Concinnia

geslacht uit de onderfamilie Sphenomorphinae

Concinnia is een geslacht van hagedissen uit de familie skinken (Scincidae).

Concinnia
Concinnia tigrinus, exemplaar in het wild in Australië (Queensland).
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Lacertilia (Hagedissen)
Infraorde:Scincomorpha (Skinkachtigen)
Familie:Scincidae (Skinken)
Onderfamilie:Sphenomorphinae
Geslacht
Concinnia
Wells & Wellington, 1984
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Concinnia op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Naam en indeling bewerken

De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Richard Walter Wells en Cliff Ross Wellington in 1984.[1]

Er zijn negen verschillende soorten, die eerder tot het geslacht Eulamprus werden gerekend. De gekielde skink (Concinnia queenslandiae) werd lange tijd tot het niet meer erkende, monotypische geslacht Gnypetoscincus gerekend, waardoor de verouderde wetenschappelijke naam in de literatuur vaak wordt gebruikt. De soort Concinnia spinosa werd lange tijd tot het monotypische en niet meer erkende geslacht Nangura gerekend.

Uiterlijke kenmerken bewerken

De verschillende soorten bereiken een kopromplengte van ongeveer zeven tot elf centimeter, de staart is langer dan het lichaam. De lichaamskleur is bruin tot koperbruin met donkere vlekken tot een marmertekening. De schubben zijn glad en glanzend.

De poten zijn goed ontwikkeld en dragen vijf vingers en tenen. De poten zijn relatief lang in vergelijking met andere skinken. De oogleden zijn beweeglijk en hebben geen doorzichtig venster in het midden. De gehooropeningen hebben geen lobachtige schubben aan de achterrand.[2]

Levenswijze bewerken

De hagedissen zijn overdag actief en leven voornamelijk op de bodem. Het voedsel bestaat uit ongewervelden zoals insecten. De vrouwtjes zetten geen eieren af maar brengen hun jongen levend ter wereld.

Verspreiding en habitat bewerken

Alle soorten komen endemisch voor in delen van Australië en leven in de staten Nieuw-Zuid-Wales en zuidelijk Queensland.[1]

De habitat bestaat uit relatief vochtige omgevingen, zoals bossen, biotopen met veel mos op de bodem en de vegetatie en andere dichtbegroeide gebieden. Veel soorten leven in regenwouden maar de hagedissen kunnen ook in vochtige delen van tuinen en parken worden aangetroffen. De dieren schuilen vaak in rottend hout en onder houtblokken zoals omgevallen bomen.

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan acht soorten een beschermingsstatus toegewezen. Zeven soorten worden gezien als 'veilig' (Least Concern of LC). De soort Concinnia frerei wordt als 'kwetsbaar' beschouwd (Vulnerable of VU).[3]

Soorten bewerken

Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.

Naam Auteur Verspreidingsgebied
Concinnia amplus Covacevich & McDonald, 1980 Australië (centraal-oostelijk Queensland)
Concinnia brachyosoma Lönnberg & Andersson, 1915 Australië (noordelijk Queensland)
Concinnia frerei Greer, 1992 Australië (noordoostelijk Queensland)
Concinnia martini Wells & Wellington, 1985 Australië (noordoostelijk Nieuw-Zuid-Wales, zuidoostelijk Queensland)
Gekielde skink
Concinnia queenslandiae
De Vis, 1890 Australië (Queensland)
Concinnia sokosoma Greer, 1992 Australië (centraal-oostelijk Queensland)
Concinnia spinosa Covacevich, Couper & James, 1993 Australië (centraal-oostelijk Queensland)
Concinnia tenuis Gray, 1831 Australië (Nieuw-Zuid-Wales, zuidelijk Queensland)
Concinnia tigrinus De Vis, 1888 Australië (Queensland)

Bronvermelding bewerken