2e eeuw

de 2e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 101 tot en met 200

De 2e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 2e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 101 tot en met 200. De 2e eeuw behoort tot het 1e millennium.

Overzicht van de jaren in en rond de 2e eeuw
Jaren 90 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99
Jaren 00 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109
Jaren 10 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119
Jaren 20 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129
Jaren 30 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139
Jaren 40 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149
Jaren 50 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159
Jaren 60 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169
Jaren 70 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179
Jaren 80 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189
Jaren 90 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199
Jaren 00 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209

Ontwikkelingen en langjarige gebeurtenissen

bewerken
Romeinse Rijk
Europa
Midden-Oosten
  • De Limes Arabicus wordt aangelegd om de Romeinse provincies Arabia Petraea en Syria te beschermen tegen invallende Arabische stammen en het buurland Perzië. De limes wordt verdedigd door grenstroepen, de limitanei.
  • De Romeinse keizer Hadrianus besluit tot de bescherming van de Libanoncederwouden op de berg Libanon, nadat dit bos bijna verdwenen is. Het woud wordt keizerlijk domein, omheind met grenspalen. Dit is een vroeg voorbeeld van natuurbescherming.
  • Ook begint voor de joden de diaspora na de neergeslagen Joodse opstand van Bar Kochba.
Azië
Afrika
  • Het koninkrijk van de Garamanten kent zijn hoogtepunt in deze eeuw, als het volk een van de belangrijkste handelspartners is van Rome. Zij hebben ogenschijnlijk een sterk en georganiseerd leger, waarmee zij hun buren gemakkelijk kunnen onderwerpen. Volgens Herodotus gebruiken zij strijdwagens die zij aan vier paarden vastbinden. Zij controleren de handel tussen Romeins Tripolitanië, controleren de bewoners van het gebied rond het Tsjaadmeer en gebruiken slaven voor het bewerken van het land.
Godsdienst
  • De Farizeeën hervatten na de dood van keizer Trajanus hun activiteiten, hoofdzakelijk in Galilea. Er wordt een nieuw Sanhedrin gesticht in Oesja onder leiding van Rabbijn Simon ben Gamaliël, dat onder zijn opvolger Jehoeda ha Nassi een hoogtepunt bereikt. Alle leerscholen hebben tot zijn tijd hun eigen verzameling mondelinge uitspraken, tradities en wetsbepalingen als aanvulling op de geschreven Thora. Hij voegt al deze tradities, misjnajot, tot één geheel samen, later dé Misjna genoemd.
  • De geschriften van de apostolische vaders, bijvoorbeeld verhandelingen, brieven, fragmenten enzovoort, ontstaan in de periode 90-160 na Chr. De apostolische vaders bieden inzicht in de ontvangst van de Bijbelse boodschap in het Romeinse Rijk en de opbouw van de vroege christengemeenten. De schrijvers van deze documenten hebben veelal de apostelen zelf nog gekend.
  • De Apologeten verdedigen het christelijke geloof tegen aanvallen vanuit het paganisme en het Jodendom.
  • De gnostiek beleeft een bloeitijd in de eerste drie eeuwen na Christus. De gnostici proberen de christelijke boodschap te verbinden met al langer bestaande mysteriegodsdiensten en hellenistische filosofieën. Vanaf halverwege de tweede eeuw wordt de gnostiek fel bestreden en als ketterij veroordeeld door het zich vormende kerkelijke christendom, en verdwijnt tegen het eind van de eeuw meer naar de achtergrond.
Wetenschap

Belangrijke personen van de 2e eeuw

bewerken
Zie de categorie 2nd century van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.