovendien zijn er resten van een instrumentalis.

Er zijn drie getallen, enkelvoud, meervoud en tweevoud (dualis). De dualis komt echter alleen in het persoonlijk voornaamwoord (en in het werkwoord) van de eerste en tweede persoon tot uitdrukking.

Vervoeging

bewerken

Het Gotische werkwoord wordt vervoegd naar:

Een bijzonderheid is dat het Gotisch nog een synthetisch, dus niet omschreven, passief kent.

Specimen

bewerken

Het bekendste Gotische fragment is het Onzevader (Matt. 6:9-13):

Wulfila Letterlijk NBV
Atta unsar þu in himinam,
weihnai namo þein.
qimai þiudinassus þeins.
wairþai wilja þeins,
swe in himina jah ana airþai.
hlaif unsarana þana sinteinan
gif uns himma daga.
jah aflet uns þatei skulans sijaima,
swaswe jah weis afletam
þaim skulam unsaraim.
jah ni briggais uns
in fraistubnjai,
ak lausei uns af þamma ubilin.
Vader onze u in hemelen,
geheiligd worde naam uw.
kome koninkrijk uw.
worde wil uw,
zoals in hemel ook op aarde.
brood ons het dagelijkse
geef ons deze dag.
en vergeef ons dat schuldenaren wij zijn,
zoals ook wij vergeven
de schuldenaren onze.
en niet moge u brengen ons
in verzoeking,
maar verlos ons van het boze.
Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.

Literatuur

bewerken
  • W. H. Bennett, An Introduction to the Gothic Language, New York, 1980
  • W. Braune - E. Ebbinghaus, Gotische Grammatik, 1966, Tübingen
  • Fausto Cercignani, The Reduplicating Syllable and Internal Open Juncture in Gothic, Zeitschrift für vergleichende Sprachforschung, 93/1, 1979, 126-132
  • Fausto Cercignani, The Development of the Gothic Short/Lax Subsystem, Zeitschrift für vergleichende Sprachforschung, 93/2, 1979, 272-278
  • Fausto Cercignani, Alleged Gothic Umlauts, Indogermanische Forschungen, 85, 1980, 207-213
  • Fausto Cercignani, The Enfants Terribles of Gothic Breaking: hiri, aiþþau, etc., The Journal of Indo-European Studies, 12/3-4, 1984, 315-344
  • Fausto Cercignani, The Development of the Gothic Vocalic System, Bela Brogyanyi i Thomas Krömmelbein, Germanic Dialects: Linguistic and Philological Investigations, Amsterdam/Philadelphia, Benjamins, 1986, 121-151.
  • Fausto Cercignani, The Elaboration of the Gothic Alphabet and Orthography’’, «Indogermanische Forschungen», 93, 1988, 168-185.
  • W. Krause, Handbuch des Gotischen, 1968, München.
  • F. Mossé, Manuel de la langue gotique, Aubier Éditions Montaigne, 1942
  • Walter William Skeat, A Moeso-Gothic glossary, London, 1868
  • Irmengard Rauch, Gothic Language: Grammar, Genetic Provenance and Typology. Readings, Peter Lang Publishing Inc., 2011
  • Wilhelm Streitberg, Die gotische Bibel , 1965, Heidelberg
  • Joseph Wright, Grammar of the Gothic language, Oxford, 1910
Wikibooks heeft meer over dit onderwerp: Cursus Gotisch.