Voor de politieke entiteiten, zie Brussel (stad) en Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Brussel (Frans: Bruxelles), vaak synoniem voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is het grootste stedelijk gebied in België en wordt beschouwd als de de facto hoofdstad van de Europese Unie (EU).<ref name="EU capital talk" /><ref name="Demey" /> De stad Brussel is de wettelijke hoofdstad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van Vlaanderen, van de Franse Gemeenschap en van België.[1]

Zicht vanaf de Kunstberg.

Brussel groeide van een 10de eeuwse nederzetting aan de Zenne tot een metropool met meer dan een miljoen inwoners.[2] De stedelijke woonkern[3] omvat naast de 19 Brusselse gemeenten ook nog 15 omliggende gemeenten in Vlaams-Brabant en 2 gemeenten in Waals-Brabant en telt in totaal bijna anderhalf miljoen inwoners.[4]

Na de Tweede Wereldoorlog werd Brussel een belangrijk centrum van de internationale politiek. De stad huisvest de belangrijkste instellingen van de Europese Unie en het hoofdkwartier van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Daardoor is Brussel de thuishaven van duizenden internationale instellingen, diplomaten en ambtenaren.[5]

Brussel was eeuwenlang een Nederlandstalige stad, maar sinds het einde van de 19de eeuw won het Frans steeds meer veld. Tegenwoordig is een meerderheid van de inwoners Franstalig, en zijn zowel Frans als Nederlands officiële talen van het Gewest.[6] De verfransing van Brussel en de politieke gevolgen daarvan blijven het onderwerp van een verhitte communautaire discussie.[5]

Uitspraak bewerken

Talen bewerken

 
 Brabants, de oorspronkelijke volkstaal van Brussel
  Brussel
 
Schatting van de gezinstalen (Hoofdstedelijk Gewest, 2006)[7]
 eentalig Frans
 tweetalig Nederlands-Frans
 Frans met allochtone taal
 eentalig Nederlands
 allochtone taal
  Zie Verfransing van Brussel voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Vanaf zijn ontstaan in de 10de eeuw was Brussel een overwegend Nederlandstalige stad,[8][9] waar traditioneel Brabantse dialecten gesproken werden. Het Brusselse taalbeeld veranderde tijdens de laatste twee eeuwen ingrijpend. Enerzijds valt een aanzienlijke achteruitgang van het Nederlands ten voordele van het Frans op (autochtone verfransing) en anderzijds, vooral dan tijdens de tweede helft van de 20ste eeuw, de opkomst van allochtone talen als gezinstaal of een samengaan daarvan met het Frans (allochtone verfransing of internationalisering).[10]

Veel meer dan andere Nederlandse steden onderging Brussel in zijn geschiedenis de invloed van buitenlandse vorsten, hovelingen en ambtenaren, die zich vaak van het Frans bedienden, zeker sinds de Bourgondische tijd.[11] Het aanzien van het Nederlands in het huidige België werd door de eeuwen heen gemarginaliseerd, terwijl het Frans de cultuurtaal bij uitstek werd.<ref name="nlb" /> De taalwisseling kende een bescheiden begin in de loop van de 18de eeuw, maar breidde zich met de groei van de stad na de Belgische onafhankelijkheid pas echt uit over de omliggende gemeenten.[12][13] De werkelijke verfransing van de Vlaamse stadsbevolking begon echter pas in de tweede helft van de 19de eeuw, waarna halverwege de 20ste eeuw het Frans geleidelijk het pleit won van tweetaligheid,[14] zodat het Nederlands definitief uit de meeste Brusselse huiskamers verdween. Pas na de jaren 1960, na de vastlegging van de taalgrens en de socio-economische ontwikkeling van Vlaanderen, kon het Nederlands genoeg weerstand bieden om dit proces af te remmen.<ref name="dbnl" /> Door inwijking neemt het aandeel Franstaligen in de Brusselse Rand nog steeds toe, wat in Vlaanderen wordt vergeleken met een uitdijende Franstalige olievlek.[15][16] In de tweede helft van de 20ste eeuw werd de autochtone stadsbevolking aangevuld door een massale buitenlandse immigratie, waardoor Brussel zijn tweetalig karakter inruilde voor een opvallende meertaligheid, met het Frans als lingua franca.<ref name="BuG" />

Gezien zijn Nederlandstalige oorsprong en hoofdstedelijke rol in een in wezen tweetalig land, eisen de Vlamingen de volledige tweetaligheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, al zijn gemeenten en hun openbare diensten. Uit vrees voor verdere verfransing vragen zij ook de splitsing van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. De Franstalige partijen daarentegen beschouwen de taalgrens rond Brussel als kunstmatig[17] en eisen de uitbreiding van het tweetalig statuut naar op zijn minst de zes faciliteitengemeenten in de Rand,[18] wat door de Vlaamse partijen vastberaden wordt afgewezen.[19][20][21]

Gemeenten bewerken

 
  Zie Lijst van gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De 19 Brusselse gemeenten zijn de politieke onderverdelingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.[22] De gemeentes zijn verantwoordelijk voor de o.a. het gemeentelijk onderwijsnet en het onderhoud van wegen.[23] Zoals elders in het land bestaat de gemeentelijke administratie uit een burgemeester, een college van schepenen en een gemeenteraad.[23]

In 1831 was België nog opgedeeld in 2739 gemeenten, waaronder de 19 van het huidige Brussels Gewest.[24] In tegenstelling tot de andere Belgische gemeenten namen de Brusselse gemeenten niet deel aan de gemeentefusies van 1964, 1970 en 1975.[24] Enkele gemeenten werden daarentegen in de loop van de geschiedenis wel geabsorbeerd door Brussel-stad, namelijk Laken, Haren en Neder-Over-Heembeek in 1921.[25]

Met een oppervlakte van 32,6 km² en een inwonertal van 148.873 inwoners is Brussel-stad zowel de grootste als de meest bevolkte gemeente in het Gewest. Koekelberg is met 19.020 inwoners het minst bevolkt. Sint-Joost-ten-Node is met een oppervlakte van 1,1 km² de kleinste gemeente maar heeft met 21.121 inwoners per km² de grootste bevolkingsdichtheid van de 19 gemeenten.

Hoofdstad van Europa bewerken

  Zie Brussel als Europese hoofdstad voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Brussel, dat sinds meerdere decennia de Europese instellingen huisvest, wordt beschouwd als de de facto hoofdstad van de Europese Unie (EU). Officieel heeft de Europese Unie echter geen hoofdstad, noch de intentie er een vast te leggen. De stad huisvest onder meer de officiële hoofdzetels van de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie, de Europese Raad en de tweede zetel van het Europees Parlement.

De meeste instellingen zijn gevestigd in de Leopoldswijk, bijgenaamd de 'Europese wijk', gelegen tussen het Warandepark, het Jubelpark en het Leopoldpark. De Commissie en de Raad hebben er hun hoofdkwartier, dichtbij het station Brussel-Schuman en het Schumanplein op de Wetstraat. De gebouwen van het Europees Parlement, samen de Leopoldruimte, zijn gebouwd overheen het station Brussel-Luxemburg, naast het Luxemburgplein.<ref name="EC EiB" />

Agglomeratie bewerken

Maar na de Tweede Wereldoorlog is de bebouwde ruimte, door een aanhoudende immigratie en een ver- schuiving in het demografisch zwaartepunt, uitgezwermd tot een grote agglomeratie die een overgroot deel van Vlaams-Brabant (en een klein deel van Waals-Brabant) omvat. Een stad groeit, wat betreft aaneengesloten be- bouwing, immers altijd aan de rand. We stellen vast dat, gemeten aan de hand van de wetenschappelijke criteria die in België terzake gelden, de Brusselse agglomeratie, naast de 19 gemeenten, nu al zeker 17 andere gemeenten méér omvat, die in het totaal dus 36 gemeenten telt. Van deze 17 zijn er twee Waalse: Waterloo en Eigenbrakel. De 15 Vlaamse gemeenten zijn, kloksgewijs van noord naar zuid: Wemmel, Grimbergen, Vilvoorde, Machelen, Zaventem, Wezembeek-Oppem, Kraainem, Tervuren, Sint-Genesius-Rode, Linkebeek, Drogenbos, Beersel, Halle, Sint-Pieters-Leeuw en Dilbeek. Deze geografische agglomeratie telde in 2004 in totaal 1.397.386 inwoners (op 520 Km²), waarvan bijna 72% in de 19 gemeenten van de oude agglo- meratie. En het stadsgewest – dat is de agglomeratie uit- gebreid met de zone die morfologisch weliswaar niet echt aansluit bij de agglomeratie, maar sociaal en economisch overwegend op de kernstad gericht is – beslaat nog eens 28 gemeenten méér, dus in totaal 64 gemeenten met nage- noeg 1.800.000 inwoners. Het Brussels stedelijk leefcom- plex naar Belgische normen – dat is het stadsgewest uitge- Page 10 8 breid met de forensenwoonzone – omvat heel noordelijk- centraal België en telt bijna 3 miljoen inwoners. De eigenlijke grootstad Brussel, alleen haar agglome- ratie al, strekt zich dus beslist véél verder uit dan het kader van de 19 gemeenten, waartoe het BHG, hoofdzake- lijk om linguïstische redenen, door de politieke macht werd vastgelegd. Buitenlandse onderzoeksinstellingen, die andere, niet zulke minimalistische criteria inzake maxima- le afstand tussen twee gebouwen en inzake bevolkings- drempels hanteren dan de officiële Belgische, zien de Brusselse agglomeratie nog groter. Eurostat schrijft Brussel een agglomeratie toe van 1,7 miljoen inwoners; het Ame- rikaanse “National Geospatial Intelligence Agency” geeft Brussel zo’n 2 miljoen inwoners; en Population Data ver- meldt bijna 2,7 miljoen inwoners.

[26]

De morfologische agglomeratie Brussel telt 1.350.000 inwoners, verspreid over een grondgebied van 520 km2.

Midden in die agglomeratie liggen 19 gemeenten (samen 161 km2) die in het kader van het federale België een bijzondere entiteit vormen.

Dat geheel, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest genoemd, naast het Waalse en het Vlaamse gewest, bestaat sinds 1970, maar zijn statuut dateert van 1989. Dit gewest beschikt over een eigen regering en specifieke bevoegdheden op de geregionaliseerde terreinen. Dat tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormt, ondanks een duidelijke Franstalige meerderheid, een enclave in het grondgebied van het Vlaamse Gewest. Verscheidene Vlaamse gemeenten behoren overigens tot de morfologische agglomeratie Brussel. Tot slot omvat de morfologische agglomeratie in het zuiden ook nog een aantal gemeenten van het Waalse Gewest, zoals Waterloo, Braine-l’Alleud, La Hulpe en Rixensart.[27]

1,5 miljoen in agglomeratie op 806km[28]

1,4 miljoen op 723 km zegt andere pdf

In de Brusselse context bestaat de kernstad uit de 19 gemeenten van het Hoofdstedelijk gewest; de agglomeratie bevat 36 gemeenten (met inbegrip van de 19 gemeenten van het Brussels gewest) en telde begin 1997 1.329.566 inwoners; er woonden 391.716 inwoners in de 28 gemeenten van de banlieue; in het stadsgewest (64 gemeenten) woonden begin 1997 1.721.282 inwoners.(Geografisch Instituut Steunpunt Demografie VUB, worddoc)

  1. Welcome to Brussels
  2. Brussels.org - History of Brussels
  3. De stedelijke woonkern of morfologische agglomeratie omvat de kernstad en de stadsrand. Het is het landschapsdeel dat aaneensluitend bebouwd is met huizen, openbare gebouwen, industriële en handelsuitrustingen, met inbegrip van de tussenliggende verkeerswegen, parken, sportterreinen enz. de stedelijke woonkern wordt begrensd door een zone bestaande uit landbouwgrond, bossen, braakliggende en woeste gronden en verspreide bewoning.
  4. Statistics Belgium; De Belgische Stadsgewesten 2001 (pdf-file) Definitions of metropolitan areas in Belgium. The metropolitan area of Brussels is divided into three levels. First, the central agglomeration (geoperationaliseerde agglomeratie) with 1,451,047 inhabitants (2008-01-01, adjusted to municipal borders). Adding the closest surroundings (banlieue) gives a total of 1,831,496. And, including the outer commuter zone (forensenwoonzone) the population is 2,676,701. Retrieved on 2008-10-18.
  5. a b BBC NEWS | Europe | Country profiles | Country profile: Belgium
  6. BBC NEWS | Europe | Analysis: Where now for Belgium?
  7. (nl) ”Taalgebruik in Brussel en de plaats van het Nederlands. Enkele recente bevindingen”, Rudi Janssens, Brussels Studies, Nummer 13, 7 January 2008 (see page 4).
  8. (nl) Brussel historisch, Hoofdstedelijke Aangelegenheden, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
  9. (fr) Histoire de la langue, Université Libre de Bruxelles (ULB)
  10. (nl) Over Brusselse Vlamingen en het Nederlands in Brussel, Janssens, Rudi (2001), in: Els Witte, Ann Mares (red.) 19 keer Brussel; Brusselse Thema's (7), VUBPress, ISBN 90 5487 292 6
  11. (nl) De mythe van de vroege verfransing, Taalgebruik te Brussel van de 12de eeuw tot 1794, Paul De Ridder
  12. (fr) Wallonie - Bruxelles, Le Service de la langue française, 19/05/1997
  13. (fr) Villes, identités et médias francophones: regards croisés Belgique, Suisse, Canada., Université Laval, Québec
  14. (fr) 1992 : 4eme réforme de l'Etat, Radio-Télévision belge de la Communauté française (RTBF)
  15. (nl) Kort historisch overzicht van het OVV, Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV)
  16. (fr) Bisbilles dans le Grand Bruxelles, Le Monde, 20/10/2007
  17. (fr) La Flandre ne prendra pas Bruxelles..., La Libre Belgique, 28/05/2006
  18. Dit zijn Wemmel, Kraainem, Wezembeek-Oppem, Sint-Genesius-Rode, Linkebeek en Drogenbos.
  19. (fr) Une question: partir ou rester?, La Libre Belgique, 24/01/2005
  20. (fr) Position commune des partis démocratiques francophones, Union des Francophones (UF), Provincie Vlaams-Brabant
  21. (fr) Bruxelles-capitale: une forte identité, France 2, 14/11/2007
  22. Gemeentes. Centrum voor informatica voor het Brusselse Gewest (2004). Geraadpleegd op 4 augustus 2008.
  23. a b Managing across levels of government (PDF) 107, 110. OECD (1997). Geraadpleegd op 5 augustus 2008.
  24. a b Picavet, Georges, Municipalities (1795-now). Georges Picavet (29 april 2003). Geraadpleegd op 4 augustus 2008.
  25. Brussels Capital-Region. Georges Picavet (04 June 2005). Geraadpleegd op 4 augustus 2008.
  26. [1]
  27. [2]
  28. [www.oeaw.ac.at/.../Final_Results/COMET_deliv_no12-13_WP8-10_European%20Metropolises%20in%20%20Comparison.pdf]