Gladde iep
De gladde iep of veldiep (Ulmus minor, synoniem: Ulmus carpinifolia) is een boom uit de iepenfamilie (Ulmaceae), die van nature voorkomt van Europa tot en met Zuidwest-Azië. De boom kan tot 30 m hoog worden. Ulmus minor 'Suberosa' is de kurkiep met opvallende kurklijsten op de takken.
Gladde iep | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Ulmus minor Mill. (1768) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Gladde iep op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
Botanische beschrijving
bewerkenDe gladde iep heeft een rechte stam en een dichte kroon met bochtige en zware takken en geeft veel wortelopslag.
De schors is grijsbruin en heeft lange, diepe verticale groeven en dikke richels. De takken zijn voorzien van verticale barsten.
De Gladde iep heeft bleekbruine, slanke, onbehaarde twijgen en eivormige knoppen. De knoppen zijn donkerrood en behaard.
De bladeren zijn elliptisch tot eirond en worden 6 tot 8 cm lang. Ze hebben een scheve bladvoet, een toegespitste top en zijn dubbelgezaagd. Aan de onderkant komen heel vaak kleine gallen voor. De bladsteel is zachtbehaard en ongeveer 0,5 cm lang. De bovenzijde van het blad is glanzend groen. De oksels van de nerven zijn behaard.
De Gladde iep heeft kleine, rode bloemen met witte stempels en rode helmhokjes. De bloeiwijze is een hoofdje. Deze verschijnen voordat de bladeren uitlopen. De vruchten zijn gevleugelde nootjes, die omringd zijn door een doorschijnende, elliptische vleugel. Het zaad zit dicht bij de inkeping. Aan de top is de vleugel ingesneden tot aan het nootje.
Plantengemeenschap
bewerkenDe Gladde iep is een kensoort voor het onderverbond Ulmenion carpinifoliae van het verbond van els en gewone vogelkers (Alno-padion).
Externe link
bewerken- Gladde iep (Ulmus minor) op SoortenBank.nl (gearchiveerd) (gebaseerd op de Heukels23, dit is de voorlaatste uitgave)